20

Toen Will bijkwam, ontdekte hij dat hij in een bed lag. Een echt bed met een matras en een hoofdkussen, en het gevoel van gesteven lakens tegen zijn huid. Er was ook pijn, heel veel pijn, vooral in zijn maag en borst.

Hij kreunde, niet om hoe hij zich voelde, maar omdat hij zeker wilde weten dat hij echt wakker was. Hij kreunde nog een keer, ditmaal wat harder, en slaagde erin zijn ogen open te doen. Hij ving door een raam een glimp op van zonlicht en werd zich er tegelijkertijd van bewust dat er iemand op een stoel naast hem zat. Die iemand, wie het ook was, hield zijn hand vast. Diegene praatte ook tegen hem, maar hij kon niet horen wat er werd gezegd.

‘Elliott?’ vroeg hij terwijl hij zijn ogen samenkneep.

Hij dacht dat hij het schimmige silhouet van een tweede gedaante achter het eerste bespeurde. ‘Chester… ben jij dat?’

‘Ik ben het maar, Steph,’ kwam het antwoord en even later: ‘Nee… Chester is hier niet.’

Het duurde even voordat Will dit allemaal had verwerkt. Uiteindelijk lukte het hem zijn ogen helemaal open te doen en ze op haar te focussen. Haar rode haar was frisgewassen en keurig gekamd, en ze glimlachte. Ze was een stralende schoonheid, precies zoals die eerste keer dat hij haar ontmoette op Parry’s landgoed. Will had het gevoel dat hij was teruggekeerd in de tijd.

‘O, hoi,’ zei hij. Hij deed alsof hij moest hoesten, zodat hij zijn hand uit die van haar kon lostrekken. ‘Waar is Elliott?’ vroeg hij schor. Zijn mond was droog, dus stak hij een hand uit naar de kan en plastic beker op het nachtkastje naast zijn bed.

‘Water?’ raadde ze. ‘Ik pak het wel voor je. Je zult wel, zeg maar, uitgedroogd zijn.’

Hij wilde rechtop gaan zitten, zodat hij het glas water van haar kon aanpakken, maar de stekende pijn in zijn maagstreek hield hem al snel tegen.

‘Nee,’ zei ze, ‘je moet proberen je niet te bewegen.’

Met hulp van Stephanie dronk Will het water gretig op. ‘Waar ben ik?’ vroeg hij tussen een paar slokken door.

‘Het ziekenhuis. Ze hebben de boel aan de praat gekregen. Er is nu zelfs weer stroom, maar dat was nog niet zo toen ze jouw operatie hier uitvoerden.’

‘Operatie?’ herhaalde hij. Het water schoot het verkeerde keelgat in en hij begon te hoesten, deze keer echt. ‘Hoezo, wat hebben ze dan met me gedaan?’

Plotseling begon het hem weer te dagen. Hij herinnerde zich de Armagi en Hermione, en toen – maar alleen heel vaag – wat er was gebeurd op de motorkap van de zwarte Bentley.

‘Luister, ik moet Parry even laten weten dat je wakker bent. Oké?’ zei Stephanie. Ze had zo te zien haast om de kamer uit te komen.

Het was echter niet Parry die even later opdook, maar iemand anders. Will schrok een beetje, want hij had niemand horen binnenkomen en toch stond er opeens een man aan het voeteneind van het bed.

‘Hoe gaat het met je, Will?’ vroeg Jiggs.

‘Wie ben jij?’ vroeg Will. Hij tuurde met half dichtgeknepen ogen naar de onbekende gedaante met zijn wilde baard en groezelige camouflagebroek. ‘Jij bent geen dokter, hè? Waar is Parry?’

‘Hij komt zo. En nee, ik ben geen dokter,’ zei Jiggs lachend. ‘Ik was even vergeten dat jij en ik nooit echt aan elkaar zijn voorgesteld, nooit officieel. Ik ben Jiggs. Je hebt me misschien al eens eerder gezien, maar dat is dan maar heel even geweest… aan de rand van de porie in de inwendige wereld.’ Will zei niets.

‘Grappig – ik ken jou heel goed, maar jij kent mij niet. Ik ben mee geweest op die missie om de inwendige wereld hermetisch af te sluiten, samen met jou, Drake, Sweeney en de rest van het team, en de keer waar ik zo-even op doelde was toen ik een paar Ruimers onschadelijk maakte,’ vertelde Jiggs om Will te helpen. ‘Herinner jij je dat dan helemaal niet meer? Ik heb de eerste Ruimer uitgeschakeld door…’ Jiggs maakte een snijdend gebaar langs zijn keel, ‘en de tweede heb ik met me mee de porie in gesleurd.’

Will staarde naar de nogal onopvallende man met zijn onrustige, alerte ogen. ‘O ja, Jiggs. Natuurlijk. Jij bent de onzichtbare man,’ zei hij. ‘Hallo.’

