5
Nate hoorde dat de voorbereidingen voor het feest van start gingen. Muziek, een soort swingende honkytonk, zweefde naar boven en kwam door de vloerroosters zijn kamer binnen. Stemmen neurieden, leken zich tegen de muren en vloerplanken te drukken. Er klonk gelach en zo nu en dan gedreun van, naar hij aannam, dansende voeten.
Hij zat alleen in het donker.
Zonder waarschuwing, zonder een kik, had de depressie hem overvallen. Het ene ogenblik had hij aan zijn bureau dossiers zitten lezen, het volgende moment was het verstikkende zwarte gewicht op hem gevallen.
Het was zo al eerder gegaan, zonder vaag ongemakkelijk gevoel, zonder sluipende droefheid. Alleen die zwarte golf waarin hij werd meegesleurd. Alleen die ruwe omschakeling van licht naar donker.
Het was geen hopeloosheid. Het begrip hoop moest meespelen voor je de afwezigheid ervan kon bevatten. Het was geen verdriet of wanhoop of woede. Die emoties had hij wel aangekund.
Het was een leegte. Onmeetbaar, zwart, bedompt, en het zoog hem naar binnen.
Hij kon ermee functioneren, dat had hij geleerd. Als je niet functioneerde, lieten mensen je niet met rust en hun bezorgdheid en ongerustheid dreven je slechts dieper de put in.
Hij kon lopen, praten, bestaan. Maar leven kon hij niet. Zo ervoer hij het als hij in die zijden klauwen gevangenzat. Hij voelde zich een levende dode.
Zoals hij zich na Jack in het ziekenhuis voelde, toen de pijn onder de verdoving vandaan omhoogborrelde, en het besef van wat er was gebeurd het pad naar de vergetelheid besmeurde.
Maar hij kon functioneren.
Hij had de dag tot een einde gebracht, de boel op slot gedaan. Hij was teruggereden naar The Lodge, naar zijn kamer gelopen. Hij had met mensen gepraat. Hij kon zich niet meer herinneren waarover of met wie, maar hij wist dat zijn mond had bewogen, dat er woorden uit waren gekomen.
Hij was naar zijn kamer gegaan en had de deur op slot gedaan. Nu zat hij in de winterse duisternis.
Wat deed hij in vredesnaam op deze plek? Deze koude donkere verlaten plek. Was hij zo doorzichtig, zo pathetisch dat hij naar deze stad van eeuwige winter was gegaan omdat het zo perfect weerspiegelde wat er in hem leefde?
Wat verwachtte hij in jezusnaam te bewijzen door hiernaartoe te gaan, een ster op te spelden en te doen alsof hij nog voldoende motivatie bezat om te werken? Zich verstoppen, dat was het enige wat hij deed. Zich verstoppen voor wat hij was, wat hij geweest was, wat hij had verloren. Maar je kon je niet verstoppen voor dat wat in je was, elke minuut van de dag, en dat slechts wachtte om naar buiten te springen en je in je gezicht uit te lachen.
Hij had natuurlijk de pillen. Die had hij meegenomen. Pillen tegen depressie. Pillen tegen paniekaanvallen. Pillen om te slapen, zo diep dat de nachtmerries hem niet konden bereiken.
Pillen die hij niet meer innam omdat hij er zich minder zichzelf doorvoelde dan met de depressie, de paniekaanvallen of de slapeloosheid.
Hij kon niet terug en niet vooruit, dus waarom zou hij hier niet wegzinken? Dieper en dieper, tot hij uiteindelijk niet uit de leegte wilde of kon kruipen. Hij wist dat hij zich daar op zijn gemak voelde, ingebed in de duisternis en de leegte, zwelgend in zijn eigen ellende.
Verdomme, hij kon zich daar vestigen, als een van die gekken die onder een brug in een lege koelkastdoos wonen. Het leven was heel simpel in een kartonnen doos, en niemand verwachtte dat je iets deed.
