Stommiteiten

In vele toneelstukken en televisieseries wordt de politieman als een volslagen idioot uitgebeeld. Hij buldert en schreeuwt als een opgeblazen kikker tegen volkomen onschuldige lieden, wordt in zijn onnozelheid door de simpelste zieltjes in het ootje genomen en is dweperig onderdanig ten opzichte van zijn commissaris en ‘meneer de Burgemeester’.

Met alle eerbied voor wijlen de acteur Lou Geels, maar de aanstormende generatie is jarenlang in ‘Swiebertje’ geconfronteerd geweest met ‘Bromsnor’, het prototype van een stomme gezagsdrager. Goed, het was prachtig. Ik heb er altijd met kinderlijk plezier naar gekeken. Toch kan ik me best voorstellen dat de huidige jeugd -Bromsnor indachtig - weinig eerbied en respect kan opbrengen voor de handhavers van recht en wet.

Nu zult u me tegenwerpen dat de oude veldwachters uit Dik Trom en Pietje Bell evenmin overliepen van intelligentie. Om hun stommiteiten te kunnen lezen. Ik bedoel, het was niet zo visueel indringend.

Denkt u echter niet dat alleen politiemensen de ene stommiteit op de andere stapelen. Gelukkig niet. Ook onze tegenstanders maken fouten. En geen kleine. Hoewel tegenwoordig een kind u kan vertellen dat men op de plaats van het misdrijf geen vingerafdrukken moet achterlaten, worden er nog steeds moordenaars, inbrekers en dieven op ‘vingers’ gevangen. De eerste opvoedende kreet, die een jongen van de vlakte hoort, is: bekennen is hangen.

Toch worden dagelijks uitgebreide bekentenissen afgelegd. En dat - let wel - zonder enige dwang van onze zijde. Integendeel, wij zijn er zelfs ambachtelijk toe gedwongen de verdachte vooraf mee te delen dat hij ‘niet tot antwoorden verplicht is.’ Laatst arresteerden we in de binnenstad van Amsterdam een gevreesd handelaar in verdovende middelen. In zijn portefeuille troffen we een lijst van zijn leveranciers aan en een gedetailleerde plattegrond van de plek waar hij zijn heroïne had verstopt.

Aan de hand van die gegevens volgden meerdere arrestaties en konden we het verborgen spul zo ophalen.

Maar de mooiste stommiteit vind ik die van een notoire bankrover, die zich aan een bankloket presenteert met de woorden: ‘Ik wil geld.’

De argeloze bankbediende schuift hem een formuliertje toe en zegt: ‘Hier even uw naam en adres en het nummer van uw rekening.’ De man begint te schrijven.

Als na een poosje de lokettiste nog geen enkele aanstalten maakt hem geld te geven, trekt de rover zijn pistool en herhaalt zijn eis wat dwingender. De geschrokken lokettiste geeft de rover haastig een stapeltje bankbiljetten en de man vertrekt.

Op de balie ligt nog het formuliertje en daar staan, tot ieders verbazing, de juiste naam en het volledige adres van de bankrover, aan de hand waarvan wij hem een half uur later, compleet met de buit, arresteren.