24

 

For the Road

 

 

 

 

 

‘Het was een turbulente tijd en ik heb enorme problemen gekend, maar ik heb er intens van genoten en ik heb nergens spijt van. O jee, ik klink als Edith Piaf!’

FREDDIE MERCURY

 

‘Sommige mensen in dit vak zijn niet voorbestemd om oud te worden. Freddie was daar een van. Ik heb Freddie nooit als zeventigjarige voor me kunnen zien. Net zomin als Michael Jackson. In ieder geval zou Freddie niet blij zijn met de manier waarop tegenwoordig albums worden gemaakt. Hij haalde alles uit het leven. Hij stierf jong, maar hij heeft die korte periode ongelooflijk volgepropt. Hij heeft meer gedaan dan de meesten in vijf levens voor elkaar zouden krijgen.’

RICK WAKEMAN, TOETSENIST

 

 

Nieuwjaarsdag 1990. Terwijl de band in Mountain Studios bijeenkwam om aan het album Innuendo te werken, begon Jim Beach zware onderhandelingen met Capitol over de ontbinding van hun platencontract. Zonder dat de band het wist, stond een nieuw Amerikaans label in de coulissen te wachten. Peter Paterno, de advocaat die Queen onder het contract met Elektra uit had gekregen, was nu directeur van Hollywood Records, eigendom van de Walt Disney Company, en wilde zo snel mogelijk zijn favoriete band aller tijden binnenhalen.

‘Heel veel mensen vonden het een dom plan dat gedoemd was te mislukken,’ zegt Peter Paterno. ‘Maar het succes overtrof zelfs de stoutste dromen,’ herinnert hij zich. ‘Wat iedereen ook beweerde, we liepen geen enkel risico. Binnen acht jaar zouden we ons geld terugkrijgen. Of ik wist dat Freddie aids had? Ik wist dat hij ziek was. Over de details liet hij zich niet uit. Maar eerlijk gezegd wist ik dat het niet mis kon gaan: als hij zou overlijden, zouden we binnen drie jaar quitte spelen. Maar toen kwam de film Wayne’s World uit, met die ongelooflijk briljante headbangscène in de auto op de muziek van “Bohemian Rhapsody”, en waren we binnen drie wéken uit de kosten.

In die periode deed Queen het niet meer goed in de VS, maar in de rest van de wereld waren ze nog steeds enorm populair. Ik vond Magic een fantastisch album, maar in Amerika sloeg het niet aan. Hoe dan ook, ik had een voorgevoel. Ik stuurde Jim Beach een bericht: “Ik heb gehoord dat Queen vrij is.” “Ze zijn niet alleen vrij,” was het antwoord, “maar de hele catalogus is beschikbaar.” Zo is het begonnen.’

De complete verzameling van Queens lange carrière zou nu digitaal worden geremasterd en heruitgebracht op cd – het medium dat plotseling in de plaats was gekomen van vinyl. Het was een gok, want de band had al sinds 1982 geen top 20-hit meer gehad in de VS.

Alles liep op rolletjes voor de baas van Hollywood Records totdat iemand Disney-directeur Michael Eisner vertelde dat Freddie aids had. ‘Michael nam meteen contact met me op en vroeg: “Wat is er aan de hand?”,’ herinnert Paterno zich. ‘Hij werd erg nerveus van het bericht en kreeg het gevoel dat we er op de een of andere manier waren in geluisd, dat Disney voor gek zou staan. Hij vond dat we een clausule in het contract moesten opnemen over wat er zou gebeuren als Freddie overleed. Maar ik zei: “Hoe morbide het ook klinkt, als dat gebeurt, verkopen we daar ook platen mee. Ik heb nummers van het nieuwe album gehoord en ik maak me geen zorgen.”

Het was een peperduur contract: tien miljoen dollar. In eerste instantie wees het bestuur van Disney het af en ik moest praten als Brugman. Uiteindelijk kreeg ik mijn zin. Er werd een overeenkomst gesloten en ik was heel trots. Ik vroeg aan Jim Beach: “Krijg ik voor tien miljoen dollar op zijn minst de kans hem één keer te ontmoeten?” Ik vloog van Los Angeles naar Montreux waar ik een onvergetelijke middag met Freddie Mercury doorbracht. Hij was heel aardig en hoffelijk en liet in de studio een paar fragmenten van het album horen. We maakten een wandeling door de stad en dineerden samen. Het was heel plezierig, maar je kon merken dat hij zich bewust was geworden van zijn sterfelijkheid.