Ze schudden elkaar de hand, wat wel een beetje raar was na alles wat ze hadden meegemaakt, tegelijkertijd, maar toch niet echt samen.

‘Ik heb Parry gesproken en hij is onderweg,’ zei Jiggs. ‘Hij heeft het aardig druk. Zie je, hij valt als premier in bij de noodregering totdat ze alles weer op de rit hebben.’

Will keek door het raam naar buiten en had het gevoel alsof het allemaal erg ver van hem afstond. ‘Er komt steeds meer bovendrijven… van wat er aan het eind is gebeurd,’ zei hij zacht. ‘Ze is weg, hè?’

‘Ja, Elliott en alle Styx – ze zijn min of meer verdwenen,’ beaamde Jiggs.

‘Ze heeft me verteld dat ze wegging. Als ik het niet heb gedroomd, had ze ook…’ Will wist niet zo goed hoe hij het moest zeggen, dus probeerde hij een paar insectenpoten aan te duiden door achter op zijn hoofd te wijzen.

‘Dat klopt, ja. Toen ze met Drake en mij in de tank zat, klaagde ze al over pijn in haar nek. Het was alleen nooit bij me opgekomen dat ze…’ Jiggs maakte zijn zin niet af.

‘En Drake?’ vroeg Will opeens. ‘Ik heb zijn stem nog gehoord nadat die Styxvrouw me uit de auto had getrokken, en toen… werd er toen geschoten?’

Jiggs knikte. ‘Dat was voor Drakey, moet ik helaas bekennen. Hij was bij die bomexplosie in de porie al zo erg blootgesteld aan straling dat hij sowieso niet lang meer te leven had.’

Will schudde langzaam zijn hoofd en zei een tijdje niets. ‘En Chester?’ vroeg hij ten slotte onwillig, omdat hij dacht dat hij het antwoord al wist. Anders had zijn vriend ook wel naast zijn bed gezeten.

Jiggs schuifelde onbehaaglijk heen en weer. ‘Ook hij heeft het niet gered. Ik ben bang dat hij op ramkoers lag met Dan-forth. Zie je, de dood van Chesters ouders was nooit gepland en zeer betreurenswaardig. Danforth was echter geen verrader. Integendeel zelfs. In zijn onnavolgbare, superslimme maar ook supergekke brein was hij tot de conclusie gekomen dat we voor een bijna onmogelijke opdracht stonden en daarom had hij een plan bedacht om de Styx te infiltreren. Dat is hem tot op zekere hoogte ook gelukt.’

Will zweeg even. ‘Dus Danforth heeft hem vermoord?’

‘Nee, verrassend genoeg was het Martha.’

‘Martha!’ zei Will hoogst verbaasd.

‘Ja. Zij was opgedoken met een schare Schijners als haar persoonlijke escorte en privémoordenaars. Kennelijk zijn Chester en Martha samen weggegaan, maar hebben ze ruzie gekregen. Je kunt het beter aan Danforth of Stephanie vragen – zij waren er allebei bij toen het gebeurde.’

‘Wat verschrikkelijk. Die arme Chester,’ zei Will. Hij durfde bijna niet te denken aan het verlies van zijn vriend. ‘Het kwam door mij dat hij hierbij betrokken was geraakt,’ voegde Will er bijna fluisterend aan toe.

‘Zo moet je niet denken,’ zei Jiggs ferm. ‘Je moet jezelf geen verwijten maken. In de situatie rond de Styx was niemand van ons veilig. Niemand weet precies hoeveel slachtoffers er in dit land zijn gevallen, maar het loopt in de miljoenen.’

Een helikopter met twee rotoren denderde zo rakelings langs het gebouw dat de ramen ervan trilden. Toen Jiggs zich omdraaide om ernaar te kijken, zag hij dat er een groot pallet met kratten aan touwen onder hing en hij maakte van de gelegenheid gebruik om van onderwerp te veranderen. ‘Mooi – zo te zien is dat onze nieuwe medische voorraad. De Amerikanen zijn in groten getale komen opdraven en doen hun uiterste best om ons te helpen,’ zei hij. ‘Gezien het feit dat ze ons op een paar seconden na allemaal naar de andere wereld hadden gejaagd met een kernraketaanval is dit wel het minste wat ze kunnen doen, lijkt mij.’

‘Een aanval met een kernraket? Echt?’ herhaalde Will. ‘Wat heb ik veel gemist,’ zei hij nog een keer. ‘Nadat de Armagi me te pakken hadden gekregen.’

‘Dat was ook wel te verwachten,’ zei Jiggs. ‘Ze hebben je natuurlijk niet al te zachtzinnig aangepakt. Bovendien moest je wel buiten westen zijn, zodat Hermione die Armagilarven door je strot kon duwen.’

‘Ik heb die dingen dus echt in mijn lijf gehad?’ zei Will huiverend met een blik op zijn maag.

