20
De eland was bijna de hele week hét onderwerp van gesprek. Nate werd belachelijk gemaakt of kreeg complimenten over de manier waarop hij de eland had weggejaagd, afhankelijk van wie het zei.
Hij beschouwde het avontuur met de eland bijna als een uitkomst. Het leidde bij iedereen de aandacht af van moord en doodslag, in elk geval tijdelijk.
Hij had overwogen nog eens met Carrie te praten en hoe hij kon voorkomen dat ze de deur voor zijn neus zou dichtslaan en weigeren met hem te praten. Het bericht dat het lijk was vrijgegeven en gecremeerd, en dat Meg met Carrie naar Anchorage zou vliegen om de as op te halen gaf de doorslag.
“Ik ga met je mee,” zei hij tegen Meg.
“Hoor eens, sheriff, het zal al moeilijk genoeg worden zonder jou erbij om het haar nog eens extra onder de neus te wrijven.”
“Dat ben ik helemaal niet van plan. Ik ga nu naar haar toe. We zien je bij de rivier.”
“Nate.” Ze had haar schoenen aangetrokken. “Misschien denk je om de een of andere reden dat de sheriff van Lunacy zich moet laten zien, maar stuur dan Otto of Peter. Eerlijk of niet, jij bent de laatste die Carrie vandaag wil zien.”
“We zien je bij de rivier.” Hij was bijna bij de deur van de kamer die ze tijdelijk deelden toen hij ineens bleef staan. Hij draaide zich om en grinnikte. “Rock en Buil. Ik ben traag van begrip maar nu snap ik het. Komt vast door alle praatjes over die eland. Rocky en Bullwinkle.”
“Je bent inderdaad traag van begrip. Of je hebt veel gemist in je jeugd.”
“Nee. Ik dacht gewoon dat het machonamen waren, van boksers of iets dergelijks. The Rock, Raging Buil, zoiets.”
Haar lippen krulden zich in een glimlachje. Hoe kon het toch dat ze hem leuk bleef vinden, zelfs als ze kwaad op hem was? “The Rock is een worstelaar.”
“Dan zat ik er in elk geval niet ver naast. Tot over een uur.”
Hij had zijn medewerkers, die dezelfde pessimistische houding hadden als Meg, al verteld dat hij die ochtend naar Anchorage zou gaan. Daarom reed hij rechtstreeks naar Carrie.
De deur zwaaide open voor hij halverwege het pad was. Ze was gekleed in een zwarte trui en broek en blokkeerde de deuropening. “Draai maar om en ga terug naar je auto. Ik hoef niet met je te praten en ik hoefje ook niet in mijn huis toe te laten.”
“Vijf minuten maar, Carrie. Ik wil hier niet voor een gesloten deur staan schreeuwen wat ik je te zeggen heb. Volgens mij wil jij dat ook niet. Het zou makkelijker voor ons allebei zijn als je me vijf minuten binnenlaat, vooral omdat ik over een uur met je meevlieg.”
“Ik wil beslist niet dat je meegaat.”
“Dat weet ik. Als je er nog steeds hetzelfde over denkt nadat je me hebt aangehoord, stuur ik Peter met je mee.”
Hij zag de tweestrijd op haar gezicht. Toen draaide ze zich om, liep weg en liet de deur openstaan om hem en de felle kou binnen te laten.
Hij liep naar binnen en trok de deur dicht. Ze stond in haar woonkamer, armen over elkaar gevouwen, zo strak dat haar knokkels wit afstaken tegen haar bovenarmen.
“Zijn je kinderen thuis?”
“Nee, ik heb ze naar school gestuurd. Routine is het beste voor hen, en spelen met hun vriendjes. Ze hebben behoefte aan een normaal dagritme. Waarom kom je hier zomaar binnenvallen?” Ze draaide zich met een ruk om. “Hoe kun je hier komen en me lastigvallen op de dag dat ik de as van mijn man terug naar huis breng? Heb je dan helemaal geen gevoel?”
“Ik ben hier in functie, en wat ik je te zeggen heb is vertrouwelijk.”
“In functie!” Ze spuugde de woorden bijna uit. “Wat wil je? Mijn man is dood. Hij is dood en kan zich niet verdedigen tegen de walgelijke dingen die je over hem zegt. Ik sta niet toe dat je dat in zijn huis zegt. Dit is het huis van Max, en haal het niet in je hoofd om al die afgrijselijke leugens over hem hier te spuien.”
“Ik weet dat je van hem hield. Hield je genoeg van hem om me je erewoord te geven dat je wat ik hier ga zeggen tegen niemand doorvertelt? Echt niemand, Carrie.”
