Hoofdstuk 21

 

 

 

Drie uur later kan ik mezelf niet meer boven het geluid van mijn eigen stemmen uit horen denken.

Alle zes stuks.

‘Besef je wel dat Theo zijn linkerbeen onder de knie is kwijtgeraakt?’ Maffiadimensie is zo kwaad, dat ze bijna in tranen uitbarst, haar vuisten gebald in de schoot van haar groene rok.

We zitten met zijn allen aan tafel, terwijl mijn ouders en Theo ons tijdens deze buitengewone vergadering zitten aan te gapen. Buitengewoon, omdat het een bijeenkomst is van alle mensen die ik in potentie zou kunnen zijn.

‘Hij heeft een prothese nodig, en ik krijg allemaal griezelige mailtjes van een of andere gast van de Russische maffia –’

‘Paul en ik vliegen morgen terug vanuit Ecuador.’ Triad-dimensie zit naast me. Ze draagt een oranje zomerjurk en is kalmer dan alle anderen. ‘Voor zover we weten, had verder niemand bij Triad enig vermoeden van de interdimensionale zaken –’

‘Er huist een kwade geest in me,’ zegt Victoire, die nog steeds met Booswicht zit opgescheept. ‘Die moet eruit.’

‘Begrijp me niet verkeerd.’ Cambridge-dimensie draagt een korenblauw T-shirt en een heleboel bungelende kettingen. Ze praat met een helder Brits-Engels accent en wrijft ondertussen over haar linkerarm. ‘Pap en mam zijn superenthousiast over de onderlinge communicatie tussen de universums, maar moest jij nou echt in een innige omhelzing belanden met de jongen die mij voor het leven heeft verminkt?’

Oorlogsdimensie draagt een strohoed en een roze jurk. Ze kijkt boos. ‘Markov? Serieus? Hoe moet ik dit ooit aan Theo uitleggen? Mijn Theo, bedoel ik.’ Haar ogen flitsen even naar de Theo in deze kamer, die de versie die voor hem heeft gekozen een knipoog geeft. Ze straalt naar hem.

Het kwaadst van iedereen is oceaandimensie, die schreeuwt: ‘Je hebt een onderzeeër vernield!’

Dan snijdt er een andere stem door het rumoer heen, die ons abrupt het zwijgen oplegt. ‘Stilte!’

Allemaal sluiten we onze mond en kijken we naar de persoon aan het hoofd van de tafel: de groothertogin.

Ze heeft een karmozijnrood hemdje aan, en haar bos krullen hangt los langs haar rug naar beneden. Toch ziet ze er koninklijker uit dan ik toen ik in haar plaats haar bontjassen en juwelen droeg. Dankzij haar onberispelijke lichaamshouding verandert de doodgewone eetkamerstoel in een troon, en haar stem heeft een overduidelijk gebiedende toon. Er is geen twijfel over mogelijk wie hier de leiding heeft.

‘Jullie moeten allemaal luisteren naar de Marguerite uit de schaduwwereld die als de Berkeley-dimensie bekendstaat. Zij is de enige die beschikt over alle kennis die ons kan helpen,’ beveelt de groothertogin, losjes met één hand naar mij gebarend. ‘Haar manier van handelen in onze eigen werelden… Dat is een kwestie waar we later op terug zullen komen.’

O god. Angst drukt op me. Hoe moet ik de groothertogin straks in de ogen kijken, haar mijn excuses aanbiedend voor het feit dat ik haar zwanger heb gemaakt?

‘Ga je gang,’ besluit de groothertogin met een knikje in mijn richting.

‘Oké. Goed. Ten eerste, bedankt voor jullie komst –’

‘Ik ben ontvoerd!’ onderbreekt oceaandimensie me, maar ze kijkt onmiddellijk beschaamd. De groothertogin staart haar strak en doordringend aan.

