Tanden en vingers

De tijd dringt. We moeten snel werken. Glokta knikte naar Severard, die glimlachte en de zak van Sepp dan Teufels hoofd trok.

De meester van de Munt was een sterke, adellijk uitziende man. Zijn gezicht begon al blauwe plekken te vertonen. ‘Wat moet dit betekenen?’ brulde hij, een en al hoogmoed en bravoure. ‘Weten jullie wel wie ik ben?’

Glokta gnuifde. ‘Natuurlijk weten we wie je bent. Denk je dat we er een gewoonte van maken om willekeurig mensen van straat te plukken?’

‘Ik ben de meester van de Koninklijke Munt!’ schreeuwde de gevangene, die zich verzette tegen zijn boeien. Practicus Vorst keek onbewogen toe, zijn armen over elkaar geslagen. De ijzers gloeiden al oranje in de kolenbrander. ‘Hoe durven jullie…’

‘We moeten die constante onderbrekingen niet hebben!’ riep Glokta. Vorst schopte Teufel gemeen tegen de schenen, en de man piepte van pijn. ‘Hoe kan onze gevangene die bekentenis ondertekenen als zijn handen geboeid zijn? Maak hem los, alsjeblieft.’

Teufel keek argwanend om toen de albino zijn polsen losmaakte. Toen zag hij het hakmes. Het gepoetste lemmet glansde helder als een spiegel in het felle lamplicht. Wat een prachtig ding is het toch. Die zou je wel graag willen hebben, hè, Teufel? Ik wed dat je er graag mijn hoofd mee zou afhakken. Glokta hoopte bijna dat hij het zou doen, en zijn rechterhand scheen in die richting te gaan, maar toen duwde hij in plaats daarvan de bekentenis van zich af.

‘Ah,’ zei Glokta, ‘de meester van de Munt is rechtshandig.’

‘Rechtshandig,’ siste Severard in het oor van de gevangene.

Teufel staarde met samengeknepen ogen over de tafel. ‘Ik ken jou! Glokta, toch? Die gevangen is genomen in Gurkhul, die is gemarteld. Sand dan Glokta, heb ik gelijk? Nou, deze keer grijp je te hoog, zal ik je vertellen! Veel te hoog! Als hoogrechter Marovia hiervan hoort…’

Glokta sprong overeind, en zijn stoel schraapte over de tegels. Hij voelde een vlammende pijn in zijn linkerbeen, maar negeerde die. ‘Kijk hier!’ siste hij. Hij deed zijn mond wijd open en bood de van afgrijzen vervulde gevangene een goede blik op zijn gebit. Of wat ervan over is. ‘Zie je dat? Zie je? Toen ze de onderste tanden eruit hakten, lieten ze die erboven staan, en waar ze de bovenste getrokken hebben, hebben ze de onderste laten staan, helemaal tot achterin. Zie je?’ Glokta trok zijn wangen met zijn vingers opzij zodat Teufel het beter kon zien. ‘Met een beiteltje hebben ze dat gedaan. Elke dag een stukje. Het duurde maanden.’ Glokta ging stram zitten en glimlachte breed.

‘Uitstekend werk, hè? Wat een ironie! Je de helft van je tanden laten houden, maar zonder dat je er wat aan hebt! Meestal eet ik soep.’ De meester van de Munt slikte moeizaam. Glokta zag een zweetdruppel langs zijn hals lopen. ‘En die tanden waren nog maar het begin. Ik moet zittend pissen, als een vrouw, weet je. Ik ben vijfendertig, en ik heb hulp nodig om uit bed te komen.’ Hij leunde weer naar achter en strekte grimassend zijn been. ‘Elke dag is een hel voor me. Elke dag. Dus zeg eens, denk je echt dat iets wat jij zegt mij angst zal aanjagen?’

Glokta keek zijn gevangene onderzoekend aan en nam er de tijd voor. Niet meer half zo zeker van zichzelf. ‘Beken,’ fluisterde hij. ‘Dan kunnen we je op een schip naar Angland zetten en vannacht nog een beetje slapen.’

