21

‘Daar is ze! Vermoord dat kreng!’ krijste Hermione, die probeerde op te staan en tegelijkertijd een van haar scharen naar Elliott uitstak.

De combinatie van de altijd brandende zon en de ongelooflijk vruchtbare grond midden in de wereld had ervoor gezorgd dat de velden vol kale aarde rondom de toren niet lang kaal waren. Ze waren nu bedekt met een groene mat van gras, nieuwe loten en piepkleine, zich langzaam ontrollende varenbladeren. Hiertussen waren de Styx plotseling als een enorme hoeveelheid zwarte kegels opgedoken toen ze van de wereld buiten hierheen werden getransporteerd.

‘Grijp haar!’ gilde Hermione. De meeste Styx voelden zich ontzettend gedesoriënteerd en even beroerd als zij, nadat ze in een knalrood waas waren gematerialiseerd en op hun handen en voeten geland. De veerkrachtige, geharde Ruimers hadden echter maar een paar tellen nodig om te herstellen. De meesten hadden hun geweer al opgeheven.

Ze openden meteen vuur en de kogels sloegen rondom Elliott in in de toren. Ze wist heel goed dat Eddie en zijn voormalige Ruimers ook hier ergens moesten zijn. Ze zouden in aantal ruimschoots worden overtroffen door de Styx en een gemakkelijk doelwit vormen.

Toen ze de drietand op de grond buiten St. Paul’s liet neerkomen, had Elliott niet alleen Hermiones plan verijdeld om de Armagi de rest van de wereld in te sturen, maar had ze ook meteen een soort doodstraf over haar vader afgeroepen. Elliott hield zich voor dat ze geen andere opties had gehad. Waar hij zich ook bevond op deze groene vlakte, ze kon op dit moment helemaal niets voor hem doen – ze had haar geweer niet eens bij zich.

Hij was echter niet de enige over wie Elliott de doodstraf had afgeroepen. Ook Hermione en Rebecca Twee zouden binnen enkele dagen dood zijn, net als alle andere leden van het Styx-ras. Ze waren geen van allen ingeënt tegen het supervirus dat nog altijd rondwaarde in de inwendige wereld.

Elliott stond als een schaapherder in de ingang van de toren met de drietand naast zich op de grond en tuurde ingespannen rond, op zoek naar haar vader. Hoewel ze geen spoortje angst vertoonde toen er nog meer schoten om haar heen insloegen, was ze niet van plan veel risico’s te nemen zolang ze nog een taak te vervullen had.

‘Dood die halfbloed!’ jammerde Hermione opnieuw. Ze wilde naar het meisje toe rennen, maar viel.

Elliott knikte kort met haar hoofd naar de Styxvrouw en stapte achterwaarts de toren in. Toen de deur dichtschoof, werd de stapel stenen, waarvan Will meende dat die een soort buffer was die dit juist moest voorkomen, volkomen verpulverd.

Elliott wilde al naar de lift lopen, maar nam even de tijd om de ruimte achter de ingang te bekijken. Nadat Will en zij waren vertrokken, was de bosman aan de restanten van de vuurtjes te zien die hij binnen had gestookt blijkbaar nog een tijdje in de toren gebleven. Er lagen kleine hoopjes verbrande wortels waarnaast Elliott omhulsels van sprinkhanen en een paar vogelschedeltjes zag liggen. Een deel van de spullen van de Nieuw-Germaniaanse broers lag nog altijd opgestapeld tegen de muren, maar uit niets bleek dat zij daar zelf recent nog waren geweest.

De lift bracht haar naar boven, maar ze moest de trap nemen om op de allerhoogste verdieping te komen. Ze wandelde naar het podium in het midden van de ruimte, stapte erop en liep naar de grootste console, die in het midden stond. Ze haalde diep adem en hield de drietand er op een armlengte afstand recht boven.

Toen ze de drietand liet zakken en de punt van de schacht contact maakte met de console, trokken er kringvormige rimpelingen over het gladde, massieve oppervlak alsof er zojuist een steen in het water was gevallen. Elliott knipperde met haar ogen en durfde bijna niet te geloven wat ze zag, maar vrijwel meteen daarna gebeurde er nog iets opmerkelijks. Ze moest de drietand loslaten, omdat deze de console in werd getrokken en werd opgenomen in de materie van de toren zelf. Enkele ogenblikken later waren alleen de tanden van de drietand nog zichtbaar totdat ook zij waren verdwenen. Elliott raakte de plek op de console aan waar de drietand was verdwenen en merkte dat het oppervlak weer volkomen massief was.

Ze bekeek de console en de rest van de verdieping nog eens goed, maar er was zo te zien niets veranderd.

De allereerste keer dat Elliott daar was, had ze tegen Will gezegd dat er iets mis was, dat er iets ontbrak. Nu de scepter eindelijk terug was waar hij hoorde te zijn, werd ze overspoeld door vermoeidheid. Ze wilde een stap zetten, maar haar benen klapten dubbel en ze viel tegen de console, waar ze zich aan vastklampte om niet te vallen.

Elliott had de opdracht vervuld die ze in het begin niet had begrepen, maar die ze op de een of ander manier had móéten vervullen. Daar had het bloed dat ze deelde met de voorouders van de Styx wel voor gezorgd nadat ze de reeks gebeurtenissen in gang had gezet door het drietandige symbool in de piramide aan te raken. Ze was beïnvloed door een genetisch gedragspatroon dat haar vrije wil had uitgeschakeld alsof ze een robot was die uitvoert waarvoor hij is geprogrammeerd.

Zij was geprogrammeerd om de drietand te vinden en op zijn rechtmatige plek terug te brengen.

In de toren zelf was zo te zien niets veranderd, maar Elliott besefte heel goed dat dat niet voor buiten de toren gold. In de gigantische leegtes diep onder de aardkorst van de planeet – niet alleen in het gebied zonder zwaartekracht waar zij met haar vrienden doorheen was gereisd, maar ook in vele andere gebieden – waren de kristalgordels ontwaakt. De bollen die zich daar bevonden, draaiden steeds sneller rond en verspreidden een intens licht dat veel feller was dan de triboluminescentie die dr. Burrows correct had geïdentificeerd.

Ze genereerden ook enorme hoeveelheden energie.

Deze bollen vormden namelijk de voortstuwingsbron die de aarde in zijn baan om de zon had gebracht.

Eindelijk, na lange, lange tijd, waren ze weer geactiveerd.

Aan de binnenkant van de leegtes rondom de bollen gloeiden rasters van blauw licht op in patronen die slechts één persoon op de hele wereld – Jiggs – ooit had gezien na de nucleaire explosie in de porie.

Geen mens kon iets uitrichten om de enorme kracht van de bollen tegen te houden, alsof slapende reuzen waren gewekt uit hun diepe sluimerslaap.

Die kracht zou nu worden gebruikt.