Dag lief zondagskind,

 

Achttien lentes ben je, en net aangekomen in Rotterdam om te gaan studeren aan de Erasmus Universiteit. Je kijkt je ogen uit en kunt onmogelijk vermoeden dat je hier, tweeëndertig jaar later, voorzitter van het College van Bestuur zult zijn. Alles vind je spannend, vooral de absolute vrijheid die je de adem beneemt. Je bent een liefdevol en beschermd opgevoed gymnasiummeisje met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Boeken en muziek waren op school je trouwe begeleiders en bronnen van steun, inspiratie en troost. En nu voel je je plotseling te gast op een groot feest. Je geniet intens van de openstaande vensters op de wereld, je bent verliefd op het leven zelf. Geen idee heb je van wat je van je studiekeuze Rechten kunt verwachten. Net als zoveel andere studenten ben je fundamenteel onzeker over de richting die je bent ingeslagen. Je maakt muziek, je speelt toneel, je sluit vriendschappen die een leven lang mee zullen gaan en je begint na te denken over de dingen die belangrijk zijn. Je bent een generalist, dat weet je wel. Je bent gaan studeren om een academische opleiding te volgen, niet zozeer vanwege de inhoud van de studie. Lang heb je nog niet nagedacht over wie of wat je wil worden. Je weet alleen dat je een goed stel hersens hebt, een speelse geest en een brede belangstelling. De wetenschap fascineert je, omdat je van nature nieuwsgierig bent, maar kiezen is nog niet je sterkste kant. Je leest alles wat los en vast zit. Je wilt vooral een zinvol leven leiden, eruit halen wat erin zit, de wereld verkennen en je denkt dat je dat alles zelf in de hand hebt.

 

Ach zondagskind, wat zou ik je graag het besef geven dat tijd het meest kostbare goed op aarde is. Je verspilt het met de egocentrische arrogantie van de jeugd die denkt dat een leven een eeuwigheid duurt. Ik zie je studeren, het gaat je makkelijk af. Je stelt alles uit tot het laatste moment, werkt dan een nachtje hard door en haalt je tentamens op je slofjes. De tijd die resteert, besteed je aan het ontdekken van de wereld, met alle mooie dingen die daarbij horen. Nachtenlang breng je door met naar de sterren kijken, terwijl de tijd voorbij vliegt. Vol overgave leef je je eigen leven, en maak je je eigen fouten. Je bent autonoom, vrij en eigenzinnig. Je laat niemand je de wet voorschrijven. Je bent gezegend met ouders die je vertrouwen, en niet voorschrijven hoe je moet leven of welke keuzes je moet maken. Je denkt dat de wereld aan je voeten ligt. Ooit zul je beseffen dat het leven maar beperkt maakbaar is. Dat het soms verdrietig is, en oneerlijk, en dat je dan op niemand boos kunt worden. In de afgelopen zes maanden heb ik vier vrienden en collega’s aan verschillende vormen van kanker verloren, en nog twee andere voormalige collega’s voeren momenteel een ongelijke strijd. Op zulke momenten word je bescheiden en ga je veel bewuster om met de tijd die je is gegeven.

 

In de loop van de tijd heb je geleerd te vertrouwen op eigen kracht. Dat is prima, maar daar kom je er niet alleen mee. Je moet ook leren te bouwen op al die mensen om je heen die je dierbaar zijn, want zij zullen je op je pad verder helpen. Je gaat een heel boeiende tijd tegemoet, straks als je bent afgestudeerd. Je zult als vrouw vaak de eerste zijn die een bepaalde positie bereikt: de eerste vrouw in de directie zus, de eerste vrouw als commissaris zo. Als vrouw met gezin en een verantwoordelijke leidinggevende positie ben je in Nederland helaas nog steeds een zichtbare uitzondering. En daarmee een voorbeeld voor anderen, of je dat nu leuk vindt of niet. Het maakt je kwetsbaar, omdat iedereen een opvatting of een oordeel over je zal hebben. Je denkt nu, net als zoveel andere vrouwen, dat als je maar goed je best doet, ‘alles reg sal kom’. En toch komt er een moment waarop je gaat beseffen dat je het niet allemaal zelf doet. Dat een deel van je succes aan je eigen bloed zweet en tranen te danken is, en een ander deel misschien wel gewoon aan de zwaartekracht. Dat je een groepje bijzondere mensen om je heen hebt verzameld, die je steunen en aanmoedigen. Zij zullen in je geloven en je kansen geven waar je nooit van had durven dromen. Zij zullen je sponsors zijn op je weg naar de top. Zij zullen zorgen voor de lichtheid in je bestaan, voor de dagelijkse dosis humor en zelfrelativering als je jezelf te serieus gaat nemen. Of voor een vertrouwde pleisterplaats om te rusten. Ze komen in vele gedaanten, die bijzondere mensen. Vanzelfsprekend je gezin, familie, vrienden en collega’s. Maar soms zijn het ook volslagen onbekenden die plotseling je pad kruisen. Het onverwachte verrast altijd. Ik heb me erover verwonderd hoe vaak onvergetelijke gebeurtenissen onaangekondigd je leven binnen komen wandelen. De kunst is om al je zintuigen steeds weer open te stellen, zodat je een wonder herkent wanneer het je omarmt.

 

Over dertig jaar kijk je terug op je leven. Dan vraag je je niet af hoeveel mooie ‘deals’ je hebt gesloten, of hoe groot de budgetten waren waarvoor jij verantwoordelijkheid hebt gedragen. Je denkt niet terug aan alle vergaderingen die in je herinnering één grote amorfe massa zullen zijn geworden. Je zult je succes niet afmeten aan materiële zaken, zoals het aantal KLM-huisjes dat je hebt verzameld (geloof me, het worden er veel te veel). Nee, over dertig jaar denk je aan al die bijzondere mensen die je pad gekruist hebben in de loop der jaren. Dan vraag je je af voor hoeveel mensen je iets hebt mogen betekenen, hoe weinig ook. Maar ook of je de geschenken in je leven hebt herkend toen je ze ontving. Heb je ze met verwondering gadegeslagen? Heb je dankbaar aan de voeten gezeten van de leermeesters die het leven je heeft gegeven? Ben je trouw gebleven aan je eigen ideeën, en heb je open gestaan voor ideeën van anderen? Heb je geleerd te dromen zonder de slaaf van je dromen te worden, en te denken zonder je gedachten op hol te laten slaan? Heb je leiderschap getoond? Hebben de mensen die je hebt mogen leiden je ook graag willen volgen? Ben je een baken van rust en vertrouwen gebleven toen de wereld om je heen leek in te storten?

 

Dan denk je aan voor wie jij er bent geweest op het moment dat je nodig was. En wie je misschien – onbedoeld – pijn hebt gedaan. Voor wie je het verschil hebt mogen maken. Wat je eraan hebt gedaan om de wereld iets beter achter te laten. Met wie je hebt gelachen en gehuild. Wie jij een piepklein beetje kennis, inzicht of wijsheid mee hebt mogen geven. Wie je hebt geïnspireerd. Van wie je hebt gehouden. Als ik iets geleerd heb is het dit: het leven draait niet om jou, maar om wat je voor anderen kunt betekenen. Jij bent niet het licht, of de bron van het licht. Maar je kunt wel een spiegeltje met je meedragen waarmee je het licht kunt reflecteren op donkere plekjes. Dat spiegeltje geef ik je in gedachten mee.

 

Liefs

Pauline