22
Het was niet alleen rivierijs dat scheurde en rees tijdens de dooi. In de straten die gedurende de lange winter bevroren waren geweest vielen enorme barsten en kuilen.
Het verbaasde Nate niet dat Bing een contract had voor wegreparaties en -onderhoud. Wat hem wel verbaasde was dat het niemand leek te deren in wat voor slakkentempo reparatie en onderhoud plaatsvonden.
Maar hij had andere dingen aan zijn hoofd.
Mensen, ontdekte hij, vertoonden ook scheuren. Sommigen die tijdens de donkere meedogenloze winter hun gezond verstand hadden bewaard, schenen te denken dat een vleugje lente een goed moment was om zich te laten gaan.
Zijn cellen waren draaideuren voor dronkaards, herrieschoppers, plegers van huiselijk geweld en simpelweg gestoorden.
Vlak nadat het licht was geworden, werd hij gewekt door het geluid van claxons en ging hij bij het raam staan, ‘s-Nachts had het licht gesneeuwd, een dun glinsterend laagje dat in de opgaande zon op de wegen en trottoirs lag.
De lichten op de afzetting om het gat van een halve meter diep dat hij ‘de krater van Lunacy’ had gedoopt, knipperden rood en geel. Om die knipperende lichten zag hij een man een soort horlepijp dansen. Dat was misschien al verbazingwekkend genoeg op dat tijdstip, maar dat de man spiernaakt was gaf het beeld een zekere zwier.
Er stonden al mensen omheen. Sommigen klapten, misschien om het ritme aan te geven, dacht Nate. Anderen riepen aanmoedigingen of beledigingen.
Met een zucht droogde hij zijn halfgeschoren gezicht af, trok een overhemd en schoenen aan en snelde naar beneden.
Het restaurant was verlaten, met een paar borden half opgegeten ontbijt als stille getuigen van de aantrekkingskracht van een naakte man die op Lunatic Street danste.
Nate graaide een jasje van een haak en liep in zijn hemdsmouwen naar buiten.
Er klonk gefluit en stampende voeten; de ochtendtemperatuur had nog net niet het vriespunt bereikt, oordeelde Nate. Hij baande zich een weg door de verzamelde menigte. Nu herkende hij de danser. Tobias Simpsky, parttime winkelbediende bij The Corner Store, parttime bordenwasser in The Lodge, en parttime dj bij Lunatic Radio.
Hij was van zijn horlepijp overgegaan op een soort indianendans die zo uit een western kon komen.
“Hallo, sheriff.” Rose glimlachte sereen met Jesses hand in de hare en de baby in een draagzak op haar borst. “Mooie ochtend.”
“Zeg dat wel. Is er vandaag iets speciaals aan de hand? Een heidens ritueel waarover ik niets heb gehoord?”
“Nee. Het is gewoon woensdag.”
“Juist.” Hij liep door de toeschouwers. “Hé, Toby? Ben je je hoed vergeten, vanmorgen?”
Nog altijd dansend gooide Toby zijn lange bruine haar naar achteren en stak zijn armen in de lucht. “Kleren zijn maar een symbool van onze ontkenning van de natuur, van onze acceptatie van beperkingen en verlies van onschuld. Vandaag word ik één met de natuur! Vandaag omhels ik mijn onschuld. Ik ben man!”
“Nauwelijks,” riep iemand, wat algemeen gelach ontlokte.
“Zullen we daar eens over praten?” Nate pakte zijn arm beet en sloeg het jasje om zijn heupen.
“De mens is een kind en een kind komt naakt ter wereld.”
“Dat heb ik gehoord. De show is afgelopen!” riep Nate. Hij drapeerde het jasje zo goed mogelijk terwijl hij Toby naar de overkant loodste. De man had kippenvel op elke centimeter blote huid. “Hier is toch weinig te zien,” mompelde hij.
“Ik drink alleen water,” zei Toby tegen hem. “Ik eet alleen wat ik met mijn eigen handen verzamel.”
