26

Het was een lange brief en de briefschrijver deed zijn uiterste best zichzelf zo goed mogelijk uit te drukken alsof hij dit nog aan niemand had verteld omdat hij het idee had dat hij het aan niemand kon vertellen, en door het op te schrijven en er een vreemde deelgenoot van te maken, zou zijn last misschien wat minder zwaar worden. Anne las de brief nauwkeurig en de toon kwam haar bekend voor, ze werd door iets gegrepen en ze herinnerde zich het gevoel van toen ze hem voor het eerst had gelezen.

Jamie ontdekte het als eerste. Als Susan het had gemerkt, dan had ze het hem niet verteld en volgens hem zou ze dat dan wel hebben gedaan. De communicatie tussen hen was minimaal, maar als het iets was wat Charlie betrof, dan hielden ze over het algemeen wel contact. Susan had er niets over gezegd en Jamie merkte het dan ook pas op toen Charlie een weekend bij hem in de flat was en hij zijn tanden poetste.

Ze hadden een geweldige dag gehad en hadden op het strand gevoetbald met Charlies vriendje Tommy. Ze hadden Tommy naar huis gebracht en Charlie was apetrots geweest dat hij eindelijk zijn beste vriend aan zijn vader had kunnen voorstellen en omgekeerd.

Toen Charlie zijn tanden aan het poetsen was, deed hij zijn bovenlip omhoog en toonde zijn vader zijn tandvlees. Daar was iets te zien wat eruitzag als een witte zweer.

'Ik denk dat er een kies aan het doorkomen is,' zei hij.

Jamie, die ook zijn tanden aan het poetsen was, knikte. Het was hun zondagse ritueel.

'Zit je melkkies al los?'

'Nee.'

'Dat komt dan nog wel.'

Toen hij Charlie in bed aan het instoppen was, keek Jamie nog een keer naar het tandvlees. Charlie had gelijk, de witte afdruk op het tandvlees zag er inderdaad uit als een kies die op het punt stond om door te komen.

'Doet het pijn?'

'Nee.'

'Dan is het goed.' Jamie streek het haar uit het gezicht van de jongen. 'Welk verhaal wil je horen?'

'Het gedicht.'

'Dat over de indiaan?'

Charlie knikte.

'Wil je dat weer horen, wil je echt niets anders?'

Charlie schudde het hoofd.

'Ik kan ook voorlezen uit een van je boeken als je dat liever hebt.'

'Nee, ik wil het gedicht.'

'Goed, doe je ogen maar dicht.' Jamie deed het licht uit, zodat alleen de maan door het raam naar binnen scheen en in de schemering keek hij naar het bleke gezicht van zijn zoon.

Het was geen kies die aan het doorkomen was, maar een zweer die maar niet weg wilde gaan. Jamie dacht er niet meer aan, hij vergat het zelfs tegen Charlies moeder te zeggen, omdat hij dacht dat het maar een tand was. Toen hij een paar maanden later bij de tandarts was, zag hij een poster hangen over mondhygiëne. Hij belde naar Susan en haar moeder nam op.

'Weet u of Charlies kies al is doorkomen?' vroeg hij haar.

'Welke kies?'

'Rechtsbovenin.'

'Ik wist niet eens dat er een loszat.'

'Kunt u vanavond eens kijken en wilt u me dan bellen?'

'Charlie is hier,' zei ze.

'Is hij dan niet naar school?'

'Nee, hij is ziek. Hij klaagt al een paar dagen over buikpijn en gisteren was hij misselijk.'

Jamie staarde door het raam naar de spits van de kerktoren. 'Heeft Susan de dokter al laten komen?'

'Nee. Ze zei dat ze dat zou doen als het vanavond nog niet beter ging.'

Jamie ging naar hun huis en zijn ex-schoonmoeder liet hem binnen. De jongen zag lijkbleek, zijn haar was drijfnat van het zweet en zijn ogen waren wat opgezwollen. Naast zijn bed stond een kom voor het geval hij moest overgeven. Jamie ging zitten en pakte Charlies hand. Die voelde zo warm aan dat het leek alsof de huid zelf ontstoken was. Zijn schoonmoeder bleef achter hem staan.

'Kunt u alstublieft een dokter bellen?'

'Er is niets met hem aan de hand.'

Jamie keek achterom. 'Er is wel iets met hem aan de hand. Hij is ziek. Bel alstublieft een dokter.'

Ze liep naar de telefoon en Jamie streelde het gezicht van zijn zoon. Charlie leunde over het bed en kokhalsde boven de kom. Toen hij weer ging liggen, bette Jamie zijn voorhoofd met een washandje.

'Hoe is het met je kies?'

'Die doet pijn.'

'Mag ik eens kijken?'

Het kostte Charlie duidelijk moeite om zijn lip omhoog te doen. De bewuste plek op zijn tandvlees was nog steeds wit en was veel groter geworden. Op dat moment wist Jamie dat het geen kies was die aan het doorkomen was.

