Taal

Ik merkte Rosie al na een paar dagen op. We zaten in dezelfde klas bij Engels, Italiaans en godsdienst. Ze toonde niet al te veel enthousiasme voor de vakken, moet ik zeggen, maar dat betekent niet dat ik haar niet intelligent vond. Ongeïnteresseerd was een beter woord. Ze was stil tijdens de les. Ze zei alleen iets als de leerkrachten haar iets vroegen. Er was iets anders aan haar, ze verschilde van de andere meisjes. Hemelsbreed. Ik heb mijn hersenen gepijnigd om erachter te komen wat haar zo anders maakte. En ik moest concluderen dat het niet alleen haar uiterlijk was, hoewel dat wel een belangrijke rol speelde, maar eerder haar gedrag en haar houding.

Toen ik haar voor het eerst opmerkte, had ze zo’n blik die duidelijk maakte dat ze een slechte dag had. Een bitsige blik bijna. Het was echt zo’n ‘laat me met rust’-uitdrukking. Alleen die blik maakte haar meteen al aantrekkelijk en interessant. Er speelde zich heel wat meer in haar hoofd af dan bij de meeste anderen. Ze gaf de indruk dat ze vond dat de kerels op school sloom, kinderachtig en saai waren.

Mijn prille ervaringen moesten haar daarin gelijk geven. Ik had nog niet erg veel kerels om haar heen gezien, dus ik denk dat eventuele aanbidders haar ‘haal het niet in je hoofd’-aura wel hadden begrepen.

Rosie deed me denken aan het personage van Ally Sheedy in The Breakfast Club. Sheedy speelde het donkerharige, mysterieuze meisje met de zwoele blik, de hippe kleren en de aparte muzieksmaak. Toen een paar makkers van mijn oude school de film voor het eerst zagen, dweepten ze allemaal met Molly Ringwalds personage, het lieve onschuldige buurmeisje. Maar laten we eerlijk zijn, ze was op haar eigen manier best aantrekkelijk, maar toch niet om over naar huis te schrijven. En dat rooie haar! Ik was voor Ally Sheedy. Rosie deed me aan Ally Sheedy denken, maar dan een knappere versie. Op een bepaalde manier deed ze me aan thuis denken.

Ik ben nooit op Rosie afgestapt omdat ik bang was dat ik daardoor de gevoelens van anderen misschien zou kwetsen en omdat ik geen zin had om afgewezen te worden. Ik wilde op mijn nieuwe school niet meteen met een aura van vernedering om me heen lopen. Ik wilde niet dat mensen me van een afstandje zouden uitlachen. Maar ik hing ook niet de koele kikker uit. Ik bewonderde haar vanaf een veilige afstand. Ik geloof dat het allemaal in de Italiaanse les begon.

‘Rosie, jij vormt een groepje met Clem.’ We zwegen alle twee. Mijn hart begon sneller te slaan.

‘Je krijgt vijf minuten om de instructies door te nemen over “de weg vragen”.’ Mijn hart versnelde nog meer. ‘Als je wilt, kun je ook zonder de instructies werken en de weg vragen hier in Schotland. Of waar Clem vandaan komt.’ Mijn hart racete. ‘Waar kom je ook alweer vandaan, Clem?’

‘Eastbourne, mevrouw.’ Ik vroeg me af waarom ze ‘ook alweer’ had gezegd.

‘Prachtig. Begin er maar aan.’ Ik ging naast haar zitten.

‘Hallo, ik ben Clem.’ Wat kon ik anders zeggen?

‘Rosie’, zei ze, nors en schattig tegelijk.

‘Luister, Rosie, ik ben niet zo goed in Italiaans. Ik heb het nog maar één jaar gehad, dus vergeef me als ik fouten maak.’

‘Ik suck in Italiaans, ik zou ’t niet eens merken als je fouten maakt.’

‘Oké, zullen we dan maar beginnen?’

‘Jij begint, amigo.’

‘Dat is Spaans.’

‘Wat?’

‘Amigo is Spaans, geen Italiaans.’ Ik wist dat het ongepast was om dat te zeggen. Stom. Niet cool.

‘Dat weet ik. Denk je dat ik totaal idioot ben of zo?’

‘Helemaal niet.’

‘Goed dan.’

‘Oké, zullen we opnieuw beginnen?’

‘Oké, jij eerst… AMIGO.’

‘Oké’, zei ik.

‘Inderdaad. Start!’

‘Oké.’

‘Begin dan in godsnaam!’ zei ze. Ik haalde diep adem.

‘Scusi, dove è la piazza principale?’

‘Wat?’

‘Dove è la piazza principale?’

‘Zeg het eerst in het Engels.’

‘Dan zou het geen Italiaanse oefening zijn.’

Who cares? Het is niet alsof je hier Italiaans nodig hebt! Sommige mensen kunnen niet eens goed Engels praten, joh. Italiaans is voor hen gewoon een buitenlandse taal.’

Ik wist niet wat ik moest zeggen. Toen wist ik al dat ik me aangetrokken voelde tot dit meisje. Echt aangetrokken.

‘Ja, je zult wel gelijk hebben.’

‘Ik maakte een grapje.’

‘Oh, natuurlijk.’

‘Jezus! Veel gevoel voor humor hebben ze blijkbaar niet waar jij vandaan komt.’

‘Sorry, ik was je buttons aan het bewonderen. Die van Bright Eyes is wel cool.’

‘Ken je Bright Eyes?’

‘Natuurlijk! Ik wist niet dat jij een emogrietje was’, zei ik. Het was eruit voor ik er erg in had. Wat een loser! Hoe zou ik dat ook moeten weten? Ik had me blootgegeven. Nu wist ze dat ik haar leuk vond. Dat ik haar in de gaten hield.

‘Zeg, wie noem jij hier een klote-emoe?’

‘Nee, geen emoe. Emo, emotioneel, zoals de muziek van die bands. Het heeft niks met die vogels te maken.’ Ik lachte. Haar blik deed me aan Paris Hilton denken. Niet dat ze op Paris Hilton leek, God, nee! Het was gewoon de schaapachtige manier waarop ze keek, als zo’n bimbo. Ik denk dat ze het ook merkte. En toen hadden we, in plaats van ons Italiaanse dialoogje te oefenen, een gesprek over muziek en school en leerlingen en leerkrachten en van die algemene dingen.

‘Je moet The Smiths eens proberen’, zei ik.

‘Wie?’

‘Heb je nog nooit van The Smiths gehoord?’

‘Nee.’

‘The Smiths redden je ziel’, zei ik.

‘Oké, al goed, je hoeft het er niet in te wrijven, vertel gewoon wie dat zijn.’ En dat deed ik. Ze zei dat ze hen diezelfde avond nog zou opzoeken. Toen was de les voorbij. Ik was uitgeput.

Ik wist dat ze me de volgende dag meteen zou vertellen dat ze net de beste band ter wereld had gehoord. En als ze dat niet zei, als ze het crap vond, dan wist ik dat we niet voor elkaar bestemd waren. Daar had ik me mee verzoend. Hoe kon iemand nu vinden dat The Smiths crap waren? Het is een goede barometer om mensen in te schatten. Het zegt heel veel als iemand The Smiths niks vindt. Maar het zegt nog veel meer als je ze geweldig vindt.