Rosie Farrells liefde voor spelletjes

Mijn moeder was megabeschermend. Ze was doodsbang dat ik me zou laten volstoppen. Ze bleef maar zeggen hoe Cora zichzelf voor schut zette en zo. De helft van de tijd had ik geen flauw idee waar ze het eigenlijk over had. Soms kon ze gewoon zo hysterisch zijn. Om gek van te worden. Maar Clem vond ze oké. Ze vond het niet erg dat hij zo vaak bij ons thuis kwam. We gingen dan naar mijn kamer en luisterden naar muziek… Zo’n beetje van alles. The Shins, Gorky’s Zygotic Mynci, die vond hij leuk. Clap Your Hands Say Yeah, Belle and Sebastian, die vond ik leuk. Hij zei dat hij me gitaar zou leren spelen. Daar wacht ik nog steeds op.

We praatten over van alles, deden van alles… u weet wel, van die dingen…

No way. Ik ben wel bij mijn verstand hoor. Ik wist perfect wat ik deed. Ik denk dat we elkaar beïnvloedden. Ik ben niet zo’n leeghoofdig trutje dat helemaal in vervoering werd gebracht of zo. Dat is niet mijn stijl. Smachtende blikken en getuite lippen laat ik over aan die grietjes met zaagsel in hun kop. In heb ze wel alle vijf. Mijn vijzen. Ik ben bij mijn verstand, bedoel ik.

Hij kende wel al die moeilijke woorden en had een bekakt accent, maar dat betekent niet dat hij ineens de slimste mens was of zo. Hij kon ook best debiel uit de hoek komen.

We hadden het over muziek en optredens waar we heen waren geweest en zulke dingen. Was wel leuk. Hij was best oké. En nadat hij al die emogrietjesbullshit achterwege had gelaten, konden we het met elkaar vinden als Ken en Barbie. Hij was vooral anders dan de andere kerels omdat hij slim was. Elke keer als hij in de klas iets zei, keken we elkaar allemaal aan met een blik van: waar heeft hij het in godsnaam nu weer over? We hadden echt geen flauw idee wat hij allemaal uitkraamde. En dat ging in alle lessen zo. Hij stak met kop en schouders boven ons uit. Als het om school ging tenminste. Hij vertelde dat zijn vorige school totaal anders was. Iedereen vond het leuk om huiswerk te maken, ze studeerden hard en letten op in de les. Klinkt echt als een fantastische plek… Maar ik vond het wel leuk om te luisteren als hij doorratelde over dingen die ik absoluut niet hoefde te weten. Als hij in de klas in discussie ging, vond ik het wel stoer dat hij mijn vriendje was. Je zou het trots kunnen noemen, maar ik denk niet dat dat het juiste woord is. Sommige leerkrachten hadden echt geen benul waar hij het over had. Hij leerde hún een lesje. Ik vond het wel zielig voor hem dat hij hier geen vrienden had. Een paar zesdejaars maakten wel eens een praatje met hem, maar ik wist gewoon dat ze hem een wacko vonden. Op MSN zag ik dat een van hen hem totaal afkraakte. Het grappige was dat de kerel die dat deed zelf een haantje-de-voorste was. Maar ironie is niet echt aan die kerels besteed. Ik ging niet uit medelijden met hem om. Ik vond Clem echt wel leuk. Het klikte tussen ons en de rest kwam vanzelf.

We hadden het over van alles en nog wat. Belachelijke dingen. Bijvoorbeeld: als iemand jou moest spelen in een film, wie zou dat dan zijn? De persoon moest wel een beetje op je lijken en zich een beetje zoals jij gedragen, dus geen Jude Law of Angelina Jolie. Ik koos die vent van Brick voor Clem. Op die bewuste dag hadden we het op weg naar school over bandnamen. Het was ijskoud en we maakten ademwolken in de koude lucht. De mijne waren groter en beter. Die van hem waren pietluttige babywolkjes. Ik denk dat hij te bang was om goede ademwolken te maken. Hij begon te ratelen over allerlei stomme dingen. Pure onzin. Maar dat zal wel aan mij liggen.