‘Lieverd, we lenen je alleen maar een poosje.’ Pap glimlacht bemoedigend naar oceaandimensie. Hij was degene die zojuist de reis naar haar dimensie maakte.

Van pap, mam en Theo bevond zich telkens minstens één iemand in de buurt van de Marguerite in iedere wereld. Zelfs in de Rusland-dimensie, waar de Parijse scheikundige Theodore Beck al in het nieuwe Deense thuis van zijn goede vriendin op bezoek bleek te zijn.

In eerste instantie hadden we alleen twee Vuurvogels om mee te werken, wat betekende dat we maar één reis tegelijk konden ondernemen. Daarna heeft zowel de Triad- als de Cambridge-dimensie een extra exemplaar geleverd. De Marguerites hebben wel steeds een reminder nodig, maar daarvoor kunnen we één Vuurvogel laten rouleren.

Ik vervolg: ‘Hoe jullie hier ook gekomen zijn, ik ben blij dát jullie gekomen zijn. Want als we de Thuisbasis willen stoppen – de dimensie die zoveel andere dimensies probeert te vernietigen – moeten we allemaal samenwerken. Ik realiseer me dat sommigen van jullie daar al mee begonnen waren,’ voeg ik eraan toe, knikkend naar de drie voor wie dit geldt: Triad-dimensie, Cambridge-dimensie en oorlogsdimensie. ‘Maar we moeten ons verenigen, helemaal.’

Maffiadimensie slaat haar armen over elkaar. ‘Je bedoelt dat we je gewoon maar moeten vergeven.’

Ik voel me misselijk. ‘Je hoeft me niet te vergeven. Nooit. Als je maar begrijpt dat ik er nu alles aan doe om ieder van ons te beschermen.’

‘Het is niet zo heel erg wat je hebt gedaan,’ zegt Cambridge-dimensie tot mijn verbazing. Ze bekijkt mijn gezichtsuitdrukking en haalt haar schouders op. ‘Ik bedoel, ik zou willen dat je niet naar Pauls huis was gegaan, maar hij was niet bepaald jouw Paul, en ik weet nog hoe het vroeger tussen ons was… Het is wat ongemakkelijk, weet je, maar ik snap het wel.’

‘Niet zo heel erg? Zeg dat maar tegen Theo,’ sneert maffiadimensie.

‘Ik ben hier,’ zegt Theo. ‘En ook al ben ik niet degene die met de consequenties moet leven, ik ben wel degene die de kogels heeft opgevangen. Dus geloof me wanneer ik zeg dat wat er die avond met, nou ja, óns is gebeurd, niet Marguerites schuld was. In het begin had ze er geen flauw idee van dat de Russische maffia hier een rol in zou spelen. Ze had niet kunnen voorspellen wat er zou gaan gebeuren. Maar ik, ik wist dat ze was ontvoerd en stapte evengoed regelrecht een foute situatie in. Als wat er met jouw Theo gebeurd is al iemands schuld was, naast die van de vent die de trekker overhaalde, dan was het de mijne.’

Oceaandimensie ziet er nog steeds des duivels uit. ‘En wie heeft dan die onderzeeër vernield?’

‘Dat is dan weer een andere versie van mij geweest, die nu dood is,’ zegt Theo. ‘Dus als je had gehoopt hem voor de rechter te kunnen slepen, dan heb je pech gehad.’

Triad-dimensie leunt achterover en brengt haar handen naar haar slapen. ‘Mijn hoofd doet pijn.’

Dit zou voor de groothertogin het aangewezen moment zijn om te vertellen wat ik haar heb aangedaan, maar dat doet ze niet. Misschien is het beneden haar koninklijke waardigheid om in het openbaar over dit soort zaken te praten.

Ze kijkt me aan en zegt alleen: ‘Als de onderbrekingen eindelijk voorbij zijn, vertel dan alsjeblieft verder.’