“Hoe durf je te vragen of ik genoeg van hem…”
“Zeg alleen ja of nee. Ik heb je erewoord nodig.”
“Waarom zou ik jouw leugens herhalen? Zeg wat je te zeggen hebt en verdwijn. Ik zweer je dat ik zal vergeten dat je hier ooit was.”
Daar zou hij het mee moeten doen. “Ik denk dat Max samen met Patrick op de berg was toen Galloway stierf.”
“Krijg wat.”
“Ik denk ook dat er een derde persoon bij was.”
Haar lippen begonnen te trillen. “Hoe bedoel je, een derde persoon?”
“Er gingen drie man de berg op, en er kwamen er twee terug. Ik geloof dat die derde persoon Galloway heeft vermoord. En ik geloof ook dat hij Max heeft vermoord, of hem tot zelfmoord heeft aangezet.”
Ze staarde hem aan en haar hand zocht steun aan een stoelleuning. Langzaam ging ze zitten. “Ik begrijp je niet.”
“Ik kan je niet alle details vertellen, maar ik heb je medewerking nodig…Ik heb je hulp nodig,” corrigeerde hij zichzelf, “om te bewijzen wat mijn sterke vermoeden is. Er was een derde man bij betrokken, Carrie. Wie was dat?”
“Dat weet ik niet. God, dat weet ik niet. Ik…ik heb je toch verteld dat Max vermoord is? Ik zei toch dat hij geen zelfmoord heeft gepleegd? Ik zei het ook tegen brigadier Coben. Ik heb niet anders gezegd.”
“Dat weet ik. Ik geloof je.”
“Geloof je me?” De tranen stroomden over haar wangen. “Geloof je me echt?”
“Ja. Maar helaas heeft de lijkschouwer geconcludeerd dat het zelfmoord was. Coben twijfelt misschien, en het zal hem niet lekker zitten, ook omdat er wat indirect bewijs is, maar hij kan er niet echt in investeren. Hij heeft niet de ruimte of tijd om zich erin vast te bijten zoals ik. We moeten teruggaan in de tijd, ver terug. Je moet proberen je van alles te herinneren: kleinigheden, gevoelens, gesprekken. Dat is niet makkelijk. En je moet het ook voor je houden. Ik vraag van je dat je een risico neemt.”
Ze veegde haar tranen weg. “Dat begrijp ik niet.”
“Als we gelijk hebben, en iemand Max heeft vermoord vanwege wat er op die berg is gebeurd, kan die persoon je wel eens in de gaten houden. Hij kan zich afvragen wat jij weet, wat je je herinnert, wat Max je misschien heeft verteld.”
“Denk je dat ik gevaar loop?”
“Ik denk dat je heel voorzichtig moet zijn. Ik wil niet dat je dit met iemand bespreekt, zelfs niet met je kinderen. Niet met je beste vriendin, zelfs niet in de biechtstoel. Met niemand. Ik wil dat je me toestemming geeft om Max zijn spullen en persoonlijke papieren te doorzoeken. Alles, hier en op de krant. En ik wil dat niemand daar iets van weet. Ik wil dat je je gedachten over die februarimaand laat gaan. Wat je deed, wat Max deed, met wie hij omging, hoe hij zich gedroeg. Schrijf alles op.”
Ze keek hem aan met een blik waarin hoop streed met verdriet. “Ga je uitzoeken wie hem dit heeft aangedaan? En ons?”
“Ik zal er mijn uiterste best voor doen.”
Ze veegde haar wangen droog. “Ik heb vreselijke dingen over je gezegd tegen…tegen iedereen die het maar horen wilde.”
“Waarschijnlijk zat er wel iets waars bij.”
“Nee hoor.” Ze drukte haar vingers tegen haar ogen. “Ik ben zo in de war. Ik voel me ziek, vanbinnen, in mijn hoofd. Ik heb mezelf gedwongen om Meg te vragen om me daarheen te brengen, en zijn as mee terug te nemen, omdat ik wilde bewijzen dat ik niet geloofde…dat ik me niet schaamde. Maar eigenlijk schaam ik me wel.” Ze liet haar handen zakken en haar ogen waren rood en betraand. “Als hij op die berg was moet hij hebben geweten…”
“Dat gaan we allemaal uitzoeken. Sommige antwoorden zullen hard aankomen, Carrie, maar dat is beter dan met vragen blijven zitten.”
“Ik hoop dat je gelijk hebt.” Ze stond op. “Ik moet even mijn gezicht bijwerken.” Ze liep weg, bleef staan en draaide zich om. “Dat gedoe met die eland op school? Max zou ervan gesmuld hebben. Hij zou er een sappig verhaal van gemaakt hebben. ‘Lastige eland geschorst van plaatselijke school’, of zoiets. Hij was dol op dergelijke verhalen. Zo’n man, iemand die zo’n plezier beleefde aan zoiets dwaas, kan niet schuldig zijn aan wat er met Pat Galloway is gebeurd.”