Hij dacht aan het oude gezegde over een boom die in het bos valt en verdraaide het zodat het op hem van toepassing was. Als hij in Lunacy zijn verstand verloor, had hij het dan ooit bezeten?
Hij had er een hekel aan als hij zo dacht, dat hij daar soms wilde zijn.
Als hij niet naar beneden ging zou er iemand naar boven komen. Dat zou erger zijn. Hij vloekte omdat het zo’n moeite kostte om zelfs maar op te staan. Waren die kriebeltjes, die vonkjes leven soms een soort pesterij geweest? Een lesje van het lot hoe het was om te leven voor het hem weer de grond in trapte?
Nou, hij had nog genoeg woede in zich om er deze keer uit te kruipen, deze ene keer nog. Hij zou deze nacht doorkomen, de laatste dag van het jaar. En als er in het volgende niets was, zou hij daar om de dooie dood niet slechter van worden.
Nu was hij echter in functie. Hij sloot een hand over de ster die hij nog op had en wist dat het belachelijk was dat een goedkoop stukje metaal hem sterkte. Zelfs dat zou hij accepteren en hij zou de schijn ophouden.
Het licht deed pijn aan zijn ogen toen hij het aan knipte en hij moest zich dwingen achteruit te stappen om niet aan de verleiding toe te geven het meteen weer uit te doen. Gewoon weer in het donker te gaan zitten.
Hij ging naar de badkamer en draaide de koude kraan open. Toen plensde hij het op zijn gezicht om zichzelf voor de gek te houden dat het de moeheid die de depressie op de hielen zat weg waste.
Lange tijd bleef hij voor de spiegel staan om te kijken of er iets aan hem te zien was. Het enige wat hij zag was een normale man, geen zorgen. Een beetje vermoeid rondom de ogen, misschien, wangen enigszins hol, maar niets opvallends.
Zolang iedereen hetzelfde zag was er niets aan de hand.
Het lawaai overspoelde hem toen hij zijn deur opendeed. Net als met het licht moest hij zich dwingen om verder te lopen in plaats van zich in zijn hol terug te trekken.
Hij had Otto en Peter de avond vrij gegeven. Om te eten, te drinken en feest te vieren. Ze hadden allebei familie en vrienden, mensen om het oudejaar mee uit te luiden. Omdat Nate al maanden alleen moeite deed om het oude achter zich te laten zag hij geen reden waarom dat deze avond anders zou zijn.
Hij droeg het loden gewicht in zijn maag mee de trap af.
De muziek was vrolijk en beter dan hij verwacht had. The Lodge was afgeladen. De tafels waren verzet zodat er gedanst kon worden en daar maakten de gasten gebruik van. Aan het plafond hingen slingers en ballonnen, en iedereen had zich feestelijk gekleed.
Hij zag enkele ouderen in wat Peach aan hem had beschreven als een Alaska-smoking. Dat was een stevig werktenue dat voor de gelegenheid gewassen was. Sommigen droegen het met gevlochten leren das en, vreemd genoeg, papieren feesthoed.
De meeste vrouwen droegen glinsterende jurken of rokken, opgestoken haar, hoge hakken. Hij zag Hopp opgedoft in een paarse cocktailjurk dansen—foxtrot, two-step?—Nate had geen idee, met Harry Miner, die veel zorg aan zijn kleding had besteed. Rose zat op een kruk met rugleuning achter de bar, met haar echtgenoot, David, die zacht haar onderrug masseerde.
Hij zag dat ze lachte om iets wat de receptioniste van de kliniek tegen haar zei. En hij zag dat ze opkeek en de ogen van haar man ontmoette. Toen hij de liefdevolle blik zag die ze wisselden voelde hij zich kil en eenzaam.
Er had nog nooit een vrouw zo naar hem gekeken. Zelfs toen hij getrouwd was had de vrouw die hij als de zijne beschouwde nooit met die openlijke grenzeloze liefde naar hem gekeken.
