Inleiding



door John Bakkenhoven

Wie weet wat ik met Appie Baantjer heb beleefd, zal wel begrijpen waarom ik deze prachtige uitgave van Uitgeverij Lecturama zeer op prijs stel en graag aanbeveel. Ik ben er zelfs een beetje trots op.

Mijn belevenis met Baantjer begon toen ik hoofdredacteur van Revue was, de voorganger van de huidige Revu. In 1960 kwam op zekere dag mijn chef-sport Ed van Opzeeland bij mij langs.

‘Misschien heb ik wat voor je,’ zei hij. ‘Ken je Bram Brakel?’

‘Nee.’

‘Dat is een politieverslaggever van De Telegraaf. Een goeie. Hij is bevriend met een zekere Appie Baantjer. Een rechercheur van de Warmoesstraat. Die schrijft stukkies en Bram zegt dat die aardig zijn. Wil jij ze zien?’

‘Ja, uiteraard. Laat maar sturen’.

Ik keek er niet met spanning naar uit. Tijdschriften krijgen veel artikelen van amateurs en slechts heel weinig zijn geschikt voor publicatie. Maar nu kreeg ik de grootste verrassing in mijn werk: twintig voortreffelijke korte verhalen. Ze waren zo goed, dat ik Baantjer niet vertrouwde. Ik hield rekening met de mogelijkheid dat hij ze uit het Engels had vertaald.

Ik liet Baantjer samen met Bram Brakel komen en na een kwartiertje wist ik wel dat Appie geen jatter was. Dus publiceerde ik zijn short story’s - tot de Algemeen Hoofdredacteur besloot, dat de volgende in Margriet moesten komen. Omdat Margriet belangrijker was dan Revue. Meer geld opleverde.

Appie en ik hielden wel contact, en dat werd veel sterker toen ik hoofdredacteur werd van Amsterdam Boek. In die functie leek het mij een goed idee, detectiveromans uit te geven. Dus belde ik Baantjer:

‘Appie, ik heb een detectiveroman nodig. Wil jij er een schrijven?’

‘En.... denk je dat ik dat kan?’

Appie schreef er een. Zo goed dat wij er zestigduizend van verkochten. Zo goed, dat de Algemeen Hoofdredacteur het boek als feuilleton in Margriet zette. Dat gebeurde ook met de volgende detectiveromans die Appie voor mij schreef. Maar één ding vond ik jammer. Van mijn directeur mocht ik de detectiveromans niet sjiek laten produceren. Dan zou hij ze te duur vinden. Het waren daardoor pockets en dat vond ik niet leuk. Ik had ze liever met hardcover laten maken. Voor mij was de kwaliteit van Baantjer dat waard.

Toen de Arbeiderspers stopte met de serie detectiveromans, introduceerde ik Appie bij Uitgeverij Fontein. Die heeft tientallen van zijn boeken uitgegeven. Die heb ik allemaal gekregen, hoewel ik het jammer vond dat, buiten de omnibussen van de boekenclub om, ze niet gebonden waren. Daarom vind ik het heel prettig dat de romans, de korte verhalen, de columns en de encyclopedie van Baantjer nu in prachtige vorm worden gepubliceerd. De kwaliteit van Baantjer is dat waard en alle lezers en lezeressen zullen daardoor extra genoegen aan hem beleven.