Paco

 

 

 

 

 

 

Edwin de Roy van Zuydewijn eiste per kort geding een omgangsregeling met de hond die hij en Margarita jaren deelden, Paco. Dat was toch wel een voorbeeld van schallende eenzaamheid.

Paco raakte eind 2003 in Frankrijk gewond bij een inbraakpoging in het kasteeltje van Edwin en Margarita. Zij woonde daar op dat moment al lang niet meer, maar hij nog wel – met de hond die dus gewond was; we weten niet waaraan, en hoe ernstig.

Edwin belde Margarita.

Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat Edwin onbewust hoopte dat de gewonde hond hen weer een beetje nader tot elkaar zou brengen, dat is tenslotte een van de redenen waarom mensen honden hebben: het dier schept een band.

Margarita reisde spoorslags af naar Frankrijk, maar in plaats van huilend neer te zijgen bij de zieke Paco, en zich door Edwin te laten troosten, met alle gevolgen van dien, gedroeg ze zich kordaat. Ze laadde de hond in haar Peugeotje en maakte zich weer uit de voeten, terug naar Nederland.

Paco genas.

Edwin vereenzaamde. Regelmatig belde hij met Margarita, een paar keer slaagde hij erin naar Amsterdam te komen – erg fijne bezoekjes waren dat niet; in de kroegen waar hij kwam, maakte hij ruzie, en als hij over straat liep, moest hij soms de gekste capriolen uithalen om de fotografen van de roddelbladen van zich af te schudden. Terug naar Frankrijk dan maar weer, staart tussen de benen.

En zonder Paco.

Een man alleen zonder zijn hond is nog deerniswekkender dan een man alleen die nooit een hond heeft gehad. Bij iedere stap die hij doet, ontbreekt de hond in zijn voetspoor. Als hij ’s avonds zijn koude botten bij het haardvuur probeert te warmen, mist hij de hond, om van de eenzame nachten in de bedstee nog maar te zwijgen. De siddering die door een slapende hond gaat als hij een of andere hondendroom droomt, een man kan daar week van worden, zoals hij ook een kameraadschappelijk zwak heeft voor de hondenruft, een wonderlijk fenomeen.

Edwin heeft beslist overwogen een andere hond te nemen. Maar daar kleefden toch bezwaren aan. Om te beginnen: wat zou Paco daarvan vinden? En belangrijker: Paco is van hem en Margarita samen, als hij een nieuwe hond zou nemen, zou zij dat wel eens als een definitief afscheid kunnen opvatten. Waarmee we zijn aangeland bij de kern van de zaak: Paco is Edwins laatste, flinterdunne lijntje met het glamoureuze, prinsheerlijke Oranjeleven dat hem ooit voor ogen stond, de hond is zijn laatste strohalm.

Arme Paco.

Het is niet duidelijk hoe het met hem gaat en wat hij allemaal heeft doorstaan. Hij is maar een hond, het onderwerp van ruwe grappen, en deskundigen die verklaren dat hij in een scheiding vergelijkbaar is met een piano, of een vaas. De advocaat van Edwin heeft gezegd dat het dier recht heeft op zijn privacy – voorlopig zal hij niet met Martin Gaus op televisie verschijnen. Hij woont nu in de Amsterdamse Pijp, en schijt ’s avonds op een pleintje waar niet zo lang geleden een dakloze vrouw door Marokkaanse jongens werd doodgeschopt omdat ze in de supermarkt waar de heren werkten een blik hondenvoer zou hebben gejat. Paco weet van dit alles niets, hij mist alleen zijn baas.