“Ik snap het. Voor jou geen koffie en donuts.”
“Als we niet dansen, komt de duisternis terug, en de koude winter. De sneeuw.” Met een wilde blik keek hij om zich heen. “Het is overal. Het is overal.”
“Dat weet ik.” Nate kreeg hem naar binnen in een cel. Omdat hij dacht dat Ken het dichtst in de buurt van een psychiater kwam, belde hij hem met het verzoek om langs te komen.
In de andere cel lag Mike de dronkelap te snurken en zijn de roes uit te slapen waarin hij de vorige nacht bij de buren naar binnen was gegaan in plaats van zijn eigen huis.
Inclusief Mike de dronkelap was hij tussen elf en twee zes keer opgeroepen. Doorgesneden banden bij Hawleys jeep, een draagbare radio op volle geluidssterkte achtergelaten op de stoep van Sarrie Parker, ingegooide ruiten bij de school, nog meer gele graffiti op Tim Bowers nieuwe Skidoo en Charlenes Ford Bronco.
Blijkbaar was de gedachte aan de lente genoeg om de plaatselijke bevolking de kriebels te geven.
Nate dacht aan koffie, zijn overgeslagen ontbijt en wat een man ertoe bracht om naakt op een besneeuwde straat te dansen toen Bing met slaande deur binnenkwam. Hij was groot en massief en zag eruit alsof hij in staat was iemand te vermoorden.
“Dit heb ik tussen mijn gereedschap gevonden.” Hij smeet twee hengels op de balie, stak de grondboor die eruitzag als een kromzwaard naar voren en smeet die ook neer. “Ik ben geen dief, dus zorg maar dat je degene vindt die ze tussen mijn spullen heeft gelegd om mij een loer te draaien.”
“Zijn deze van Ed Woolcott?”
“Zijn naam staat verdomme op de hengels gegraveerd, niet dan? Net iets voor die miezerige mierenneuker om zijn naam op veel te dure hengels te laten zetten. Ik zeg je dit: laat hij niet beweren dat ik ze heb gestolen. Dan sla ik hem helemaal verrot.”
“Waar heb je ze gevonden?”
Bing balde zijn vuisten. “Als je zegt dat ik ze heb gestolen, sla ik jou ook verrot.”
“Ik heb niet gezegd dat jij ze hebt gestolen, ik vroeg waar je ze hebt gevonden.”
“In mijn hut. Ik was weg gisteravond. Om mijn hut binnen te slepen voor het seizoen. Toen vond ik ze. Ik dacht na wat ik moest doen, en hier ben ik.” Hij priemde een vinger naar Nate. “En nu moet jij je werk doen.”
“Wanneer was je voor het laatst in je hut voor gisteravond?”
“Ik heb het druk gehad, niet soms? Een paar weken geleden, misschien. Als ze er toen hadden gelegen had ik dat meteen gezien, net als nu. Ik gebruik dat mietjesspul niet.”
“Kom mee naar mijn kantoor, Bing, en ga zitten.”
Zijn enorme vuisten balden zich weer en hij ontblootte zijn tanden. “Hoezo?”
“Je moet officieel aangifte doen. Melden of er aan je spullen is gezeten, of er iets is toegevoegd of weggenomen, of je hut op slot was, wie jou te grazen zou willen nemen.”
Bing keek hem met een snierende blik aan. “Je zult me op mijn woord moeten geloven.”
“Klopt.”
Bing stak zijn bebaarde kin vooruit. “Goed dan. Maar het moet snel gebeuren. Ik heb werk te doen, niet soms?”
“We doen het snel. En zorg jij dat die krater in Lunatic Street wordt opgevuld voor er een hele familie in tuimelt.”
Aangezien Bing een man van weinig woorden was waren ze binnen tien minuten klaar met de aangifte.
“Is er tussen jou en Ed in het verleden iets voorgevallen wat ik zou moeten weten?”