“Ik wilde vrijwel meteen toen ik kennis met hem maakte met hem trouwen. Om de manier waarop hij sprak en omdat hij een stadskrant wilde opzetten, hoe belangrijk het was om kleine gebeurtenissen vast te leggen, net zo belangrijk als grote.”
Carrie keek uit het raam in haar stoel naast Meg en Nate zag dat haar blik op de bergen was gericht. “Ik kwam hier als onderwijzeres en ik bleef omdat ik me hier thuis voelde. Ik was geen bijzonder goede leerkracht, maar toch wilde ik blijven. En ik zag het wel zitten dat er meer mannen dan vrouwen waren. Ik zocht een man.” Ze wierp een zijdelingse blik op Meg.
“Wie niet?”
Carrie lachte, maar het klonk schor. “Ik wilde trouwen en kinderen krijgen. Eén blik op Max en ik wist dat hij de ware was. Hij was slim, maar niet té, leuk om te zien, maar niet zo knap dat ik me voortdurend zorgen moest maken dat er andere vrouwen achter hem aan zouden zitten. Een beetje wild, eigenlijk was dat meer een verlangen van hem, maar je wist dat je dat met wat moeite recht zou kunnen trekken.”
Haar stem brak en aan haar stokkende adem was te horen dat ze vocht tegen de tranen.
“Maken vrouwen lijstjes van dat soort dingen? Zoals bij een huis dat je overweegt te kopen? Opknapper. Goede basis maar moet bijgewerkt worden. Iets in die trant?” vroeg Nate.
Carrie lachte beverig en drukte haar hand op haar lippen.
“Ja, zo zijn we. Of ik in elk geval wel toen ik tegen de dertig liep. Ik hield niet meteen van hem, ik bedoel, het was geen brandende liefde op het eerste gezicht. Maar ik kreeg hem in bed en dat was goed. Kon ik weer afvinken in het plusrijtje.”
Ze zweeg en Nate schraapte zijn keel. “Eh, doe je dat afvinken met vlaggetjes of punaises?”
“Maak je geen zorgen, Burke, jij krijgt ook een vette plus in dat rijtje,” zei Meg. Ze wierp hem een blik vol waardering en begrip toe. Hij probeerde het makkelijk te maken voor Carrie. Hij deed echt zijn best. Ze keek Carrie aan. “Jullie waren een goed stel. Een team.”
“Ja, we waren echt een team. Het was misschien nooit heel heftig, maar weet je wanneer ik echt wist dat ik absoluut, helemaal van hem hield? Dat was toen hij onze dochter voor het eerst vasthield. De uitdrukking op zijn gezicht toen hij haar die eerste keer in zijn armen hield en hoe hij op dat moment naar mij keek! Schok en verwondering, opwinding en angst lagen allemaal in die ene blik. Het was dus geen vurige hartstocht, maar wel warm, stabiel en echt. Hij heeft je vader niet vermoord, Meg.” Ze keek weer uit het raam. “De man die zijn pasgeboren dochter zo vasthield, kan niemand vermoord hebben. Ik weet dat jij reden hebt om er anders over te denken en ik wil dat je weet hoe geweldig ik het van je vind…dat je me erheen vliegt.”
“We hebben allebei iemand verloren van wie we hielden. Wat hebben we eraan om elkaar ermee om de oren te slaan.”
Vrouwen, dacht Nate, stonden steviger in hun schoenen dan alle mannen die hij kende. Inclusief hijzelf.
Zodra ze geland waren, spoorde hij Coben op en hoewel het hem een schuldgevoel gaf liet hij Meg bij Carrie achter om de benodigde formaliteiten te vervullen om Max’ as mee te krijgen.
“Thomas Kijinski, alias Two-Toes. Hij lijkt me de meest waarschijnlijke kandidaat. Dan is er een zekere Loukes, hij werkt nu buiten Fairbanks, en nog een paar andere piloten die Galloway af en toe gebruikte.” Hij legde de lijst die hij had samengesteld op Cobens bureau. “Maar Kijinski springt er voor mij uit. Hij werd een paar weken na Galloways verdwijning vermoord.”
“Doodgestoken, volgens onderzoek een roofmoord.” Coben haalde diep adem. “Kijinski had verkeerde vrienden. Hij gokte zwaar, en werd ervan verdacht als drugskoerier te werken. Ten tijde van zijn dood had hij overal in zijn buurt schulden uitstaan. De rechercheur die met het onderzoek was belast, geloofde dat een van de mensen bij wie hij schulden had hem vermoord heeft, maar dat kon hij niet bewijzen.”