Hij wendde zijn blik af.
Speurend als een politieman liet hij zijn blik over de aanwezigen glijden: schattend, op zoek naar details, het was iets wat hem onderscheidde van de anderen, dat wist hij. Het was ook iets wat hij niet kon laten.
Hij zag Ed en Arlene van wie gezegd werd dat ze verwaand was. Mitch van KLUN, met zijn streperig blonde haar in een paardenstaart en zijn arm om een meisje dat lang niet zo knap was als hij. Ken droeg een Hawaïaanse bloemenslinger en was in een levendig gesprek gewikkeld met de Professor, die zoals altijd tweed droeg.
Broederschap, dacht Nate. Voor een deel al dronken, maar toch broederschap. En hij was Van Buiten.
Een vleug van Charlenes parfum drong zijn neusgaten binnen, maar ze volgde zo snel dat hij zich niet schrap kon zetten of haar kon ontlopen. Voor hij het wist werd hij door een weelderig vrouwenlichaam omhelsd en gleden warme glanzende lippen zijdeachtig over de zijne, met een sluwe hint van tong. Ze streelde zijn billen en gaf ze een kneepje en beet zacht in zijn onderlip.
Toen maakte Charlene zich van hem los en glimlachte hem loom toe. “Gelukkig nieuwjaar, Nate. Dat was voor het geval ik je om middernacht niet te pakken krijg.”
Hij kon niets uitbrengen, had het akelige vermoeden dat hij bloosde, en vroeg zich af of door haar overduidelijke ongepaste avances zijn gêne even de overhand over zijn donkere stemming had gekregen.
“Waar heb je je verscholen gehouden?” Ze verstrengelde haar handen om zijn hals. “Het feest is al een uur bezig, en je hebt nog niet met me gedanst.”
“Ik moest nog het een en ander doen.”
“Werk, werk, werk. Waarom maak je geen plezier met mij?”
“Ik moet de burgemeester spreken.” God sta me bij.
“O, nu geen stadspolitiek, hoor. Het is feest. Kom, dans met me. Daarna drinken we champagne.”
“Ik moet dit echt afhandelen.” Hij legde zijn handen op haar heupen in de hoop haar intieme nabijheid af te weren en zocht tussen de mensen naar Hopp, zijn redster. Zijn blik bleef haken in die van Meg.
Ze schonk hem die trage two-stepglimlach, en hief haar glas in een spottende toost.
Toen wervelden er dansende stellen voor haar langs en ze was verdwenen.
“Dat hou ik te goed. Ik…” Hij zag een bekende en ging er als een haas vandoor. “Otto, Charlene wil dansen.”
Voor een van beiden iets kon zeggen, had Nate de benen genomen. Hij baande zich een weg naar de andere kant van het vertrek voor hij het waagde adem te halen.
“Vreemd, je ziet er niet uit als een lafaard.”
Meg ging naast hem staan. Nu met twee glazen.
“Dan zal schijn bedriegen. Ze jaagt me de stuipen op het lijf.”
“Ik zal niet zeggen dat Charlene totaal ongevaarlijk is, want dat is ze niet. Maar als je haar tong niet in je keel wilt hebben, zul je dat moeten zeggen. Luid en duidelijk, in woorden van één lettergreep. Hier. Ik heb iets te drinken voor je.”
“Ik heb dienst.”
Ze snoof minachtend. “Ik denk niet dat een glas goedkope champagne dat in de war zal sturen. Jemig, Burke, zowat iedereen in Lunacy is hier aanwezig.”
“Dat is zo.” Hij nam het glas van haar aan, maar nam geen slok. Wel speelde hij het klaar om zijn aandacht op haar te richten. Ze droeg een jurk. Hij veronderstelde dat de technische term jurk was voor de glanzend rode tweede huid die ze aanhad. Het toonde dat strakke atletische lichaam waarover hij had gefantaseerd op manieren die in verschillende jurisdicties wel eens als onwettig beschouwd konden worden. Haar haar hing los. Zwarte regen op roomblanke schouders. Stilettohakken in dezelfde kleur als haar jurk flatteerden haar slanke gespierde benen.