‘Juist. Om te beginnen moeten we zorgen dat we al jullie universums verstevigen, zodat ze niet vernietigd kunnen worden, nooit. Voor dat proces is één Vuurvogel nodig…’ Ik hou mijn medaillon omhoog, ook al zijn de anderen inmiddels bekend met het instrument. ‘…en één stabilisator, die niet zo moeilijk te maken is in een technologisch geavanceerde dimensie. Degenen van jullie die al met andere universums kunnen communiceren, zijn daar zelfs al mee begonnen. Maffiadimensie, jullie hebben de technische kennis in huis. Jullie hoeven het plan alleen nog maar uit te voeren. Voor degenen met andere technologie moeten we alternatieve oplossingen bedenken.’

‘Waar zouden we überhaupt moeten beginnen?’ zegt oceaandimensie. ‘Ik heb dat soort kennis niet, en in mijn universum hebben mijn ouders die ook niet.’

‘Maar mijn ouders wel.’ Ik denk razendsnel na. ‘Een van hen moet naar jouw universum toe gaan. Bij voorkeur pap. Mijn versie van papa, bedoel ik. Bij zijn ontvoering is hij er een maand geweest, en hij kan zich er nog dingen van herinneren. Dat zou hem een voorsprong moeten geven op het uitvogelen van jullie technologie.’

‘Ik kan teruggaan om het hem te vertellen.’ Theo schudt zijn hoofd met een wrange glimlach. ‘Het wordt de hoogste tijd dat Henry zelf ook eens een interdimensionaal reisje ging maken, vind je niet?’

‘Zeker weten.’

Pap en mam hebben het reizen aan ons overgelaten. Voornamelijk aan mij, vanwege de gave van de perfecte reiziger die Wyatt Conley me heeft gegeven. Maar zij zouden het zelf ook eens moeten ervaren, zowel het verontrustende als het wonderlijke ervan.

‘En mijn wereld?’

Bij het horen van de stem van de groothertogin vestigt iedereen zijn aandacht weer op haar. Ze zit met haar handen in haar schoot, en op de een of andere manier ziet ze er ouder en mooier uit dan wij allemaal. Mensen zeggen weleens: schoonheid komt van binnenuit. Ik heb dat altijd maar een holle frase gevonden. Maar nu zie ik de groothertogin precies dat soort energie uitstralen – ongrijpbaar, maar het is er overduidelijk – terwijl ze vervolgt: ‘Onze technische ontwikkeling loopt aanzienlijk achter op die van jullie.’

Theo haalt zijn schouders op alsof dat geen probleem is. ‘Het enige wat we nodig hebben, zijn de juiste metalen en de kennis om het in elkaar te zetten, Uwe, eh… Hoogheid? Was dat het?’

‘Uwe Keizerlijke Hoogheid,’ fluister ik.

‘O ja, dat. Ja. Uwe Keizerlijke Hoogheid. Aangezien u en ik daar bevriend blijken te zijn, en ik sowieso bij u in de buurt ben, kunnen we er samen aan werken. U regelt de materialen, dan zorg ik dat de klus geklaard wordt.’ Theo salueert half naar haar en trekt dan zijn hand terug, zich duidelijk belachelijk voelend. Oorlogsdimensie giechelt.

Oceaandimensie steekt haar hand op, wat me eraan herinnert dat zij een van de weinige Marguerites is die naar school is geweest. ‘Dus een andere versie van pap gaat mijn vader zonder enige waarschuwing overnemen?’

‘Vraag hem om zijn toestemming,’ zeg ik. ‘Vertel je vader alles. Als hij niet wil dat mijn vader komt, dan komt hij niet. Beloofd. Het is jullie dimensie, dus het is jullie keuze.’

‘Oké.’ Dan voegt ze er schaapachtig aan toe: ‘Het alternatief is dat onze dimensie wordt opgeblazen, dus ik denk dat mijn vader ja zal zeggen.’

‘Waarschijnlijk,’ beaam ik. Al voorspel ik ook dat mijn vader na afloop uitvoerig zal mopperen over het onmenselijke lijden van een gedwongen terugkeer naar een dimensie zonder The Beatles.

