16

 

Tante Angela

 

 

 

 

 

Thuis is de oorzaak van Tony’s verdwijning meteen opgehelderd. Op de oprit staat de bus van haar tante. Het hele huis wordt gevuld door haar en haar kinderen. De stemmen van haar nichtjes komen haar buiten al tegemoet. Angela heeft een tas vol Limburgs eten meegenomen. Op het fornuis pruttelt in een gietijzeren pan die Tes nooit eerder gezien heeft een konijn. Ernaast staat een grote pan pompoensoep te garen. In de oven worden groenten gegrild: pastinaak, aardpeer en schorseneren. Eindelijk lekker vegetarisch eten.

In de badkamer van haar vader geven haar nichtjes Tony een bad en gebruiken minstens een hele fles shampoo om hem te wassen. Het is één grote, natte bende. Tes ziet het even aan en schiet in de lach. Als ze zich omdraait, botst ze bijna tegen haar tante op. Tes ziet dat ze even terugdeinst.

‘Hallo, Tes! Wat doe je buiten met dit weer?’

‘De hond moet er toch uit!’

‘Die is allang terug.’ Ze monstert haar kritisch. ‘Heb je geen dikkere jas?’

Onwillekeurig schiet haar hand naar haar hals. Het sieraad is inmiddels geworden tot een van de dingen die ze verloren is, maar nu haar tante er is, snoert de niet-aanwezige ketting haar de keel.

‘Als je loopt is het niet zo koud.’

‘Eerlijk gezegd maakte ik me een beetje zorgen toen Tony in z’n eentje aan kwam zetten. Met dit weer hoef je niet zo ver met hem te gaan, zeker niet naar het bos.’

‘Maar hij moet in beweging blijven.’

‘Niet op een plek waar geen andere mensen zijn.’

Weer die blik die dwars door haar heen kijkt. Ze dacht dat haar moeder de enige was die dit kon, maar het zit blijkbaar in de familie. ‘Gaan we eten? Ik heb honger.’

‘Straks. Als je vader er is. Eerst ga jij een warme douche nemen en schone kleren aantrekken. Je ziet er een beetje moe uit, lieverd.’

‘Waarom heb je niet gezegd dat je zou komen?’

‘Ik wilde je verrassen. Lily en Beate hebben een dagje vrij van school, zo’n studiedag voor de leerkrachten, weet je wel. Dus het was een goede gelegenheid.’

Tes gaat naar haar kamer en kleedt zich uit. In de spiegel van de badkamer ziet ze dat ze er inderdaad moe uitziet. Ze haalt een takje achter haar oor vandaan en laat het bad vollopen, gaat op de rand van het bad zitten, zodat haar voeten vast kunnen weken. Een eigen badkamer is een grote luxe en iemand die tegen je zegt dat je moet gaan douchen, nog meer.

Bedekt door schuimvlokken in het warme water lijken de tunnels en de ijskelder ver weg. Fantastisch dat ze de ingang gevonden hebben, hoewel ze er weinig mee opschieten. Vanaf hun plek op het dak kunnen ze zo weg als het nodig is en de tunnels kunnen ze niet gebruiken wanneer de ijskelder in gebruik is. Dan zit je daar als een rat in de val. Jammer dat ze de kelk niet gezien hebben. Wat is er zo belangrijk dat Jade gestolen heeft uit de kerk van haar vader? Want dat zij de dader is, daar twijfelt ze niet aan.

Opgefrist eet ze bij de open haard in de woonkamer een groot stuk rijstevlaai. Haar tante komt bij haar zitten en schenkt nog een kop thee voor haar in. Dat heeft Tes tot nu toe elke dag zelf gedaan. Lily en Beate liggen op kussens voor de televisie en kijken naar een tekenfilm. Hun schaterlach laait regelmatig op. Angela diept uit haar tas een schetsblok op en laat zien hoe de grafsteen voor haar moeder eruit komt te zien. Een klassieke rechthoek met afgeronde hoeken. Het bijzondere zit in de letters en cijfers in art-decostijl en de manier waarop haar tante die erin wil beitelen. Onder de naam en de datum komt een gestileerd vormgegeven eekhoorn met een eikel tussen zijn voorpoten als symbool voor de verzamelaarster die haar moeder was.

‘De letters krijgen een dubbel reliëf.’ Angela haalt een maquette gemaakt van geschilderd gips uit een doos en zet die op de bijzettafel. ‘Wat vind je ervan?’

Tes blijft stug in de vlammen van het vuur kijken. ‘Ik vind alles best.’

‘Logisch hoor, dat je het moeilijk vindt.’

‘Hoezo? Het is maar een stuk steen.’

‘Roze marmer. Dat kun je alleen in Carrara kopen. Over een week of twee komt het transport uit Italië aan en dan kan ik beginnen. Mits jij het eens bent met het ontwerp. Ik had graag eerder iets gehoord.’

‘Ik zeg toch dat ik het mooi vind!’

‘Goed. Het enige wat jij dan nu moet doen is een datum in je agenda reserveren voor de plaatsing. Wat denk je van zaterdag 27 november?’

‘Oké.’

‘Ik ga niet weg voordat je je agenda hebt gehaald en het erin geschreven hebt.’

‘Denk je dat ik dat niet kan onthouden?’