‘Ja, en ik was er als eerste bij. Ik had geen andere keuze en moest wel…’ Jiggs aarzelde.

‘Alsjeblieft. Ik wil het weten,’ drong Will aan.

Jiggs aarzelde nog steeds. ‘Nou ja, ik wil je niet van streek maken. Weet je echt heel zeker dat je alle bloederige details wilt horen?’

‘Maak je geen zorgen,’ zei Will, die probeerde te glimlachen, maar iets op zijn gezicht toverde dat meer weg had van een grimas. ‘Na alles wat ik de afgelopen jaren heb meegemaakt, geloof ik niet dat er nog veel dingen zijn waar ik echt van schrik.’

‘Okidoki,’ zei Jiggs. ‘Nou, ik besefte dat ik zo snel mogelijk iets moest ondernemen nadat het grote opperinsect jou bij St. Paul’s had bevrucht en ik was ook de enige in de buurt met medische ervaring.’

‘Ik moest ontzettend veel hoesten, hè?’ fluisterde Will met een hand tegen zijn keel.

‘Klopt,’ beaamde Jiggs. ‘Nadat de larven in jou waren geplant, vielen je lichaamsfuncties al snel een voor een uit, dus heb ik je volgespoten met morfine. De gulden regel bij zwaar lichamelijk trauma is meteen medicijnen toedienen tegen shock.’

‘Ik geloof dat ik me dat nog min of meer herinner… het begon onwijs veel pijn te doen en Elliott was volgens mij ook bij me,’ zei Will.

Jiggs knikte. ‘Heel kort. Hoe dan ook, we moesten je op stel en sprong opereren in een tent op het plein voor St. Paul’s. We hadden geen andere keuze en moesten direct ingrijpen, want we hadden gewoon geen flauw idee of de larven al uit de peul waren gekropen of niet, en zelfs niet of ze nog steeds in jou zaten.’

Jiggs hief een hand op om wat hij ging zeggen extra nadruk te geven. ‘Zie je, er bestond kennelijk een soort scheidslijn tussen de Styx, die een grote verdwijntruc hebben uitgevoerd, en de Armagi, die gewoon uit elkaar zijn gespat in een nogal smerig stinkende, visachtige massa.’

Will trok een vies gezicht.

‘Goed, ik heb je vrij snel opengesneden en ontdekte toen dat alle larven waren gestorven, maar pas nadat ze al waren begonnen met zichzelf te voeden. Ik heb ze dus een voor een opgespoord en verwijderd, het bloeden gestopt, en je zo goed en zo kwaad als dat ging weer opgelapt. Daarna ben je met een helikopter hiernaartoe gebracht en ben je nog een keer opengemaakt door een dokter. Kijk, die dode larven waren binnen in jou uit elkaar geknald en hadden allerlei organische stoffen – enzymen, denk ik – in je achtergelaten, die nauwkeurig moesten worden weggehaald, omdat we niet wisten wat voor effect ze zouden hebben.’

‘Is alles nu in orde met me?’ vroeg Will.

‘Volgens de dokter wel. Hoewel je er nog niet helemaal bent. Er bestaat altijd een kans op infectie, en daarom zit je helemaal zit volgestopt met antibiotica, en hij heeft ook een paar drains laten zitten.’

Jiggs wees naar de doorzichtige plastic buisjes die aan de zijkant van Wills matras hingen.

‘Komen die uit mij? Mag ik ze zien?’ vroeg de jongen met een blik langs zijn lichaam.

Jiggs blies over zijn lippen. ‘Weet je wel zeker dat je dat wilt?’ Will knikte.

‘Oké,’ zei Jiggs. Hij schoof het laken weg en trok een groot rechthoekig stuk verband los dat dwars over Wills lichaam was aangebracht. Er zat een gigantische snee helemaal van het borstbeen tot aan zijn middenrif, die dicht werd gehouden door monsterlijke zwarte hechtingen die eruitzagen alsof hij pardoes zou openbarsten als je ze doorknipte. Uit die snee liepen slangetjes naar buiten.

‘O,’ zei Will. Hij had niet verwacht dat het er zo dramatisch zou uitzien.

‘Zeg dat wel. Het spijt me dat de snee niet netter is, maar ik had op dat moment alleen mijn oude zakmes bij me,’ zei Jiggs.

Will keek op, maar de man glimlachte.

‘Grapje,’ lachte Jiggs. ‘Je houdt er wel een joekel van een litteken aan over, dat je aan de meisjes kunt laten zien wan…’ ging hij verder, maar hij zweeg abrupt, omdat hij opeens besefte hoe rot Will zich moest voelen om Elliott.

Jiggs bracht het verband weer aan en trok het laken over Will heen. ‘Weet je, ouwe reus, je bent een beetje een zeldzaamheid, want voor zover wij weten heeft nog nooit iemand die door de Styx was bevrucht het overleefd.’

‘Goh, waarom word ik daar nou toch niet blij van?’ zei Will.