‘En hier?’ zegt Victoire. ‘Blijft jullie Theo hier, of komt er een andere versie van mam naar ons universum, of hoe zit dat? En wie gaat die kwade geest uit mij halen?’

Theo en ik kijken elkaar even aan. Hoe moeten we precies met Booswicht omgaan? Als we haar voorgoed in Victoire lieten zitten, zou Booswicht daar dan veilig opgesloten blijven, zoals nu? Of zou ze misschien mettertijd sterker worden, zich naar buiten weten te werken? Zelfs als ze dat niet zou doen, is het moeilijk voor te stellen dat een ziel die zo beschadigd is, zo giftig, de persoon in wie hij opgesloten zit niet zou aantasten.

En als mijn ouders in de Thuisbasis bereid zijn hele dimensies te vernietigen om een van hun dochters terug te krijgen, is er dan iets wat ze niet zouden doen om het enige kind dat ze nog overhebben te redden?

De voordeur gaat open, en we schrikken er allemaal van.

Cambridge-dimensie fluistert: ‘Wacht, is er nog een?’

Maar de voetstappen zijn te zwaar om van mij afkomstig te zijn. Het vertrouwde geluid tovert een glimlach op mijn gezicht, zelfs nog voordat Paul naar binnen stapt.

Zijn haar is hier iets langer en zit in de war: uitgewaaid en ruw van het zeewater. Over zijn neus loopt een vage streep roodverbrande huid, en over zijn schouder hangt een rugzak die ongetwijfeld vol zit met benodigdheden. Hij heeft een zwart zwemshirt met lange mouwen en een bijpassende zwembroek aan.

Maar het zijn niet de verschillen die me het meest opvallen. Het is de Vuurvogel die om zijn nek hangt.

Het is mijn Paul, eindelijk weer bij me.

De reactie op zijn binnenkomst is als een golfbeweging rond de tafel, ieder van ons met een andere gezichtsuitdrukking, van liefdevol tot doodsbang, en alles daartussenin.

Maar het is de groothertogin naar wie ik bijna niet durf te kijken. Ze grijpt de armleuningen van haar stoel beet, en haar lippen zijn in totale verbijstering uiteen geweken. Haar liefde voor luitenant Markov definieerde en veranderde haar leven, en toen is ze hem voorgoed kwijtgeraakt.

Althans, dat was zo, tot dit moment waarop Paul in haar ogen uit de dood is opgestaan.

Paul, op zijn beurt, moet tekstberichtjes van Theo en mijn ouders hebben gekregen met de mededeling dat hij zo snel mogelijk hierheen moest komen, plus een paar berichtjes van Theo om het kloonverhaal uit te leggen. Maar hoewel hij op de hoogte is van de feiten, lijkt Paul niet voorbereid op de realiteit. Hij blijft in de deuropening staan, ons om beurten aanstarend terwijl zijn mond langzaam openzakt.

‘Ik weet het, broertje,’ zegt Theo met een wrange grijns. Hij leunt tegen de muur en heeft zijn armen over elkaar geslagen. ‘Ik heb deze droom ook gehad.’

‘Jij komt uit de oceaandimensie.’ Paul wijst de goede Marguerite aan, wat me verbaast. ‘En jij komt uit Cambridge, uit de oorlogs…’ Zijn grijze ogen lichten op als hij mij ziet, en hij haalt diep adem. ‘En jij bent de mijne.’

Ik knik van ja. Altijd, Paul.

Ondertussen heeft hij zijn blik op de groothertogin gevestigd, die hem nog altijd als gehypnotiseerd aanstaart.

Na een ogenblik maakt Paul een lichte buiging. ‘Vrouwe.’

De groothertogin draait zich half weg, slaat haar hand voor haar mond.

