Lieve pubermeid,

 

Wat ben je druk bezig de wereld te begrijpen. Wat wil je haar graag doorzien, zodat je je veilig kunt voelen en je positie kunt bepalen. Wat heb je een haast om haar te doorgronden, zodat al je vragen beantwoord worden.

 

Niet langer leef je in het comfortabele afgesloten universum van je gezin, de buurtkinderen, je vriendinnetjes op de lagere school. Zodra je over de drempel van de middelbare school stapte, betrad je de grote wereld. In die wereld – dat heb je inmiddels wel door – worden er aanspraken gemaakt op je inschattingsvermogen, je amper ontwikkelde mensenkennis, worden er dingen van je verwacht en trachten grote mensen je op een volwassen manier aan te spreken. Om je staande te houden moet je keuzes maken, partij kiezen, kleur bekennen. Mensen die je niet kent beginnen je te veroordelen, te beschimpen, anderen beginnen je te bewonderen, misschien verliefd op je te worden zonder dat je het door hebt.

 

Je wil het allemaal zo snel mogelijk weten en je wil alles goed doen. Je leest boeken, luistert naar mensen die het zeggen te weten, noteert mooie filosofische spreuken in je dagboek die je keer op keer overleest. ‘Zo zit het!’ Je tast af, bepaalt, herschikt, wijst af en kent toe. Je zoekt naar goed en kwaad, naar mooi en lelijk, naar geschikt en ongeschikt. Maar het ongeduld, meisje, waarmee je te werk gaat, kan niets waarachtigs opleveren.

 

Veel belangrijker dan zoeken naar goed en kwaad is het onderscheid tussen waar en niet waar. Als je voelt dat iets voor jou waar is, zul je een klein schokje voelen. Je bent dan misschien niet achter De Enige Echte Waarheid, maar je bent er toch in elk geval een stukje dichterbij gekomen. Zoeken naar waarheid lukt niet met haast of fanatisme, het is meer iets dat je met een glimlach in het voorbijgaan opmerkt of dat zich onverwacht aandient. De waarheid ontstaat van binnen, vanuit je wezen, als een helder en stralend inzicht. Het is niet van buitenaf opgelegd of in goed vertrouwen aangenomen. En het is doorgaans ook niet iets wat je aan anderen op kunt leggen of wat ze maar in goed vertrouwen moeten aannemen.

 

‘Goed’ en ‘slecht’ zijn niet zulke absolute begrippen als mensen die met deze woorden strooien, je willen doen geloven. Goedheid in de ogen van sommige mensen is soms iets vreselijks. Hitler geloofde dat hij Duitsland een dienst bewees door de Joden, zigeuners en homoseksuelen uit te roeien. Zijn aanhangers waren het met hem eens en vonden hem een held. George Bush noemde het Midden-Oosten ‘de as van het kwaad’ en kreeg een hele natie en een halve wereld achter zich om een ongeoorloofde oorlog te beginnen. De eerste wetenschappelijke doktoren raadden zwangere vrouwen af om naar een vroedvrouw te gaan, want zij zouden baby’s aan de duivel offeren.

 

De waarheid liefhebben betekent kritisch zijn, loslaten wat je denkt te weten, illusies doorprikken, de dingen zien zoals ze zijn. En het betekent ook bereid zijn je waarheden weer bij te stellen als dat nodig is, de eerste zijn om eraan te twijfelen, open te staan voor andere mogelijkheden.

 

Dwazen verwerpen wat ze zien, niet wat ze denken,’ zei Huang-Po, ‘wijzen verwerpen wat ze denken, niet wat ze zien.’ Zie de dingen zoals ze zijn en let niet op andere mensen. Met andere woorden: ontmantel zekerheden als de werkelijkheid je het tegendeel laat zien. En houd jezelf altijd voor: ‘alleen omdat iedereen denkt dat iets zo is, hoeft het nog niet zo te zijn.’

