20

Alan bleef even bij zijn auto staan en zijn leven trok in schimmen aan hem voorbij; hoe weinig had zijn ambitie hem opgeleverd en hoeveel jaren had hij daar wel niet aan besteed? Maar even verzonk hij in aangenamere dromen, was hij terug bij zijn universiteitsjaren en de perfecte kerst die ze aan de westkust hadden doorgebracht, toen hij besefte dat hij van niemand meer zou kunnen houden dan van Anne.

Ze had iets. Je zou het bijna bedeesdheid kunnen noemen, een delicaatheid in haar manier van doen die hij bij zijn andere veroveringen niet was tegengekomen. Voor Anne waren er alleen van die brutale vrouwen geweest die hun imago en fysieke aanwezigheid gebruikten om hun onzekerheid te verbergen. Voor Anne had hij nooit een echte relatie gehad, alleen een circus van seksuele uitspattingen dat niet ophield toen hij haar leerde kennen, maar zich louter in andere vormen begon te manifesteren.

Hij staarde nu over het verlaten strand en zag het andere strand van dertig jaar geleden, waar wrakhout in onordelijke stapels lag en hij een bijl had gepakt. Anne stond naast hem in een strakke spijkerbroek, rubberlaarzen en een dikke, wollen trui. De lucht was helder, de zon stond laag en de wind sloeg de koppen van de golven tegen de grotere rotsen. Alan trok een groot stuk wrakhout uit het opspattende water en hakte het in stukken. De bijl was scherp en de lichaamsbeweging deed hem goed. Hij trok zijn trui uit om meer bewegingsvrijheid te krijgen en hij voelde hoe Anne hem bekeek alsof hij een adonis uit de Griekse oudheid was. Hij was de avond ervoor behoorlijk dronken geweest, maar toen hij het hout aan het splijten was, zakte zijn kater af. Ze werkten naast elkaar en hij gaf de houtblokken aan haar door zodat zij ze kon opstapelen. Het was een intiem moment voor beiden. Terwijl de anderen stelletjes hadden gevormd, waren zij de enige twee die alleen sliepen en de insinuaties waren uiteraard niet van de lucht geweest.

Het probleem voor Alan was dat hij niet wist hoe hij haar moest benaderen. Als dit op gang kwam, zou het een echte relatie worden of tenminste zo echt als waartoe hij in staat was. Hij had geen ervaring met dit soort zaken en ondanks zijn goede opleiding en opvoeding had hij geen idee hoe hij het moest aanpakken. Wat hem betrof, was Anne zijn gelijke en daarmee had hij geen ervaring. Ze moest met respect worden behandeld, bijna met ontzag, en hij was gewend vrouwen te hebben die hém wat konden bieden en niet andersom.

Die avond hadden ze na het eten een fles wijn opengetrokken en vervolgens hadden de anderen hen voor het openhaardvuur achtergelaten. In plaats van te popelen van ongeduld zoals anders, voelde Alan zich niet op zijn gemak en hij begreep niet goed waarom. Anne zat op het kleed met haar knieën opgetrokken onder haar kin en haar handen eromheen. De gloed omlijstte haar gezicht, haar haren kwamen tot op haar schouders en vormden schaduwen waar ze bij haar jukbeenderen vielen. Ze leek gelukkig zoals ze daar zat, gelukkig met de stilte.

Alan had het nooit zo op stilte gehad. 'Dat lag er nogal dik bovenop, hé?' zei hij.

'Van die anderen bedoel je? Ja, dat vond ik ook.' Verder zei ze niets meer. Ze keek naar het vuur dat knetterde en snuffelde als een beest toen het gas uit de blokken ontsnapte.

'Wat een zalige vakantie, vind je niet?' zei Alan.

'Ja.'

'Heb je het een beetje naar je zin?' 'Ja. En jij?'

'O, ja.' Hij glimlachte toen. 'Veel beter dan het gebruikelijke familiefeest.'

Anne leunde achterover. 'Kun je dan niet met je familie opschieten?'

'O, jawel, maar het ligt gewoon aan Kerstmis. Je weet hoe het gaat als een familie bij elkaar is.'

Ze knikte. 'Bij mij thuis valt het wel mee, wij zijn maar met ons drieën.'

'Bij mij ook, maar ik vind dit toch leuker.' Alan keek haar toen aan en hij voelde zijn hart bonzen. Anne glimlachte en haar blik was kalm en hij zag niets van zijn eigen angstgevoelens op haar gezicht.

Hij kon niet begrijpen waarom dit nu zo moeilijk was. Normaal gesproken zou hij voor de haard zitten met een hand op haar dij en maakte hij met de andere de knoopjes van haar blouse los. Maar niet bij Anne.

Ze leek zijn onzekerheid te merken. 'Is er iets, Alan?'

'Nee, hoor.'

'Je lijkt zo gespannen.'

'Vind je?' Hij voelde een blos opkomen. 'Dat ben ik anders niet. Er is niks aan de hand.'

'Wil je naar bed?'

Hij staarde haar aan. 'Jij?'

'Nee, ik bedoel, ben je moe?'

Opnieuw voelde hij zich in verlegenheid gebracht. Dit was hij niet gewend. 'Sorry,' zei hij. 'Nee, ik ben helemaal niet moe.'

Ze bleven zo nog een poos zitten en keken naar het vuur. Toen stond Anne op en ging naar haar slaapkamer. Alan bleef zitten en vroeg zich af of ze naar bed was en of hij het nu had verknald. Toen hoorde hij haar in de gang en toen hij opkeek, zag hij haar weer binnenkomen met haar dekbed. Ze had een blauw nachthemd aan dat van haar schouder zakte. Ze zei niets maar legde het dekbed voor de haard, deed de deur van de woonkamer dicht en draaide zich naar hem om.