Ik krijg tranen in mijn ogen. Paul herkende haar op het eerste gezicht. Herkende ons allemaal. Herkende mij.

Zou er iemand anders zijn in het multiversum die in één oogopslag mijn hele geschiedenis kan lezen? Paul kijkt dwars door me heen, tot in mijn kern, mijn waarheid. Dat heeft hij altijd al gedaan.

Uiteindelijk zegt Paul: ‘Ik neem aan dat dit niet alleen maar voor de gezelligheid is.’

‘In één keer raak, vriend.’ Theo geeft hem een stomp tegen zijn schouder. ‘Ik zal je even bijpraten over het conclaaf van de Marguerites.’

Terwijl Theo het hele verhaal uit de doeken doet, ga ik weer zitten en probeer ik Paul net zo intelligent te lezen als hij mij las. Meestal ben ik daar goed in, dus hoe kan ik dan zoveel van Paul houden en het toch zo moeilijk vinden om het conflict in zijn hart te begrijpen?

Aan de andere kant, Paul probeert zijn gevoelens juist te verbergen. De wreedheid van zijn ouders heeft hem waarschijnlijk al lang geleden geleerd voorzichtig te zijn. Gesloten. Bang zelfs. Ze hebben geprobeerd hem weg te houden bij alles wat hem lief was. Zo leer je iemand zijn liefde diep in zijn binnenste te begraven, onzichtbaar voor iedereen. Zo leer je iemand om vooral niet te hopen.

‘Nu we allemaal bijgepraat zijn…’ zegt Theo, ons allemaal weer bij het gesprek betrekkend. ‘…wie wil er als eerste terug naar huis?’

Maffiadimensie steekt haar hand op. Het is niet zo vreemd dat ze nooit meer in Pauls buurt of in die van een van ons wil zijn.

Cambridge-dimensie zegt: ‘Iedereen moet weten dat de Triad-dimensie niet langer een bedreiging vormt. Nu Wyatt Conley dood is, is er ook één perfecte reiziger minder. Hoe eerder ik terugga, hoe eerder we contact kunnen maken met nieuwe universums, want mijn ouders beschikken over de communicatietechnologie.’

‘De mijne ook,’ zegt oorlogsdimensie.

Iedereen wil dolgraag onmiddellijk terug naar zijn eigen dimensie, behalve de groothertogin. Zonder een woord te zeggen zit ze daar, koninklijk en beheerst, zo roerloos, dat ik bijna zou kunnen geloven dat ik naar een foto zit te kijken. Totdat haar hand over haar buik strijkt, alsof ze zoekt naar het kindje dat daarin zou moeten zitten.

Pauls kindje. Hoe moet het voor haar zijn om hem weer te zien?

Terwijl mijn ouders beginnen uit te werken wie waarnaartoe moet en met wie, komt Paul eindelijk naar me toe. Hij komt zo dichtbij staan, dat ik niet langer het gevoel heb dat hij me mijdt, en zijn brede hand sluit zich om mijn schouder.

‘Je bent ongedeerd,’ zegt hij. ‘Toen we beseften dat er een universum was gevallen…’

‘Ik ben oké. Jij hebt me gered.’ Met een scheve glimlach kijk ik naar hem op. ‘Een van jullie, in elk geval.’

‘We moeten scherp blijven. Ik heb berekend wat een mogelijk volgend doelwit zou kunnen zijn van de Thuisbasis.’ Paul probeert volledig over te schakelen naar de wetenschapsmodus om zijn complexe emoties beter te kunnen verhullen, en hij slaagt daar maar half in. ‘Die dimensie dient als bronvector voor vele andere en loopt daarom groot gevaar. Het verbaast me dat de Thuisbasis deze dimensie nog niet eerder heeft aangevallen.’

‘Oké, dan gaan we daarnaartoe,’ zeg ik. Het geeft me hoop dat Paul ‘we’ zei, dat hij het nog steeds vanzelfsprekend vindt dat we samen kunnen gaan. Het moedigt me aan. ‘Maar eerst…’

‘Ja?’ Zijn grijze ogen ontmoeten de mijne heel even voordat hij moet wegkijken.

