Biddinghuizen

Zondagmiddag in Biddinghuizen: de meiden hadden niets te doen. Ze waren eenjaar of zestien. Ze zongen, melig en vals: ‘In the jungle, the mighty jungle, the lion sleeps tonight’. Ze droegen strakke, laagzittende jeans. De ene droeg er een zwart, satijnen jackie op, de ander een verschoten spijkerjack. Ze hadden één fiets en reden er een rondje mee om winkelcentrum De Ruif.

Alles potdicht.

De kleine huishoudbeurs, de Meermarkt van A. van Loon, de bloemenzaak van Van Bemmel, snackbar De Kiekendief, bakker Tietema, drogisterij Potpourri, kapsalon Klamer, het Kruidvat, de C1000. Alleen de Chinees was open, maar er zat nog niemand te wokken.

De meiden peddelden langs De Gouden Ploeg. Aan de ramen hingen posters voor de 538-drive-indiscotheek die Biddinghuizen aandeed in verband met het veertigjarig bestaan van het dorp. Andere ramen waren ingegooid en dichtgetimmerd. Ook hing er nog een poster voor de klaverjasmarathon van enige tijd geleden. Aan de overkant stond aan de rand van een grasveld een groot bord met ‘Biddinghuizen doet het!’

De dames, eentje was rossig, de ander blond, legden aan bij snackbar Twins, wél open. Ze kochten allebei een blikje fris en gingen op het terras zitten. Er draaide een donkerrode, oude Buick het parkeerterrein op. De jongen achter het stuur haalde een paar keer zijn handen door zijn woeste haar—daarbij keek hij diep in zijn achteruitkijkspiegel.

‘Daar is ons entertainment,’ zei een van de meisjes.

Haar vriendin keek op van het mobieltje waarmee ze zat te SMS’en. ‘Hij stapt niet uit, wedden?’

De donkerrode Buick gromde en rommelde. De jongen deed nadrukkelijk alsof hij niet in de gaten had dat de meiden naar hem keken. Zijn haar zat inmiddels goed. Ineens reed hij met piepende banden weg.

‘Dat zei ik toch,’ zei het meisje met de telefoon—en ze verstuurde haar SMS’je.

‘Eikel,’ zei de ander.

Ze zwegen, maar niet verbitterd. In Biddinghuizen was nooit iets te doen. Je kon hier een rondje lopen. Je kon een rondje fietsen. Als je geluk had en een auto en een rijbewijs, kon je een rondje rijden. Maar ook dan kwam je nergens terecht waar iets te doen was. De Buitenwacht in Kampen, The Break in ‘t Harde, voorbij Elburg, nou ja—even leuk, maar daarna moest je toch weer terug naar huis, naar Biddinghuizen.

Gelukkig hadden ze elkaar.

Een kilometer ten oosten speelde zich intussen Lowlands af, het popfestival. Daar hadden de meiden geen geld voor. Vroeger kon je nog wel onder het hek door kruipen, maar dat kon al jaren niet meer. Ook wel veel moeite trouwens.

De donkerrode Buick kwam het parkeerterrein weer op. De meiden stootten elkaar aan. De auto stopte en de jongen achter het stuur haalde zijn handen door zijn haar.