Plotseling stond Queen weer aan de top!’ roept Paterno uit. ‘Mijn intuïtie had me niet in de steek gelaten! Weet je wat het was, hun albums waren nog steeds steengoed. Als ze hadden geklonken als uitgebluste ouwe zakken die hun beste tijd hadden gehad, had ik er geen energie aan verspild. Maar ze maakten nog steeds fantastische muziek, en ik was altijd blijven geloven in een comeback in de VS. Het gaf enorm veel voldoening toen bleek dat ik gelijk had, hoe tragisch de dood van Freddie ook was.’

Nu de band eindelijk van BPI (British Phonographic Industry) de prijs voor het leveren van een uitzonderlijke bijdrage aan de Britse muziek had gekregen, de prijs die tot nu toe steeds aan hun neus voorbij was gegaan, en wetend dat Freddie niet veel tijd meer had, sjoemelde Queen een beetje met de jaartallen om in 1990 hun twintigjarig jubileum te kunnen vieren. Ze gaven een feest voor vierhonderd vrienden in de Groucho Club in Londen. Die locatie was gekozen vanwege de naam, als verwijzing naar de vroege Queen-albums die waren genoemd naar films van de Marx Brothers. Liza Minnelli, George Michael, Patsy Kensit, Michael Winner en Rod Stewart waren aanwezig. De bovenkant van de taart zag eruit als een Monopoly-bord met in elk vakje een hit van Queen.

Terwijl bloeddorstige fotoredacteuren likkebaardden bij de veelzeggende kiekjes van een broodmagere Freddie, werden de geruchten over zijn aanstaande dood ontkend door de andere bandleden, het management, pr-medewerkers en Freddies persoonlijke entourage. ‘Freddie wilde het zo,’ zei Peter Freestone. ‘Zijn naaste vrienden logen zelfs tegen hun eigen gezin. Dat deden we voor Freddie. Hij wilde geen gedoe en hij wilde ook zijn ouders niet ongerust maken. Bovendien vond hij dat zijn ziekte niemand aanging behalve hemzelf.’

‘Er waren heel veel mensen op dat feest, maar vreemd genoeg sprak bijna niemand met de bandleden,’ herinnert Phil Swern zich. ‘Het was bijna alsof niemand bij de jongens in de buurt durfde te komen. Ik stond ongeveer twintig minuten bij de bar met Freddie te kletsen. Ik kon haast niet bevatten dat ik met deze superster stond te praten alsof we oude vrienden waren. Hij was heel bleek. Plotseling merkte ik dat ik nerveus was en stond te trillen. Hoe dat kwam? Door zijn aura. Hij had zo’n enorme uitstraling. Weet je wie dat ook had? Frank Sinatra. Ik mocht een keer backstage komen in de Royal Albert Hall. Ik stond met de rug naar de deur toen Sinatra binnenkwam, en nog voordat ik hem zag, wist ik dat hij het was. Het leek wel een radioactieve stralingsgolf. Heel weinig mensen hebben dat. Paul McCartney niet. Mick Jagger niet. Die zijn te bereikbaar. Barbra Streisand heeft het, die is etherisch, uit een andere wereld. Zelfs filmsterren hebben het niet. Die stralingsgolf doet je het zweet uitbreken.

Wat het ook is, ik denk dat je ermee wordt geboren. Je raakt het nooit kwijt. Je kunt het niet kweken, je kunt het niet kopen. Het is iets magisch. Je komt er niet doorheen, dus een gewone sterfelijke kan nooit een succesvolle relatie met zo iemand hebben. Dat is de belangrijkste reden waarom ze allemaal zo’n rampzalig liefdesleven hebben. Je wordt aanbeden door miljoenen, maar je kunt nooit de liefde krijgen of behouden van die ene persoon.