‘Weet je wat, ga de tafel maar dekken. Het eten is bijna klaar. Je vader komt zo. Dan hebben we het er straks nog wel over. Als je er even de tijd voor hebt kunnen nemen.’

Drammen, drammen, drammen, zelfs haar tante kan er wat van. Tes pakt de borden. Haar tante legt de laatste hand aan het eten.

‘Zal ik wat kaas over je groenten grillen of wil je een omelet?’

‘Liever kaas.’

Als ze weer terugkomt in de keuken om het bestek te pakken, pakt haar tante haar met een vleesvork in de hand bij de schouders en kijkt haar recht aan.

‘Gaat het goed met je, Tes? Naar omstandigheden natuurlijk, bedoel ik.’

‘Prima... naar omstandigheden.’

‘Hoe gaat het op school? Heb je al nieuwe vrienden?’

‘Ja, een meisje dat Jade heet,’ liegt ze. ‘Een lief meisje, houdt ook van turnen.’

Haar tante laat haar los en draait zich om naar het fornuis. ‘Turn je dan weer?’

‘Niet echt, want dan moet ik helemaal naar Harderwijk.’

 

Haar vader komt precies op tijd binnen, haar tante zet net de gietijzeren pan op tafel.

‘Limburgs konijn, Gijs. Met bruin bier en laurier. Ik weet dat je dat altijd al eens wilde proberen.’

Tes grinnikt om zijn lichtelijk onthutste blik. Haar nichtjes lachen mee. Ze hebben geen idee waar het over gaat, maar een kans op plezier laten ze niet lopen.

‘Dat heb je goed onthouden.’

Hij haalt de deksel van de pan en kijkt naar de stukken donker vlees, zodanig neergelegd dat de vorm van het dier nog te herkennen is, en knikt bedachtzaam, alsof hij met deze aanblik een oude herinnering bovenhaalt.

Apart. Ze heeft hem nooit iets anders dan vis zien eten, alsof hij continu moet bewijzen dat hij directeur is van een fabriek met zuivere waar. Sinds de avond waarop ze Ditteke in de ijskelder met haar oma heeft zien praten, is ze hem zoveel mogelijk uit de weg gegaan. Meestal ziet ze hem alleen bij het avondeten, mits er geen vergaderingen in de fabriek zijn. Dan praten ze als een te lang getrouwd echtpaar over ongevaarlijke onderwerpen als het weer, een mogelijke vakantie en het laag zetten van de thermostaat bij het naar bed gaan. En over de vraag of er nog iets nodig is. Boodschappen bedoelt hij dan.

Sinds de avond na haar eerste bezoek met Maarten aan de ijskelder, waarop haar vader haar in haar slaapkamer zwijgend de rug toekeerde, heeft een vermoeden bij haar postgevat, zo afschuwelijk dat ze zich niet kan voorstellen dat ze het ooit uit zal durven spreken. Het hamert soms urenlang door haar hoofd. Ze probeert zichzelf er dan van te overtuigen dat ze het mis heeft, dat het inbeelding is en dat haar vader níét zo over haar denkt. Soms geeft dat een tijdje rust. Al kan ze haar gedachten niet de baas, ze kan ze wel tijdelijk murw maken. Maar als ze even niet oplet, begint het weer van voren af aan. Ze weet niet hoe lang ze dit gebeuk nog kan verdragen. Niet eindeloos, want hij heeft gelijk. Dat hij het tot nu toe niet heeft uitgesproken, is omdat zulke dingen nu eenmaal niet horen en hij weet hoe het hoort. Of misschien durft hij het niet, omdat de consequenties zo groot zijn. Ze hebben tenslotte alleen elkaar nog. Maar hij denkt het wel. Er is maar één oplossing. Alle pijlen wijzen dezelfde kant uit.

Met zijn binnenkomst is de sfeer veranderd. Die is formeler geworden. Zelfs haar nichtjes gaan zachter praten en vragen bedeesd alleen om het hoognodige. Nog een schepje, een lepel. Maar hij geniet van het eten en merkt op dat Medi een fantastische kokkin was. Tes bijt op haar lip. Dat valt wel mee. Het laatste jaar kookte zij meestal en vaak haalden ze wat of aten ze onderweg. En van de maaltijden die ze met haar ouders moet hebben gedeeld toen ze nog heel klein was, herinnert ze zich er geen enkele.

‘Tes, je moet ’s een keertje voor je vader koken. Je hebt je moeders kooktalent geërfd.’

‘Als het maar niet vegetarisch is,’ zegt haar vader. Hij legt een afgekloven konijnenboutje neer en likt zijn vingers af. ‘Vleesloze haute cuisine is een contradictio in terminis.’

‘Gijs, je servet!’ zegt haar tante streng. ‘En geen moeilijke woorden waar mijn dochters bij zijn.’

De twee kijken elkaar met een onderdrukte giechel aan, hun monden glanzend van het vet.

 

Samen met haar vader zwaait ze het bezoek uit.

‘Adie! Adie!’ roepen haar nichtjes uitgelaten. Tot ziens.

Angela heeft niet naar de ketting gevraagd, maar ze kent haar tante. Niets ontgaat haar en ze hoort hem elke dag te dragen.

Tony holt een eind mee en blijft dan midden op de weg staan om de bus na te kijken. Terug naar het zuiden gaan ze. Zij wel.