Hoofdstuk 14

 

 

 

Ik kom met een klap in mezelf terecht en wankel tegen een muur aan. Trillend zoek ik er steun, en ik haal een paar keer diep adem. Ik leef nog. Ik heb het gehaald.

Paul – welke Paul het ook was – heeft me gered uit een wereld die op het punt stond om voor eeuwig in rook op te gaan, en bracht me hierheen. Maar waar is ‘hier’?

Waar het ook is, de zwaartekracht doet het, de hemel gaat niet op in een spiraal van vlammen, en de aarde bezwijkt niet onder met lava gevulde kloven, dus ik vind het allang best.

Ik ben binnen, beschut tegen regen, wind of afgrijselijke vlammen. Er brandt licht, en ik heb geen pijn. Ik ben me er nog nooit zo scherp van bewust geweest dat dat het enige is wat een mens nodig heeft. Al het andere in een mensenleven is slechts… extra.

Maar ik snap nog steeds niet waar ik precies naartoe ben gebracht, en waarom.

Mijn aandacht gaat als eerst naar de Vuurvogel die om mijn nek hangt. Het metaal van dit exemplaar is grover van vorm. Het heeft harde randen in plaats van de sierlijke krullen van het ambachtelijke handwerk van die van mijn ouders. Het medaillon wiebelt ook minder dankzij een compactere ketting met dikkere schakels. Zelfs het gewicht is anders. Zwaarder, zowel Vuurvogel als ketting. Uit welk universum komt deze creatie?

Ik doe een stap bij de muur vandaan en kijk de kamer rond. Eerst zie ik een bed, een simpel metalen frame met een effen zwarte deken. Er vlak naast staat een bureau van gehavend hout met daarop een ouderwetse, elektrische typemachine die met de muur verbonden is door middel van een belachelijk dik zwart elektriciteitssnoer. In één hoek staat een metalen dossierkast. Daarop afgaand, in combinatie met de ongeïnspireerde fluorescerende tl-buis boven mijn hoofd, zou ik gokken dat dit een voormalige kantoorruimte is die nu dienstdoet als slaapkamer. Maar waarom?

Eén deur. Ik loop erheen en voel aan de deurknop. Hij zit op slot. In eerste instantie denk ik dat ik zeker iemand heb buitengesloten, maar zo werken sloten over het algemeen niet. Iemand anders heeft mij opgesloten. Waarom?

De laatste stap is mezelf aandachtig bekijken, al is er niet veel waar ik iets aan heb. Ik draag nogal lompe zwarte schoenen, een effen donkerblauwe rok die tot net over mijn knieën valt, een blouse van goedkope stof, en – ik breng mijn handen omhoog naar mijn krullende haardos – een korter kapsel dit keer, misschien een bob.

Dit voelt vertrouwd…

Ik schrik op van twee korte klopjes op de deur, maar ik verman me direct weer. Degene aan de andere kant van de deur is waarschijnlijk mijn gijzelnemer.

‘Binnen.’

Paul stapt naar binnen, gekleed in een legeruniform dat ik herken. Terwijl hij me aankijkt, verandert zijn gezichtsuitdrukking van intense opluchting naar iets wat er, naar hij ongetwijfeld hoopt, uitziet als kalmte.

‘Je hebt het gered.’

‘We zijn in de oorlogsdimensie,’ zeg ik. ‘Waar Theo en ik een paar weken geleden zijn geweest.’

‘Je weet nog wie ik ben.’ Paul kan mijn blik niet langer vasthouden. ‘Ik wist niet zeker of dat zo zou zijn.’

‘Het is nog geen maand geleden…’ Mijn stem sterft weg. Hij dacht natuurlijk niet letterlijk dat ik hem zo snel vergeten zou zijn. Hij dacht alleen dat hij me niet genoeg interesseerde om nog regelmatig aan hem terug te denken, áls ik dat al deed.

Toen Wyatt Conley Pauls ziel versplinterde en ieder deeltje naar een andere dimensie stuurde om mij zover te krijgen het vuile werk voor hem op te knappen, stuurde hij één deel hiernaartoe. Hoewel de oorlogsdimensie beschikt over technologie die net zo geavanceerd is als de onze, wordt al die technologie voor militaire doeleinden aangewend. Deze natie – welke dat ook mag zijn, want ik ben de naam nooit te weten gekomen – is verwikkeld in een uitzichtloze wereldoorlog, en dat al decennialang. De algemene indruk die ik van de oorlogsdimensie kreeg, was dat het voelde zoals de Tweede Wereldoorlog, als die vijftig jaar had geduurd.