“Geloof jij in zulk toeval?”
“Ik geloof niets. Feit is dat Kijinski nogal een schurk was en slecht aan zijn eind is gekomen. Als hij toevallig de piloot was die Galloway naar zijn laatste klim heeft vervoerd, kan hij er ons niets over vertellen.”
“Dan moet het ook geen punt zijn om mij een kopie van zijn dossier te geven.”
Coben zuchtte nog eens diep. “De pers zit op mijn nek bij deze zaak, Burke.”
“Ja, ik heb wat berichten opgevangen. Ik heb enkele journalisten een officiële verklaring gegeven.”
“Heb je dit soort rotzooi al gezien?” Coben greep een kopie van een roddelkrant uit een la en legde het voor Nate neer. De kop luidde:
IJSMAN UIT VRIESGRAF OPGEHAALD
Onder de kop stond een begeleidende foto van Galloway zoals hij in de grot aangetroffen was, in schrille kleuren onder de vette letters.
“Dit soort rotzooi had je kunnen verwachten,” zei Nate.
“Iemand van het bergingsteam moet die foto hebben gemaakt. Een van hen heeft zijn zakken gevuld door hem aan de roddelbladen te verkopen. Mijn inspecteur zit boven op me. Ik wil niet dat jij zijn voorbeeld volgt.”
“Er waren drie mannen op de berg.”
“Ja, dat klopt, volgens Galloways logboek. We kunnen natuurlijk niet bewijzen dat hij is gestorven na dat laatste fragment. Er ligt zestien jaar tussen, dus we hebben heel wat ruimte wat betreft het tijdstip van zijn dood. Het kan toen geweest zijn, of een maand erna. Zelfs zes maanden erna.”
“Je weet wel beter.”
“Wat ik weet,” Coben hief een hand op, “is wat ik kan bewijzen.” Hij hief zijn andere hand op. “Volgens de lijkschouwer hebben we te maken met zelfmoord en mijn inspecteur is daar tevreden mee. Verdomd lastig dat Hawbaker geen namen heeft vermeld in zijn afscheidsbriefje.”
“Geef me het dossier, dan kom ik met de namen. Jij weet net zo goed als ik dat dit geval van geen kant klopt, Coben. Als je het deksel op de beerput wilt houden, moet jij dat weten. Ik moet echter naar een herdenkingsdienst en ik moet een vrouw met twee kinderen onder ogen komen die het verdient de waarheid te weten, zodat ze ermee kan leren leven. Ik kan een paar dagen hier in Anchorage rondsnuffelen op zoek naar informatie, of jij kunt me het dossier geven zodat ik terug kan naar Lunacy.”
“Als ik het deksel op de beerput wilde houden had ik je Galloways logboek niet gegeven.” Cobens frustratie was bijna tastbaar. “Ik moet verantwoording afleggen aan mijn meerderen en zij willen geen verder onderzoek. De theorie volgens het boekje is dat Hawbaker Galloway heeft vermoord, evenals de derde man, degene die gewond was volgens het logboek. En als je het zo bekijkt, kan dat best. Waarom zou de moordenaar van Galloway een gewonde man, een potentiële getuige, laten leven? Hawbaker vermoordt ze allebei. Na de vondst van Galloway is hij bang ontdekt te worden, dus schiet hij zich door het hoofd.”
“Netjes.”
Coben lachte schamper. “Sommige mensen houden daarvan. Ik geef je dat dossier, Burke, maar hou je onderzoek zoveel mogelijk buiten de schijnwerpers. Als de pers, mijn inspecteur of wie ook maar er lucht van krijgt dat jij je neus erin steekt en ik je help, krijg ik het op mijn dak.”
“Afgesproken.”
Meg was zo murw door Carries verdriet dat ze het niet erg vond om nog een avond te helpen met de bediening. Als ze had kunnen kiezen was ze liever met haar honden ergens naartoe gevlogen. Ergens waar ze een paar dagen volkomen alleen kon zijn zonder dat er op allerlei manieren aan haar getrokken werd.
Dat, dacht ze, toen ze de bloedhete keuken in The Lodge in liep, had ze van haar vader geërfd. Ervandoor gaan, vluchten, doen alsof er niets aan de hand is. Het leven is te kort voor toestanden.
Er was echter nog een andere kant in haar—hopelijk niet van Charlene!—waardoor ze bleef en het uitzong.
Ze pinde haar bestellingen op de draaischijf voor Dikke Mike. Twee keer gehaktbrood, een vegetarische schotel van het huis, en de zalmsurprise.