Ik knik in de richting van de groothertogin. ‘Je moet afscheid van haar nemen.’

Paul aarzelt, zet dan een paar stappen in haar richting.

Ze kijkt op, en haar ogen zijn rood.

Hij zegt: ‘Als je niet met me wilt praten, als het te pijnlijk is…’

‘Nee, alsjeblieft.’ De groothertogin komt overeind. ‘Het is pijnlijk. Maar deze kans krijg ik nooit meer.’

Misschien zou ik niet moeten meeluisteren. Maar toch, ik was letterlijk een deel van haar, de hele tijd dat ze met mijn Paul samen was. We kennen geen geheimen voor elkaar.

Paul steekt zijn armen naar haar uit, en ze omhelst hem wanhopig. Hij beantwoordt haar omhelzing, drukt haar dicht tegen zich aan op de manier die mij altijd zo’n gevoel van geborgenheid geeft. Het gevoel dat er van me gehouden wordt.

Wanneer ze zich eindelijk van hem losmaakt, zegt hij: ‘Je begrijpt de waarheid over de Vuurvogels nu. Dat ik niet jouw Paul ben –’

‘Maar een ander iemand die hij had kunnen zijn,’ zegt ze met bevende stem. ‘Luitenant Markov hield van het bestuderen van natuurkunde en optica. Ik weet zeker dat het heel veel voor hem heeft betekend, de ontdekking dat hij in een ander leven de kans had om wetenschapper te worden. Om zijn dromen waar te maken.’

Paul knikt. ‘Dat klopt. Ik was een deel van hem in die laatste paar weken, en ik weet nog…’ Zijn stem breekt op in rauwe emotie zoals ik die nog nooit eerder bij hem gezien of gehoord heb.

Die dagen in Sint-Petersburg, en die nacht in de datsja, blijven een paar van de bepalendste in ons leven.

Vergeet dat niet, Paul. Ik bijt op de binnenkant van mijn wang om te voorkomen dat ik ga huilen. Zij was daar niet alleen. Wij waren daar ook.

Uiteindelijk lukt het hem tegen de groothertogin te zeggen: ‘Hij hield zoveel van je. Dat zal ik altijd met me meedragen. Zolang ik leef, leeft zijn liefde voor jou in zekere zin ook voort.’

De groothertogin kust zijn handen en ze krijgt tranen in haar ogen. Paul ziet eruit alsof ook hij elk moment kan gaan huilen. Ik moet ophouden met naar hen te kijken, ze op zijn minst de illusie van privacy gunnen, maar ik kan mijn blik niet van ze losmaken.

‘De baby,’ begint ze. Ze legt een hand tegen Pauls mond voordat hij zijn verontschuldigingen kan aanbieden. ‘Als het een jongen is, vernoem ik hem natuurlijk naar jou. Maar welke naam zou je voor een meisje kiezen?’

Hij kijkt over zijn schouder naar mijn moeder, die druk bezig is met de voorbereidingen om oorlogsdimensie naar huis te brengen. Met haar yogakleding en haar slordige knot lijkt ze vast totaal niet op de met juwelen behangen tsarina uit de herinnering van de groothertogin, maar ze lijkt als twee druppels water op mijn eigen moeder thuis, degene die bijna net zoveel van Paul houdt als van mij.

Hij zegt: ‘Sophia. In de meeste werelden betekent zij meer voor me dan mijn echte moeder.’

‘Sophia dan.’ De groothertogin glimlacht door haar tranen heen naar hem. ‘Ik heb zoveel te zeggen, en toch zou alles minder dan een mensenleven nooit genoeg tijd zijn om het te kunnen zeggen. Weet alleen dat het me goed gaat, nu en altijd. Als de tijd rijp is, zal ik ons kind alles over je vertellen, daar verheug ik me nu al op.’ Ze klemt Pauls hand nog steviger vast en legt hem tegen haar hart. ‘Ik zal van je houden zolang ik leef.’