Ze rook naar koele mysterieuze schaduwen.
“Je ziet er fantastisch uit.”
“Ik kan er wel iets van maken als de gelegenheid dat vergt. Jij daarentegen ziet er vermoeid uit.” En gewond, dacht ze. Dat was de indruk die ze had gekregen toen ze hem de trap af had zien komen. Als een man die wist dat hij ergens een enorme gapende wond op zijn lichaam had, maar niet de energie bezat om te zoeken waar.
“Ik heb mijn slaapritme nog niet gevonden.” Hij nam een slok champagne. Het smaakte naar sodawater met een smaakje.
“Ben je beneden gekomen voor wat ontspanning of om somber en officieel in functie te zijn?”
“Voornamelijk het laatste.”
Meg schudde het hoofd. “Probeer het eerste een tijdje. Kijk wat er gebeurt.” Ze stak haar hand uit en speldde zijn ster los.
“Hé.”
“Als je een schild nodig hebt, kun je het tevoorschijn halen,” zei ze terwijl ze het in het zakje van zijn overhemd stopte. “Maar we gaan nu dansen.”
“Ik ken die dans niet.”
“Geeft niet. Ik leid wel.”
Ze voegde de daad bij het woord en maakte hem aan het lachen. Het voelde roestig aan in zijn keel, maar nam iets van het loden gewicht weg. “Is dit een plaatselijke band?”
“Iedereen is van hier. Dat is Mindy aan de piano. Ze is onderwijzeres op de lagere school. Pargo is de gitarist. Werkt op de bank. Chuck is de violist. Hij is bij de politie in Denali. Van de federale recherche, maar Chuck is zo aardig dat we net doen alsof hij een echte baan heeft. En de drummer is Dikke Mike. Hij is hier de kok. Sla je dat allemaal op in je geheugen?”
“Pardon?”
“Ik zie dat je die namen en mensen in je hoofd opslaat.”
“Het werpt vruchten af om dingen te onthouden.”
“Soms is het beter om te vergeten.” Haar blik schoot naar rechts. “Iemand wenkt naar me. Max en Carrie Hawbaker. Zij maken The Lunatic, ons weekblad. Ze zijn bijna de hele week weg geweest. Ze willen een interview met de nieuwe sheriff.”
“Ik dacht dat dit een feest was.”
“Ze zullen je toch aanklampen zodra de muziek ophoudt.”
“Niet als je stiekem met me wegglipt en we ons eigen feest ergens anders houden.”
Ze verplaatste haar been en keek hem recht in de ogen. “Daar zou ik best voor te porren zijn, als je dat meende.”
“Waarom zou ik het niet menen?”
“Dat is een vraag. Ik zal het je ooit vragen.”
Ze liet hem niet veel keus toen ze zich omdraaide en zwaaide. Ze trok hem met zich mee naar de rand van de geïmproviseerde dansvloer. Ze stelde hem voor en glipte weg, hem gevangen achterlatend.
“Ik ben echt blij dat we kennis kunnen maken.” Max gaf Nate enthousiast een hand. “Carrie en ik zijn net terug in de stad, daarom hebben we geen kans gehad om u te ontmoeten. Ik zal een beetje van uw tijd vragen om u voor The Lunatic te interviewen.”
“We zullen een afspraak maken.”
“We zouden nu in de receptie kunnen gaan zitten en…”
“Nu niet, Max.” Carrie schonk hem een stralende glimlach. “Geen werk vanavond. Maar voor we teruggaan naar het feest, zou ik willen vragen, sheriff Burke, of u er een probleem mee zou hebben om een politieverslag in de krant te zetten. Ik denk dat het de gemeenschap een indruk kan geven van wat u doet, hoe we dingen hier afhandelen. Nu we een officieel politiebureau hebben willen we dat The Lunatic verslag uitbrengt.”
