HOOFDSTUK 7

Op 2 december 1968 ben ik met Danny getrouwd. Vanuit een leven waarin ik alleen met voetbal bezig was geweest, moest ik dingen gaan delen. En me meer verdiepen in de mensen om me heen. De verantwoordelijkheid die ik toen kreeg voor ons eigen gezin, nam ik in mijn geval ook mee naar het voetbal. Dus niet alleen nadenken over je eigen belang, maar ook over de rechten van andere spelers. Ineens ging ik me bijvoorbeeld verdiepen in iets als het premiestelsel.

Dat is bij mij allemaal vanzelf gegaan. Er is nooit een moment geweest waarop ik dacht: dat ga ik in de toekomst doen. Door omstandigheden kwam het op mijn pad en ik ging erin mee. Je wordt op die weg gezet en dan ga je die aflopen. In mijn geval met veel hulp.

Wat mijn gezin betreft natuurlijk met Danny. En hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom dat het vormen van mijn gezin een rol heeft gespeeld in het ontstaan van totaalvoetbal. Een speelwijze die alleen uitgevoerd kon worden door voetballers die niet alleen oog voor zichzelf, maar ook voor anderen hebben. Continu moeten tien spelers anticiperen op wat de man aan de bal doet.

Dat is precies wat er binnen het gezin gebeurt, zeker als er kinderen zijn. Vrijwel alles wat je richting één persoon doet, raakt ook de ander. Daarom is het zo belangrijk geweest dat ik al een gezin met twee dochters had toen we in 1973 naar Barcelona verhuisden. In 1970 was Chantal geboren en twee jaar later volgde Susila. Ik zat dus midden in mijn leerproces als vader toen ik met alle commotie rond mijn transfer te maken kreeg.

Dat begon al met de aankomst op het vliegveld in Barcelona. Zo veel mensen, zo veel enthousiasme. Aan de ene kant overdonderde het me, aan de andere kant was het ongelooflijk inspirerend. Na die negatieve periode bij Ajax zoog ik eindelijk weer nieuwe energie op.

Intussen had ik wel nog een leuk cadeautje van de Nederlandse voetbalbond meegekregen. In Nederland sloot de transfermarkt al in juli, terwijl die in Spanje tot eind augustus open bleef. Dus wilde de KNVB geen speelvergunning afgeven en moest ik twee maanden wachten voordat Barcelona mij in de competitie kon laten spelen. Daarom werd besloten om vriendschappelijke wedstrijden te organiseren. Zo kregen de supporters toch nog de kans om me in actie te zien. Het werd een groot succes. Ieder duel was uitverkocht en na drie wedstrijden had de club mijn transfergeld alweer terugverdiend.

Aanvankelijk wilde de KNVB daar ook moeilijk over doen, maar toen heb ik toch even gedreigd om voor het Nederlands elftal te bedanken. Richting het WK in Duitsland moest de beslissende kwalificatiewedstrijd tegen België in november worden gespeeld, en daarvoor waren nog wat interlands gepland. Dus heb ik gezegd dat ik zonder wedstrijdritme me onmogelijk voor Oranje beschikbaar kon stellen. Hoe kun je van iemand verwachten dat hij op dat niveau kan presteren als je hem dwingt om twee maanden langs de zijlijn te gaan staan? Natuurlijk was het een beetje druk geven, maar het werkte wel.

Op 5 september maakte ik mijn debuut voor Barcelona tegen Cercle Brugge. Het werd 6-0, ik scoorde twee keer en meteen was iedereen overtuigd. Dat is het voordeel als je er meteen staat. Daarna speelden we nog drie oefenduels, die allemaal werden gewonnen. Ogenschijnlijk leuk en aardig, maar de impact van die wedstrijden werd alsmaar groter omdat Barcelona in de competitie een belabberde start had. Toen ik op 28 oktober eindelijk in de thuiswedstrijd tegen Granada opgesteld kon worden, had de ploeg maar één wedstrijd gewonnen en bengelde ergens onderin.

Gelukkig was het ook tegen Granada meteen raak. Het werd 4-0, ik scoorde twee keer en daarna werd er geen wedstrijd meer verloren. Ik heb dat seizoen in een roes ondergaan. Het enthousiasme was weliswaar heel inspirerend, maar tegelijkertijd realiseerde ik me maar al te goed dat de lat iedere week hoger werd gelegd. Zolang ik maar presteerde was er niets aan de hand.