Teufels gezicht was bijna even bleek geworden als dat van practicus Vorst, maar hij zei niets. De hoofdlector komt straks. Hij is al onderweg, waarschijnlijk. Als er geen bekentenis ligt als hij aankomt… dan gaan we allemaal naar Angland. In het beste geval. Glokta pakte zijn stok en kwam overeind. ‘Ik zie mezelf graag als een soort kunstenaar, maar kunst kost tijd en we hebben al de halve avond verpest doordat we alle bordelen van de stad naar je hebben afgezocht. Gelukkig heeft practicus Vorst een goede neus en een uitstekend richtingsgevoel. Hij kan een rat in een schijthuis opsporen.’

‘Een rat in een schijthuis,’ herhaalde Severard, en zijn ogen glinsterden in de oranje gloed van de kolenbrander.

‘We hebben weinig tijd, dus ik zal duidelijk zijn. Je gaat binnen tien minuten bekennen.’

Teufel snoof en sloeg zijn armen over elkaar. ‘Nooit.’

‘Hou hem vast.’ Vorst greep de gevangene van achteren vast en pinde met de kracht van een bankschroef zijn rechterarm langs zijn zij. Severard omklemde Teufels linkerpols en spreidde zijn vingers op het gehavende tafelblad. Glokta pakte het gladde handvat van het hakmes beet, en het lemmet schraapte over het hout toen hij het mes langzaam naar zich toe trok. Hij staarde naar Teufels hand. Wat een mooie nagels heeft hij. Zo lang en glanzend. Met zulke nagels kun je niet in een mijn werken. Glokta bracht het hakmes omhoog.

‘Wacht!’ gilde de gevangene.

Beng! Het zware lemmet beet diep in het tafelblad en hakte netjes een randje nagel van Teufels middelvinger af. Hij hijgde nu, en er lag een laagje zweet op zijn voorhoofd. Nu zullen we eens zien wat voor man je werkelijk bent.

‘Ik geloof dat je wel snapt waar dit naartoe gaat,’ zei Glokta. ‘Weet je, ze deden dit ook bij een korporaal die samen met mij gevangenzat, elke dag een stukje. Hij was een taaie kerel, heel taai. Ze kwamen tot voorbij zijn elleboog voordat hij doodging.’ Glokta bracht het hakmes weer omhoog. ‘Beken.’

‘Je kunt niet…’

Beng! Het hakmes verwijderde het uiterste puntje van Teufels middelvinger. Er borrelde bloed op tafel. Severards ogen glimlachten in het lamplicht. Teufels mond viel open. Maar de pijn komt straks pas. ‘Beken!’ brulde Glokta.

Beng! Het hakmes scheerde door de punt van Teufels ringvinger en nam een klein schijfje middelvinger mee, dat een eindje wegrolde en op de vloer stuiterde. Vorsts gezicht leek wel uit marmer gehouwen.

‘Beken!’

Beng! Het puntje van Teufels wijsvinger sprong de lucht in. Zijn middelvinger was ingekort tot het eerste kootje. Glokta stopte even en veegde met de rug van zijn hand het zweet van zijn voorhoofd. Zijn been bonsde van de inspanning. Er droop met een gestaag plok, plok, plok bloed op de tegels. Teufel staarde met grote ogen naar zijn ingekorte vingers.

Severard schudde zijn hoofd. ‘Dat is uitstekend werk, inquisiteur.’ Hij schoot een van de schijfjes vlees over de tafel. ‘Wat een precisie… Indrukwekkend.’

‘Aaaargh!’ schreeuwde de meester van de Munt. Nu dringt het tot hem door. Glokta bracht het hakmes weer omhoog.

‘Ik beken!’ krijste Teufel. ‘Ik beken!’

‘Uitstekend,’ zei Glokta verheugd.

‘Uitstekend,’ zei Severard.

‘Uifeekuh,’ zei practicus Vorst.