Epiloog

Terwijl de vlammen verder de open haard in trokken, keek Anne naar haar vriendinnen. 'Jamie bleef nog een paar dagen en toen vertrok hij,' zei ze. 'Het kon niet anders. Zoals hij al zei, onze relatie was niet conventioneel. Het leeftijdsverschil was te groot, maar zo'n soort relatie was het niet. Ik wist dat ik alleen zou komen te staan en op de een of andere manier juichte ik dat toe. Mijn moeder heeft zo twintig jaar geleefd en dat waren de beste jaren van haar leven. Alleen zijn hoeft niet te betekenen dat je eenzaam bent.'

Ze dronk haar glas leeg en Clare schonk nog wat wijn in.

'Heb je sindsdien nog iets van hem gehoord?'

Anne schudde het hoofd. 'Hij moest verder. De tijd van rouw was voorbij. We hebben die paar dagen samen gehad en toen is hij zijn eigen weg gegaan en ik de mijne.'

'Heb je enig idee waar hij nu is?' vroeg Ali.

'Nee.'

'Vraag je het je nooit af?'

'Natuurlijk wel. Ik mis hem. Ik hield van hem.'

Ze aten aan de lange tafel in de eetkamer. Anne schepte het eten op en schonk nog wat wijn in en voor het eerst sinds tijden gingen ze samen aan tafel zitten.

'Dit huis straalt een rust uit die me nooit eerder is opgevallen,' merkte Ali op. 'Het lijkt wel of die rust zo in je trekt.'

Anne glimlachte. 'Dat zal dan wel de geest van mijn moeder zijn. In de paar jaar voor ze stierf, was ze de rust in eigen persoon. Na haar bezielde leven was dat de beste periode om haar te leren kennen.'

'Zou ze dat van Jamie hebben goedgekeurd?'

'Ben je mal, ze zou met hem hebben geflirt.'

'Waarom heb je het ons niet eerder verteld?' vroeg Clare. 'We hadden al zo'n vermoeden dat er meer aan de hand was dan Alans slippertjes. Maar we hadden geen idee dat er zoiets was.'

Anne legde haar vork neer. 'Ik wou het jullie ook vertellen. Ik heb het jóu bijna verteld, Clare, toen je me belde over die lunch die ik had vergeten. Weet je nog? Maar het leek gewoon nooit het juiste moment. Ik moest aan de jongens denken. Zij hadden al een zwaar jaar achter de rug en Paul zat voor zijn examen.' Ze trok een grimas. 'Ach, misschien moeten dit soort dingen wel eerst een tijdje privé blijven voordat je ze aan een ander vertelt. Begrijp je wat ik bedoel?'

'Nee,' zei Clare lachend. 'Dit is het sappigste verhaal dat we in jaren hebben gehoord. Volgens mij had je het ons veel eerder moeten vertellen.' Ze legde haar hand op die van Anne.

'Denk je dat je hem nog eens terug zult zien?' vroeg Ali.

Anne haalde haar schouders op. 'Ik heb geen idee. Maar dat geeft niet. Het was gewoon een moment, Ali. Een korte, passionele liefdesaffaire, als het opflitsen van een lucifer. Iets anders is nooit de bedoeling geweest.'

Ze ruimden de borden op en liepen terug naar de zitkamer.

'Ik zie dat je nog steeds niets hebt geplant in dat stukje tuin dat jullie onkruidvrij hebben gemaakt,' zei Clare.

'Nee, maar ik heb gewied en af en toe de grond omgespit.'

'Ben je van plan er iets te planten?'

'Ik weet het niet. Ik denk van wel, als de tijd rijp

is.'

Ali leunde achterover. 'Je bent een raadsel, Anne Kirby. Echt waar. We kennen je nu al dertig jaar en we hadden er geen idee van.'

'Ik ben helemaal geen raadsel, Ali. Ik ben een "Lieve Lita" die zich een beetje opgelaten voelt.'

Clare veranderde van onderwerp. 'Heb je gehoord dat Alan eindelijk in het kabinet komt?'

Anne knikte. 'Ik heb zoiets horen fluisteren, ja.'

'Sinds jullie scheiding houdt hij zich gedeisd.'

'Dat heb ik ook van de jongens gehoord.'

'Ik geloof niet eens dat hij een vriendin heeft. Mijn man ziet hem vrij vaak en hij zou het me vast vertellen als Alan met iemand uitging. Hij was gevraagd om de plaats van William Stanley in te nemen toen die aftrad, je weet wel, de minister van Onderwijs.'

Ze vertrokken zondag na de lunch en Anne scharrelde wat rond in de tuin. Ze was blij dat ze waren geweest en net zo blij dat ze het hun eindelijk had verteld. Ze vroeg zich af of er veel mensen waren die nooit iets dergelijks hadden meegemaakt.

Het jaar liep ten einde.