Conley had me hierheen gestuurd om het Vuurvogel-project in dit universum te saboteren, dat op het punt van slagen stond. In deze wereld zijn mijn ouders hoge militaire wetenschappers, Paul is een van de onderzoeksassistenten met wie ze werken, Josie is een keiharde gevechtspiloot geworden… en Theo is de jongen op wie mijn andere ik uit de oorlogsdimensie blijkbaar verliefd is. Maar Paul uit de oorlogsdimensie heeft een oogje op mij, en ik realiseerde me dat ik daar misschien mijn voordeel mee zou kunnen doen. Denkend dat ik geen andere keuze had, liet ik me door Paul op een romantisch avondje mee uit nemen, waarbij ik met hem flirtte en praatte en hem uiteindelijk zelfs hartstochtelijk zoende in de straten van San Francisco.

Onze kus duurde tot het moment waarop Paul mijn Vuurvogel herkende en ik door de mand viel.

Uiteindelijk wist ik een wapenstilstand te onderhandelen. We leverden gefingeerd bewijs van sabotage terwijl we de oorlogsdimensie in werkelijkheid de data gaven die ze nodig hadden om de Vuurvogel te ontwikkelen. In ruil daarvoor kreeg ik mijn Vuurvogel terug. Maar Paul bleef tot het laatst toe boos en verbitterd om mijn bedrog. Ik dacht dat hij me haatte en dat voor altijd zou blijven doen.

Maar hij heeft zojuist zijn leven gewaagd om het mijne te redden.

‘Dank je wel,’ zeg ik heel zacht. ‘Wat jij zojuist deed, wat dat betekende –’

‘Dit gaat niet alleen om jou.’ Paul wendt zijn blik af van mijn gezicht. ‘Het gaat ook om Triad. Kom mee.’

Ik loop in de richting van de deur. ‘Waar gaan we naartoe?’

‘Een stafvergadering van het Vuurvogel-project.’ Paul doet een stap bij de deuropening vandaan als ik erdoorheen loop, ervoor zorgend dat onze lichamen elkaar niet raken. ‘Tijd om open kaart te spelen.’

 

Te oordelen naar de manier waarop Paul dat zegt, verwacht ik dat mijn ouders zich net zo bedrogen voelen als hij. Maar wanneer hij me voorgaat in een kleine vergaderruimte aan het eind van de gang, kijken mijn ouders in hun stijve legeruniformen op van hun werk dat op de tafel ligt uitgespreid, en ze glimlachen.

‘Ben jij de andere?’ zegt pap, op dezelfde toon die hij zou gebruiken als hij op een dag Paul McCartney op straat herkende. ‘De Marguerite die onze wereld onlangs heeft bezocht?’

‘Ik, eh… Ja.’ Op deze situatie heb ik me niet voorbereid.

Mijn moeder schudt haar hoofd, en ze glimlacht haar jij-malle-meid-glimlach. ‘Waarom heb je ons niet gewoon verteld wie je werkelijk was? We zouden het zo enig hebben gevonden om met je te praten!’

‘Ik dacht dat ik jullie werk moest saboteren,’ geef ik toe. ‘Dat leek me niet het begin van een fantastische relatie.’

‘Daar zit wat in.’ Mijn vader trommelt met zijn vingers op de rand van de tafel. ‘Maar jij en luitenant Markov hier hebben een manier gevonden om dat te omzeilen, nietwaar? Inmiddels hebben we onze eigen Vuurvogel-technologie, en die is al goed van pas gekomen.’

‘Maar ik ben hier hooguit een week of twee geleden geweest!’ Om eerlijk te zijn ben ik alle besef van tijd kwijtgeraakt, helemaal toen ik in de ruimte was, maar ik weet zeker dat het nog niet zo heel lang geleden is dat ik de oorlogsdimensie verliet. ‘Hoe kunnen jullie nu al Vuurvogels klaar hebben?’