Van quitte af aan gebeurde er in Barcelona altijd wat. Niks ging normaal. Neem de geboorte van mijn zoon Jordi. Op de dag dat Danny was uitgerekend, stond de uitwedstrijd tegen Real Madrid op het programma. Alleen hadden we besloten om ook ons derde kind in Amsterdam ter wereld te laten komen, bij dezelfde gynaecoloog als bij Chantal en Susila, en weer met een keizersnede. En net als de twee vorige keren wilde ik daar per se bij zijn.

Voor mij de normaalste zaak van de wereld, maar achter mijn rug bleek iedereen in paniek te zijn. Op een gegeven moment vroeg Rinus Michels of de baby niet een week eerder kon worden gehaald. Ik heb nog altijd het vermoeden dat hij achter mijn rug al uitgebreid met de dokter had gesproken. Danny en ik zijn akkoord gegaan, waarna Jordi op 9 februari werd geboren en ik een week later in Madrid kon meedoen.

Toch werd ook dat weer een gedoe, omdat Danny vanwege die keizersnee tien dagen moest wachten voordat ze naar huis mocht. Dus na de wedstrijd tegen Real. Omdat we in Madrid met 0-5 zouden winnen, werd dat een hele toestand. Terwijl iedereen in Catalonië uit zijn dak ging, was ik meteen terug naar Nederland gevlogen om Danny op te halen. Toen we samen met de baby op het vliegveld van Barcelona arriveerden, was het weer een hele heisa. Hoewel er al een paar dagen overheen waren gegaan, waren de supporters nog altijd niet uitgefeest.

Die 0-5 in Santiago Bernabéu had een ongelooflijke impact. Niet alleen op de club, maar op heel Catalonië, dat gebukt ging onder het harde bewind van de toenmalige dictator Franco vanuit de hoofdstad Madrid. Daarom had de overwinning een grote politieke lading gekregen. Dat ondervond ik zelf ook toen ik Jordi in Barcelona wilde laten registreren.

Tijdens die paar dagen dat Danny in het ziekenhuis lag, had ik Jordi bij de burgerlijke stand in Amsterdam opgegeven. Onder de naam Johan Jordi, roepnaam Jordi. De officiële papieren nam ik mee naar Barcelona. Gelukkig maar, want er kwam meteen een kink in de kabel. Toen ik Jordi bij zo’n overheidskantoor op ons woonadres wilde inschrijven, kreeg ik namelijk te horen dat hij onder een andere naam geregistreerd moest worden. Het Catalaanse Jordi mocht niet, het moest het Spaanse Jorge worden.

Dan heb je aan mij een kwaaie. Ik heb meteen tegen die ambtenaar gezegd dat het voor ons Jordi was en bleef. Ik zei letterlijk: ‘Als je het niet wilt doen, dan doe je het niet, maar dan wordt het jouw probleem.’ Door alle losgekomen emoties na die 0-5 op Real Madrid durfde hij me uiteindelijk niet tegen te spreken en werd Jordi als eerste onder die naam in het Catalaanse register bijgeschreven.

Daar zat dus voor mij helemaal geen politiek idee achter, maar het had alles te maken met het recht om zelf te bepalen hoe we ons kind wilden noemen. Omdat we niet wisten of het een jongen of een meisje werd, hadden we twee namen bedacht. Voor het meisje Nuria, en Jordi als het een jongen zou worden. Die namen bestonden niet in Nederland, dus vonden Danny en ik dat wel apart. Nog niet wetende dat het in Catalonië zo beladen was.

Nuria en Jordi hebben we in december bedacht, maar naarmate de geboorte naderbij kwam en we de namen met anderen deelden, kregen we al te horen dat we de Catalaanse naam Jordi wel konden vergeten. Toen heb ik meteen al gezegd dat Danny en ik zelf beslissen hoe hij heet en dat we dat door niemand anders laten bepalen.

We kozen de namen omdat we ze mooi vonden en niet omdat de schoonmoeder of schoonvader zo heette. We hadden onze eerste dochter al Chantal genoemd, een Franse naam. Susila was weer een Indiase naam. Dat was ook een beetje de instelling van onze generatie. Je deed soms dingen die afweken van de gangbare regels van vorige generaties.

Dat had ik ook met die ambtenaar in Barcelona. Die eerst zei dat het niet mocht. Waarop ik reageerde dat hij dan pech had. Al gaf ik die ambtenaar uiteindelijk wel een sterk alibi. Omdat ik Jordi eerst in Amsterdam had ingeschreven, kon ik hem de Nederlandse geboorteakte laten zien en aangeven dat hij het gewoon van een officieel document kon overschrijven. Want of hij het nu wel of niet deed, die geboorteakte bleef overal in de wereld geldig. Dat stelde hem zo gerust, dat hij Jordi alsnog in het Catalaanse bevolkingsregister inschreef.