“Ik zet mijn geld op zijn bank en haal het eraf als ik het nodig heb.”
“Gaan jullie daarbuiten met elkaar om?”
Bing snoof schamper. “Ik word niet bij hem thuis uitgenodigd voor etentjes en ik zou ook niet gaan als dat wel zo was.”
“Waarom niet? Is zijn vrouw zo’n slechte kok?”
“Ze is verwaand, net als hij, alsof ze beter zijn dan wij. Hij is een klootzak, maar hij is niet de enige.” Hij haalde zijn massieve schouders op. Het was alsof een berg zich uitrekte. “Ik heb niet echt iets tegen hem.”
“Kun je iemand bedenken die iets tegen jou heeft? Genoeg om je in de problemen te willen brengen?”
“Ik bemoei me met mijn eigen zaken en ik verwacht van anderen hetzelfde. Als iemand daar moeilijk over doet, sla…”
“Je ze verrot,” maakte Nate de zin af. “Ik zal zorgen dat Ed zijn eigendommen terugkrijgt. Goed dat je ze hier gebracht hebt.”
Bing bleef nog even zitten en trommelde met zijn dikke vingers op zijn brede dijen. “Ik hou niet van dieven.”
“Ik ook niet.”
“Ik begrijp niet waarom je zo graag een man opsluit die een paar borrels op heeft of iemand die hem lastigvalt een dreun geeft, maar een dief is iets anders.”
Nate geloofde hem. Op Bings strafblad stond geweldpleging, maar geen diefstal. “Verder nog iets?”
“Iemand heeft mijn jachtmes en mijn extra handschoenen meegenomen.”
Nate pakte nog een formulier. “Geef me een beschrijving.”
“Gewoon een jachtmes.” Hij floot tussen zijn tanden toen Nate alleen maar afwachtte. “Met een lemmet van twaalf centimeter, houten heft, inklapbaar. Een jachtmes.”
“En de handschoenen?” vroeg Nate, terwijl hij de beschrijving invulde.
“Werkhandschoenen, godallemachtig. Koeienhuid, flanellen voering. Zwart.”
“Wanneer zag je dat ze weg waren?”
“Vorige week.”
“En waarom doe je nu pas aangifte?”
Bing zei een minuut lang niets, toen haalde hij zijn reusachtige schouders opnieuw op. “Misschien ben je niet alleen maar een klootzak.”
“Ik ben ontroerd. Tranen biggelen over mijn wangen. Sluit je je hut altijd af?”
“Nee. Niemand is ooit zo stom geweest om aan mijn spullen te komen.”
“Er is altijd een eerste keer,” zei Nate.
Toen hij weer alleen was en op Ken wachtte die op een of andere manier moest vaststellen hoe Toby er psychisch aan toe was bekeek hij de verslagen op zijn bureau. Een aardig stapeltje, vond hij. Misschien niet zoveel als hij in Baltimore gewend was, maar beslist een stapel. Met kruimeldiefstal en kleinschalig vandalisme als hoofdmoot.
Zoveel dat hij het de laatste paar weken flink druk had gehad. Met al die drukte had hij maar weinig tijd gehad voor zijn onofficiële onderzoek.
Misschien was dat geen toeval. Misschien was het een kosmische waarschuwing dat hij niet meer bij Moordzaken zat.
Of misschien was er iemand nerveus.
Hij belde Ed die naar hem toe kwam en zag diens gezicht oplichten bij het zien van zijn hengels en boor.
“Als het goed is, zijn dit jouw eigendommen.”
“Zeker weten. Ik had ze al opgegeven en me erbij neergelegd dat ze in een of andere pandjeszaak in Anchorage lagen. Goed werk, sheriff Burke! Heb je iemand gearresteerd?”
“Nee. Bing vond ze gisteravond tussen zijn spullen in zijn ijshut. Hij heeft ze vanmorgen meteen gebracht.”