Het duurde nog een uur voordat de arts er was en Jamie bleef aan het bed zitten terwijl zijn zoon onrustig sliep. Toen de arts aankwam, nam hij de temperatuur op, controleerde hij zijn polsslag en keek hij met een lampje in zijn oog.

'Hoelang geeft hij al over?'

Jamie keek zijn schoonmoeder aan.

'Sinds gistermiddag,' zei ze.

'Hij is uitgedroogd. Ik wil hem in het ziekenhuis laten opnemen.'

Toen liet Jamie hem de zweer op Charlies tandvlees zien. De dokter zette grote ogen op Jamie voelde een schaduw over hem neerdalen.

In het ziekenhuis werd Charlie meteen aan het infuus gelegd en kwam er een andere arts naar hem kijken. Hij bekeek uitvoerig zijn mond en hij voelde vervolgens in zijn nek en keek in zijn keel. Inmiddels was Susan uit haar werk geroepen en Jamie was boos op haar omdat het niet tot haar was doorgedrongen hoe ziek Charlie was. Ze zaten bij elkaar en toch ieder apart, alsof ze gescheiden waren door een oceaan.

'Wat is dat op zijn tandvlees?' vroeg Susan toen de arts zich over Charlies bed heen boog.

'Dat weet ik niet.' Hij deed een stap achteruit. 'Hoelang zit het daar al?'

'Een paar weken denk ik, ik weet het eigenlijk niet. We dachten gewoon dat zijn kies aan het doorkomen was.'

'Ik wil een andere specialist nog een keer naar hem laten kijken.'

'Wanneer?'

'Nu meteen,' zei de arts.

Toen hij weg was, zaten Jamie en Susan aan het bed van hun zoon. Charlie lag te slapen en de spanning tussen hen was te snijden.

'Wat denk je dat het is?' vroeg Susan hem uiteindelijk.

'Geen idee. Hoe komt het dat je het niet eerder hebt ontdekt?'

Ze keek hem verbaasd aan. 'Wat wil je daarmee zeggen?'

Hij zei niets.

'Vooruit, Jamie. Wat bedoel je daarmee? Dat ik het eerder had moeten zien? Dat ik had moeten weten wat het is? Dat ik met hem naar de tandarts of zo had moeten gaan? Nou?'

'Nee.'

'Je vindt mij een slechte moeder, is dat het?'

Jamie klemde zijn lippen stijf op elkaar. Toen stond hij op en liep de gang op.

Hij kon het niet opbrengen iets tegen haar te zeggen.

Hij kon niets zeggen.

Ze was de verkeerde persoon.

De andere specialist was er binnen tien minuten en vroeg hun in de wachtkamer te wachten terwijl hij hun zoon onderzocht. Een halfuur later kwam hij binnen en hij ging zitten. Hij legde zijn armen op zijn knieën en drukte zijn vingertoppen tegen elkaar. Jamie kon de spanning in hem voelen.

'En?' zei hij.

De dokter keek op. 'Ik wil een paar onderzoeken doen.'

'Wat voor onderzoeken?'

'Allereerst een biopsie.'

'Van de zweer?'

Hij knikte. 'Ik zal er verder voor zorgen dat er ook nog röntgenfoto's en een MRl-scan worden gemaakt.'

'MRI?' Susan staarde hem verbaasd aan. 'Dat is toch zijn hele lichaam, hè?'

De arts schudde het hoofd. 'Dat hoeft niet altijd. Maakt u zich geen zorgen, ik neem alleen wat voorzorgsmaatregelen.'

'Maar waarom?' vroeg Susan. 'Hij is gewoon misselijk en hij heeft een zweer in zijn mond. Waarom wilt u dan dat er een MRI van hem wordt gemaakt?'

'Omdat ik het nodig vind.' De arts klopte zachtjes op haar arm.

'Maakt u zich niet ongerust. Ik wil alleen zeker weten waar we mee te maken hebben. Misschien hebt u wel gelijk en is hij gewoon wat ziek en heeft hij last van die zweer. Daarom wil ik ook die onderzoeken doen. Zodat we er zeker van kunnen zijn.' Toen stond hij op. 'Als jullie het goedvinden, zou ik er graag wat vaart achter zetten.'

'Nu dus?' Jamie voelde hoe zijn hart begon te bonzen.

De arts knikte. 'Nu meteen: ik wil dat hij wordt klaargemaakt voor de biopsie.'

Jamies mond was droog. 'U wilt de scan omdat de zweer wel eens kwaadaardig kan zijn,' zei hij meer tegen zichzelf. 'En zo ja, dan wilt u kijken of er uitzaaiingen zijn.'

'Nu loopt u wel erg hard van stapel,' zei de arts.’Zeg dan dat ik het bij het verkeerde einde heb.’De arts zei niets.