30
Heel voorzichtig werd ik van mijn bed getild en door mijn zusters op een deken naar de Oceaan gebracht. Ik rilde in de ijzige lucht. Als mijn toestand de laatste tijd niet zo kritiek was geweest, had ik wel gevraagd of we naar een warmere plek konden verhuizen, ergens waar het klimaat vriendelijker was voor mijn wegkwijnende lijf.
We kwamen tijd tekort. Mijn zusters hadden me verteld dat Akinli nu niet meer van zijn kamer kon komen, en ik had het gevoel dat ik er over niet al te lange tijd hetzelfde aan toe zou zijn. Mijn enige hoop was dat, als de Oceaan echt voelde hoe dicht ik bij de dood was, ze ons zou vertellen wat ze voor ons geheimhield. Als ze tenminste iets wist wat ze niet met ons deelde.
Ik wist dat ze zich op het ogenblik alleen zorgen maakte om mij. Akinli zou de nevenschade zijn van de fout die ik had gemaakt. Zolang ik weer gezond werd, kon het haar niet schelen wat er met hem gebeurde. Maar als ik werd gered, zou ik beslist een manier vinden om dat met Akinli te delen. Misschien vermoedde ze dat al, en anders zou ze er snel genoeg achter komen. Ik was veel te moe om nog iets achter te houden.
‘Au!’ piepte ik toen mijn benen het water raakten. ‘Het is alsof er messen in mijn vel worden gestoken!’
Wacht.
We bleven bij de branding staan, stil en verward. Hoe gingen we dit voor elkaar krijgen?
Zo. Probeer het nog eens.
Mijn voeten gingen het water in, dat tot mijn verrassing nu lauwwarm was.
Nu zou het aangenamer moeten zijn.
‘Zullen wij ook het water in gaan?’ vroeg Padma.
‘Waarom gaan jullie twee niet?’ stelde Miaka voor. ‘Ik hou Kahlen wel overeind.’
In eerste instantie werd er niet gesproken. Er hing alleen een gevoel van bezorgdheid om ons heen, terwijl de Oceaan Padma’s en Elizabeths gedachten tot zich liet doordringen.
Ik had niet door dat je gezondheid zo verslechterd is. Je bent al een tijdje niet naar me toe gekomen. De Oceaan klonk... bang?
Ik leunde tegen Miaka aan. Mijn borstkas bewoog in schokjes, als bij een vogeltje. ‘Ik ga dood,’ vertelde ik haar. ‘Het gaat echt slecht met me.’
‘Je gaat niet dood,’ beloofde Miaka. ‘Er moet iets zijn wat we niet kunnen zien.’
Ah.
Ik voelde haar door mijn gedachten gaan, door al mijn herinneringen aan Akinli die naar bovenkwamen. Vrijwel alles wat er was gebeurd voordat ik sirene was geworden, was nu in duisternis gehuld, en dit leven was zo lang dat niet veel seizoenen de moeite van het onthouden waard leken. Maar Akinli... Mijn herinneringen aan hem waren stuk voor stuk glashelder.
Ze voelde hoe vertederend ik zijn pogingen had gevonden om in de bibliotheek met me te praten, dat mijn hart een sprongetje had gemaakt toen hij bij de boom met me had gedanst. Ze zag zijn sms’jes op de telefoon die ik al lang niet meer had en dat na de eerste keer dat we waren uiteengegaan mijn gedachten steeds weer naar hem waren teruggegaan. Ze voelde hoe welkom ik me had gevoeld toen hij me meenam naar huis, hoe hartverwarmend het was geweest dat hij in de boekwinkel tegen me aan had geleund. Ze voelde hoe magisch onze eerste kus was geweest. Lieve hemel, zelfs nu nog voelde de kus als iets prachtigs, iets volmaakts dat onder een glazen stolp zou moeten worden bewaard, zodat de mensen zich erover konden verwonderen.
En omdat ik het oprecht niet voor me kon houden, zag ze hoe ik hem miste. Ik voelde haar terugdeinzen toen ze het verdriet voelde dat ik in het belang van mijn zusters, in haar belang, had onderdrukt.
