Voorwoord
Door een toeval hoorde ik in 1973 de theorie dat Jezus in India zou hebben verbleven. Vol twijfel, en ook wat onzeker, probeerde ik achter zijn ware identiteit te komen. Ik kwam echter al snel tot de ontdekking dat er geen historische feiten over Jezus bestaan die als wetenschappelijk vaststaand beschouwd kunnen worden. Wie was deze man eigenlijk? Waar kwam hij vandaan? Waar ging hij naar toe? Waarom was hij voor zijn tijdgenoten zo vreemd en mysterieus? Wat wilde hij? In de loop van mijn onderzoek kwam ik uiteindelijk in India, waar ik kennis maakte met de man die zich al meer dan twintig jaar bezighoudt met het onderwerp ‘Jezus in India’: de archeoloog en indoloog prof. dr. F.M. Hassnain. Van hem ontving ik een schat aan verbijsterende informatie, aanmoediging en waardevolle steun.
Ik maak wat betreft de vorm van deze publikatie geen enkele aanspraak op een zuiver wetenschappelijke stijl, om te voorkomen dat de eenvoudige en logische inhoud onopgemerkt en onbegrepen in het niets verdwijnt, en dus genegeerd zou kunnen worden. Veel uitspraken lijken gewaagd en andere lijken zelfs onwaarschijnlijk. Hier ligt een groot gebied open voor onderzoek door wetenschappers van de verschillende aangesproken disciplines. Een enkeling kan deze taak niet aan. De Kerk wordt uitgedaagd om alle hier aangevoerde beweringen ad absurdum te voeren en het tegendeel te bewijzen, en ik ben benieuwd hoe ze zich eruit zal redden! Het is niet mijn doel of mijn bedoeling het wereldbeeld van het christendom te vernietigen en de onzeker geworden lezer te laten zitten met scherven. Het is gewoon van enorm belang, de weg terug te vinden naar de bronnen, naar de universele en centrale waarheid van de religieuze boodschap van Jezus, die door de profane machtswellust van een zich het religieus gezag aanmatigend instituut bijna volkomen onherkenbaar gemaakt werd. Dit boek verkondigt dus geen nieuwe leer; het probeert alleen de wegbereider te zijn voor een nieuwe toekomst, die gefundeerd is op de ware geestelijk-religieus-spirituele bronnen van het verleden.
‘Geloof niet dat ik bazel, dat ik dicht;
Ga heen en vind me een andere vorm!
Het is de hele Kerkgeschiedenis
Mengsel van vergissingen en macht.’
Johann Wolfgang von Goethe
Holger Kersten, Freiburg im Breisgau, maart 1983