Ze nam de afgewerkte bestellingen die ze daarvoor had geplaatst zo routineus mee terug dat ze een grimas trok. Ze had niets tegen het bedienend personeel van deze wereld, dacht ze toen ze de borden naar binnen droeg, maar ze wenste dat ze er niet zo goed in was. Het was niets voor haar, ook niet om op terug te vallen.
Ze wilde lucht, stilte. Haar honden. Haar muziek. Seks.
Ze stond op springen.
Ze werkte nog twee uur en doorstond het kabaal, de klachten, de roddel, de slechte grappen. De druk om weg te komen werd steeds groter; bijna sloeg de wanhoop toe. Toen de meeste mensen waren vertrokken nam ze Charlene bij de keukendeur terzijde.
“Dat was het voor vanavond. Ik ga.”
“Maar je moet nog…”
“Je zult het aan iemand anders moeten vragen. Dat zal jou niet moeilijk vallen.” Ze liep naar de trap. Ze wilde even douchen en dan zo snel mogelijk hier weg.
Charlene liet haar echter niet zomaar gaan.
“Over een uur komt de volgende ronde. Er komt borrelpubliek, er komen…”
“Vreemd genoeg kan me dat geen moer schelen.” Ze zou de deur voor haar moeders neus hebben dichtgeslagen, maar die was al binnen en sloeg hem zelf dicht.
“Jou heeft nooit iets kunnen schelen. Dat kan mij niet schelen, maar je bent me iets verschuldigd.”
Dan maar geen douche, ze zou gewoon haar spullen pakken. “Stuur me de rekening maar.”
“Ik heb hulp nodig, Megan. Waarom kun je me nooit eens gewoon helpen zonder die krengerige houding?”
“Dat krengerige heb ik van jou geërfd. Daar kan ik niets aan doen.” Ze trok een lade open, graaide alles wat erin zat bij elkaar en gooide het op bed.
“Ik heb hier iets opgebouwd. Daar heb jij van geprofiteerd.”
“Je geld interesseert me voor geen meter.”
“Ik heb het niet over geld.” Charlene plukte de kleren van het bed en gooide ze in de lucht. “Ik heb het over The Lodge. Dat betekent iets. Jou kon het nooit iets schelen. Je wist niet hoe snel je hier weg moest, en van mij, maar toch betekent het iets. We hebben in de krant gestaan, in tijdschriften, in reisgidsen. Er werken hier mensen die met hun hele gezin leven van wat ze hier verdienen. Er zijn mensen die hier elke avond weer komen omdat het iets betekent.”
“Inderdaad,” zei Meg. “Alleen heeft het niets met mij te maken.”
“Dat zei hij ook altijd.” Woedend schopte ze tegen een spijkerbroek die op de grond lag. “Je lijkt op hem en je praat net zoals hij.”
“Daar kan ik ook niets aan doen.”
“Hij kon ook nergens iets aan doen. Als hij toevallig had verloren met poker, nou, jammer, dan was er die week geen geld. Ik heb wat ruimte nodig, Charley, je weet hoe het gaat. Ik ben over een paar dagen terug. Ik weet zeker dat ik iets vind. Zeur niet tegen me. Maar iemand moest toch de rekeningen betalen, of niet soms?” zei Charlene. “Iemand moest medicijnen betalen als jij ziek was, en iemand moest je schoenen betalen als je die nodig had. Hij kon me alle wilde bloemen brengen die hij in de zomer kon plukken, of lieve liedjes en gedichten voor me schrijven, maar dat bracht geen brood op de plank.”
“Ik koop mijn eigen eten. Ik koop mijn eigen schoenen.” Toch was ze iets bedaard. “Ik zeg niet dat je niet hard gewerkt hebt. Daarbij ben je een echte intrigante, maar het is jouw leven. Je hebt gekregen wat je wilde.”
“Ik wilde hem. Godverdomme. Hem wilde ik.”
“Ik ook, dus in dat opzicht hebben we allebei verloren. Daar valt niets meer aan te doen.” Ze zou terugkomen voor haar spullen, dacht Meg. Nu wilde ze alleen maar weg. Ze liep naar de deur en aarzelde.
“Ik heb naar Boston gebeld, met zijn moeder gesproken. Ze…ze zal je niet tegenhouden om zijn lichaam op te eisen, en je kunt hem hier begraven.”
“Heb je haar echt gebeld?”
“Ja, het is geregeld.” Ze opende de deur.
“Meg. Megan, wacht nou even.” Charlene ging op de rand van het bed zitten, tussen alle kleren. “Dank je.”
Verdomme. O, verdomme. “Het was maar een telefoontje.”
“Toch is het belangrijk voor me.” Charlene legde haar handen in haar schoot en staarde voor zich uit. “Het is zo belangrijk voor me. Ik was zo kwaad op je dat jij naar Anchorage ging om…om hem te zien. Dat je mij erbuiten liet.”