Totdat Miaka hortend ademhaalde, had ik niet doorgehad dat ze huilde. Ze schudde haar hoofd en bedekte haar mond met een hand. De vingers van haar andere hand duwde ze hard in mijn rug, alsof ze steun zocht.
‘Miaka?’
‘Het spijt me. Ik heb het je steeds kwalijk genomen dat je niet gewoon een punt zette achter wat je zo neerslachtig maakte. En nu ik het voel... Kahlen, je hebt het beter gedaan dan ik zou kunnen. Wat moet dat zwaar voor je zijn.’
Padma gooide zichzelf op de rotsen en kwam uit het water alsof een monster haar op de hielen zat. Drie meter van ons vandaan viel ze onbedaarlijk snikkend op haar knieën. Ook Elizabeth liep het water uit, zij het langzamer. De laatste stappen naar de kustlijn leek ze zich voort te slepen.
‘We komen terug, hoor,’ zei ze. ‘We konden er even niet meer tegen en moeten even pauze nemen, totdat de gedachten veranderen. Ik weet niet of je gevoelens voor Akinli echt zo diep gaan of dat de Oceaan ze versterkt, maar mijn hemel, zeg.’
Nee. Dat zijn haar gevoelens.
Elizabeth knikte; ze leek te somber om iets anders te kunnen doen. Ze ging met haar voeten in het water staan en sprak hardop, zodat we het allemaal konden horen.
‘Kan ze niet gewoon naar hem teruggaan?’ vroeg ze smekend. ‘Hij gaat dood. Zij gaat dood. Al kunnen ze geen leven samen hebben, dat zouden we ze in elk geval wel kunnen geven.’
Nee. Kahlen is van mij. We knappen haar wel op.
‘Hoe dan?’ vroeg Elizabeth door haar tranen heen. ‘We hebben alles al geprobeerd.’
‘Alstublieft.’ Ik liet alle dammen doorbreken, legde alle liefde bloot die ik voor Akinli voelde. ‘U hebt nu gezien wat ik voel. Ik heb alles gedeeld... maar ik heb het gevoel dat u dat niet hebt gedaan.’
Terwijl haar gedachten zich vormden, ving ik verschillende dingen op. Schuldgevoel, ongeloof, bezorgdheid, schaamte. Nu wist ik zeker dat ze iets voor ons had geheimgehouden.
‘Alstublieft. Wat vertelt u me niet?’
Het is onmogelijk, zei ze met klem. Weer hoorde ik die vreemde klank in haar stem. Ik heb er nooit aan getwijfeld dat je kon liefhebben, maar welke sterveling zou nou echt kunnen houden van een meisje dat hij zo kort heeft gekend? Hoe is het mogelijk dat hij door de schoonheid heen heeft gekeken die ik je heb gegeven, vooral wanneer je niet met hem kon praten?
‘Hoe bedoelt u?’ vroeg Miaka gespannen. ‘Wist u van meet af aan al wat er mis is met Kahlen?’
‘Alstublieft,’ zei ik weer. ‘Ik hou van u. U hebt me altijd gekoesterd. Vertel me alstublieft wat er aan de hand is.’
Het is waar. Je hebt hem met je stem vergiftigd. Dat kan ik niet langer ontkennen. Het enige wat hem zal genezen is je stem. Je mensenstem. Om hem te redden...
‘Moet ik worden veranderd.’
Ja. Daar komt bij dat je in wezen een sirene in hem hebt getroffen. Jij gaat ook dood omdat je zijn stem niet hoort.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Hoe kan dat nou?’
Ik kan niet uitleggen hoe twee zielen zich met elkaar verbinden. Dat is geen mens of god ooit gelukt. Maar jullie zijn met elkaar verbonden. Daardoor – door jullie ware, hartstochtelijke, pure liefde – zullen jullie samen opbloeien... of samen sterven.
‘Ik snap het niet.’ Ik slikte en probeerde alles op een rijtje te krijgen.
