Scheren
Bij de Etos trof ik twee meisjes, de een blond en de ander roodharig, die op zoek waren naar scheermesjes. Ze waren een jaar of veertien en lieten zich uitgebreid en onbeschroomd voorlichten door een iets ouder, Marokkaans meisje met een hoofddoek.
Dit op de dropafdeling.
Het einde van het liedje was dat ze een mannenmes moesten hebben, zo noemde het Marokkaanse meisje dat: ‘een mannenmes’. Het klonk alsof je er iemand de keel mee af kon snijden.
‘Maar als mannenmesjes het beste zijn, waarom zijn er dan zo veel vrouwenmesjes?’ vroeg een van de meiden helder. Daar had het Etos-meisje geen antwoord op, of misschien ging ze ervan uit dat de meiden zelf wel kon raden waarom dat zo was.
In de rij voor de kassa kwamen de dames giechelend naast me staan. De scheermesjes hingen achter de toonbank, onder het rek met de batterijen. De dames lieten hun oog op een nieuwe Wilkinson vallen, met vijf scheerbladen. Ik wilde ze waarschuwen dat Wilkinson een waardeloos merk is, maar bedacht me: wat kan mij het eigenlijk schelen. En daarna was ik aan de beurt en kocht ik mijn eigen, vertrouwde Gillette-mesjes. Eens Gillette, altijd Gillette, zo werkt het in de scheerbusiness.
Scheren en meisjes; in mijn hoofd hoort het niet bij elkaar, maar toch is het onlosmakelijk met elkaar verbonden. Meisjes kopen zelfs meer scheermesjes dan jongens. Bij mij in huis wordt er in ieder geval driftig geschoren. Dat is begonnen toen de eerste haar zich aandiende, waar weet ik niet, en wil ik ook niet weten.
Het wordt intussen als volkomen vanzelfsprekend beschouwd. In bad, scheren. Onder de douche, scheren. Wat de meiden allemaal scheren, daar informeer ik maar niet naar. Het is al erg genoeg, vind ik zelf, dat ik op het toilet een uitgebreid assortiment aan tampons, inlegkruisjes en maandverband kan bestuderen. Een ouderwetse preutsheid steekt dan de kop op, steeds weer tot mijn eigen verbazing. Soms zie ik een oksel, met zo’n lieve grijze schaduw erin – daar kan ik al niet tegen.
Terug naar het scheren.
Ik heb er wel eens grappen over gemaakt, tegen mijn meiden, maar dat is absoluut verboden. Dan krijg ik de wind van voren. Waar bemoei ik me mee? Je probeert dan als belangstellende ouder duidelijk te maken dat je graag wilt weten wat hen zoal bezielt, zodat je daar rekening mee kunt houden, bijvoorbeeld als je naar de Etos gaat, dan kun je hun mesjes ook meenemen, maar daar moeten ze niets van weten, ze kunnen bovendien prima op eigen houtje naar de Etos. Pubers schermen hun eigen leven af zoals de RVD de koningin. Je denkt dat je alles weet, maar je weet in feite niets. Ook de herinnering aan de eigen puberteit biedt geen enkel houvast, al was het maar omdat ik toen geen meisje was, laat staan dat er destijds goede scheermesjes waren.
Scheren is een intieme bezigheid, dat geldt zelfs voor mannen die alleen hun kin en wangen scheren, zoals ik. Maar het is ook een intimiteit waar een ander graag deelgenoot van is. Mijn eigen mevrouw Bril mag bijvoorbeeld vanuit bed graag toekijken hoe ik voor de spiegel in de badkamer bezig ben. Ze keek als kind al graag naar haar vader als hij zich scheerde. Het witte gezicht, het dikke schuim, de trefzekerheid van hand en mes, de frisse glimlach die langzaam tevoorschijn kwam. Ik kan me daar iets bij voorstellen. Je scheert je weliswaar voor jezelf, maar je bestaat alleen dankzij de ander.
Mijn eigen dochters volgen het voorbeeld van hun moeder niet – en of ze in hun kleutertijd wel eens bij mij in de badkamer langskwamen weet ik eigenlijk niet meer. Misschien wel, maar dan gaan ze die herinnering pas koesteren als ze zelf een man hebben die zich scheert. Tot die tijd moet ik het doen met de blikken van mevrouw Bril, de vrouw waar ik van hou.