Kashmir is het ‘beloofde land’
Volgens de informatie in de Bijbel lag het paradijs, waar de schepping van de mens plaatsvond, in het Oosten. ‘Voorts plantte de Here God een hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens, dien Hij geformeerd had.’ (Gen. 2:8) Hierna wordt de geografische plaats van de Hof van Eden door de verwijzing naar de vier rivieren nog duidelijker gepreciseerd. ‘Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar splitste zij zich in vier stromen.’ (Gen. 2:10) In Mesopotamië, het tweestromenland, dat gewoonlijk als Hof van Eden beschouwd wordt, stromen echter (zoals ook de naam al ondubbelzinnig zegt) maar twee rivieren.
Daarentegen monden in het Noordindiase gebied nu zelfs vijf grote rivieren uit een reusachtig stroomgebied uit in de Indus (Sindh) en geven het land zijn naam: vijfstromenland = Punjab. Sinds 1947 is deze provincie door de staatsgrens verdeeld in een Indiaas en een Pakistaans gebied. De vijf zijrivieren aan de linkerkant van de Indus heten: Jhelum, Chenab, Ravi, Beas en Sutlej. Het Punjab-gebied was het vroegste cultuurland van India (Induscultuur ca. 3000 v.C.) en archeologen vonden in Kashmir sporen van een vijftigduizend jaar oude beschaving.
Kashmir betekent in de landstaal ‘het paradijs op aarde’, maar de herkomst van de naam laat nog een hele serie andere betekenissen toe.
Zo was Kus een kleinzoon van Noach, wiens nakomelingen de wereld bevolkten en de landen waar ze zich vestigden hun naam gaven. In het scheppingsverhaal staat verder: ‘De naam van de tweede rivier is Gichon; deze stroomt om het gehele land Ethiopië.’ (Gen. 2:13) Alle in de Bijbel genoemde namen hebben in de loop van de geschiedenis, onder invloed van de verschillende talen, een hele serie veranderingen ondergaan, zoals bijvoorbeeld klankverschuivingen. Er kan dus uit het bijbelse ‘Kus’ zonder meer ‘Kash’ ontstaan zijn, en ‘mir’ betekent in het Russisch een gebied van een gemeenschap, in het Turks is het een eretitel en in het Perzisch iets waardevols, een kleinood. De nakomelingen van Mozes en de gebieden waar ze zich vestigden, worden in de ‘volkerentabel’ opgenoemd, waar men ook kan lezen: ‘En de grens, was... tot Lesa.’ (Gen. 10:19) (Lhasa is de hoofdstad van Tibet.)
Een andere betekenis volgt uit het Hebreeuwse woord kaser (ook kashir of kosher), dat ‘onberispelijk’ betekent en vooral betrekking heeft op voedsel. Volgens de joodse wet (Lev. 11; Deut. 14) mogen alleen ritueel geslachte en volledig uitgebloede dieren gebruikt worden. Deze mensen onderscheidden zich dus daardoor van anderen en werden Kasher genoemd, net als het land dat ze bewoonden; later werd toen uit Kasher Kashmir. Aan de andere kant zou de naam Kashmir terugvoeren op een heilige met de naam ‘Kashyapa’ die hier heel lang geleden gewoond zou hebben. Kashyap betekent in het Sanskriet ‘schildpad’. Volgens het oude Indiase wereldbeeld was de rug van de in het water drijvende schildpad de aarde, en ‘Kashyap’ was ook de naam van God en van het goddelijke volk dat zich op aarde vestigde. De kinderen Gods, die in het Hebreeuws ‘Israël’ genoemd worden, heten in het Sanskriet dus Kashyab. ‘Kashyab-Mar’ (land Gods) werd tenslotte Kashmir.