Als hij je stem niet had gehoord, zou er niets met hem aan de hand zijn geweest. Zodra hij was verouderd, hoeveel jaar vanaf nu dat ook zou zijn geweest, zou jij hebben gevoeld dat je aftakelde. En als je me zo ongehoorzaam zou zijn dat ik je moest doden, zou hij op datzelfde moment zijn overleden. Jullie zijn via jullie ziel met elkaar verbonden. Nu gebeurt er met het ene lijf hetzelfde als met het andere. En aangezien jouw stem hem in zijn greep heeft en hem langzaam doodt, ga je met hem ten onder. Langzamer, uiteraard, omdat je nog steeds van mij bent. Desondanks zul je er uiteindelijk door worden verteerd.
Ik moest onmiddellijk aan Aisling denken. Hoewel ik me er vreselijk schuldig om voelde dat ik haar geheim ging verklappen, kon ik het niet langer voor me houden. Want als dit met mij gebeurde, zou het haar dan ook niet moeten zijn overkomen? Had ze op het moment dat Tova stierf niet moeten wegkwijnen?
Aan de andere kant: het was niet alleen om Tova gegaan, hè? Ze had haar kleinzoon gevolgd, en daarna haar achterkleindochter. Ik glimlachte even toen de maas in het net van de mysterieuze band tussen sirenen en hun dierbaren me duidelijk werd. Haar liefde was niet op één persoon gericht geweest. Als een nieuwe generatie van het gezin dat zij had gesticht opbloeide, deed zij dat ook.
‘U hebt tegen ons gelogen,’ brulde Elizabeth. ‘U wíst het!’
Ik geloofde niet dat zoiets kon gebeuren. Hoe kan iemand nou van je houden zoals ik? Méér dan ik van je hou? Ik wist wel dat jullie vluchtige affaires en een prettige kennissenkring konden hebben, maar ik dacht dat ik je zoveel gaf dat er geen ruimte was voor andere liefde.
‘Er is altijd ruimte voor liefde,’ fluisterde Padma. ‘Al is die zo klein als een kier tussen deur en deurpost.’
We keken elkaar aan. Ik herinnerde me dat ik dat in New York tegen haar had gezegd. Hoe had ik kunnen weten wat die woorden uiteindelijk voor me zouden betekenen?
Ik schonk haar een treurig glimlachje. ‘Dat is waar. Ik heb een manier gevonden. Ik hou van hem, en daar gaan we allebei aan dood.’ Ik sloeg een hand voor mijn mond, al had ik geen tranen meer in me om te vergieten.
‘Het is niet jouw schuld, Kahlen,’ zei Miaka met klem.
Ik knikte. ‘Jawel. Het zou één ding zijn geweest om verliefd te worden op elkaar. Misschien zouden we zo nu en dan elkaars verdriet of blijdschap hebben gevoeld, misschien zou mijn lijf het over vijftig jaar hebben laten afweten, net als dat van hem. Dat zou allemaal prima zijn geweest.’ Ik stopte even met praten om op adem te komen. ‘Maar ik heb hem mijn stem laten horen, en dat is iets heel anders. Ik heb hem vergiftigd, en daar gaan we nu aan dood.’
Het spijt me. Ik wou dat ik je had tegengehouden toen je van me wegvluchtte. Dan had je hem misschien nooit meer gevonden.
‘Het stond altijd al in de kaarten.’ Mijn longen maakten overuren, ze konden de spanning niet aan. ‘Denk eens aan alles wat we hebben gedaan. Alle plekken waar we zijn geweest, de tijdperken waarin we hebben geleefd. Zijn jullie ooit iemand meer dan eens tegengekomen?’ vroeg ik aan mijn zusters.
Ze zwegen allemaal. Mijn ademhaling werd kalmer, en een leeg gevoel nam bezit van me.
‘Ik krijg steeds meer het idee dat hij en ik voorbestemd waren om bij elkaar te zijn. En als ons niet meer is gegund dan die ene, perfecte dag, vind ik het niet erg om te sterven met die dag in mijn hart.’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Wat ik verschrikkelijk vind, is dat zíjn leven wordt opgeofferd. Ik heb al zo veel dood verspreid dat het niet meer dan redelijk is dat ik zelf sterf. Maar hij... Hij is gewoon zo... zo...’
