Rosie Farrells schaamte

Ik ben misschien dom, maar ik ben niet stom. Ofandersom. Denk je echt dat ik daar rondliep zonder ook maar iets te horen van wat er werd verteld? Tuurlijk hoorde ik wat iedereen tegen elkaar fluisterde. Zelfs mijn beste vriendin bazuinde het rond. Oké, ze bazuinde het misschien niet rond, maar ze stond wel bij elk roddelgroepje. Oh, ik ken Cora, ze is in elk groepje gaan stoken. Ook al zei ze later dat ze had geprobeerd om de roddels te smoren. Ik wist niet of ik haar moest geloven. We hadden weer zo’n stomme ruzie die we geen van beiden konden winnen. Ik zei tegen haar: ‘Goeie vriendin ben jij, je zegt er niet eens iets van.’

En zij zei: ‘Wat bedoel je, ik zeg er niet eens iets van? Ik probeer keihard om jou erbuiten te houden.’

‘Yeah, right’, zei ik.

‘Yeah right!’zei zij.

‘Je had het moeten zeggen’, zei ik.

‘Je zou me dankbaar moeten zijn dat ik dat niet deed!’ zei zij.

‘Alsof ik jou ooit dankbaar zou zijn’, zei ik.

‘Yeah, right’, zei zij.

‘Yeah right’, zei ik. En zo ging het maar door en niemand won de discussie. Ik zal u niet vervelen met de rest van de ruzie. Aan het einde van de dag begreep ik wel wat ze bedoelde, toen ik alles opnieuw in mijn hoofd afspeelde. Ik was gewoon megakwaad. Maar als ik dat dan weer in mijn hoofd afspeel, je weet wel, waarom ik kwaad was, denk ik niet dat ik kwaad was op Cora. Nee, ook niet op Clem. Ik was kwaad op mezelf omdat ik het niet had zien aankomen. Ik had wel een vermoeden dat er iets aan de hand was, maar ik denk dat ik het gewoon heb verdrongen. Dat is toch wat mensen doen als ze de waarheid niet onder ogen willen zien? Ik heb dat ergens gelezen in een boek over psychologie of psychiatrie of zoiets, iets met psycho. Whatever. In het boek stond dat ‘mensen die de realiteit niet onder ogen willen zien’, zo stond het in het boek, ‘mensen die de realiteit niet onder ogen willen zien, zullen de gebeurtenissen bewust verdringen’. Maar het zit zo: hoe meer je het probeert te verdringen, hoe meer het je gedachten binnendringt. Het was echt raar, want ik bleef er de hele tijd aan denken. De hele tijd. Ik kon me helemaal niet op de les concentreren, ik kon niet eens tekenen. Het was totaal geschift.

En toen werd ik megapara… paranoïde… Ik had het gevoel dat de hele school me stond aan te gapen als ik door de gangen liep. Vooral die debiele NED’s. Cora bleef maar vragen: ‘Waarom zeg je er niks van?’ Maar ik kon het gewoon niet. Ik wist zeker dat hij me zou dumpen als ik het hem zou vragen. Ik was echt verliefd toen. Ik kon het hem toch niet recht in zijn gezicht vragen? Ik was doodsbang. Maar dat veranderde. Een stemmetje in mijn hoofd bleef zeggen dat ik hem moest vertrouwen als we samen iets wilden opbouwen. Je moet elkaar kunnen vertrouwen. Het zit zo, Clem gaf me geen enkele reden om te denken dat er iets aan de hand was. Er waren alleen roddels en dat stiekeme gegiechel. Hij was nog steeds dezelfde, niks veranderd. En als ik er nu aan terugdenk en me afvraag of er enig teken was dat er iets vreemds aan de hand was, je weet wel, met zijn gedrag, zou ik nee moeten zeggen. Het was dezelfde Clem van altijd. Maar zulke dingen blijven wel boven je hoofd hangen, denk ik, zoals een zeepbel of een wolk of zo. Ik kon gewoon niet anders dan er voortdurend aan denken.

Toen heb ik iets stoms gedaan. Niet stom op een slechte manier, maar stom genoeg om me slecht te voelen. Ik heb er niet om gehuild of zo, maar dat stemmetje in mijn hoofd bleef zeuren: ‘Ik kan niet geloven wat je hebt gedaan, Rosie, ik kan niet geloven wat je hebt gedaan.’