“U kunt die informatie van Peach krijgen.”
Meg liep terug naar de bar en bestelde nog een glas champagne waarna ze op een kruk ging zitten om naar de dansende mensen te kijken terwijl ze dronk.
Charlene kwam naast haar zitten. “Ik heb hem het eerst gezien.”
Meg hield haar ogen op de dansers gericht. “Het gaat er meer om wie hij ziet, vind je niet?”
“Je hebt alleen maar aandacht voor hem omdat ik hem wil hebben.”
“Charlene, jij wilt alles hebben wat een lul heeft.” Meg sloeg de champagne achterover. “En ik heb geen speciale aandacht voor hem.” Ze glimlachte in haar glas. “Kom, doe je ding. Mij maakt het niet uit.”
“De eerste interessante man die hier in maanden komt.” In een vertrouwelijke bui boog Charlene zich naar haar toe. “Weet je dat hij elke ochtend met kleine Jesse ontbijt? Is dat niet aandoenlijk? En je had moeten zien hoe hij de Mackies op hun nummer zette. Bovendien, hij heeft iets mysterieus.” Ze zuchtte. “Ik ben dol op mysterieuze mannen.”
“Jij bent dol op elke man, zolang hij hem omhoogkrijgt.”
Charlene trok een gezicht. “Waarom ben je toch zo grof?”
“Je wilt me alleen maar laten weten dat je hoopt om de nieuwe sheriff in bed te krijgen. Je kunt het leuk verpakken, Charlene, maar grof blijft het. Ik laat gewoon de verpakking weg.”
“Je bent net je vader.”
“Dat zeg je altijd,” mompelde Meg toen Charlene beledigd wegliep.
Hopp ging op haar plaats zitten. “Jullie tweeën zouden nog ruzie-maken over hoeveel regen er tijdens de laatste bui is gevallen.”
“Dat is nogal diepgaand voor ons. Wat drink je?”
“Ik wilde nog een glas van die vreselijke champagne nemen.”
“Laat mij maar.” Meg liep om de bar heen, schonk een glas in en vulde dat van haar bij. “Ze wil haar gretige tanden in Burke zetten.”
Hopp keek naar Nate en zag dat hij aan de Hawbakers had weten te ontsnappen om staande gehouden te worden door Joe en Lara Wise.
“Dat is hun zaak.”
“Inderdaad, hun zaak,” stemde Meg in en ze klonk met Hopp.
“Dat hij er veel meer interesse in lijkt te hebben een hapje van jou te nemen zal je relatie met je moeder niet ten goede komen.”
“Nee.” Nadenkend nam Meg een slok. “Maar het zal de spanning er wel een tijdje in houden.” Toen ze zag dat Hopp haar ogen ten hemel sloeg lachte ze. “Ik kan er niets aan doen. Ik hou van problemen.”
“Daar kun je bij hem wel op rekenen.” Hopp draaide zich op haar kruk om toen ze zag dat Nate weer door Charlene de dansvloer werd opgesleept. “Al dat gedoe over stille wateren, bla bla bla. Die broeierige types zijn vaak zeer lastig in de omgang.”
“Hij is de droevigste man die ik ken. Droeviger dan die zwerver die hier een paar jaar geleden langskwam. Hoe heette hij ook alweer? McKinnon. Die heeft zich in Hawleys buitenhuisje door het hoofd geschoten.”
“En was dat geen zootje? Ignatious is misschien droevig genoeg om de loop van een .45 in zijn mond te stoppen, maar hij heeft te veel ruggengraat om de trekker over te halen. Hij is er ook te fatsoenlijk voor, volgens mij.”
“Zet jij daarop in?”
“Ja. Daar zet ik op in. Nou, verdomme, ik ga mijn laatste goede daad van dit jaar verrichten en hem redden van Charlene.”
