Appie Baantjer

Op 16 september 1923 wordt Albert Cornelis Baantjer geboren op Urk. Na een paar jaar verhuizen zijn ouders met hem naar Amsterdam. Hij krijgt een calvinistische opvoeding. Met name zijn grootouders waren zeer vroom en dit heeft een grote invloed op Baantjer gehad. Hij heeft toen het verschil tussen goed en kwaad leren kennen. Later is hem dat goed van pas gekomen. In de boeken van Baantjer zijn nog veel verwijzingen naar Urk en zijn grootmoeder te vinden.

Albert gaat naar de lagere school, later volgt hij de driejarige ulo. Na de oorlog weet hij nog niet wat hij wil worden. Maar zijn vader geeft hem buiten zijn medeweten om, op voor de Amsterdamse gemeentepolitie.

Appie was altijd al heel goed met de pen. Zijn processen-verbaal waren meesterwerkjes. Hij was er ook veel sneller mee klaar dan zijn collega’s, die er als een berg tegenop zagen. Hij was een zeer goed vakman. Zijn hoogste baas aan de Warmoesstraat liet hem daarom ook nooit gaan wanneer hij naar een ander bureau overgeplaatst wilde worden. En zo bleef hij 28 jaar verbonden aan Bureau Warmoesstraat, zeker het beruchtste politiebureau van Nederland. Appie Baantjer vond dat hij niet genoeg van zijn eigen gevoelens kwijt kon in een proces-verbaal, en daarom begon hij te schrijven over zijn kant van het verhaal, over de mening die hij had over het politiegebeuren aan het bureau. Op een dag stond er een prijsvraag in Het Parool Lezers konden een kort verhaal insturen. Appie stuurde een verhaal in onder de naam van zijn moeder en... zijn verhaal kreeg een extra prijs. Conny Stuart, die in de jury zat, belde mevrouw Baantjer op en zei: ‘Mevrouw Baantjer, u heeft talent!’ Baantjer besloot door te gaan met schrijven. Hij werkte toen bij de Vijf maal acht en samen met collega Maurice van Dijk schreef hij een boek, Vijf maal acht. Hun gezamenlijke auteursnaam was: Baandijk.

Daarna schreef hij een aantal korte verhalen voor Revue. Toen wilde De Geïllustreerde Pers zijn verhalen in een bundel uitgeven. De schrijverscarrière was begonnen. Hem werd gevraagd een roman te schrijven. Dat werd Een strop voor Bobby. In dat boek moet rechercheur Albert Versteegh een moord oplossen. Ook in het tweede boek, De moord op Anna Bentveld, is er nog geen grote rol voor De Cock (met ceeooceekaa).

De Cock en Vledder kwamen pas toen De Arbeiderspers vroeg of Appie Baantjer een reeks detectives met dezelfde hoofdfiguur wilde schrijven. Baantjer zag in dat hij niet meer in de ik-vorm moest schrijven, maar een hoofdfiguur moest bedenken: De Cock. En De Cock kreeg een leerling: Vledder.

De reeks van De Arbeiderspers stopte en Baantjer vond een nieuwe uitgever: De Fontein.

Bij Fontein zijn intussen ook de oude romans van Baantjer uitgegeven. Om alle De Cock boeken beter herkenbaar te maken, zijn de ‘oude’ titels een beetje veranderd: het is nu De Cock en een strop voor Bobby; De Cock en de moord op Anna Bentveld.

Appie Baantjer is zo beroemd, dat hij veel gevraagd wordt om in televisie- en radioprogramma’s op te treden, om lezingen te geven, winkels te openen en om zijn boeken te komen signeren. In 1997 hebben de Urkers hem uitgenodigd om een museum in Urk te openen.

Appie praat net zo makkelijk als hij schrijft. Hij blijft altijd zichzelf, doet altijd gewoon, met wie hij ook praat en waar hij ook is.

Mensen schrijven hem brieven, verzamelen al zijn boeken, bellen de uitgeverij om te vragen wanneer de volgende Baantjer uitkomt. Sommigen vernoemen hun kinderen naar personen uit de boeken. Eén kindje heeft de voornaam Vledder gekregen, waarvoor de ouders heel wat strijd hebben moeten leveren bij de burgerlijke stand. Het wordt Appie veel te veel, en elk jaar zegt hij dat hij ermee stopt. Hij is drukker dan menigeen met een volle baan.

De boeken van Baantjer zijn via officiële kanalen vertaald en verschenen in Duitsland, Amerika en Estland, maar er zijn al illegaal vertaalde uitgaven aangetroffen in Rusland, Polen, Hongarije, Korea en China!

Er zijn diverse boeken van Baantjer in een grote letteruitgave verschenen en uiteraard worden zijn boeken ook ingesproken op geluidscassette voor mensen die slechtziend zijn.

In 1998 is zijn vijftigste boek bij Fontein verschenen.

De inspiratie komt nog steeds van de politie en hij houdt zich uitstekend op de hoogte van de gang van zaken.

Ondanks al de moorden en lijken die hij in zijn boeken beschrijft, is Appie Baantjer een hele aardige man!

Andere hobby’s dan het schrijven met alles wat daar omheen hangt, zijn de modeltreinen, die bij hem in de tuin rijden, klokken repareren en varen met zijn bootje. Zijn dag begint met een stevige wandeling langs het IJsselmeer met zijn hond. Daarna roepen De Cock en Vledder om in nieuwe avonturen op te treden.