‘Twee redenen,’ zegt Paul. Hoewel ik dankbaar ben neergeploft op een stoel aan de vergadertafel, blijft hij bij de deur staan, meer alsof hij een bewaker is bij deze vergadering dan een deelnemer. ‘Ten eerste waren we er sowieso al bijna. We hadden de materialen tot onze beschikking. We hadden het grootste deel van de technische kennis. Het enige wat we nodig hadden, was een laatste duwtje, en dat kwam via de informatie die jouw Theo Beck ons leverde.’

Als ze niet zo dicht bij succes waren geweest, zou Conley ze überhaupt niet hebben willen saboteren.

‘Oké,’ zeg ik. ‘En wat is de tweede reden?’

Mijn ouders glimlachen samenzweerderig naar elkaar, en mam zegt: ‘Nou ja, we hebben de afgelopen dagen wat interessante gesprekken gehad met anderen, die hun eigen Vuurvogels hebben gemaakt.’

‘Anderen?’ Wat? Zijn er massa’s mensen in de oorlogsdimensie die op het punt staan interdimensionale reizen te gaan maken? Dat klinkt volstrekt ongeloofwaardig. ‘Hoeveel wetenschappers werken hieraan?’

‘Nee, nee, liefje, niet hier.’ Pap zucht. ‘We hebben gesproken met onze eigen andere ikken uit verschillende universums, waaronder het jouwe.’

Gesprekken tussen de dimensies? Natuurlijk, de Cambridge-dimensie! Die werkten aan dat kunstje, en het allerlaatste wat ik had gedaan voordat ik die wereld verliet, was in gedachten aan mijn andere ik vragen of ze alsjeblieft, alsjeblieft wilden proberen contact te zoeken met de andere parallelle dimensies.

Ze had dus geluisterd. Het was ze gelukt. En nu…

‘We gaan onze krachten bundelen.’ Ik voel een glimlach op mijn gezicht verschijnen. ‘We gaan met zijn allen samenwerken tegen Conley en Triad.’

‘Precies.’ Mam leunt over de tafel, zo tevreden over zichzelf, dat ik het ‘zelfingenomen’ zou noemen, ware het niet dat ze alle reden heeft om trots te zijn. ‘De samenzwering om Triad te verslaan is al geboren.’

Als iemand al het vuurwerk van Onafhankelijkheidsdag hier en nu zou afsteken, zou dat schouwspel nog altijd niet fantastisch genoeg zijn om uit te kunnen drukken hoe door het dolle heen ik hiervan word. Het is ons gelukt! We liggen eindelijk, eindelijk voor op Triad, op Wyatt Conley. We kunnen stoppen met reageren, en beginnen met handelen.

En als een van de heel weinige volmaakte reizigers in het multiversum ben ik zojuist van een pion veranderd in een wapen.

Een wapen zijn zal een stukken beter zijn.

‘Nu kunnen we de universums verdedigen,’ zegt mijn moeder. ‘Experimenten uitgevoerd door de Paul uit de Berkeley-dimensie –’

Ik hou mijn handen op in het time-outgebaar. ‘Wacht. Berkeley-dimensie?’

‘Nou ja, de verschillende universums moeten verschillende namen hebben.’ Mijn vader zegt dit zo soepeltjes, dat je zou denken dat hij, en niet ik, degene was die maandenlang tussen werelden heen en weer heeft gereisd. ‘Het helpt om alles overzichtelijk te houden, vooral omdat we voornamelijk communiceren met andere versies van onszelf. Ik kan een bericht moeilijk richten aan “Henry” wanneer ik zelf een van de Henry’s ben, toch?’

‘We hebben voornamelijk de namen aangehouden die jij al had gekozen,’ voegt mam eraan toe.

Oké, maar er is één naam die ik zeker weten nooit heb gekozen. ‘Welke dimensie is de Berkeley-dimensie?’

Paul slaat zijn armen over elkaar en leunt tegen de muur. ‘De jouwe.’

‘Maar…’ Mijn eerste impuls is om iets te zeggen in de trant van: maar mijn wereld is de echte, wat nergens op slaat. Iedere dimensie is net zo echt en valide als iedere andere dimensie. Niet één universum is de spil. Nu we allemaal met elkaar in gesprek zijn, heeft mijn thuisdimensie ook een naam nodig. Maar toch… Berkeley-dimensie? ‘Mijn ouders geven in heel veel universums les op Berkeley.’