Droevige fatsoenlijke mannen waren totaal haar type niet, hield Meg zichzelf voor. Ze hield van roekeloze mannen, zorgeloze mannen. Mannen die niet verwachtten de nacht te blijven. Met zo’n man kon je wat drinken, tussen de lakens rollebollen als je er allebei zin in had, en de draad weer oppakken.
Daar kon je je geen buil aan vallen.
En een man als Ignatious Burke? Een avontuur met hem zou zonder meer gevaarlijk zijn en zou niet zonder kleerscheuren verlopen. Toch was het misschien de moeite waard.
Hoe dan ook, ze vond het fijn om met hem te praten en dat kon je niet genoeg waarderen, vond ze. Ze kon moeiteloos dagen-, wekenlang doorbrengen zonder met een ander mens te praten. Daarom stelde ze interessante conversatie op prijs. En ze hield ervan om het verdriet in zijn ogen te zien komen en gaan. Ze had het nu een paar keer zien gaan. Toen hij die ochtend voor haar huis had staan luisteren naar Loreena McKennit, en nog eens die paar ogenblikken dat ze hadden gedanst.
Zoals ze daar nu zat met de muziek en de warmte van mensen om zich heen, besefte ze dat ze het weer wilde zien. En dat ze een idee had hoe ze dat kon laten gebeuren.
Ze liep achter de bar, pakte een geopende fles en twee glazen. Die klemde ze tegen zich aan en ze glipte de zaal uit.
Hopp tikte Charlene stevig op de schouder. “Sorry, Charlene, ik moet even iets formeels met sheriff Burke bespreken.”
Charlene drukte zich nog dichter tegen Nate aan. Hij vroeg zich af of ze straks door zijn rug heen naar buiten zou piepen. “Het stadhuis is dicht, Hopp.”
“Het stadhuis is nooit dicht. Kom op, laat die arme man los.”
“O, goed dan. Ik reken erop dat ik een dans van je te goed hou, kanjer.”
“Laten we een rustig plekje opzoeken, Ignatious.” Hopp wuifde mensen opzij en baande zich een weg door de menigte. Ze ging zitten aan een tafel die iemand in het poolgedeelte had geschoven. “Wil je iets drinken?”
“Nee, ik geloof dat ik naar de achteruitgang wil.”
“Je kunt vluchten, maar je kunt je niet verstoppen in een stadje als dit. Vroeg of laat zul je haar moeten zeggen waar het op staat.”
“Dan hou ik het op laat.”
Hij wilde naar boven gaan, terug naar de duisternis. Zijn hoofd bonkte, zijn maag balde zich samen van de spanning en de moeite om alleen maar te zijn.
“Ik heb je niet alleen maar aangeklampt om je uit Charlenes houdgreep te redden. Je hebt mijn loco-burgemeester bijzonder pissig gemaakt.”
“Dat weet ik. Ik heb de situatie afgehandeld zoals het mij het verstandigst leek binnen de beperkingen van de wet.”
“Ik trek niet in twijfel hoe jij je werk doet, Ignatious.” Ze wuifde het weg zoals ze mensen weg wuifde. “Ik geef je alleen de feiten. Ed is pompeus en vindt zichzelf belangrijk en is voor het merendeel een lastpak. Toch is hij een goed mens die zich helemaal inzet voor deze stad.”
“Dat wil niet zeggen dat hij kan rijden.”
Daar moest ze om grinniken. “Hij is altijd een beroerde chauffeur geweest. Hij is ook machtig, rijk en iemand die wrok koestert. Hij zal niet vergeten dat je hem in dit geval een voet hebt dwarsgezet. Het lijkt waarschijnlijk onbeduidend vergeleken met waar jij aan gewend bent, maar in Lunacy is dit belangrijk.”
“Ik ben vast niet de eerste die hem dwarszit.”