“Maar…”
“Kun je een reden bedenken waarom Bing in jouw hut zou inbreken, de boel bekladden, die spullen meenemen en ze bij mij terugbrengen?”
“Nee.” Ed liet zijn hand over beide hengels glijden. “Nee, dat kan ik niet, maar feit blijft dat ze bij hem lagen.”
“Het enige feit is dat hij ze heeft gevonden en teruggebracht. Wil je daar een zaak van maken?”
Ed zuchtte en bleef even staan terwijl zich op zijn gezicht een innerlijke strijd afspeelde. “Tja…ik kan eerlijk gezegd niet bedenken waarom Bing die spullen zou stelen, laat staan dat hij ze dan weer zou terugbrengen. Ik heb ze terug, daar gaat het om. Maar het verklaart niet het vandalisme of de diefstal van een fles whisky.”
“Ik hou de zaak open.”
“Goed. Oké.” Hij knikte naar het raam waar de ijsschotsen op het donkerblauwe water dreven. “Je hebt je eerste winter overleefd.”
“Daar ziet het inderdaad naar uit.”
“Sommigen verwachten niet dat je die ervaring nog een keer wilt meemaken. Ik vroeg me zelf ook af of je van plan bent terug te gaan naar Lower 48 als je contract is afgelopen.”
“Dat hangt ervan af of de stad mijn contract wil verlengen.”
“Ik heb nog geen klachten vernomen. Niets belangrijks althans.” Hij pakte de hengels en de boor op. “Ik zal ze opbergen.”
“Je moet even een ontvangstbewijs tekenen.” Nate stond op vanachter zijn bureau. “Laten we het formeel houden.”
“O. Natuurlijk.” Ed krabbelde zijn handtekening op de stippellijn. “Bedankt, sheriff. Ik ben blij dat ik mijn spullen terug heb.”
Nate zag dat hij naar de deken over het prikbord keek, zoals hij al twee keer eerder had gedaan. Hij vroeg of zei er echter niets over.
Nate sloot zelf de deur, liep naar het bord en trok de deken eraf. Op een lijst met namen trok hij een potloodstreep die Bing met Ed verbond. En zette er een vraagteken bij.
De lucht klaarde die middag op en Nate zag de rode stip van Megs vliegtuig. Hij reed terug van een oproep dat er een lijk was gevonden bij de stroom in Rancor Woods. Het bleek een paar oude schoenen te zijn die in de sneeuw vastzaten en die de vogelaars op vakantie in hun gehuurde hut door hun verrekijker hadden gezien.
Toeristen, dacht Nate, toen hij de schoenen—die waarschijnlijk door andere toeristen waren achtergelaten—achter in zijn auto gooide.
Toen hoorde hij het bekende geronk van het rode vliegtuig en zag Meg door de wolken glijden.
Toen hij bij de smalle aanlegsteiger op de rivier was, was ze al geland. De drijvers aan haar vliegtuig waren ook een teken dat het lente was. Hij liep over de deinende steiger naar haar toe terwijl zij met Jacob de boodschappen uitlaadde.
“Ha, knapperd.” Ze zette een doos op de steiger waardoor die trilde. “Ik zag je in de buurt van Rancor Woods. Mijn hart sloeg meteen een roffel, hè, Jacob?”
Hij grinnikte in zichzelf en droeg een grote doos naar zijn jeep.
“Ik heb een cadeautje voor je.”
“O, ja? Geef op.”
Ze graaide in een andere doos en haalde een pak condooms tevoorschijn. “Ik dacht dat je misschien te verlegen was om een voorraad in The Corner Store te halen.”
“En ik word er natuurlijk niet verlegen van dat je ermee rond staat te zwaaien op een openbare steiger.” Hij trok ze uit haar hand en stopte ze in zijn jaszak.
“Ik heb drie pakjes, maar de andere twee zal ik veilig bewaren.” Ze knipoogde en bukte zich om een doos op te tillen. Hij was haar voor. “Laat mij maar.”