Paul trekt haar opnieuw tegen zich aan en kust haar.

Ik heb het recht niet jaloers te zijn. De hete golf die door mijn lichaam trekt, alsof ik een klap heb gekregen, is met geen mogelijkheid te vergelijken met hoe de groothertogin zich moet hebben gevoeld toen ze begreep dat ik haar de enige nacht met Paul had ontnomen. Achteraf zal ik zelfs blij zijn dat ze de kans heeft gekregen om afscheid van hem te nemen.

Maar dat maakt het er niet makkelijker op Paul iemand anders te zien kussen, ook al is het dan een andere versie van mij.

Ze laten elkaar los. Daarna loopt de groothertogin verrassend genoeg in mijn richting. Ze blijft een paar passen voor me staan.

‘Jij bent degene die in mijn wereld op bezoek is geweest,’ zegt ze, haar handen voor zich ineengeklemd. Ook al heeft een traan tijdens haar afscheid van Paul een grillig spoor over haar wang getrokken, ze is al weer de rust zelve. ‘Jij was mijn schaduw-ik.’

‘Het spijt me zo.’ De excuses die ik haar in mijn brief heb aangeboden, zijn bij lange na niet genoeg. ‘De dingen die ik heb gedaan… Ik heb me laten meeslepen door de emoties van het moment, en ik heb al die risico’s genomen zonder me de vraag te stellen of jij hetzelfde zou hebben gedaan –’

‘Ik zou het nooit hebben gedaan,’ zegt de groothertogin.

Opnieuw heb ik het gevoel dat ik een klap heb gekregen, en dit keer is-ie volkomen verdiend. Ik buig mijn hoofd, kan haar niet langer aankijken.

Maar dan voegt de groothertogin eraan toe: ‘Daar zou ik de moed niet voor hebben gehad.’

Ik kijk op, en het lukt haar op de een of andere manier te glimlachen.

‘Mijn pad was al vóór mijn geboorte helemaal voor me uitgestippeld, en ik had er nog nooit van durven afwijken, niet één enkele stap. Zelfs niet voor de liefde die ik voor luitenant Markov voelde. Jij hebt me voorgoed van dat pad af gehaald, en daar ben ik blij om. Blij met de herinneringen die ik zonder jou nooit zou hebben gehad, blij dat ik de kans heb gekregen om te ontdekken wie mijn echte vader is, het blijst nog met het kindje dat ik zal baren. Jij hebt me de kans gegeven mijn eigen lot te bepalen, en er is geen kostbaarder geschenk op de hele wereld.’

Het duurt lang voordat ik de adem heb gevonden om te kunnen reageren. ‘Je bent vriendelijker voor me dan ik verdien.’

‘Niemand kan ooit de volle consequenties van zijn daden overzien. Weet alleen dat ik meer dan tevreden ben met de consequenties van de jouwe.’ De groothertogin steekt haar hand uit, zoals ze zou doen naar een edelman, en fronst dan haar wenkbrauwen, alsof ze beseft dat dit gebaar niet helemaal goed is maar ze ook niet weet wat ze anders moet doen. Toegegeven, dit is een situatie die over het algemeen niet in de etiquetteboeken voorkomt.

Ik pak haar hand vast en glimlach. ‘Heb een te gek leven,’ fluister ik. ‘Je verdient het.’

‘Dat ben ik wel van plan.’ De groothertogin kijkt even naar Theo. Haar gezichtsuitdrukking is niets anders dan vriendelijk, misschien een tikje geamuseerd vanwege de verschillen tussen haar eigen gesoigneerde Theo Beck en dit exemplaar, met zijn spijkerbroek en T-shirt. Toch vraag ik me ineens af wat er misschien zou kúnnen gebeuren wanneer ze eenmaal om luitenant Markov zal hebben gerouwd en haar vriendschap met Theo zich in de loop van de maanden en jaren zal hebben verdiept.