“Nee. Ed en ik hebben voortdurend aanvaringen. Maar dat accepteert hij omdat we volgens hem op gelijke voet staan. Misschien heb ik zelfs meer aanzien. Jij bent een nieuwkomer en hij verwacht dat je wat slijmt. Aan de andere kant zou ik zeer teleurgesteld zijn als je geslijmd had. Daar kun je dus geen kant mee op.”
“Dat heb ik al eerder meegemaakt. Maar slijmen ligt niet in mijn aard.”
Ze staarde hem een ogenblik aan, toen lachte ze. “Dat is een beleefde omweg om te zeggen dat ik me met mijn eigen zaken moet bemoeien. Maar eerst nog één ding: Als je tussen Charlene en Meg in komt te staan wordt het heel heet, heel riskant en iets waar je je vingers niet aan wilt branden.”
“Dan moet ik zorgen dat dat niet gebeurt.”
“Slim van je.” Haar wenkbrauwen gingen omhoog toen zijn mobiel ging.
“Telefoontjes naar het bureau worden doorgeschakeld naar mij,” zei hij terwijl hij de telefoon uit zijn zak haalde. “Burke.”
“Pak je jas,” zei Meg. “Kom over vijf minuten. Ik moet je iets laten zien.”
“Prima. Afgesproken.” Onder de speurende blik van Hopp stopte hij de telefoon terug in zijn zak. “Niets bijzonders. Ik ga ervandoor.”
“Hm. Neem die deur daar, via de keuken.”
“Bedankt. En gelukkig nieuwjaar.”
“Hetzelfde.” Hopp schudde het hoofd toen ze wegliep. “Pas maar op.”
Het kostte hem meer dan vijf minuten om naar zijn kamer te gaan, zich op de kou te kleden en naar de voorkant van The Lodge te lopen. Toen hij halverwege was, besefte hij dat hij niet in de verleiding was gekomen om de deur achter zich op slot te doen en zich weer in de duisternis te verschansen.
Misschien was dat een vooruitgang. Of misschien was lust sterker dan een depressie.
Ze zat te wachten op een van de twee klapstoelen die ze midden op de straat had gezet.
De fles champagne stond stevig in de sneeuw. Ze nam een slok uit haar glas, op haar schoot lag een dikke deken.
“Je kunt niet buiten zitten in die jurk, zelfs niet met je jas en een deken…”
“Ik heb me verkleed. Ik heb altijd extra kleren in mijn rugzak.”
“Jammer. Ik verheugde me er al op om je nog eens in die jurk te zien.”
“Komt wel weer. Ga zitten.”
“Goed. Waarom zitten we op straat om…tien minuten voor middernacht?”
“Ik hou niet van veel mensen. Jij wel?”
“Niet echt.”
“Het kan een tijdje leuk zijn, bij speciale gelegenheden. Maar na een paar uur heb ik het wel gezien. Bovendien,” ze gaf hem een glas, “is dit beter.”
Het verbaasde hem dat de champagne niet keihard bevroren was. “Ik denk dat we beter naar binnen kunnen gaan, dan lopen we in elk geval geen risico op bevriezing.”
“Zo koud is het niet buiten. Er is geen wind. De temperatuur is rond het vriespunt. Bovendien kun je dit binnen niet goed zien.”
“Wat bedoel je?”
“Kijk eens naar boven, meneer Lower 48.” Toen hij keek naar waar ze heen wees stokte zijn adem. “Allemachtig.”
“Ja, ik vond het ook altijd spectaculair. Een natuurlijk fenomeen veroorzaakt door breedte, zonnevlekken enzovoort. Wetenschappelijke verklaringen maken het echter niet minder mooi, of magisch.”
Het licht aan de hemel was groen met gouden en rode vlekken. De lange onwerkelijke strepen leken te pulseren en te ademen, en gaven de duisternis een levende gloed.
“Noorderlicht is het best te zien in de winter, maar soms is het te koud om ervan te genieten. Ik dacht dat deze nacht een goede uitzondering was.”