 

Durf te twijfelen, zou ik je willen toefluisteren. Het vermogen te twijfelen is misschien wel het grootste talent dat je hebt. Durf niet te weten. Durf je oordeel op te schorten. Durf van gedachten te veranderen. Dit vermogen wordt doorgaans ondergewaardeerd in onze maatschappij. Zeker en stellig zijn, consequent dezelfde dingen vinden en doen, wordt meestal sterk en betrouwbaar gevonden. Twijfelen daarentegen zou voor slapjanussen en draaikonten zijn. En dat terwijl twijfel het begin van alle kennis is. Wie niet durft te twijfelen, al te snel een waarheid denkt te kennen en daarover een oordeel klaar heeft, doet zichzelf een blinddoek voor. Daarna ziet die persoon de bewijzen voor het tegendeel niet meer en loopt hij kans om een tunnelvisie te ontwikkelen. Twijfel is beide kanten van de dingen zien, de keuze uitstellen, een open vizier houden zodat alle informatie bij je binnenkomt en je alle mogelijkheden blijft accepteren. Alleen door te twijfelen komen we tot de waarheid en de beste oplossing.

 

Misschien komt de weerstand die er tegen twijfel bestaat wel voort uit de angst voor chaos. In het verlangen naar orde en duidelijkheid staan mensen zichzelf te weinig toe te twijfelen. Goedbeschouwd zijn er twee soorten mensen: zij die de chaos vertrouwen en zij die de orde vertrouwen. Meestal zijn die twee typen mensen niet zo dol op elkaar. Waar de ene soort wil ontwrichten, wil de andere soort bestendigen. Waar de ene soort verlangt naar transformatie en ervaring, verlangt de andere naar overzicht en begrip. Waar de ene soort wil vastmaken wat loszit, wil de andere loswrikken wat vastzit en beiden zijn ervan overtuigd dat de wereld er daardoor beter op wordt.

 

Jij behoort, al weet je dat misschien nog niet, tot het type mens dat de chaos liefheeft. Je zult langzaam vertrouwd raken met die chaos, die onwetendheid, omdat je zult inzien dat het slechts een schijnbare chaos is die wel degelijk een innerlijke orde kent. Het is een heerlijke poel van oneindige mogelijkheden waarbij deuren openstaan en wegen verkend kunnen worden. Het is geen angstaanjagend Niets of niet te bevattten Alles; het is een bezielde, beschermde ruimte van niet-weten waarin je kunt spelen, ervaren, fouten kunt maken en deze recht kunt zetten.

 

Dat wat de mens voor waarheid verslijt bevat nu eenmaal illusies, vergissingen, misinterpretaties. Het is menselijk maakwerk. De waarheid is soms een leugen die zo vaak verteld is, dat ze waarheid is geworden. Zo bezien is fictie, waar je nu al aan verslingerd bent en dat de rest van je leven zult blijven, veel waarachtiger. Literatuur pretendeert namelijk geen waarheid te zijn. Het is artificieel, het is vals, maar het klopt van begin tot eind omdat het niet dé waarheid pretendeert te zijn en dus is er geen woord van gelogen.

 

Wat de mensen als de werkelijkheid beschouwen,’ zegt Adriana, de hoofdpersoon van Vloed, de roman die je jaren, vele jaren later zal schrijven, ‘is een troebel mengsel van geruchten, insinuaties, mythen, dwingende mores en overtuigingen. Het is een vlechtwerk van verhalen die men elkaar vertelt om het onnavolgbare leven aan te kunnen. De wereld is vol speculaties, halve waarheden, ficties en opvattingen die, als ze het doel van de dag dienen, worden opgediept uit de brij van de geschiedenis, opgelapt, ingezet tot ze mettertijd in vergetelheid raken, wegslijten in tijd en vuil, waarna ze op enig moment weer bruikbaar worden geacht en het hele proces opnieuw begint.’

 

Het gaat erom je persoonlijke opvattingen te toetsen, voortdurend tegen het licht te houden en te laten groeien naar opvattingen die zo dicht mogelijk bij de waarheid liggen, om er vervolgens niet krampachtig aan vast te houden, maar flexibel te zijn en ze aan te passen als dat nodig is. In het gemak waarmee je dat doet, lieve Susan, ligt je levensgeluk, je creativiteit, je sensualiteit en je vrijheid verzonken.

 

Liefs, 

Susan