Wat dat betreft had die 0-5-overwinning niet alleen een grote emotionele waarde voor het Catalaanse volk, maar had ik er op dat moment met Jordi bij de burgerlijke stand ook profijt van. Want ik betwijfel toch of die ambtenaar overstag was gegaan als we in Madrid hadden verloren en ergens onderin hadden gestaan.

Die wedstrijd tegen Real was namelijk echt de ommekeer. Alles klopte die avond in Santiago Bernabéu. De tactiek die Michels voor die wedstrijd had bedacht werkte feilloos. Zo moest ik die avond niet in de spits spelen, maar me steeds laten terugzakken, waardoor anderen in de ruimte moesten duiken die daardoor ontstond. Dat was een opvallende tactische zet, maar ik ben er pas jaren later achter gekomen hoe Michels dat had bedacht.

In die tijd woonde een vriend van Michels in Madrid. Dat was Theo de Groot, met wie hij ooit bij Ajax samen had gespeeld. Theo, de vader van sportjournalist Jaap de Groot, woonde naast Benito. Die speelde als verdediger bij Real Madrid en kwam regelmatig bij zijn Nederlandse buren over de vloer. Blijkbaar wist hij niets van de relatie tussen De Groot en Michels, want voor de wedstrijd tegen Barcelona zou hij de hele tactiek van Real aan zijn buurman verklappen. De kern van hun speelwijze was dat ik geen vaste mandekking kreeg, maar door de vier verdedigers in hun eigen zone gedekt zou worden.

Toen Michels daar door zijn voetbalvriend over werd geïnformeerd, besloot hij om mij steeds een linie te laten terugzakken. De vier verdedigers hadden dan niets om te dekken, zouden uit hun doen raken en daar moesten onze opkomende middenvelders van profiteren.

Het plan werkte perfect, want door onze acties vanuit de tweede lijn werd Real totaal verrast. Zo zie je maar hoe toevalligheden grote gevolgen kunnen hebben. Want na die 0-5 ging alles los. Er werd een serie neergezet zoals nog nooit was vertoond. Vanaf mijn competitiedebuut tegen Granada tot het einde van het seizoen zouden we geen wedstrijd meer verliezen en werd Barcelona voor het eerst in veertien jaar weer landskampioen.

Een onvergetelijke ervaring. Ik denk er nog altijd met een goed gevoel aan terug. In tegenstelling tot bij Ajax werd mijn leiderschap bij Barcelona wel geaccepteerd. Als aanvoerder dien je daarbij altijd je verantwoordelijkheid te nemen. Ik heb al aangegeven dat het hebben van een gezin me daarbij geholpen heeft. Het leerde me om me nog meer in anderen te verdiepen. De basis ook van het totaalvoetbal, dat we later in 1974 zo perfect tijdens het WK zouden uitvoeren.

Daarbij beschikte ik als voetballer in het veld niet alleen over het totale overzicht, maar was ik door alle heisa tijdens mijn eerste seizoen bij Barcelona steeds beter in staat met veel druk om te gaan. Dat zat nu eenmaal in het totaalpakket van de aanvoerder. Michels speelde daarin een heel positieve rol. Er is later weleens beweerd dat hij vooral door mij zo groot geworden is, maar hij heeft me in mijn ontwikkeling als speler wel op de juiste momenten steeds het juiste gereedschap aangereikt.

Als achttienjarige liet hij me al meedenken over de wedstrijdtactiek en ook zou hij de omgeving waarin ik moest presteren enorm professionaliseren. Michels voerde het ritme op en was continu bezig met onze ontwikkeling. In bijna elk detail. Ik heb later als trainer en als adviseur ervaren hoe moeilijk je het krijgt als de voorwaarden om te presteren niet maximaal worden ingevuld. Dan kan je nog zoveel willen en nog zoveel verzinnen, het gaat dan nooit werken.

Michels heeft die voorwaarden voor mij als speler wel geschapen. Zowel bij Ajax, Barcelona als bij het Nederlands elftal. Dat de boel door mijn inbreng vervolgens naar weer een hoger niveau werd getild, doet daar niets aan af. Om dat te bereiken zijn ook anderen nodig, want het lukt je nooit in je eentje.