Pap trekt een wenkbrauw op. ‘Ik moet je erop wijzen dat er in veel andere universums ook oorlogen zijn, en toch zijn wij de “oorlogsdimensie”. Sophie en ik geven ook les op Cambridge in veel andere kwantumrealiteiten, maar er is slechts één Cambridge-dimensie. En ook al heeft iedere tot nu toe ontdekte dimensie een oceaan, toch hebben we een oceaandimensie aangewezen. Met andere woorden, mijn lieve kind: de namen zijn volstrekt willekeurig en onzinnig, en het is niet de moeite waard om je daar druk over te maken, of wel soms?’

‘Waarschijnlijk niet.’ Ik zal even moeten wennen aan de naam ‘Berkeley-dimensie’, maar dat doe ik dan wel in mijn eigen tijd.

‘Zoals ik al zei,’ vervolgt mam, ‘experimenten uitgevoerd door Paul Markov uit de Berkeley-dimensie laten zien dat we de Vuurvogel ook kunnen gebruiken om dimensies te stabiliseren zodat Triad ze niet meer kan vernietigen. Tot dusverre zijn er op die manier twee universums beschermd: iets wat de ruimtedimensie heet, waar we voor het eerst contact met hem hebben gehad, en ook de Londen-dimensie.’ Ze fronst haar voorhoofd en kijkt even naar mijn vader. ‘Dat zijn de juiste namen toch, Henry?’

‘Klopt,’ antwoord ik. Paul heeft woord gehouden. Hij heeft die twee werelden als eerste beschermd. De twee Marguerites die zijn afgeslacht door Booswicht en Triad… We hebben hun verlies terugbetaald op de enig mogelijke manier. ‘En de Egypte-dimensie?’

‘Daar is hij nu,’ zegt pap. ‘Het blijkt daar lastiger te zijn om een stabilisator te maken. Markov werkt eraan.’

Het helpt me om te weten waar hij is, om zeker te weten dat hij veilig is. Mijn opluchting kent echter grenzen met de bijtende stank van rook van de dood van een andere dimensie nog vers in mijn geheugen. ‘Maar… de Rome-dimensie, die hebben jullie niet gered.’

‘Tegen de tijd dat we je daar hadden opgespoord, was het te laat.’ Paps glimlach lost op. ‘We hadden amper de tijd om luitenant Markov hier erheen te sturen en je te redden. Nog eens negentig seconden, en het zou te laat zijn geweest.’

Negentig seconden. Daar ga ik nachtmerries van krijgen. Maar van welk aspect van de ondergang van de Rome-dimensie zal ik die niet krijgen? Ik dwing mezelf om me te concentreren op het enige wat pap heeft gezegd wat ik nog niet wist.

‘Jullie hebben me opgespoord?’

Mam legt uit: ‘Onze dimensie liep in slechts één opzicht voor op de jouwe. We hadden al uitgewerkt hoe je reizigers kunt opsporen in het multiversum, zowel hun Vuurvogel als hun unieke resonantiepatroon. Zodra we hadden ontdekt wat de correcte resonantie was voor jou, konden we precies determineren waar je was. Toen zagen we jouw Vuurvogel de Rome-dimensie verlaten zonder jou, en dat leek op zijn allerminst een buitengewoon ernstig probleem.’

Mijn vader vult aan: ‘Toen Markov hier zich realiseerde dat de onregelmatigheid in het signaal betekende dat jouw dimensie aan het instorten was… Nou ja, de rest van het verhaal ken je, nietwaar?’

Mijn herinneringen zijn nog geen vijftien minuten oud, en toch kan ik ze nu al bijna niet meer geloven.

‘Ik zag… klauwen die de hemel aan flarden scheurden. En steen dat tot lava smolt. Kloven die zich openden in de grond, en toen ik erin keek, zag ik de kern van de planeet…’ Huiverend sla ik mijn armen om mezelf heen. ‘Dat kan niet echt zijn.’

‘Dat was het ook niet.’ De stem van de Paul uit de oorlogsdimensie wordt barser en dreigender elke keer dat hij iets zegt. ‘De desintegratie van die dimensie betekende een volledige ondergang van de wetten van de natuurkunde. Je brein zou de realiteit van wat daar gaande was onmogelijk kunnen bevatten.’