Waarschijnlijk lees ik er te veel in. Maar het lijkt me een mooie toekomst als zij Pauls kind zou opvoeden met Theo aan haar zijde. Een toekomst die de moeite waard is.

‘O, en nog één ding,’ zeg ik tegen haar, denkend aan één andere persoon die ik in de Rusland-dimensie heb leren kennen. ‘Als Vladimir van de schaduwwerelden afweet, als hij het ooit kan geloven, wil je hem dan de groeten doen van mij? Ik mis hem soms. Katya en Peter ook, maar vooral Vladimir. Als ik een grote broer in mijn eigen dimensie had gehad, zou ik hebben gewild dat hij zoals Vladimir was. Wil je hem dat zeggen?’

Langzaam knikt de groothertogin. ‘Ik denk dat Vladimir het fijn zal vinden dat te horen.’

‘Oké.’ In het midden van de kamer klapt Theo in zijn handen, onze aandacht weer op het hier en nu vestigend.

Dan pas dringt het tot me door dat mijn ouders weg zijn en dat ze oceaandimensie en Cambridge-dimensie hebben meegenomen, want er zitten nu twee klonen een beetje apart van de rest met de hoofden dicht bij elkaar, diep in gesprek verwikkeld, zichtbaar de kluts kwijt.

‘Ik vermoed dat de Rusland-dimensie mijn laatste stop zal zijn, omdat ik daar de meeste tijd nodig zal hebben om te helpen. Misschien kan ik maffiadimensie en kan Paul oorlogsdimensie naar huis brengen?’ zegt Theo.

‘Ik moet door naar het universum waar jij het over had,’ zeg ik tegen Paul. ‘Maar zolang Booswicht hier vastzit, is er misschien iets minder haast bij. Ik kan de anderen gezelschap houden, nog meer tekst en uitleg geven.’

Victoire, die inmiddels is losgemaakt, slaat haar armen over elkaar. ‘Gaat iemand nog iets doen aan de boze geest binnen in mij?’

Theo, Paul en ik wisselen een blik uit.

Voorzichtig zegt Theo: ‘Eh… we hebben niet echt een andere plek waar we haar kunnen wegstoppen zonder dat ze meteen weer op het multiversum wordt losgelaten.’

Paul probeert haar gerust te stellen. ‘De kans dat ze een negatieve uitwerking op je heeft, is ongedefinieerd, maar onwaarschijnlijk.’

Victoire trekt haar wenkbrauwen op. ‘ “Ongedefinieerd”?’

Pauls woorden klinken niet altijd zo geruststellend als hij denkt.

Haastig voeg ik eraan toe: ‘We halen haar er wel uit, dat zweer ik, zodra we zeker weten dat het multiversum veilig is. Pap en mam weten dat ze je goed in de gaten moeten houden, en ik kan hier nog een poosje blijven voordat ik verder moet –’

‘Ik red me hier heus wel,’ zegt Victoire uit de hoogte. ‘Er komt een vriendin van ons logeren zolang pap en mam de hort op zijn voor hun idiote avonturen in andere dimensies. Al zal Romy dit nooit geloven…’

Opnieuw trekt er een golf van emotie door mijn lichaam, maar dit keer zonder warmte. Hij bestaat uit pure kou. ‘Welke naam noemde je daar nou?’

‘Doe maar niet alsof je haar niet hebt verstaan,’ zegt Romola, die kennelijk ongestoord via de voordeur naar binnen heeft kunnen lopen terwijl wij afgeleid waren. ‘Je zou me intussen toch moeten kennen.’

Misschien zou ik verontrust moeten zijn door de Vuurvogel die om Romola’s nek hangt, het bewijs dat ze uit de Thuisbasis komt.

Maar ik vind haar pistool nog veel en veel enger.