“Voorzichtig. Het is een antiek theeservies. Joanna’s grootmoeder wil haar dat voor haar dertigste verjaardag geven.” Ze pakte nog een doos en liep met hem mee. “Wat doe je hier in de buurt van de steiger, sheriff? Op zoek naar loslopende vrouwen?”
“Ik heb er toch al een gevonden?”
Ze lachte en gaf hem een zetje met haar elleboog. “We zullen zien of je me straks nog losser kunt maken.”
“Het is filmavond.”
“Filmavond is op zaterdag.”
“Nee, ze hebben het verzet, weet je nog? Omdat het anders zou samenvallen met het lentefeest van de middelbare school.”
“O, ja. Daar heb ik een paar jurken voor meegenomen. Welke film draaien ze?”
“Twee. Vertigo en Rear Window?”
“Ik zorg voor popcorn.”
Ze laadde de doos in haar pick-up en keek naar hem toen hij de zijne inlaadde. “Je ziet er moe uit, Nate.”
“Er zijn nogal wat mensen die lentekoorts hebben. Daar heb ik het druk mee. Zo druk dat ik niet zoveel aandacht kan geven aan andere dingen als ik zou willen.”
“Je hebt het toch niet over mijn naakte lichaam, hè?” Ze keek naar haar vliegtuig, waar Jacob de laatste lading uit haalde. “Mijn vader is al zestien jaar dood. Tijd is relatief.”
“Ik wil dit voor je oplossen. Voor hem ook. En voor mezelf.”
Ze wikkelde een lok van zijn haar om haar vingers. Hij had het door haar laten bijknippen. Een teken dat hij moedig was, vond ze. Of waanzinnig verliefd.
“Ik heb een plan. Laten we vanavond vrij nemen. Gewoon naar de film gaan, popcorn eten en vrijen.”
“Ik heb meer vragen dan antwoorden. Ik moet jou er ook een aantal stellen. Dat zul je niet prettig vinden.”
“Dan moeten we vanavond zeker vrij nemen. Eerst deze spullen afleveren. Tot straks.”
Ze sprong in de cabine van de truck en zwaaide even naar Nate toen Jacob wegreed. Maar ze keek hem in de zijspiegel na tot ze de bocht om waren.
“Hij ziet er bezorgd uit,” zei Jacob.
“Een type als hij is altijd bezorgd. Waarom vind ik dat zo aantrekkelijk?”
“Hij wil je graag beschermen. Dat heeft niemand ooit gedaan.” Hij glimlachte om de blik waarmee ze hem aankeek. “Ik heb je dingen geleerd, naar je geluisterd, aandacht gegeven. Maar ik heb je nooit beschermd.”
“Ik hoef niet beschermd te worden. Dat wil ik ook niet.”
“Nee, maar weten dat hij het zou doen vind je aantrekkelijk.”
“Misschien wel. Wie weet.” Daar moest ze over nadenken. “Maar zijn behoeften en de mijne gaan natuurlijk binnenkort lijnrecht tegen elkaar in. En dan?”
“Dat hangt ervan af wie er nog overeind staat na de botsing.”
Half lachend strekte ze haar benen. “Hij maakt geen enkele kans.”
Ze had gehoopt op tijd naar huis te kunnen en zich op te frissen voor een avond ongebreidelde seks. Dat was een manier om het boeiend, basaal, en, moest ze toegeven, gedachteloos te houden. En ze geloofde dat het hem niet zou schaden een tijdje gedachteloos te zijn.
Hij dacht veel te veel na, en dat was besmettelijk.
Ze had echter geen tijd nadat ze al haar lading had afgeleverd en haar geld had geïnd. Ze moest er genoegen mee nemen haar eigen popcorn in de keuken van The Lodge te maken terwijl Dikke Mike haar toezong met musicalliedjes.
Het was geen kwelling om naar Dikke Mike te luisteren terwijl ze werkte. Ook kreeg ze het laatste nieuws te horen van Rose die de keuken in en uit liep, en ze bewonderde foto’s van Willow en nieuwe foto’s van Dikke Mikes peuter.