Er bestond geen goed woord om hem te omschrijven. ‘Fatsoenlijk’ impliceerde dat hij voldeed aan minimale goede manieren in het leven, meer niet. ‘Aardig’ dekte de diepe genegenheid niet die hij andere mensen altijd toonde, ook wanneer hijzelf verdrietig was. Zelfs ‘perfect’ paste niet, want hij had beslist zijn gebreken, en juist door die tekortkomingen, die menselijkheid, hield ik des te meer van hem.
‘We weten het.’ Miaka liet haar hoofd heel licht tegen dat van mij rusten.
Ik slikte. ‘Ik denk niet dat ik nog kan praten. Mijn stem is moe.’
‘Natuurlijk,’ zei Miaka liefdevol. ‘Je hebt er alles van gegeven. Ik bedoel, de enige manier...’
Nee.
‘Maar u zei net...’
Ik weet wat ik zei. We hebben nog tijd. Haar lichaam is sterker dan dat van hem.
Plotseling begreep Elizabeth waar het over ging. ‘Waarom voeren we deze discussie nog? Hij kan haar redden en zij hem. U moet haar laten gaan.’
Misschien heb ik het mis. Wat nou als ik haar terug verander en haar stem niets doet? Wat dan?
‘Dan kan ze nog steeds de laatste paar dagen of uren van haar leven doorbrengen met degene van wie ze houdt.’
Ze zal zich hem niet herinneren. Misschien maakt het alles juist erger.
Elizabeth was gebroken. Alle vuur in haar lijf was opgebrand. Toch schreeuwde ze fel naar het water: ‘Hoe kan het nou erger worden dan het nu is?’
Het zou erger zijn voor mij!
Al konden mensen het onmogelijk hebben gehoord, voor ons weergalmden haar woorden in de holle lucht. Bomen schudden en rotsblokken stortten omlaag.
Ze had geen ogen, kon niet meer water produceren dan ze al had, en toch voelden we haar huilen.
Ik ben eenzaam. Ik heb geen gelijken. Jullie zijn het enige wat ik heb, en als het even kan, mijden jullie me. Ik snap wel waarom. Ik weet dat jullie haten wat jullie worden gedwongen te doen. Hebben jullie ooit geprobeerd je voor te stellen hoe het voelt om mij te zijn?
‘We begrijpen de last die u draagt. Echt waar!’ verzekerde Miaka haar. ‘Wij dragen hem ook.’
Nee, jullie voeden me alleen. Ik beul me af, onopgemerkt, zonder dat iemand me ooit bedankt. Het komt zelden voor dat een van de meisjes die me dienen aan me denkt wanneer ik jullie niet roep. Is het zo erg om diegene van jullie die dat wel doet zo lang mogelijk bij me te willen houden? Wanneer jullie allemaal weggaan, zal ik niet eens een herinnering zijn. Ik ben er niet klaar voor vergeten te worden.
Ik slikte. Ik stond in tweestrijd, maar voelde me ook geliefd. Mijn soulmate en ik maakten door onze afwezigheid een einde aan elkaars leven, en tegelijkertijd voelde het wreed de Oceaan mijn gezelschap te ontnemen.
Miaka’s medeleven drong tot haar door, en vervolgens voelden wij het ook. ‘Denk eens aan de pijn die u net voelde, toen Kahlen aan haar grote liefde dacht. Zou uw verdriet groter zijn? Misschien wel. Maar sta hier eens bij stil: Kahlen heeft het gedaan. Ze is weggegaan. Ze heeft gedaan wat we u vragen te doen, en wel voor u.’
De Oceaan verstilde. Ze leek onvermurwbaar. Ik weigerde hoop te putten uit Miaka’s woorden. Ook al was wat ze had gezegd waar, ze konden me toch niet terugbrengen naar hem.
Padma, die zich de hele tijd op de achtergrond had gehouden, veegde haar ogen af en liep stilletjes naar ons toe. Met een aarzelende blik stak ze haar hand in de kabbelende golfjes.
‘Kahlen zei tegen me dat u de moeder zou kunnen zijn die ik verdien.’
Dat is ook zo!
‘U hebt gedreigd me te vermoorden. Al is dat minder erg dan wat mijn echte moeder heeft gedaan, het stimuleert me niet om van u te houden.’
Ik hou van je! Jullie zijn me allemaal dierbaar.