Alan zat op de grond met een brok in zijn keel en een gevoel van paniek in zijn borst. Dit was belachelijk: hij was Alan Kirby, de meesterverleider, de meest gewilde man van de campus. Niettemin zat hij hier bij dit rustige, zelfverzekerde meisje en hij wist zich met zijn figuur geen raad.

Anne ging in kleermakerszit tegenover hem op het dekbed zitten en legde nog wat hout op het vuur. Ze keek hem aan, stak haar armen uit en raakte zijn gezicht aan. Er zat zoveel liefde, zoveel tederheid in die aanraking en hij besefte dat hij een dergelijke emotie nog niet eerder had meegemaakt. Onhandig boog hij zich voorover om haar te kussen, hun hoofden raakten elkaar en Anne begon hardop te lachen.

Zijn begeerte liet hem in de steek.

Ze raakte zijn gezicht opnieuw aan, trok zijn hoofd naar zich toe en kuste hem. Toen duwde ze hem voorzichtig naar achteren tot hij op de vloer lag.

Ze trok haar nachthemd over haar hoofd.

Alan staarde naar haar borsten, nog steeds met een brok in zijn keel, en in zijn spijkerbroek was geen enkele beweging te bespeuren. Dat was niets voor hem en hij raakte lichtelijk in paniek.

Anne ging met haar vingers over zijn overhemd en maakte de knopen los. Ze deed het overhemd open zodat ze zijn naakte huid kon strelen. Toen liet ze haar vingers naar zijn broeksriem glijden.

Alan wist niet goed of hij haar haar gang moest laten gaan zodat ze zijn angst zou ontdekken, of haar moest laten ophouden. Anne kuste hem en hartstochtelijk beantwoordde hij haar kus. Als hij nu het heft in handen nam, kwam het misschien toch nog goed. Hij probeerde het, maar hij merkte dat hij zo gefocust was op resultaat dat er niets gebeurde en nu raakte hij helemaal in paniek.

Anne had zijn riem los gemaakt en zijn gulp open en dwaalde met haar vingers verder en eigenlijk vond hij dat dat niet kon. Ze keek hem aan. 'Is er iets, Alan?'

Hij keek haar weer aan, ze was naakt en jong en zat voor hem en was in alle opzichten een vrouw die wist wat ze deed.

'Vind je me niet leuk?' vroeg ze.

Hij keek naar het plafond. 'Natuurlijk vind ik je leuk. Je bent geweldig.'

'Wat is er dan aan de hand?'

Hij schudde het hoofd. 'Dat weet ik niet.'

'Loop ik volgens jou te hard van stapel?'

Nu was hij gepikeerd. 'Nee.'

'Wat dan?'

'Dat weet ik niet, Anne.' Hij ging rechtop zitten en Anne zakte onderuit en ging op haar zij naast hem liggen, ogenschijnlijk onaangedaan, en het leek haar niet te deren dat ze naakt voor het vuur lagen. Hij bleef even zitten, nam een slok wijn en stak een sigaret op.

'Dit is me nog nooit overkomen.'

Ze trok haar wenkbrauwen op. 'Moet ik nu beledigd of vereerd zijn?'

Alan keek haar zijdelings aan. 'Ik vind je echt aardig, Anne. Ik bedoel, écht aardig. Snap je dat?' Hij zuchtte diep. 'Zo heb ik me nog nooit gevoeld.'

'Dat is dus een compliment.' Anne legde haar koele handpalm op zijn dij. 'Het maakt niet uit, Alan. Gewoon ontspannen. Je moet het wat tijd geven.'

'Het maakt voor mij wel uit.'

'Maak je niet druk. Het komt wel goed. We hebben de hele nacht nog.'

Maar het kwam niet goed. Het kwam die eerste nacht helemaal niet goed, het was meer dan erg, zijn onbekwaamheid maakte hem bang en tot het weer licht werd lag hij te wachten tot er iets gebeurde en toen dat niet het geval was, viel hij in slaap en voelde hij zich vreselijk ongerust.

Terugkijkend zag hij iets ironisch in het werk dat Anne later was gaan doen. Hij vroeg zich af wat voor advies ze hem zou geven als hij naar haar rubriek had geschreven en haar zijn probleem had voorgelegd. Het probleem bleef natuurlijk niet. Anne was geduldig en zijn vertrouwen kwam terug en de tweede avond vrijde hij met haar. Ze was anders dan al die anderen die hij had gehad en hij wist hoeveel hij om haar gaf. Hij wilde alles delicaat aanpakken en dat was waarschijnlijk ook de reden geweest van zijn ongemak.

Toen zijn zelfvertrouwen was teruggekeerd, waagde hij zich met de zuiverste bedoelingen aan de relatie.

Dat hield hij ongeveer een jaar vol.

Toen staken de oude gevoelens de kop weer op en daar moest hij wel gehoor aan geven.

Hij stapte weer in de auto en ademde diep in. Ondanks zijn zelfonderzoek bleef hij last van zijn maag houden. Hij overwoog om terug naar Londen te rijden, maar de lege dagen strekten zich zo eindeloos uit dat het hem angst aanjoeg. Wat moest hij doen als die ambitie hem niet aan het werk hield? En als zijn ambitie uiteindelijk verder werd gedwarsboomd, waar zou hij dan zijn zonder zijn vrouw?