Het was bijna alsof ze thuis was in de warme drukte van de keuken, terwijl ze luisterde naar praatjes en gezang. Bovendien mocht ze een stuk van Dikke Mikes speciale cake met appelsaus uitproberen.
“Dus je hebt een afspraak voor de film,” zei Dikke Mike tussen de liedjes door. “Romantisch.”
Meg at de cake uit het vuistje naast het fornuis. “Misschien wel, tenzij hij alle popcorn opeet.”
“Je hebt sterretjes in je ogen, sterretjes en hartjes.”
“Hm,” zei ze met haar mond vol.
“Echt. Hij ook.” Hij maakte zoengeluidjes, een vreemd geluid dacht Meg met een lach, bij zo’n grote kale neger. “Ik had ze ook toen ik mijn Julia voor het eerst zag. Nog steeds trouwens.”
“Dus, hier sta je dan een heerlijke cake te bakken voor een stel zuurpruimen.”
“Ik bak graag een cake.” Hij legde gebakken vis, rode aardappelen en sperziebonen op een bord. “Maar voor Julia en mijn kleine prinsesje, Annie, zou ik alles doen. Dit is een goede plek om te wonen, en om te werken, maar als er liefde in je leven is, is elke plek oké.”
Hij stapte van musicals over naar The Beatles. ‘All You Need Is Love’, terwijl Meg de cake opat en Rose bestellingen kwam brengen.
Het was inderdaad een goede plek om te wonen, dacht Meg toen ze een papieren zak met popcorn vulde en er boter en zout doorheen schudde. Alleen moest ze uitzoeken wat ze met de liefde aan wilde.
Ze liep naar het stadhuis in een vochtige kou die regen beloofde.
Tot haar verbazing was Nate laat. Hij kwam binnen net voor de lichten uitgingen.
“Sorry. Ik werd opgeroepen. Een stekelvarken. Ik vertel het je straks wel.”
Hij probeerde zich in de film en de stemming van het moment te verdiepen. Maar zijn gedachten bleven rondjes draaien. Die ochtend had hij Ed en Bing met elkaar in verband gebracht. Vanwege gestolen visgerei. Iets wat alle tekenen droeg van een kwajongensgrap. Er waren tientallen andere verbanden te leggen tussen personen.
Ze zaten allemaal om hem heen in het donker naar Jimmy Stewart, in de rol van politieman na een inzinking, te kijken.
Had-ie allemaal meegemaakt, bedacht Nate. Stewart zou ook in een put belanden. Hij zou lijden en zich in een obsessie verliezen.
En hij zou haar krijgen, verliezen, krijgen en weer verliezen. Een draaimolen van vreugde en pijn.
Het meisje was de sleutel.
Was Meg dat ook? Als enig kind van Patrick Galloway, was zij niet zijn levende symbool? Zo niet de sleutel, dan in een ander verband?
“Hoelang blijf je nog in de lucht cirkelen voor je weer op aarde komt?”
“Hè?”
“Het lijkt wel een vast patroon.” Meg hield haar hoofd schuin en hij besefte dat de lichten aan waren gegaan voor de pauze tussen de twee films.
“Sorry, ik was er niet bij.”
“Zeg dat wel. Je hebt nog geen fractie van jouw deel van de popcorn gegeten.” Ze rolde de zak op en zette hem op haar stoel. “Laten we een luchtje scheppen voor de tweede film begint.”
Ze moesten in de deuropening schuilen, net als anderen. De wolken die waren komen opzetten, waren tijdens Kim Novaks transformatie opengebarsten. De regen die Meg had geroken stroomde uit de lucht en kletterde op de grond.
“Het zal overstromen,” zei Meg in de rookwalmen van degenen die dapper en doorweekt de regen trotseerden om achter hun beschuttende handen een sigaret te roken. “Dan krijgen we ijzel op de wegen als de temperatuur iets verder zakt.”