‘Hou dan op ons weg te duwen met uw woede,’ smeekte Elizabeth.
Hoe kan ik jullie anders zover krijgen dat jullie me gehoorzamen? Dat is toch al moeilijk genoeg.
Elizabeth liet haar hoofd hangen. ‘Ik ben altijd een beetje opstandig geweest. Zo ben ik nou eenmaal. Maar we zijn echt niet allemaal zoals Ifama of de anderen die u hebt moeten uitschakelen. Wij hebben ervoor gekozen te blijven. Wij zijn nog steeds hier.’
‘En als u jaren geleden zo met ons had gepraat, zou u een handvol dochters hebben gehad die heel graag bij u waren.’ Onder het praten hield Miaka me stevig vast. Ik voelde de hoop die ze uitstraalde.
Het was moeilijk me daarop te concentreren, want de Oceaan huilde en huilde, volkomen uit het veld geslagen door het feit dat ze ons, de wezens die ze zelf had geschapen, zo verkeerd had begrepen. Ik stond nog met mijn voeten in het water, maar stak mijn handen er nu ook in.
‘Denk alstublieft niet dat ik u niet zal missen,’ zei ik. ‘Of ik nou lang genoeg zou leven om over zeventig jaar terug te veranderen of morgen zou sterven, ik zou u altijd in mijn hart dragen.’
Ik zal naar je hunkeren. Elke dag.
‘Dat weet ik. Maar wanneer ik dood ben, hebt u de anderen nog. Ze begrijpen het nu.’
Binnenkort gaan zij ook weg.
‘Pas als ze de nieuwe meiden hebben geleerd om van u te houden zoals wij van u houden.’
‘Ik zou best langer willen blijven,’ zei Miaka.
Ik wierp haar een blik toe en glimlachte.
Ze haalde haar schouders op, alsof de bekentenis haar verlegen maakte. ‘Echt waar. Ik ben hier gelukkig. Ik voel me gelukkig bij u.’
‘Ik zou ook langer kunnen blijven,’ bood Elizabeth aan. ‘Ieder gezin heeft een rebel nodig. Laten we eerlijk zijn: zonder mij zou u zich stierlijk vervelen.’
Ik ving een glimpje vreugde op te midden van haar verdriet.
Padma zei: ‘U weet hoe mijn leven hiervoor eruitzag. Ik heb geen haast om u te verlaten.’
‘We zouden u kunnen beloven om de tijd die Kahlen nog voor de boeg heeft bij onze jaren op te tellen,’ zei Miaka met een blik op Elizabeth en Miaka om te zien of ze ermee akkoord gingen. Ze knikten allebei.
‘Wij nemen over wat ze u nog verschuldigd is,’ zei Elizabeth. ‘Dat doen we graag.’
Ik duwde mijn vingers in de korrelige rotsbodem, want ik had het gevoel dat het de enige manier was waarop ik haar hand kon vasthouden. Ik wilde haar verzekeren dat ze nooit echt alleen was geweest. Ze straalde een stilheid uit, alsof ze onze woorden in zich opnam en zich plooide naar een nieuwe werkelijkheid.
Ik heb je beloofd dat jouw stem nooit zijn dood zou betekenen, dat hij niet door mijn hand zou sterven. Al had ik nooit gedacht dat het zo zou lopen, de enige manier om je te tonen hoeveel ik van je hou, is me aan die belofte te houden. Het is het enige wat ik nog kan doen.
Haar gedachten wervelden rond en ordenden zich, klaar om tot actie over te gaan.
Jullie moeten het plannen. Ik neem aan dat de verandering in de buurt van Maine zal moeten plaatsvinden. Wanneer jullie er klaar voor zijn, zal ik jullie erheen brengen.
‘Ik zal voor alles zorgen,’ beloofde Miaka plechtig. ‘Ik zal zo weinig mogelijk aan het toeval overlaten.’
Ga nu. Ik moet me voorbereiden.
‘Zult u zich redden?’ vroeg ik.
Dat zal wel moeten. Ga, lieve meid. Dit is alles wat ik je kan geven. Nu zul je eindelijk voelen hoeveel ik van je hou.