Truitjes

 

 

 

 

 

 

De telefoon rinkelt. Dat is het verkeerde woord. Hij bliept en borrelt. Maar waar is hij?

Weg, zoek.

Hoeveel handsets hebben we? Vier, geloof ik, misschien vijf. Dat komt ervan als je een groot huis hebt en een telefooncentrale met allemaal verschillende toestellen die vervolgens verdwijnen in het bankstel en opduiken in de koelkast. Net op tijd heb ik er eentje gevonden in de mand van de hond. Ik neem op.

‘Hé pap, is mama er ook?’ Dat is de oudste dochter. Op stap in de stad. Een truitje kopen bij Zara.

‘Mama is er niet.’

‘Waar is ze dan?’ Altijd dezelfde vraag.

‘Een boodschap doen. Wat is er?’

Ik hoor haar aarzelen. Om haar heen klinkt het rumoer van de Kalverstraat.

‘Oké, ik heb een probleem,’ zegt ze dan. ‘Ik heb een heel leuk truitje bij de H&M gezien. Zal ik het kopen?’

‘Ik dacht dat je bij Zara een truitje ging kopen.’

‘Ja, dat heb ik al, maar ik heb nóg een truitje nodig. Ik heb helemaal geen witte truitjes.’

‘Wat voor kleur heeft dat Zara-truitje dan?’

‘Ja, ook wit. Maar dat is nou juist zo goed, dan kan ik kiezen. Aan één wit truitje heb je niks.’ Dat klinkt logisch. ‘Zal ik het van mijn eigen geld kopen? Het is echt een te gek truitje.’

Ik hoor enige aarzeling. Misschien heeft dat met dat eigen geld te maken. Daar is ze zuinig op. ‘Je kan toch naar huis komen en er nog wat over nadenken? Het hangt er morgen heus nog wel.’

‘Nee joh, morgen is het weg.’

‘Nou, als je je eigen geld aan nog een wit truitje wilt uitgeven, dan moet je het kopen. Maar ik zou nog even wachten.’

‘Ooh.’

Dat klinkt teleurgesteld, kennelijk was het de bedoeling dat haar ouders het truitje zouden betalen. Zij wilde het met haar eigen geld wel even voorschieten.

‘Kom nou maar naar huis. Straks doe je een miskoop.’

‘Oké.’

De verbinding wordt verbroken.

Tevreden ga ik in de zon zitten. Het zou me niets verbazen als ik eindelijk eens goed advies heb gegeven, maar ja, de zaterdag is nog lang.

Even later komt ze thuis. Ze heeft alleen een tasje van Zara bij zich. ‘Is mama er nou nog niet?’ vraagt ze. Het zweet staat op haar neus. ‘Ze moet dat truitje bij de H&M zien. Shit, straks is het weg.’

‘Dan komt er wel een ander wit truitje,’ mompel ik.

Ze kijkt me aan alsof ik gek ben – een oude lul die de verleiding van witte truitjes niet kent. Dan holt ze naar haar kamer om zich te verkleden.