“Als je nu naar huis wilt, breng ik je, maar ik moet terug om hier de boel in de gaten te houden.”
“Nee, ik blijf voor de tweede film, we zien wel hoe het gaat. Het kan net zo goed weer gaan sneeuwen.”
“Ik moet even een paar dingen controleren. Ik zie je binnen.”
“Een echte politieman, immer waakzaam.” Toen ze hem zag kijken, sloeg ze haar ogen ten hemel. “Ik klaag niet, Burke. Jezus. Ik ga echt niet zeuren en pruilen als ik in mijn eentje naar een film moet kijken. Ik kan zelf naar huis als het nodig is. Ik kan zelfs de rest van het geplande amusement alleen af als jij er niet bent om mij te gerieven. Ik heb nieuwe batterijen. Als je naar mij kijkt en haar ziet, word ik alleen maar pissig.”
Hij wilde dat net ontkennen, maar ze liep al weg. Bovendien zou het een leugen zijn geweest. Geconditioneerde reactie, dacht hij en hij probeerde het gewicht van zijn schouders te laten vallen.
Dat lukte niet en hij zag Peter, Hopp, Bing en de Professor tussen het publiek.
Hij gebruikte de pauze om de procedure voor overstroming te coördineren en te bevestigen.
Toen hij weer naast Meg ging zitten, probeerde Grace Kelly Jimmy over te halen meer aandacht aan haar te besteden dan aan de mensen in het appartement die hij vanuit zijn achterraam kon zien.
Hij pakte Megs hand en verstrengelde hun vingers. “Reflexreactie,” mompelde hij in haar oor. “Sorry.”
“Waag dat niet nog eens.” Maar ze draaide zich naar hem toe en liet haar lippen over de zijne glijden. “Kijk deze keer naar de film.”
Hij deed zijn best. Maar net toen Raymond Burr Grace Kelly betrapte terwijl ze in zijn appartement rondneusde, zwaaide de deur achter hen met een knal open.
Het licht stroomde achter Otto binnen, wat hem boegeroep van het merendeel van het publiek opleverde en dat hij de deur verdomme moest sluiten. Hij negeerde het getier en beende nat en wel recht op Nate af.
Nate was al opgestaan en liep naar hem toe.
“Je moet mee naar buiten, sheriff.”
Voor de tweede keer die dag ging Nate in zijn hemdsmouwen naar buiten; deze keer in de koude regen die op het trottoir en prikkend op zijn huid viel.
Hij zag meteen het kadaver en het haar uit zijn gezicht wrijvend, liep hij door de koude neerslag naar de stoeprand.
Eerst dacht hij dat het Rock of Buil was en zijn hart sloeg over. Maar de hond die in een plas bloed in de ijskoude regen lag was ouder dan die van Meg, en grijzer.
Het mes waarmee zijn keel was doorgesneden, stak in zijn borst.
Achter zich hoorde hij iemand schreeuwen. “Stuur iedereen terug naar binnen,” beval hij Otto. “Hou de situatie in de hand.”
“Ik ken deze hond, Nate. Het is de oude hond van Joe en Lara. Yukon. Doet geen vlieg kwaad. Heeft nauwelijks nog tanden.”
“Zorg dat iedereen weer naar binnen gaat. Breng jij of Peter iets waarmee ik hem kan bedekken.”
Peter kwam enkele ogenblikken nadat Otto naar binnen was gegaan naar buiten rennen. “Jacob heeft me zijn regenjack gegeven. Jezus, sheriff, het is Yukon. Stevens hond Yukon. Dit is foute boel. Helemaal fout.”
“Herken je het mes? Kijk naar het heft, Peter.”
“Ik weet het niet. Er is zoveel bloed, en…ik weet het niet.”
Maar Nate wist het wel. Zijn intuïtie zei hem dat het een jachtmes was. Het zou Bings vermiste mes zijn. “We brengen de hond naar de kliniek. We laden hem achter in mijn auto. Maar eerst pak je de camera om deze vindplaats vast te leggen.”
