Meneer Cunninghams wantrouwen

Luister, ik ben geen idioot. Ik kan waarschijnlijk zeggen wat Pauline Croal vertelde. Natuurlijk niet woordelijk, maar ik wed dat ik dicht bij de essentie kom. Dat we een stel onvriendelijke sufferds zijn, vastgeroest in onze eigen manieren en verstoken van enig enthousiasme over ons werk. Ik ben al jaren vakverantwoordelijke Engels op deze school en ik heb het al talloze keren gehoord. Ik zou haar wel eens willen zien als ze dit een jaar of vijf doet.

Jezus, die nieuwe leerkrachten zijn gewoon om te lachen. Ze walsen hier binnen met hun glanzende diploma’s nog warm in hun zak, met hun revolutionaire methodes en hun hoofden vol ideologie. En het eerste wat ze doen, is roepen en klagen tegen iedereen die de pech heeft in hun buurt te staan. Ze hebben de arrogantie om met de vinger naar doorgewinterde, ervaren professionals, leerkrachten, gewaardeerde collega’s te wijzen, die zich door die turbulente jaren zeventig en tachtig heen hebben geslagen en daar niet geheel onaangetast uit zijn gekomen, maar het blijven getalenteerde mensen. Oké, sommigen zijn misschien verbitterd en conservatief, maar hebben ze daartoe niet het recht, na al die jaren van strijd? Je kunt het amper hun fout noemen, toch? Verwacht niet dat ik hier aan een soort zelfkastijding ga doen, want dat gebeurt niet!

God, nee, ik suggereer niet dat dat een excuus is voor wat er is gebeurd.

Pauline Croal was een harde werker. Ze kon een klas goed onder controle houden. En dat is meestal het grootste probleem als nieuwelingen hier binnenkomen. Maar wat dat betreft hoefde ik me geen zorgen te maken, absoluut niet. Voor een vakverantwoordelijke kunnen nieuwe leerkrachten soms echt een last zijn, maar zij wist zich vanaf de eerste dag perfect te redden. Ik heb nooit negatieve reacties van leerlingen gehoord. Ook geen positieve trouwens. Ze was een bekwame leerkracht, dat was duidelijk. Persoonlijk vond ik haar wat verwaand en afstandelijk.

Natuurlijk vond ik haar een knappe jonge vrouw, ik denk dat de meerderheid van de mannelijke leerkrachten en leerlingen dat vond. Maar ik vind uw insinuatie onaanvaardbaar. Ik ben een getrouwde man. Gelukkig getrouwd. En als er één ding is dat de ervaring me in dit werk heeft geleerd, is het mensenkennis. En ik kan u zeggen: ik vertrouwde haar niet. Zo eenvoudig was het. Ik heb het haar niet moeilijk gemaakt, ze werd behandeld zoals alle andere personeelsleden, maar ik vertrouwde dat mens gewoon niet. En zoals ik zei: ik heb heel wat mensenkennis. Wat dit incident betreft, is het nogal paradoxaal dat ik enerzijds helemaal goed, maar anderzijds helemaal fout zat. Ik ben me daar zeker van bewust. Nee, ik geloof niet dat ik iets had kunnen doen. Zelfs iemand met een vooruitziende blik of iemand die had geweten hoe het zat, had er geen invloed op kunnen hebben. Er was absoluut geen aanwijzing. Je verwacht het onverwachte gewoon niet. We zijn leerkrachten, geen detectives of psychologen of gedachtelezers. U kunt ons niet de schuld geven, mijn collega’s en ik konden er niets aan doen.