‘Mensen hebben simpelweg niet de capaciteit voor dat soort dingen,’ zegt pap, op vriendelijkere toon. ‘Het klinkt alsof jouw artistieke brein met een paar kleurrijke metaforen is gekomen, zullen we maar zeggen, om te duiden wat er om jou heen gebeurde.’

Mam slaat haar armen over elkaar. ‘Henry, heb je er weleens bij stilgestaan dat een puur logische geest, eentje die meer wetenschappelijk georiënteerd is, misschien al snel overweldigd zou raken in een dergelijke situatie? Luitenant Markov hier is maar twee minuten blootgesteld aan de chaos, maar als hij er langer was geweest, of als jij of ik daar had vastgezeten, zouden we hebben geprobeerd de informatie rationeel te verwerken, en dus overweldigd zijn geraakt. We zouden misschien wel niet meer tot denken of functioneren in staat zijn geweest.’

‘Terwijl Marguerites gave voor symbolen en beelden haar juist heeft beschermd?’ Pap knikt. ‘Fascinerende theorie.’

‘Een die ik nooit wil testen, oké?’ Mijn stem beeft. Ik kan maar niet stoppen met denken aan het heftige, surrealistische einde van de Rome-dimensie. ‘Ik wil nooit meer een dimensie zien sterven. En ik heb het niet alleen gezien, ik heb het veroorzaakt, het kwam door mij…’

Mijn ouders worden allebei doodstil.

Paul richt zich op en maakt zich los van de muur. ‘Wat?’

Ik leg uit wat er is gebeurd, me afvragend of ze me erom zullen haten. In plaats daarvan kijken ze elkaar alleen maar duister aan.

‘Een vuile verrassingsaanval, dat is het,’ mompelt pap. ‘Smerig, zelfs naar Triads maatstaven.’

‘Het komt wel goed, Marguerite.’ Mam leunt over de tafel heen om mijn arm aan te raken. ‘Nu weet je waar je alert op moet zijn. Dat zullen ze je geen tweede keer kunnen aandoen.’

Laat het alsjeblieft waar zijn wat mam zegt. ‘Hoe gaat het nu verder?’ vraag ik. ‘Gaan jullie… me naar huis brengen? Willen jullie je Vuurvogel weer terug?’

Mijn ouders en Paul wisselen een blik uit. Mam is degene die antwoord geeft.

‘Het is onze bedoeling om je deze Vuurvogel te geven. Het is een offer, want we hebben voorlopig alleen maar deze twee exemplaren, maar het is het waard. Alleen jij maakt een kans om de andere Marguerites te redden en de universums op tijd te stabiliseren. We hebben de Marguerite uit de Thuisbasis opgespoord –’

‘Booswicht,’ zeg ik. ‘Noem haar Booswicht.’

Mijn vaders wenkbrauwen gaan maximaal omhoog, maar mijn moeder vervolgt soepeltjes: ‘We hebben Booswicht opgespoord op haar volgende bestemming. Zodra zij verder reist, kun je haar spoor volgen.’

Dan begint er een luchtalarm te loeien. Ik bedek mijn oren met mijn handen. Mijn ouders en Paul kijken allemaal omhoog. Op hun gezichten breekt doodsangst door. Het volgende moment heeft mam me bij mijn arm gepakt om me mee te slepen terwijl ze met zijn drieën de kamer uit stuiven, al hun werk achterlatend.

‘Wat is er aan de hand?’ schreeuw ik boven het gillende alarm uit.

‘Een evacuatie!’ Paul rent alvast vooruit om de deur open te doen. ‘Troepen van de Zuidelijke Alliantie trekken de Bay Area binnen.’

Wat de Zuidelijke Alliantie ook precies mag zijn, de vorige keer dat ik hier was, werd ik bijna gebombardeerd door hun gevechtsvliegtuigen.

‘Die vallen juist vandaag binnen? Nu?’

‘Heel binnenkort.’ Mijn moeder blijft kalm, zelfs al versnelt ze ondertussen haar pas en sleept ze me nog steeds achter zich aan. ‘We hebben orders om het complete Vuurvogel-project binnen twee uur te verplaatsen naar vliegdekschip J.A. Quinteros. En vanaf nu, Marguerite, maak jij onderdeel uit van dit project.’