Ellende

 

 

 

 

 

 

Ze bevonden zich aan de goede kant van de Amsterdamse Overtoom: in de schaduw. Ze waren een jong stel, net bevallen van hun eerste baby. Het kind hing in een draagzak bij papa op de borst.

De locatie op de Overtoom: vlak bij de hoek met de Constantijn Huygensstraat, nog preciezer: op het stukje tussen Domino’s Pizza, videotheek Moviecenter en de Etos. Het was tweede pinksterdag, ongeveer halfvier. De Etos was gesloten, de videotheek open en de pizzeria in afwachting van de dingen die komen gingen. Langs de stoep stond een lange rij brommers.

‘Wat een gezeik is dit, zeg,’ zei de jonge vader. Hij hield halt voor de etalage van de videotheek. Uit het hoofdje op zijn borst klonk klaaglijk gehuil. Op de grond, tussen zijn gesandaalde voeten, lag een roze speen. ‘Waarom dondert dat ding er de hele tijd uit?’

De jonge moeder gaf geen antwoord, maar bukte zich om de speen op te rapen. Ze droeg een korte, witte broek, die spande tussen haar billen. Ze maakte de speen schoon door er zelf even op te sabbelen. Daarna bracht ze hem weer voorzichtig in bij de kleine. ‘We moeten hem omdraaien,’ zei ze, ‘met z’n gezichtje naar je toe.’

‘Dan ziet ie niks,’ zei de jonge vader kwaad. Zijn eigen blik kleefde vast aan de nieuwe Woody Allen in de etalage van de videotheek, Hollywood Ending.

‘Wat ie nu ziet, onthoudt ie heus niet, hoor,’ zei de jonge moeder. Ze wist niet of ze nou boos was of de humor van de situatie in moest zien. ‘En die speen valt dan ook niet steeds op de grond.’

‘Zullen we een filmpje huren?’ vroeg de jonge vader. ‘Wanneer hebben we nou voor het laatst ’s avonds een film gezien?’ Van Woody Allen keek hij nu naar Bend It Like Beckham, en daarnaast, Femme Fatale.

De jonge moeder haalde haar schouders op. ‘Ik ben moe,’ zei ze, ‘sorry.’

‘Ik ook, hoor,’ zei de jonge vader.

‘Jaaaah, dat weet ik,’ zei de vrouw kribbig.

Daar stonden ze, jonge ouders in korte broeken, dodelijk vermoeid, voor de etalage van een videotheek.

‘Ik heb m’n pasje bij me, geloof ik,’ zei de jonge vader. Hij tastte naar zijn kontzak. ‘Kom op, een leuke film, lekker samen lachen, heb je daar geen zin in?’

De jonge moeder streelde het toetje van haar baby. Dacht ze na, en zo ja – dacht ze aan lekker samen lachen of dacht ze aan haar baby? ‘Oké,’ zei ze toen, maar zonder veel overtuiging.

De jonge vader stapte de videotheek binnen. Het was er niet druk. Hij liep even langs de schappen, en had toen de nieuwe Woody Allen te pakken. Hij stak door naar de balie achter in de zaak en rekende af. Kort daarop stond hij weer buiten. ‘Ik heb hem,’ zei hij tegen zijn vrouw.

‘Waar gaat ie over?’ vroeg ze.

De man draaide de doos even om, las de achterkant. ‘Ooh, gewoon, een leuke Woody Allen,’ zei hij. De baby op zijn borst slaakte een boertje, en de roze speen beschreef een leuk boogje door de lucht en kwam op de grond terecht. ‘Hè shit, wat een ellende,’ zei de jonge vader.