Meneer Goldsmiths mening

Het is moeilijk om een accurate mening te vormen als je enige referentiepunt een oudercontact is van twee keer een kwartiertje per jaar. Desalniettemin kan men bepaalde conclusies trekken en veronderstellingen doen op basis van wat je weet over hun kroost. Meneer en mevrouw Curran waren een indrukwekkend stel. Clem was hun enige kind en zij droegen hun indrukwekkendheid op hem over. Met sommige ouders kan het een heel gevecht zijn over de opleiding van hun kroost. Veel ouders geloven namelijk dat zij het beter kunnen, of in elk geval sneller. Ik denk dat ze geloven dat ze beter kunnen voldoen aan de specifieke eisen die hun kind stelt dan de school.

Het lijkt wel of iedereen expert is. De Currans waren in dat opzicht anders. Ze steunden de school en de pedagogische werkwijze van het personeel. Ze hadden in elk geval niet die ‘ik kan dat veel beter’-houding van sommige ouders, een houding die tegenwoordig zo wijdverspreid en sociaal aanvaard is. Dat betekent niet dat ze de visie van de school op Clems opleiding kritiekloos accepteerden. Ze stelden pertinente vragen en wonnen geregeld informatie in over de voortgang van hun zoon. Tijdens een van onze korte gesprekken vertrouwden ze me toe dat ze graag zouden willen dat Clem rechten of geneeskunde zou studeren. Een eliteberoep. Begrijp me niet verkeerd, ze waren zelf niet elitair. Net zoals de meeste ouders wilden ze gewoon het beste voor hun kind. Ik wist evenwel uit gesprekken die ik met de jongen zelf had gevoerd, dat hij geen voorkeur had voor deze studiedomeinen. Ik zou zelfs durven te zeggen dat alleen al het noemen van een studie rechten of geneeskunde weerzin bij hem opriep. Oh, nee, nee, nee, het was niet mijn taak om hem de wensen of verlangens van zijn ouders af te raden. Als leerkracht had ik het enkel in mijn macht om aan ouders te zeggen dat hun zoon of dochter tekenen van interesse in een bepaalde richting toonde en dat het mogelijk zou zijn dat hij of zij zijn of haar ontwikkeling op dat terrein zou willen voortzetten. Maar het behoort niet tot de taak van de leerkracht om het oneens te zijn met de moeder of de vader of hun wensen tegen te spreken. Bovendien, deze macht waarover ik spreek, is ten hoogste een volgzame macht. We moeten ons ervan bewust blijven dat we met adolescenten te maken hebben en leerkrachten moeten ervoor zorgen dat deze gevoeligheden door de beslommeringen van de klas niet naar de achtergrond verdwijnen. Bovendien moeten we in het achterhoofd houden dat leerlingen misschien wel erg verstandig en volwassen lijken, maar dat we nog steeds te maken hebben met jonge mensen die zich emotioneel in een prepuberaal stadium bevinden. Wellicht verklaart dit al grotendeels deze afschuwelijke tragedie.

Ik vrees dat we niet echt persoonlijk met elkaar omgingen. Onze besprekingen waren hartelijk maar zakelijk. Bij mijn weten waren ze geliefd in de gemeenschap. Ze waren geen filantropen, maar ik heb de indruk dat ze vrijgevig waren met hun tijd. Naar mijn mening waren het fatsoenlijke, eerlijke mensen.

Ik denk dat het bijna onmogelijk is om geruchten te voorkomen na deze gebeurtenis. Anderzijds is het ook heel natuurlijk dat er wordt gespeculeerd en dat mensen smullen van gissingen wanneer er zoiets als dit gebeurt.

Waarmee ik echter niet akkoord ga, zijn verzinselen en onwaarheden. Wat mezelf betreft, heb ik een gelofte van stilte afgelegd, in de zin dat ik weiger om deel te nemen aan het geroddel dat zaken zoals het gebeurde placht te omringen. De feiten moeten boven tafel komen voordat men toegeeft aan fabeltjes en vooronderstellingen.

Clem vertelde ons, zijn leerkrachten, pas de eerste week van het derde trimester dat hij weg zou gaan. Dat was inderdaad een abrupt einde van zijn carrière op onze school. Toen hij ons inlichtte over het feit dat hij naar Glasgow zou gaan… nou ja, ik vond het eerder onlogisch. Dit was een belangrijk jaar voor hem, in elk geval gezien zijn examens, toekomstplannen en loopbaanperspectieven. En het feit dat zijn ouders nogal waarde hechtten aan zijn opleiding op deze school, maakte het erg vreemd dat ze deze continuïteit wilden doorbreken. Om heel eerlijk te zijn, geloofde ik dat er iets niet in de haak was. Nee, ik heb dat vermoeden niet met mijn collega’s gedeeld. Ik heb mijn plicht als leerkracht gedaan en Clem op elke mogelijk manier gesteund. Dit was voor hem toch een turbulente overgangsperiode. Ik bood hem mijn advies aan, mocht hij vragen of zorgen hebben die het academische aanbelangden. In deze moderne technologische tijd is het niet moeilijk om iemands gangen na te gaan, toch? Op een legale manier natuurlijk. Maar het is niet de taak van de school om de keuze van ouders in dergelijke zaken in twijfel te trekken. Er werd van uitgegaan, en correct, zo blijkt, dat meneer Curran een baan had aangenomen bij een nieuw bedrijf in Schotland óf dat hij binnen zijn bedrijf een nieuwe functie had gekregen. We leven in onzekere tijden. De dagen dat werknemers het voor het kiezen hadden, zijn voorbij. Het zijn nu de politici en de bankiers die beslissen. Clem was gewoon een slachtoffer van de economische crisis. Er zijn veel slachtoffers in deze zaak, toch? Niet het minst de jongen zelf. Dat is zo’n verspilling. Een vernietiging van jonge levens. Als ik daaraan denk, is schuld zelfs niet aan de orde. In zekere zin zijn we allemaal schuldig.