“Ik heb erover gehoord. Foto’s gezien. Maar in het echt is het heel anders.”
“Dat is altijd zo met de beste dingen. Buiten de stad kun je het beter zien. En nog beter als je op een gletsjer kampeert. Op een avond toen ik zeven was zijn mijn vader en ik de bergen in getrokken en hebben daar een tent opgezet zodat we het daar konden zien. We hebben uren op onze rug gelegen, waren bijna bevroren, alleen om naar de lucht te kijken.”
Het onaardse groen bleef licht geven, gloeien, waaieren en verschieten. Het regende vloeibare kleurige juwelen. “Wat is er met hem gebeurd?”
“Je zou kunnen zeggen dat hij op een dag weer eens op trektocht ging en wegbleef. Heb jij familie?”
“In zekere zin.”
“Ach, we moeten dit niet bederven door elkaar onze droeve geschiedenis te vertellen. Laten we van de show genieten.”
Samen zaten ze zwijgend midden op straat in de fragiele klapstoelen die balanceerden op het dikke pak sneeuw, terwijl de lucht vlamde.
De vlammen wakkerden iets in hem aan, masseerden de spanningshoofdpijn weg, plaatsten hem op het randje van verwondering waar hij kon ademen.
Toen het lawaai vanuit The Lodge luider werd, draaide Meg zich om. Het gescandeerde aftellen tot middernacht was begonnen. “Alleen jij en ik, Burke.”
“Dat is een beter uiteinde dan ik verwacht had. Wil je dat ik doe of ik je kus omdat het traditie is?”
“Traditie kan me gestolen worden.” Met haar beide gehandschoende handen pakte ze zijn haar beet en trok hem naar zich toe.
Haar lippen waren koud en het gaf hem een vreemde krachtige kick om ze warm te voelen worden op de zijne. De impact van de kus schokte zijn trage zelf tot leven, brandde in zijn buik, raasde door zijn bloed.
Hij hoorde het gebrul, hoewel gedempt en in de verte, toen het twaalf uur sloeg. Bellen rinkelden, toeters loeiden, luid gejuich steeg op. Door dat alles heen hoorde hij zijn eigen hartslag, luid en duidelijk.
Hij liet het glas uit zijn hand vallen en duwde de deken opzij zodat hij haar kon voelen. Het gefrustreerde gegrom in zijn keel was vanwege de barrière van dikke lagen kleding. Hij wilde dat sterke weelderige lichaam voelen, de vorm, smaak en geur leren kennen.
Met een schok ging hij overeind zitten door het geluid van geweerschoten.
“Dat zijn feestschoten.” Haar adem kwam in wolkjes naar buiten toen ze hem weer naar zich toe trok. Deze man kon zoenen en ze wilde de bedwelmende sensatie van zijn lippen, zijn tong en tanden die haar verslonden vasthouden.
Daar had je toch geen goedkope champagne bij nodig?
“Misschien wel, maar…ik moet het uitzoeken.” Zijn fascinerende grijze ogen stonden bezorgd.
Ze lachte niet geheel van harte en boog zich voorover om hun glazen te pakken. “Ja, jij wel, natuurlijk.”
“Meg…”
“Ga je gang, sheriff.” Ze klopte hem vriendelijk op zijn knie en glimlachte. “Werk gaat voor.”
“Het zal niet lang duren.”
Ze wist zeker van niet. Een paar schoten in de lucht was gebruikelijk op feestdagen, bij bruiloften, geboorten, zelfs bij begrafenissen, afhankelijk van wat men voor de overledene voelde.
Het leek haar echter niet verstandig om te wachten. In plaats daarvan liet ze de stoelen, de fles en de glazen achter op het terras aan de voorkant. Ze liep met de deken naar haar jeep en gooide hem in de cabine.
Toen reed ze naar huis terwijl het groene licht langs de hemel flitste. En ze wist dat Hopp gelijk had. Nate Burke zou problemen opleveren.