‘Hoe zou jij je band noemen als je er een had?’ vroeg ik hem.

‘Ik weet het niet.’

Hé, waar is je spontaniteit gebleven? wilde ik roepen.

‘Bullshit! Natuurlijk weet je dat. Iedereen heeft dat spelletje wel eens gespeeld. Zeg op, wat wordt het?’ Ik kon de radertjes in zijn hoofd zien werken. Ik vond het leuk om hem te zien denken. Je weet wel, echt hard nadenken. Maar toen was hij over iets heel anders aan het nadenken. Nu weten we natuurlijk waarover. Maar ik wist het toen ook al. Ik zou gewoon psycholoog of psychiater of zo moeten worden. Geen idee wat het verschil is. Clem zou het wel hebben geweten.

‘Approaches to learning’, zei hij. Ik blies mijn wangen vol en perste de lucht met een scheetgeluid weer naar buiten.

‘Dat is echt totaal lullig!’

‘Denk je?’

‘Honderd procent zeker!’

‘Oké dan, wijsneus, wat is jouw bandnaam?’ zei hij.

‘Geen idee, ik heb er eigenlijk nog nooit echt over nagedacht.’ Dat was eigenlijk wel een rotstreek. Cora’s bandnaam was Aloud Pussycat. Ze probeerde Girls Aloud te mengen met Pussycat Dolls, allebei superslechte bands en hun afschuwelijke namen pasten bij hun afschuwelijke liedjes. Maar toch waren ze heel wat beter dan Aloud Pussycat. Conors bandnaam was The Last of the Happymen. Whatever. Ik vond bandnamenspelletje een leuk tijdverdrijf. De beste manier om lastige stiltes te verbreken. En Clem en ik hadden wel wat van die stiltes.

‘Lul niet, Rosie, ik heb mijn bandnaam gezegd. Wat is de jouwe?’

‘Oké, maar niet lachen, hoor!’

‘Ik zweer het.’

‘Oké’, zei ik. ‘Het is Bedroom Busker.’ Dat was toch origineel? Ooit zou ik een basgitaar kopen, een band oprichten en die Bedroom Busker noemen. Dat stond vast. Ik was zelfs een keer een winkel binnengestapt om een gitaar uit te proberen, maar ik had geen benul wat ik met het ding en al die snaren moest doen. Ik bedoel maar, hebt u wel eens zo’n ding gezien? Het lijken wel babyarmen! Je hebt serieuze worstenvingers nodig om het te bespelen. Maar ik wilde per se een basgitaar. Alle vrouwelijke bassisten zijn supercool. Zoals Kim Deal van Pixies en David Bowies bassiste. Die is toch megacool! En Mo Tucker van The Velvet Underground, die drumt, maar dat is eigenlijk hetzelfde. Ik zag mezelf al staan tokkelen met Bedroom Busker. Of moest het The Bedroom Busker zijn? Beslissingen. Beslissingen.

‘Lame, lame, lame!’ zei Clem.

‘Wat?’

‘Ik zou nooit iets kopen van een band met zo’n naam!’

‘Wat weet jij er nou van!’

En toen was er weer zo’n onaangename stilte. Clem was met zijn hoofd duidelijk bij andere zaken. Hij wreef zijn handen over elkaar alsof hij ze waste, met zweet. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht zijn hand te pakken, zelfs niet als hij hem uit zou steken. Zo’n klam, kleverig handje. No way! Ik denk dat hij zichzelf aan het oppeppen was voor de Grote Confrontatie. Maar het grappige is dat ik helemaal rustig was op weg naar school. Ik dacht er niet over na.

Hij koos Ellen Page voor mij. Ik had iets van: who the hell is Ellen Page? Ik had Juno toen nog niet gezien. Eigenlijk had ik stiekem gehoopt dat hij Winona Ryder of Zooey Deschanel zou kiezen, maar ik was blij dat het tenminste niet een of ander lelijk wijf was.