Meg sloot de deur en leunde ertegen. “Dat was niet mijn bedoeling.”
“Ik ben geen goede moeder geweest. Dat wilde ik juist wel zijn. Ik heb mijn best gedaan, maar er was altijd zoveel te doen. Ik wist niet dat er zoveel te doen was.”
“Je was nog jong.”
“Te jong waarschijnlijk. Hij wilde meer.” Ze keek op en haalde haar schouders op. “Hij was stapelgek op jou en wilde meer kinderen. Dat hield ik tegen. Ik wilde niet alles nog eens meemaken, dik worden en moe, en dan die pijn. En dan alles wat er te doen was. En nooit geld hebben als het nodig was of als je het gewoon wilde. Hij wilde nog een kind en ik wilde andere dingen tot het leek alsof we elkaar alleen nog maar onder druk zetten. En ik was jaloers omdat hij zo dol op je was, en ik me buitengesloten voelde, en ik altijd degene was die nee zei.”
“Waarschijnlijk moest iemand dat doen.”
“Ik weet niet of we bij elkaar zouden zijn gebleven. Als hij terug was gekomen, weet ik niet of we het hadden gered. We hadden zulke verschillende dromen. Maar ik weet dat als we uit elkaar waren gegaan, hij jou zou hebben meegenomen.”
Om iets met haar handen te doen streek ze de sprei glad. “Hij zou jou hebben meegenomen,” zei ze weer. “En dat zou ik hebben toegestaan. Dat moet je weten. Hij hield meer van je dan ik had gekund.”
Het was moeilijk, het moeilijkste wat ze ooit had gedaan om naar het bed te lopen en te gaan zitten. “Genoeg om geld bij elkaar te schrapen om schoenen voor me te kopen?”
“Dat misschien niet, maar wel zoveel dat hij je mee uit kamperen nam om naar de sterren te kijken. Zoveel dat hij je op schoot bij de open haard verhalen voorlas.”
“Ik zou graag denken dat jullie bij elkaar waren gebleven als hij was teruggekomen.”
Charlene keek haar aan en knipperde met haar ogen een traan weg. “Meen je dat?”
“Ja. Ik denk dat jullie een manier zouden hebben gevonden. Jullie waren al zo lang bij elkaar. Langer dan veel andere stellen. Ik wil je iets vragen.”
“Ga je gang.”
“Was het brandende liefde toen je hem voor het eerst ontmoette? Toen je voor hem viel?”
“O godsamme, ja. Ik werd er zowat door verteerd. En dat is nooit overgegaan. Soms, als ik kwaad of afgepeigerd genoeg was, dacht ik dat het op was, kil en dood. Maar als hij dan op een bepaalde manier naar me keek was het weer terug. Dat heb ik nooit met iemand anders gehad. Ik wacht er nog altijd op, maar het gebeurt nooit.”
“Misschien moet je nu iets anders zoeken. Pas nog heeft iemand me verteld hoe prettig een stabiele warme relatie kan zijn.”
Ze stond op en begon kleren van de grond bijeen te rapen. “Ik kan vanavond echt niet werken.”
“Oké.”
“Ik zal het ontbijt doen, maar je moet echt iemand anders vragen om voor Rose in te vallen. Ik moet terug naar mijn huis, mijn leven oppakken.”
Charlene knikte en kwam overeind. “Neem je de sexy sheriff mee?”
“Dat is aan hem.”
Meg pakte haar spullen en ruimde de kamer op. Ze overwoog een briefje voor Nate achter te laten, maar vond dat toch te onverschillig, te ongevoelig, zelfs voor haar.
Ze had haar auto trouwens niet bij zich, herinnerde ze zich, hoewel ze de zijne kon ‘lenen’.
Uiteindelijk slingerde ze haar rugzak over haar schouder en liep ze na een tussenstop bij De Italiaan naar het bureau.
Hij had gezegd dat hij laat zou werken om het bureau te bemannen. Aangezien zijn auto op slot was stond ze even te twijfelen. Ze kon haar handige sleutelbos gebruiken waaraan waarschijnlijk een passende sleutel zat. Maar hij zou het niet op prijs stellen als hij het alarm had ingesteld.
Wat hij als stadsmens waarschijnlijk had gedaan.
Met haar rugzak en een enorme pizza liep ze het bureau in.
Er hing een beklemmende stilte, viel haar meteen op. Hoe kon die man zonder muziek werken? Ze gooide haar rugzak op de grond en wilde hem roepen, maar hij verscheen al in de deuropening.
Omdat ze toevallig keek zag ze dat zijn hand op de kolf van zijn geholsterde pistool rustte en omlaag gleed toen hij naar haar glimlachte.