“Hij is dood.”
“Precies, hij is dood. We zullen hem in de kliniek onderzoeken nadat we foto’s hebben gemaakt. Als we hem ingeladen hebben wil ik dat je naar binnen gaat en tegen Joe en Lara zegt dat de hond bij mij is, en waar. Haal de camera.”
Toen hij opkeek zag hij iets in zijn ooghoek bewegen. Hij richtte zich op en zag Meg op de stoep met zijn jasje.
“Dit ben je vergeten.”
“Ik wil niet dat je hier buiten bent.”
“Ik heb al gezien wat iemand dat arme dier heeft aangedaan. Arme oude Yukon. Lara zal er kapot van zijn.”
“Ga naar binnen.”
“Ik ga naar huis. Ik ga naar huis naar mijn eigen honden.”
Hij greep haar bij de arm. “Je gaat naar binnen, en als ik het zeg ga je naar The Lodge.”
“Het is hier geen politiestaat, Burke. Ik kan gaan en staan waar ik wil.”
“Je doet wat ik zeg, verdomme. Ik wil precies weten waar je bent, en dat is zeker niet in je eentje, tien kilometer buiten de stad. De wegen zijn bevroren, het is gevaarlijk weer, er is kans op overstroming, en er loopt iemand rond die gestoord genoeg is om deze hond van oor tot oor de keel af te snijden. Dus ga weer naar binnen tot ik het zeg.”
“Ik laat mijn honden niet alleen…”
“Ik haal je honden wel. Ga naar binnen, Meg. Ga naar binnen, of ik pak je op en stop je in een cel.”
Hij wachtte vijf seconden waarin alleen het gesis van vallende regen op de grond te horen was. Toen draaide ze zich om en stormde naar binnen.
Hij bleef buiten bij de hond staan wachten tot Peter terug kwam rennen.
Nate pakte de camera van hem aan en klikte een aantal polaroids die hij in de zak van zijn jasje stopte.
“Help me de hond in te laden, Peter. Dan ga je naar binnen en doe wat ik gezegd heb. Ik wil dat je Otto opdracht geeft om Meg naar The Lodge te brengen en ervoor zorgt dat ze daar blijft tot ik het zeg. Duidelijk?”
Peter knikte. Zijn adamsappel ging op en neer, maar hij knikte. “Eh, Ken is binnen, sheriff. Ik zat vlak achter hem tijdens de film. Wil je dat hij nu buiten komt?”
“Ja. Goed, stuur hem maar. Hij kan met mij meerijden.”
Hij wreef zijn druipende haar uit zijn ogen terwijl een dunne mist om zijn benen kringelde. “Ik reken erop dat jij de boel kalm houdt, Peter. Verspreid de mensen en stuur ze naar huis. Geef ze het advies naar huis te gaan en laat hun weten dat wij alles regelen.”
“Ze zullen vragen wat…wat er gebeurd is.”
“Dat weten we nog niet, oké?” Hij wierp een blik op de hond. “Zorg dat iedereen rustig blijft. Jij kunt goed op mensen inpraten. Ga naar binnen en praat met hen. En, Peter, onthoud wie er binnen zijn. Ik wil dat jij en Otto een lijst maken van alle aanwezigen.”
Dan, dacht Nate, weet ik zeker wie er niet zijn.
Ze legden de hond in de auto. Toen Peter zich teug naar het stadhuis haastte hurkte Nate naast zijn rechterachterband. Ernaast, net onder de as lag een paar bebloede handschoenen.
Hij opende het portier en pakte een zakje voor bewijsmateriaal. Daarna pakte hij de handschoenen bij de manchetten en deed die ook in een zakje.
Dat moesten werkhandschoenen van Bing zijn, dacht hij. Net als het mes.
Een mes en handschoenen die Bing enkele uren tevoren als gestolen had opgegeven.