Die avond bleef ik langer in het kunstlokaal om aan mijn portfolio te werken. Ik was wat stillevens aan het schetsen, schaaltjes en kopjes en fruit en dat soort dingen. Makkelijke dingen. Maar het was gewoon een excuus om langer te kunnen blijven. Ik schetste wel wat en ik moest echt aan mijn portfolio werken, maar dat had ik ook thuis kunnen doen. Alleen had ik tegen Clem niet gezegd dat ik langer zou blijven. Ik wist wanneer zijn studie-uur voorbij was, dus ik wachtte tot tien minuten voor het einde en ging toen naar buiten om hem uit de klas te zien komen. Nee, ik wachtte hem niet op. Ik wilde niet dat hij me zou zien. We hadden niet afgesproken. Ik stond aan de overkant van de straat. Als hij naar buiten zou komen, zou ik weg kunnen duiken achter een geparkeerde auto. Ik stond daar gewoon te trillen, ik schaamde me dood dat ik dit deed. Het is echt niet mijn gewoonte, hoor. Maar goed, toen dus wel. Whatever. Ik stond daar dus toen Clem naar buiten kwam. Maar hij was niet alleen. Ik dacht: jij kloot… Vlak voor de school! Ik had het niet meer. Ik was totaal buiten mezelf. De ene helft wilde naar hem toe rennen en hem confronteren, op dát moment. Godzijdank deed ik het niet. Maar ik voelde hoe de woede ook mijn goede helft aantastte. Mijn handen zweetten en ik balde mijn vuisten. Het grappige was dat het stemmetje in mijn hoofd nog steeds zei: ‘Wat doe je toch Rosie? Je maakt je totaal belachelijk. Als hij je betrapt, valt het doek over jullie relatie.’ Dus verstopte ik me achter een auto en het volgende moment wandelden ze samen in mijn richting. Oh shit! Oh shit! ging het in mijn hoofd. Ik besefte ineens dat ik midden in een straat stond waar de leerkrachten hun auto’s parkeerden. Ze stonden zo dichtbij dat ik hen kon horen. Clem vroeg hoeveel citaten hij in zijn essay moest bespreken. Kom op zeg! Intussen kroop ik om de auto heen zodat ze me niet zouden zien. Maar ze letten niet op mij. Ze stonden naast een auto verderop. En toen gebeurde er iets vreemds: ze zeiden niks. Ze stonden daar gewoon en zeiden niks. Dat leek eindeloos te duren. Ik had iets van: kom op, schiet op, ga verder. Mijn benen deden megapijn door die ongemakkelijke houding achter die auto. Maar ze bleven zwijgen tot Croal ineens de stilte verbrak. Ze zei: ‘Zal ik je een lift geven?’ En toen was er weer stilte. Tot Clem zei: ‘Nee, het is in orde, dankuwel.’ Of zo. Oké, dacht ik, brave jongen. En toen ging hij naar huis en zij reed weg… Nee, ik weet niet welk type. Automerken zijn niet zo mijn ding. Toen ik thuiskwam, kreeg ik echt de pest in van wat ik had gedaan. Maar aan het eind van de dag liet ik alle rotzooi in mijn hoofd voor wat hij was. Dus ook al was het slecht wat ik had gedaan, het was ook een beetje goed. Omdat het bevestigde wat ik eigenlijk al wist.

Ik voelde me er veel beter door. Het was alsof het ons op een vreemde manier dichter bij elkaar had gebracht. Ik wilde hem vertrouwen en ik wist dat hij mij vertrouwde. De geruchten gonsden nog steeds om ons heen, maar dat kon ons geen moer schelen. Ik vroeg me alleen af waarom niemand iets tegen haar zei, van de andere leerkrachten, bedoel ik. Of waarom ze nog steeds naar school kwam. Niet dat ze niet op school mocht zijn of zo, ze had niks misdaan natuurlijk. Maar gewoon… ik zou het in ieder geval niet aankunnen, al die spottende opmerkingen en grijnzende blikken de hele tijd. Ik zou volledig uit mijn vel stressen. Ik moest haar nageven, ze had verdomme lef dat ze haar gezicht nog op school durfde te vertonen, want zij had het ook zwaar te verduren. Iedereen had het te verduren. Nou ja, niet iedereen, maar u weet wat ik bedoel. En toen veranderde alles, toch?

Clem zei eerst niets, maar ik wist dat hij het zwaar te verduren had. Dat was niks nieuws. Iedereen die een beetje anders durft te zijn, die een bepaald soort muziek goed vindt of een bepaalde kledingstijl heeft of een andere haarstijl heeft dan de rest, heeft het te verduren. Weet u, je mag hier gewoon niet anders zijn dan de anderen. Iedereen moet dezelfde dingen leuk vinden, dezelfde dingen doen, naar dezelfde plekken gaan, dezelfde mening hebben, dezelfde interesses en dezelfde bitcherige houding. Scholen zijn bizarre plaatsen. Iedereen is gewoon een kloon van de rest. Hoe depri is dat? Niet dat ik moeite doe om anders te zijn. Het is gewoon hoe ik ben. Ik vind mezelf ook niet zo anders. Dat lijkt misschien zo omdat ik niet zoals de anderen ben. Geobsedeerd door dingen zoals… die schijttelevisieprogramma’s. Wie kan het nou iets schelen wie er in de finale van welk dansprogramma zit? Ik bedoel… who gives a shit? Clem was totaal anders dan de rest, en ik heb het niet alleen over zijn accent. Hij was natuurlijk veel intelligenter, en daar kom je nooit mee weg. Het was dus niet zo vreemd dat iedereen hem zat af te zeiken. Ja, het waren meestal kerels. Ik denk dat het begon met de zesdejaars, Conor Duffy en zijn bende. Of zijn ‘crew’ zoals ze zichzelf noemden. Losers. Meestal probeerden ze hem belachelijk te maken en zijn accent te imiteren. Cora hield me meestal wel op de hoogte. Ze waren niet uit op wraak of zo, gewoon een stel onvolwassen jongetjes die een grote mond hadden achter iemands rug. Maar ik verzeker je, ze zouden nooit iets in zijn gezicht hebben durven zeggen. Clem zou hen met zijn tong aan stukken hebben gereten. Hij had een scherpe tong. Messcherp. Nee, hij voelde zich niet bedreigd door hen.

