New York

 

 

 

 

 

 

Op Times Square in New York hangt een enorm elektronisch billboard waarop de kosten van de oorlog in Irak te zien zijn. Toen het ding in bedrijf werd genomen, had Amerika 134,5 miljard dollar uitgegeven, en er komt per dag 177 miljoen bij, 7,4 miljoen per uur, 122.820 per minuut.

Times Square.

De oudste dochter gaat naar de middelbare school. Om die mijlpaal te markeren, nam ik haar mee naar New York en wij logeerden in een hotel op Times Square. Tien jaar geleden was Times Square nog een hellhole van peepshows en pornoshops, maar tegenwoordig is het één en al family-entertainment, een wonderbaarlijke metamorfose.

Nu ja.

Amerika begon al op Schiphol, want wij vlogen met Continental Airlines, een Amerikaanse maatschappij. Taxiënd naar de startbaan werden de reizigers over het videosysteem toegesproken door de president-directeur. Hij ging ons een voortreffelijke trip bezorgen, vertelde hij, en als we klachten hadden, hoorde hij het graag meteen, want service stond bij hem voorop. ‘Dat is nou typisch Amerikaans,’ zei ik tegen mijn dochter, want de reis had natuurlijk ook een educatief karakter, ‘alles heel direct en persoonlijk’. Ik voelde me alweer helemaal thuis in de nieuwe wereld. De dochter was verdiept in het hippe entertainmentcenter dat in de rug van de stoel voor haar was verwerkt.

We vlogen.

Continental vliegt op Newark en niet op Kennedy Airport. We kwamen dus aan de westkant van New York aan. Hoewel Newark een treurige industriestad is, heeft het wel een splinternieuw vliegveld, Liberty International – de naam zegt het al. We stonden er in een mum van tijd buiten, waar de lucht zwaar was van de hitte en de uitlaatgassen. ‘Zo ruikt New York,’ zei de reisleider in mij.

‘Ja, pap,’ zuchtte mijn dochter.

We namen een taxi die ons over een wirwar van slechte snelwegen naar Manhattan bracht. Achterstallig onderhoud is ook iets waar Amerikanen goed in zijn. Reclameborden waren de enige lichtpuntjes in het grimmige, armzalige landschap en dochter stelde vast dat de musical Mamma Mia! hier draaide. Ze liepen hier dus achter, in Nederland was hij alweer weg.

En daar was Manhattan.

Van welke kant je ook komt, de eerste keer dat de beroemde skyline zich openbaart, is altijd een schok. Hoe vaak je de stad ook hebt gezien, het blijft een wonder. De adem stokt, het hart slaat over en dan jubel je het uit: ‘Kijk, New York!’

‘Hè pap, toe,’ reageerde mijn dochter.

Maar zelfs onze Ghanese taxichauffeur kreeg er een goed humeur van, en langzaam zag ik ook op het gezicht van mijn kind het wonder gestalte krijgen. Haar mond zakte open, en ze schoof naar het puntje van haar stoel om alles maar beter te kunnen zien en terwijl het gebeurde, wist ik dat dít het moment was waar heel de reis om draaide: de eerste keer dat ze New York zag. Ik was de koning te rijk, voor één keer een passende uitdrukking.

Even later stonden we op Times Square. Een hevige onweersbui barstte los toen we er bijna waren. We stapten uit in de stromende regen. De eerste foto die ik van mijn dochter maakte, was toen zij – verbijsterd omhoogkijkend naar de enorme gebouwen en reusachtige neonreclames – in een diepe plas stapte.