“Ik ruik eten, en jou. Dat brengt de oerman in me naar boven.”
“Pepperoni pizza. Ik dacht dat je op dit tijdstip wel zin in iets heets zou hebben, mij inbegrepen.”
“Helemaal goed geraden. Waar is die rugzak voor?”
Ze wist niet dat hij die gezien had. “Ik ben op de loop. Wil je mee?”
“Heb je ruzie met Charlene?”
“Ja, maar dat is niet de reden. Eigenlijk hebben we het bijgelegd. Ik moet hier gewoon weg, Burke. Te lang te veel mensen om me heen. Daar kan ik niet tegen. Daarom dacht ik dat pizza en dan seks bij mij thuis de perfecte medicijn zijn voor ik iemand iets aandoe en je me moet arresteren.”
“Goed plan.”
“Ik wilde gewoon zonder iets te zeggen gaan, maar ben van gedachten veranderd. Ik wil extra punten omdat ik het op deze manier heb gedaan.”
“Het scorebord is bijgesteld. Waarom neem je die pizza niet mee naar achteren, dan haal ik iets om het mee weg te spoelen.”
“Heb ik al.” Ze graaide in haar rugzak en haalde een fles rode wijn tevoorschijn. “Die heb ik uit de bar van The Lodge gesnaaid. We moeten hem helemaal opdrinken om het bewijsmateriaal te verdonkeremanen.”
Ze gaf de fles aan hem, liep langs hem heen naar zijn kantoor, waar ze de pizza op zijn bureau legde.
Hij had zijn dossiers gesloten, zowel het handgeschreven als dat op de computer, en de deken over het bord gegooid toen hij hoorde dat er iemand binnenkwam.
“Heb je servetten?” vroeg ze.
Het was niet galant, maar hij kon haar niet alleen in zijn kantoor laten. “In het bureau van Peach.” Hij pakte zijn Zwitsers zakmes en trok de kurkentrekker tevoorschijn. “Ik heb dit ding nooit eerder gebruikt. Echt handig is het niet, maar voila.” Hij trok de kurk uit de fles toen ze weer terug was. “Gelukt.”
Ze legde de servetten neer en pakte twee bekers die naast het koffieapparaat stonden. “Wat is dat?” Ze trok aan de rand van de deken.
“Niet doen.” Toen ze hem verbaasd aankeek, schudde hij het hoofd. “Gewoon niet aankomen. Kom, we gaan eten.”
Ze gingen zitten, schonken wijn in en verdeelden de pizza. “Waarom ben je hier nog zo laat? Probeerde je de tijd door te komen tot ik mijn tweede baan voor vanavond eraan gaf?”
“Gedeeltelijk. Maar vertel eens, waar hadden jij en Charlene ruzie over?”
“Dat is een ander onderwerp.”
“Inderdaad.”
“Het ging erover dat zij veeleisend was en ik ondankbaar en ga zo maar door. Toen kregen we het over mijn vader en…andere dingen, en ik kon wel begrip opbrengen voor het een en ander. Ik kon zelfs toegeven dat hij niet de makkelijkste man moet zijn geweest, als partner bedoel ik, en dat zij, op haar eigen irritante manier, zelfs alles heeft gedaan wat ze kon. Dat we allebei meer van hem hielden dan van elkaar.”
Ze schonk wijn bij, en pakte vastberaden nog een stuk pizza hoewel haar eetlust plotseling verdwenen was. “Onder die deken zit informatie over mijn vader, hè? Ik heb genoeg politiefilms en tv-series gezien, Burke, om te weten dat jullie foto’s en verslagen en zo op een prikbord hangen terwijl het onderzoek gaande is.”
“Officieel onderzoek ik niets. En ja, het heeft met je vader te maken, en ik wil niet dat je aan die deken komt.”
“Ik ben niet van porselein, zoals ik je al eens eerder heb gezegd.”
“En ik zeg jou nu dat er sommige dingen zijn die jou noch iemand anders iets aangaan.”
Ze zweeg en keek naar haar stuk pizza. “Ging je vrouw vreemd om dergelijke uitspraken van je?”
“Nee,” antwoordde hij schijnbaar onbewogen. “Mijn werk interesseerde haar totaal niet.”
Ze sloot haar ogen, toen keek ze hem recht aan. “Dat was gemeen van me. Af en toe trap ik onder de gordel.” Ze schoof de pizza opzij. “Ik zit niet goed in mijn vel, vanavond. Daarom moet ik naar buiten, weg, terug naar wie ik ben, waarmee ik me lekker voel.”
“Toch ben je nu hier, met pizza en wijn.”