De jongens brachten de kerstdagen bij haar door en in januari werd ze gevraagd de groep te leiden die toezicht zou houden op de laatste schoonmaakacties op het strand. Anne was het hele jaar actief geweest en ze deed het dus maar al te graag. Mensen liepen in en uit bij haar en ze was meer op tv dan haar man. Toen dat was afgelopen, was ze wat vaker in Londen. De uitgever had haar wat meer taken toebedeeld en voor een tijdje vond ze dat prima. Desondanks zorgde ze dat ze zo veel mogelijk thuis was en toen de eerste lentebloemen zich lieten zien, keerde ze terug naar haar problemenrubriek. Ze wilde thuis zijn. Met warmer weer op komst was er nog heel wat te doen in de tuin.

Begin april zat ze in haar werkkamer een nieuwe reeks e-mailtjes door te lezen. Tegenwoordig waren er net zo veel mensen die haar een e-mail stuurden als een brief. Ze werkte ze allemaal af en stond net op het punt uit te loggen toen er nog een binnenkwam. Het was al vrij laat en ze dacht erover hem tot de volgende ochtend te laten staan. Maar het was er maar één, dus opende ze hem.

Beste mevrouw Kirby, Ik weet niet of er veel mannen naar u schrijven, maar ik ben een man met een dilemma. Ik ben niet getrouwd, in de dertig en geef sinds kort ontspoorde jongeren les in poëzie en kunst. De enige poëzie die ze begrijpen is rap en de enige kunst graffiti, maar wellicht vormen die de Shakespeare en Picasso van deze eeuw.

Een jaar geleden ontmoette ik een schitterende vrouw die iets ouder was dan ik. Onze wegen kruisten elkaar bij toeval, maar voordat we ieder onze eigen weg gingen, bracht ik enkele heel bijzondere dagen met haar door. We zijn als goede vrienden uit elkaar gegaan, maar door omstandigheden hebben we daarna geen contact meer gehad. Dat vind ik heel vervelend, want ik wist waar ze was en het was aan mij om het contact te onderhouden. Maar omdat ik een man ben en dus laks, heb ik te veel tijd laten verstrijken. Ze is een van de belangrijkste mensen in mijn leven en ik zou heel graag weer contact met haar hebben, maar omdat er al zoveel tijd is verstreken, weet ik niet goed of het gepast zou zijn. Als ik contact zou krijgen, zou dat misschien kunnen worden gezien als een stap terug. Toch zou ik haar graag weer willen zien, of anders minstens met haar praten, maar ik weet eigen-lijk niet goed wat ik ermee aan moet. Kunt u me advies geven?

Hoogachtend,Iemand die in de war is.

Anne was zich bewust van een kinderlijke opwinding. Aandachtig bekeek ze het scherm en met een glimlach om haar lippen las ze de brief opnieuw. Toen klikte ze op het antwoordpictogram.

Beste iemand die in de war is, U vertelt me een interessant verhaal en ik heb er lang en goed over nagedacht hoe ik hierop moest antwoorden. Als mensen naar me schrijven, probeer ik niet zozeer een advies te geven, maar eerder suggesties aan te dragen zodat ze er zelf uit kunnen komen.

Bij u heb ik echter de indruk dat er behoefte is aan een wat directere aanpak.

U stelt dat uw wegen elkaar toevallig hebben gekruist en dat u daarna geen contactmeer hebt gehad met deze dame. Een jaar mag lang lijken, maar dat is het niet. Als ik in uw schoenen stond - vergeef me deze woordspeling - dan zou ik wellicht die weg nog eens bewandelen.

Niet alle goede wegen blijven onbetreden, soms kan het zelfs geen kwaad een goede herinnering opnieuw te beleven. Mijn ervaring is dat je bij een tweede keer vaak dingen ziet die de je de eerste keer wellicht over het hoofd hebt gezien.

Zoals ik al zei, ik geloof er niet in om mensen te zeggen wat ze moeten doen. Ze moeten zelf over hun situatie nadenken. Maar ik hoop dat het bovenstaande u enig houvast heeft geboden.

Met vriendelijke groeten en veel succes, Mevrouw Kirby

Dat weekend ging ze naar het tuincentrum en zocht wat planten uit voor het braakliggende stuk bij de heg. Ze wist niet precies waarom, maar ze had bedacht dat ze iets wits wilde om het gazon af te bakenen, dus kocht ze een stel parkiettulpen en hostabollen en wat White Splendour, een helwitte anemonensoort. Ze kocht bruidssluier en nog wat Spring Green, ook een tulpensoort, en nam die in de auto mee naar huis. Die middag sloeg het weer om, dus dat planten kon ze wel vergeten.

Zondagochtend werd ze echter vroeg wakker. Het regende niet meer, de zon scheen en vogelgezang doorbrak de stilte. Ze legde de planten die ze had gekocht naast zich, ging toen op haar hurken zitten en bedacht waar ze ze zou planten. Ze voelde dat er iemand achter haar stond. Ze draaide zich om en zag hem aan het begin van de oprit staan.

Hij had zijn waxjas over zijn schouder hangen.

Zijn haar was lang en zijn ogen onduidelijk van kleur.

Hij stak het gazon over en hurkte naast haar neer. Ze rook de geur van zijn huid.

Hij stond op en pakte de schoffel met de lange steel.

'Volgens mij moet de grond eerst nog even worden omgewoeld voordat je met planten begint.' Hij stroopte de mouwen van zijn trui op. 'Kom,' zei hij, 'ik help wel even.'