Weekendje

 

 

 

 

 

 

Het was zaterdagmiddag, vijf uur. Het regende. In de brasserie van het Golden Tulip Hotel in Epe zaten Corry en Gert-Jan. Ze hadden een handig tafeltje uitgekozen: vlak bij de bar én zo dat ze uitzicht hadden op de hal en de receptie. Ze waren de enige gasten in de kale zaak.

Corry was een kleine, brutale brunette, Gert-Jan een lange, zwijgzame man met een snor. Ze kwamen uit Zandvoort en dit was het tweede weekendje in twaalf jaar huwelijk dat ze er even zonder de kinderen tussenuit waren.

Ze hadden er vier.

Zaten bij oma.

Het eerste uitje was trouwens mét de twee kleinste kinderen geweest, een paar jaar geleden naar Parijs, met de bus, zo’n dubbeldekker. Boven zaten de volwassenen, beneden de kinderen met leuke films en een paar meiden die spelletjes organiseerden. Nou ja, je kon op je vingers aftellen hoe dat afliep: na een uur zat iedereen boven met een huilend kind op schoot. Daarna moesten ze heel Eurodisney nog door, hartstikke leuk, maar erg vermoeiend. En duur, dat Parijs, niks aan.

Nu zaten ze hier.

Ze dronken allebei bier; Corry gewoon pils, Gert-Jan witbier. Ze zaten dicht bij elkaar, naast elkaar eigenlijk, Gert-Jan met zijn lange benen gestrekt voor zich uit, Corry voortdurend wiebelend met haar korte beentjes. Naast het kleine bloemstuk op tafel stond een asbak vol peukjes van zorgvuldig gedraaide en zorgvuldig opgerookte shaggies.

Ze hadden bij aankomst fietsen gehuurd en een stukje door het bos gereden, best lekker, maar ze waren bang geweest om te verdwalen. Straks gingen ze lekker uit eten in Epe (Gert-Jan had gebeld met een restaurant), daarna een filmpje pakken op de kamer (de keuze was: 2 Fast 2 Furious, Johnny English, Blue Crush, The Truth About Charlie) en dan een goeie wip maken, zoals Corry het uitdrukte. Iedere keer als ze eraan dacht, neuriede ze Frans Bauers ‘Heb je even voor mij’, hoewel ze eigenlijk een fan van Koos Alberts was. Wat Gert-Jan betrof gingen ze ook nog even skinnydippen in het grote zwembad achter de receptie.

Er gebeurde genoeg om naar te kijken, verderop in de hal. Voortdurend kwamen er nieuwe gasten binnen; van die zure natuurmensen op wandelschoenen, ouden van dagen, twee yuppiegezinnen met drukke kinderen die meteen over hun kamers begonnen te klagen, een jongen en een meisje die cash betaalden en allebei de helft uit hun portemonnee plukten. Ondertussen bleef het stil in de brasserie. Af en toe moest Gert-Jan opstaan om in de keuken een serveerster te halen die nieuwe biertjes voor hen kon tappen.

Corry en Gert-Jan zaten liever hier dan boven in hun kleine kamertje waar naast de televisie een dienblad stond met een piepklein flesje wijn, een zak gemengde noten en twee flesjes Spa. Er had ook een Bounty gelegen, maar die had Corry na het fietsen opgegeten. Later zag ze op het prijslijstje dat de reep 1,60 kostte. Oplichters waren het hier. Deed je de vitrages opzij, dan zag je druipende, natte dennenbomen en het parkeerterrein.

Corry en Gert-Jan keken elkaar aan. Ze waren al behoorlijk aangeschoten, maar dat kwam ook omdat ze nauwelijks hadden gegeten. Wat zaten ze hier toch lekker, wat waren ze hieraan toe, met z’n tweetjes. Ze glimlachten, verliefd bijna. Corry neuriede Frans Bauer, Gert-Jan wreef tevreden langs zijn snor.