Kruispunt

Een mooi kruispunt is nauwelijks meer te vinden. De rotonde heeft van Nederland een rond land gemaakt. Waar je ook komt, overal draai je rond, maar ik kan mij niet herinneren dat de bevolking ooit geraadpleegd is over dit onderdeel van de publieke ruimte.

Amersfoort is helemaal een stad van rotondes. Rotondes met kunstwerken, rotondes met bloembakken, rotondes met basaltblokken, grote rotondes en hele kleine rotondes; als het maar draait, dan gaat het langzaam en als het langzaam gaat, dan is het veilig—dat moet de gedachte zijn.

Maar wiens gedachte?

Wie kan de uitvinding van de rotonde op zijn naam schrijven, naar wie kan de grootste van het land vernoemd worden, of is er niemand die hem bedacht heeft en heb ik er daarom zo’n hekel aan? Ik vrees het.

In hetzelfde Amersfoort is met enig zoeken ook nog wel een degelijk kruispunt te vinden trouwens: Utrechtseweg en Vlasakkerweg (en in het verlengde daarvan: Bergstraat). En wat dit kruispunt extra mooi maakt, is dat het verkeer er niet geregeld wordt door stoplichten.

Ga je midden op het kruispunt staan, dan kijk je aan de ene kant zo het oude Amersfoort in, de Onze Lieve Vrouwetoren staat precies in het midden, kijk je de andere kant op, dan zie je Utrecht al bijna liggen. Kijk je naar links, dan zie je de Bergstraat zachtjes naar beneden lopen, draai je naar rechts, dan ligt in de verte het station.

Kan niet beter.

Dan is er ook nog de directe omgeving van het kruispunt. Meest in het oog springend is de oude Opel-garage van Nefkens, zo’n hoekig, sober jaren-vijftiggebouw. Tegenwoordig zijn er een trendy brasserie en een kunstwinkel in gevestigd. Dan is er een oud, ietwat scheefgezakt pandje gevestigd op Vlasakkerweg i; daarin bevindt zich het hoofdkwartier van de Nederlandse Kano Bond. Ik kano niet, maar als ik zo’n bondskantoortje zie, krijg ik er wel zin in. Schuin tegenover Nefkens, richting Utrecht, is een grote begraafplaats met een oude, bakstenen muur eromheen.

Wat gebeurt er nou op zo’n kruispunt?

Niet veel, dat is het goede nieuws.

Het ligt vlak bij het centrum, maar toch is het er op een doordeweekse dag rustig: er komen veel postbestellers voorbij, dat wel—mannen in het rood en bruin op stoere dienstfietsen met tassen vol post, gevolgd door af en toe een moeder achter een kinderwagen of een oudere dame op een scootmobiel.

Soms passeert er ook een bus, maar die maakt een verdwaalde indruk. Misschien omdat er geen reizigers in zitten. Wat het autoverkeer betreft, dat is er ook, maar het bestaat voor een groot deel uit autootjes van rijscholen. Zo’n kruispunt is voor hen een buitenkansje.

Een klein hoogtepunt ten slotte: twee meiden die halverwege de middag uit de richting van het centrum komen; allebei in een zwart jackie, allebei op hoge laarzen met plateauzolen, de navel bloot, een zak patat in de hand en een grote tas om de schouder met de letters DEPT.

Als ze op de hoek met de Bergstraat zijn, lijken ze even niet te weten hoe ze nou verder moeten. Ze eten allebei een paar frieten, laten een bus passeren en steken dan giechelend over naar de Vlasakkerweg. Ze passeren het hoofdkwartier van de Kano Bond, denken helemaal niet aan kano’s, en zijn dan verdwenen—hun onwetende nonchalance trilt nog even na op het kruispunt, dan zijn ze verdwenen.