IV

Dubbel A liet alle andere proeven in de steek om zich te concentreren op het verslaan en het kapittelen van Kloof. 

Langzamerhand verloor Modderland zijn identiteit en veranderde in Verslaan en Kapittelen, of V & K. Het nieuwe regime was voor Dubbel A vermoeiend, lichamelijk en in het bijzonder geestelijk, aangezien hij gedurende de hele ontwikkeling gedwongen was zich af te vragen waarom hij zou doen wat hij deed, en of hij inderdaad deed wat hij deed, in plaats van tevreden met zijn handen in de modder te liggen.

De kapitteling was gestileerd en besloeg verscheidene onderwerpen en octaven terwijl Dubbel A de vragen gilde en Kloof de antwoorden schreeuwde. 

'Hoe heet je?'

'Ik heet Kloof.'

'Noem een paar van de andere namen die je in plaats daarvan zou kunnen hebben.'

'Ze zouden me Plus hebben kunnen noemen of Shob of Dore of Kwaad of Vinnig of Top.'

'En door welke vreemde erfelijkheid komt het dat jij je bewustzijn huisvest in de holten tussen longen, aorta, bloed, lichaampjes, haarzakjes, bekken, ribben en bezoldigde schedel?'

'Omdat ik als ik rechtop kon lopen rechtop zou lopen tussen het roemrijke gezelschap van de hogere vertebraten, die ontstaan zijn uit luttele moerassen, dinosaurussen en dodo's. Degenen die voor hen kwamen waren smerige braten of harige braten; maar wij zijn de vertebraten.'

'Hoeveel zijn er pervertebraten?'

'Maar meneer, derdebraten.'

'Wat komt er na ons?'

'Na ons de zondvloed.'

'Hoe groot is de zondvloed?'

'Enorm.'

'Hoe zondvloedig is de zondvloed?'

'Zondvloedig, zondvloediger, zondvloedigst.'

'Vervoeg en verbuig.'

'Ik verbuig om te vervoegen.'

'En wat komt er na de vertebraten?'

'Na de vertebraten komt er niets, omdat wij de hoogste vorm van beschaving zijn.'

'Noem de tekenen waaraan de hoogte van onze beschaving vastgesteld kan worden.'

'De hoogten waaraan de vaststelling van ons teken beschaafd kan worden zijn zeven in getal. Het onderwerpen van het lichaam. De wederopstanding van de wolkenkrabber. De voortzetting van de soort. De vernietiging van de soort. De verheerlijking van het zitvlak. De slaperigheid van het geweten. Het omnivore van sex. Het beëindigen van de Duizendjarige Oorlog. Het condenseren van melk. De gesprekken van idioten. Het in beslag nemen van monniken...'

'Stop, stop! Noem vervolgens het basisbegrip waarop deze beschaving is gegrondvest.'

'De belangen van producent en consument zijn gelijk.'

'Wat is de rechtvaardiging van de oorlog?'

'Oorlog is zijn eigen rechtvaardiging.'

'Laten we een liefdeslied in anderhalve voeten zingen met tachtigjarige stemmen.' 

Op dit punt kromden ze zich in de modder en zongen het volgende toonloze wijsje:

'In schoonheid is geen vaste factor kenbaar. 

De weg die evolutie gaat is niet omkeerbaar. 

Toch heeft hij rare draaien; elke maat en vorm, 

En elke soort van vrouwenborst vernietigen de norm. 

Hangend, glooiend, hol of bol, 

Elk toont zijn schande of zijn pracht

In helling, zwelling of in dracht.

Toch is van Droxy tot Feroxi,

De boezemlijn louter een sein,

Van al de strijd vol haat en nijd,

Tegen een nogal vaste factor, namelijk de zwaartekracht.'

Ze vielen terug in de modder en elk sloeg zijn partner hard op de billen.