“Kennelijk heb ik iets met je. Ik weet niet of het blijvend is, maar nu is het zo.”
“Ik hou van je, Megan.”
“O, Jezus, zeg dat toch niet nu.” Ze sprong overeind en begon te ijsberen. “Als ik in zo’n pissige rotstemming ben. Ben je er soms op uit om je door vrouwen te laten kwetsen, Ignatious? Zoek je nog iemand om je een dreun in je hart te verkopen?”
“Voor mij was het die brandende liefde,” zei hij kalm. “Er was een soort explosie voor nodig om door me heen te breken, denk ik, omdat ik het afgelopen jaar voornamelijk in zelfmedelijden heb gezwolgen. De laatste tijd is het meer zoiets als licht sudderen. Dat is makkelijker om mee te leven. Nu en dan komt het echter weer boven. Dan gaat het als een vuurbal door me heen.”
Ze bleef staan en ging weer zitten omdat haar maag opspeelde. “God sta je bij.”
“Ja, dat dacht ik ook. Maar ik hou toch van je en het is anders dan wat ik voor Rachel voelde. Ik had het allemaal keurig uitgestippeld, leuk, verstandig, normaal, stap voor stap.”
“En bij mij ben je niet op zoek naar leuk, verstandig en normaal.”
“Dat zou tijdverspilling zijn.”
“Onzin. Je hele wezen straalt huisje-boompje-beestje uit, het staat op je voorhoofd getatoeëerd.”
“Niet. Jij bent degene met de tatoeage, die ik overigens bijzonder erotisch vind. Misschien kunnen we erover denken wat de volgende stap wordt, als jij tenminste verliefd op me bent, maar nu…”
“Als ik het al word.”
“Ja, dan. Ik ben geduldig, Meg, en op mijn manier vasthoudend. Ik begin weer scherp te worden. Dat is lang weggeweest maar het komt terug. Dat zul je moeten accepteren.”
“Boeiend. Een beetje enger dan ik had verwacht, maar wel boeiend.”
“En het is omdat ik van je hou, en je vertrouw, dat ik je dit zal laten zien.”
Hij opende het dossier dat op zijn bureau lag, pakte er de gekopieerde pagina’s van Patrick Galloways logboek uit en gaf haar die.
Hij zag hoe ze verstijfde toen ze zijn handschrift herkende, en hoorde hoe haar adem stokte. Ze wierp hem een snelle blik toe en keek toen naar de bladen in haar hand.
Zwijgend las ze. Ze huilde niet, raasde niet, beefde niet, zoals een andere vrouw misschien had gedaan. In plaats daarvan pakte ze haar wijnglas en dronk langzaam terwijl ze alles las.
“Waar komt dit vandaan?”
“Het is gekopieerd van de bladzijden uit een logboek in zijn parka. Coben heeft het me gegeven.”
“Wanneer?”
“Een paar dagen geleden.”
Er begon iets in haar onderbuik te branden. “En je hebt me niets verteld. Je hebt het me niet laten zien.”
“Nee.”
“Waarom niet?”
“Ik moest het laten bezinken, en jij moest tot jezelf komen.”
“Hoort dat bij je hervonden scherpte, sheriff? Eenzijdige beslissingen nemen?”
“Het hoort bij mijn professionele verantwoordelijkheden, en mijn persoonlijke gevoelens. Je mag dit met niemand bespreken, tenzij ik het je laat weten.”
“Je hebt het me nu laten zien omdat in jouw professionele opinie jij het hebt laten bezinken en ik tot mezelf ben gekomen.”
“Zoiets, ja.”
Ze sloot haar ogen. “Je bent echt een verantwoordelijk mens, hè? Professioneel, persoonlijk. Het komt min of meer op hetzelfde neer, het zorgen.”
Toen hij niets zei opende ze haar ogen. “Het heeft geen zin om je uit te kafferen omdat je deed wat volgens jou juist was. Waarschijnlijk had je gelijk.”
Omdat het nu niet goed zou vallen zette ze de wijn weg. “Wat vindt Coben ervan?”
“Het gaat er momenteel meer om wat zijn superieuren denken. De theorie is dat Max Galloway heeft vermoord, en daarna de derde man. Toen je vader dood werd aangetroffen, dreven de angst voor ontdekking en zijn schuldgevoel hem tot zelfmoord.”
“Zo zullen ze het zeker opschrijven, hoe het in politiejargon ook mag heten.”
“Waarschijnlijk wel.”
“Arme Carrie.” Ze boog zich naar voren en legde de bladzijden terug op zijn bureau. “Arme Max. Hij heeft Patrick Galloway niet vermoord.”
“Nee,” zei Nate toen hij het dossier sloot. “Dat heeft hij inderdaad niet gedaan.”