Ze waren niet gevaarlijk of zo, ze vonden gewoon van zichzelf dat ze geweldig waren en dachten dat de school van hen was. Ze dachten dat ze in dat verschrikkelijke feuilletonnetje meespeelden, Beverly Hills 902… en nog wat.

Het waren de NED’s waarvoor hij het bangst was. Hij vond het niet leuk als hij langs hen moest in de gang of met een van hen in hetzelfde lokaal moest zijn. Ik denk niet dat hij zoiets had meegemaakt op zijn oude school. Ik wist gewoon dat dat niet zo was, dat hoefde hij me niet te vertellen. Toen hij hier aankwam, moet dat nogal een schok voor hem zijn geweest. Ik herinner me nog dat ik hem moest uitleggen wat NED eigenlijk betekende. Hij vond het hilarisch. De manier waarop ze hun NEDderige petten boven op hun hoofd met de klep omhoog hadden staan, vond hij megagemeen. Maar op een zielige manier. Het begon allemaal als een grapje, maar je wist gewoon dat ze zaten te wachten op een aanleiding om iets te doen. Om hém iets aan te doen. Niet dat ze echt een aanleiding nodig hadden. Ik heb hem altijd gezegd dat hij uit hun buurt moest blijven. Het probleem was dat ze wisten dat hij nieuw was op school en nieuw in Glasgow en dat hij nog geen vrienden had om hem te steunen. Ze dachten dat ze alles met hem konden doen zonder dat er een haan naar zou kraaien. Zo denken ze. Zo ziek denken ze. Maar het erge is dat ze gelijk hadden. Wie zou iets tegen hen durven te doen? De directie? De politie? Vergeet het maar! In het begin leek Clem er niet over in te zitten. Om te beginnen had hij geen flauw idee wat ze zeiden. Normale mensen zijn voor Clem al moeilijk te begrijpen, maar de NED’s hebben zo hun eigen taaltje. Het is alsof je luistert naar een stel totale randdebielen die met hun mond vol citroenen staan te praten. Ze praten voortdurend door hun neus alsof ze moeten niezen of zo. Ik heb er meestal zelfs geen idee van wat ze zeggen. En dan die blingblingringen die ze allemaal dragen… van die fake gouden ringen die je in de stad voor bijna niets kunt kopen. Echt marginaal. Het probleem is dat ze die ringen meer gebruiken als boksbeugels dan als iets anders. Die jongens lopen dan rond op school en slaan iedereen op hun arm. U zou es moeten zien wat voor blauwe plekken dat achterlaat! Kun je je voorstellen dat ze dat op je gezicht doen? Clem vond hun outfit vreemd. Hij noemde het het NED-uniform. Je zou hen moeten zien. Het krioelt ervan in Glasgow. Als een epidemie. Een kanker. Stel je voor dat je een toerist bent en je komt zulke kerels tegen?

Stel je voor dat je Clem was?

Als je NED intypt op YouTube, dan zie je hen dansen en joints roken en goedkope wijn zuipen in het park of bij een van die idioten thuis. Ze hebben dan hun armen om elkaars schouders geslagen en meestal steken ze hun middelvinger op. Of ze laten hun kont zien. Compleet gestoord. Hoe heet dat? Homo-erotisch, dat was het. Het ergst is de muziek die ze op hun NED-bijeenkomsten draaien, altijd van die boem boem boem zeik. Het soort muziek waarvan je je oren van je kop wilt rukken. YouTube stond vol met filmpjes van de NED’s van onze school. Eerlijk gezegd denk ik niet dat ze echt van muziek hielden. Ze zouden nog geen goede plaat herkennen als hij uit hun friet met currysaus dreunde. Je zou alles wat ze weten over bands en liedjes op de achterkant van een postzegel kunnen schrijven. Dat was nog een reden waarom ze het Clem zo lastig maakten. Ze gaven hem de volle laag omdat hij muziek volgde op school. In hun ogen deden alleen mietjes dat. God weet wat ze van zijn muzieksmaak vonden.