Lieve Josephine,

 

Ben je gelukkig?

 

Om het maar meteen even ergens over te hebben. Vragen als: hoe is het met je? zijn zo vanzelfsprekend geworden dat onze antwoorden ook iets in die trant zijn. Ik wil juist dat je even nadenkt over het antwoord op deze simpele vraag.

En misschien vraag je je wel af: gelukkig waarmee, waarin? Stel dan jezelf de volgende vragen: doe je in je leven wat je wil doen? Ken je liefde, gezondheid, je levensinvulling en spirituele ontwikkeling, om er een paar te noemen? En het belangrijkste: ben je je eigen goeroe?

 

Bijna twee jaar geleden werd ik opeens met deze levensvragen geconfronteerd toen ik naar het ziekenhuis ging. Het was de week na de begrafenis van papa, die plotseling overleden was aan een hartinfarct. Je loopt een spreekkamer in en vijf minuten later is je leven je leven niet meer: ‘Je bent ongeneeslijk ziek,’ zei de arts. Ik liep niet naar buiten als Fien die buikpijn heeft, maar als patiënt met uitgezaaide darmkanker en een zeer beperkte levensverwachting. Alleen de chemo zou me nog wat tijd geven.

Tegelijk met de opluchting dat er een diagnose was gesteld (ik ben geen aansteller), kwamen het verdriet en de angst. Ik begon meteen met chemokuren, later volgden ook een operatie en bestraling. De angst om dood te gaan zorgde ervoor dat ik alles ging lezen en volgen over kanker. Ook over methodes die me toch beter zouden kunnen maken, tegen de reguliere opinie in. Artsen, spirituele leiders, boeken, methodes... als een wilde stier sprong ik in het rond en ik bewandelde allerlei wegen. Alles had wel een beetje baat. Maar ik werd ook heel streng voor mezelf: ik moest de methode exact volgen, want alleen dan zou ik er alles aan gedaan hebben om beter te worden.

Uiteindelijk ging het begin 2011 zo slecht met me dat ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Niet op de prettigste afdeling. Mensen om mij heen kwamen te overlijden. Ik lag ook al alleen op een kamer. De behandelingen sloegen niet aan. Mijn leven hing aan een zijden draadje. Toen mijn zaalarts me vertelde dat het niet lang meer zou duren ging de knop om. Who the fuck ben jij om me dat te zeggen, ging er door me heen. Ik zal je eens laten zien dat ik hier schouders naar achteren, tieten vooruit het pand verlaat. Zelf verantwoordelijk voor mijn eigen gezondheid en – letterlijk – mijn leven. Niemand anders heeft voor mij de waarheid in pacht. Ik ben de goeroe van mijn eigen leven.

 

Vanuit een lamgeslagen toestand, waarin ik nauwelijks een minuut op mijn benen kon staan, heb ik weer kracht gevonden. Vijf minuten lopen, zes minuten lopen. Het was een kwestie van permanent de grens opzoeken tussen ‘accepteren dat ik niet alles kan’ en ‘niet accepteren dat ik iets niet kan’. Binnen een week was ik al thuis. Mijn rouwkaarten waren al geschreven, euthanasie geregeld, en ik had afscheid genomen van diverse vrienden. Het was alsof ik zelf al kon berusten in de situatie. Ik keek de dood in de ogen en was zelfs niet bang meer.

Maar accepteren deed ik het toch niet. Mijn geestkracht werd ineens heel sterk, ik wilde nog niet dood. Ik wilde nog zo graag mensen vertellen hoe mooi het leven is. Ik begon me langzaam beter te voelen: alsof ik matchpoint tegen had overwonnen en de set onverwacht toch had binnengesleept. Schone lei, derde set! Zalig! Nauwelijks een paar weken later vertelde ik mam en mijn broer Laurens dat ik mee wilde fietsen met de Alpe d’HuZes. Ze keken me aan of ik gek was geworden. Ik trok alles uit de kast. En zo fietste ik begin juni 2011 maar liefst drie keer de Alpe op. Je bent je eigen goeroe.

 

Wat ik je dus zo graag zou willen zeggen, Fien, laat je niet gek maken door wat anderen van je verwachten en vinden, maar bepaal je eigen koers. Er zijn momenten in het leven dat je het even niet meer weet, of dat de dagen voorbijvliegen zonder dat je weet wat je nou precies aan het doen bent. Kijk daarom alle dagen eens even vijf minuten naar jezelf, in de spiegel, in je ogen en stel jezelf de vraag: doe ik wat ik wil doen? Volg ik mijn hart? Nu mijn leven zo veranderd is weet ik waar het om draait en ben ik ongelooflijk gelukkig. Het zijn niet die verre reisjes of die dikke auto. Het is de liefde die je kunt delen met je dierbaren. En het is voor mij ‘ertoe doen’. Schrik niet, ik ben geen monnik geworden en geniet heus nog wel van een lekkere nieuwe trui of andere verwennerijen. Maar ik weet nu waar het om draait. Ik ben mijn eigen goeroe. Ik weet wat goed voor me is en wat niet. Het vergt alleen moed om in gesprek te gaan met jezelf, vrij van wat anderen van je vinden of verwachten.

Het leven is echt fantastisch en het loopt precies zoals ik wil. Ik ontmoet alleen maar mooie mensen, heb geweldige gesprekken en doe nu wat ik wil doen. Afgelopen week ontmoette ik een meneer op de hei. Een wijze man, 88 jaar, hij loopt met twee stokken. Een ingenieur uit Delft, later organisatieadviseur. Hij vroeg wat ik deed. Ik vertelde hem over mijn passies en ook over mijn ziekte. Hij vertelt op zijn beurt dat het leven hem heeft geleerd dat artsen de antwoorden ook niet allemaal hebben en dat chemo niet per se de enige weg is. ‘Wij maken allemaal deel uit van de kosmos en als je in contact staat met jezelf, ben je geborgen’. BAM! De man loopt verder, draait zich weer om en komt terug: ‘Waarom ben je ziek geworden?’ Een vraag die niemand me durft te stellen. ‘Ik heb mijn hart niet gevolgd,’ antwoord ik. ‘En nu wel? Dan word je beter,’ is zijn reactie.

 

Deze ontmoeting heeft zo moeten zijn. Want zo was het bij mij. Ik durfde mijn hart niet te volgen. Ik was bang om te doen wat ik wilde. Bang voor reacties uit mijn omgeving, bang voor wantrouwen in mezelf. ‘Dat kan ik niet.’ Nu alle barrières van angst weg zijn gevallen – want waarvoor zou ik nog bang moeten zijn? – ben ik eindelijk gaan doen wat ik wil doen: mensen helpen en inspireren. Mensen een beetje gelukkiger maken. Ik durf nu eindelijk te leven en vier het leven.

 

Lieve Fien, ieder mens heeft het in zich om het onmogelijke mogelijk te maken. Fantaseer, organiseer en realiseer je wildste dromen.