HOOFDSTUK 5

Verliep mijn ontwikkeling als voetballer vrij normaal, de zaken daarbuiten niet. Mijn eerste contractbespreking deed ik samen met mijn moeder en daarna liep ik eigenlijk overal tegenaan. Vooral tegen de media en tegen de commercie. Omdat het meteen al heel snel ging. Met alles. Ik maakte zelfs een grammofoonplaatje en mijn verkering met Danny kwam op de voorpagina’s terecht. Vaak vond ik het leuk, soms niet. Ik pakte het allemaal mee, terwijl ik van zakendoen geen enkel benul had.

Daarom is de komst van Cor Coster in mijn leven een godsgeschenk geweest. Hij was de vader van Danny, diamantair in Amsterdam en een geslaagd zakenman. Toen ik de eerste keer bij mijn schoonouders op bezoek kwam, vroeg hij me of ik een spaarrekening had. Nee dus. Ik had alleen verstand van voetbal. Cor was verbijsterd, en is toen mijn zaken gaan regelen.

Vanaf dat moment zei ik tegen Ajax: ‘Praat maar met hem, hij komt me helpen.’ Dat wilden ze aanvankelijk niet. In 1968, drie jaar nadat ik mijn eerste contract had getekend, nam ik hem voor het eerst mee om namens mij te onderhandelen. Het bestuur was stomverbaasd en liet weten dat hij er niet bij mocht zijn. Ik heb toen gezegd: ‘Maar jullie zitten hier met z’n zessen, waarom mag ik niet iemand erbij hebben die mij helpt?’

Toen ze voet bij stuk hielden, zijn we opgestapt. Later lieten ze alsnog toe dat Cor de besprekingen voor mij deed. Ajax was er niet blij mee, maar uiteindelijk heeft Cor niet alleen voor mij, maar ook voor het totale Nederlandse voetbal veel voor elkaar gekregen. Zo heeft hij meegewerkt om de spelersvakbond VVCS op te richten, in een tijd dat er voor spelers na hun carrière nog helemaal niets financieel was geregeld.

De samenwerking tussen Cor en mij draaide voor hem al snel uit op een fulltime job. Niemand kon om Cor heen, hij hield me altijd uit de wind. De dood van mijn schoonvader in 2008 heeft daarom een behoorlijke impact op mij gehad. Hij is heel bepalend voor mijn leven geweest. Niet alleen voor mij als voetballer, ook als schoonvader, vader van Danny, opa van onze kinderen, en als mens.

Het belangrijkste inzicht dat hij mij heeft gegeven is het hebben van eigenwaarde. Cor begeleidde me dan ook in sociaal opzicht. Hij besefte dat het zijn rol was om mij op een bepaalde manier op te voeden. Als bekende voetballer leef je namelijk in een irreële wereld. Eigenlijk alles is abnormaal. Het salaris, de belangstelling, noem maar op. In zo’n fase moet de zaakwaarnemer vooral zien te voorkomen dat zijn talent in twaalf sloten tegelijk loopt.

Dat risico is door de jaren heen alleen maar groter geworden. Ook door de sociale media. Veel voetballers gaan er prat op dat ze heel veel volgers hebben, maar wie volgen zij? Volgens mij niemand. Dat is niet stoer, maar een beperking.

Cor begreep dat toen al als geen ander. Hij zorgde niet alleen voor een goede ontwikkeling als voetballer, maar ook als mens die na de voetballerij verder met zijn leven moet. Helaas zijn er vandaag de dag weinig spelersmakelaars die dat begrijpen. Vaak vraag ik me af welk belang ze eigenlijk dienen. Dat van de voetballer of van hun bedrijf?

Ik ga zelfs een stap verder. Als een makelaar werkelijk met het voetbal begaan is, dan zou hij niet alleen het belang van zijn speler, maar ook dat van de club onder ogen moeten zien. Dus meedenken in wat een club zich wel of niet kan permitteren. Zoals mijn schoonvader dat later ook tijdens de onderhandelingen met Ajax en Feyenoord heeft gedaan.

In mijn beleving is in het voetbal geld heel belangrijk, maar het komt altijd op de tweede plaats. Als geld op de eerste plaats staat, dan ben je verkeerd bezig. Wat dat betreft hou ik me vast aan de grote elftallen uit de historie: Ajax, Real Madrid, Barcelona, Bayern München, AC Milan en Manchester United. Al hun teams hadden een harde kern die uit de eigen opleiding afkomstig was. En spelers die het DNA van de club in zich hebben, brengen toch altijd iets extra’s.

Daarom snap ik niet waarom Engeland zo weinig aan de opleiding doet. Is het niveau door het uitgeven van al die miljarden echt zoveel verbeterd? Nee dus. Ik weet zeker dat het proces naar succes dat we met Ajax vanaf 1965 zijn gestart nog altijd werkt. Een goede opleiding en sterk leiderschap. En dat gekoppeld aan de combinatie van talent, techniek en discipline.

Natuurlijk is geld een factor. Helemaal nu. Maar de basisgedachte blijft hetzelfde. Kom als team, ga als team weg en kom als team terug.