Freddie en ik praatten wat over de lange carrière van Queen,’ zei Phil. ‘We hadden het zelfs over de structuur van zijn liedjes. Hij werd altijd heel enthousiast als hij over zijn muziek begon te praten. Hij wás muziek, geen twijfel mogelijk. Ik had in mijn tijd een paar nummers geschreven die de hitlijst haalden. Songwriters willen altijd weten hoe andere songwriters het doen. Dus ik móést die onvermijdelijke vraag stellen: waar haal je je inspiratie vandaan? “De regels komen gewoon vanzelf,” zei hij glimlachend.

Ik vond het heel moeilijk om met hem te praten,’ ging Phil verder, ‘want ik wist dat hij doodging. Op dat moment was het nog niet bekendgemaakt, maar ik wist het. Jim Beach had het me verteld. En ik weet nog dat ik bedacht dat als je zo’n sterk aura had, je er uiteindelijk door werd verpletterd. Het verstikt je. Het is een zwaar juk en waarschijnlijk is het de prijs die je moet betalen voor je genialiteit. Binnen dat aura ben je gewoon menselijk, net als iedereen.

Een heleboel zeer getalenteerde mensen sterven jong. Misschien komt dat doordat ze hun creatieve piek bereiken en dan op een bepaalde manier “zelfmoord” plegen, omdat ze de roem niet meer kunnen hanteren. Sommigen beroven zich op een heel directe manier van het leven, zoals Marilyn Monroe met een overdosis, maar de meesten niet. Die saboteren hun leven. James Dean reed altijd zó hard in zijn sportwagen dat er vroeg of laat wel een dodelijk ongeluk móést gebeuren. Elvis was pas 42 toen hij stierf, hij was op, hij had niets meer over en dat wist hij. Misschien was die excessieve seks wel een uiting van Freddies doodswens, want in de tijd waarin wij leefden wist iedereen dat je er aids van kreeg. Het is een manier om de verantwoordelijkheid voor een leven dat je te veel is geworden, uit handen te geven.’

Na dit laatste feest keerde de band terug naar Mountain Studios. ‘Innuendo is echt gemaakt in geleende tijd, want Freddie was behoorlijk ziek,’ onthulde Roger na Freddies dood. In het laatste jaar van zijn leven, toen hij werd opgejaagd door de pers, ging hij zo vaak als zijn gezondheid het toeliet naar Montreux, zijn veilige haven.

Toevallig werd Freddies oude studievriend Jerry Hibbert gevraagd om de animatie te verzorgen van een promotiefilmpje voor Innuendo. ‘Ik had al die geruchten over Freddies ziekte gehoord en natuurlijk was ik erg bezorgd. Dus zei ik tijdens het overleg tegen Jim Beach: “Wordt het een animatie omdat Freddie te ziek is om een video op te nemen?” “Freddie is helemaal niet ziek,” zei Jim. “Hoe kom je in hemelsnaam aan die onzin?”’

Freddies 44ste verjaardag werd gevierd met een rustig etentje voor twintig gasten in Garden Lodge. Mary was er met haar toenmalige partner Piers Cameron. Jim Beach kwam met zijn vrouw Claudia. Mike Moran was er ook met zijn vrouw. Verder Dave Clark, Barbara Valentin, Peter Straker, Freddies huisarts dr. Gordon Atkinson en het vaste clubje dat in Garden Lodge woonde. Het zou zijn laatste officiële verjaardagsfeestje worden, en dat wist hij. Maar hij bleef opgewekt. Vrijgevig tot de laatste snik gaf hij al zijn gasten iets van Tiffany ‘om me niet te vergeten’, en hij was op zijn beurt verrukt over zijn schitterende verjaardagstaart waarop een van zijn favoriete monumenten ter wereld was afgebeeld, de Taj Mahal uit India.

Het titelnummer van Innuendo werd in januari 1991 als single uitgebracht. Het bezorgde de band hun eerste Britse nummer 1-hit in tien jaar. Het album, dat in februari uitkwam, was hun veertiende studioalbum en het laatste dat werd uitgebracht tijdens Freddies leven. Het stond op nummer 1 in Groot-Brittannië, Zwitserland, Italië, Duitsland en Nederland, en was het eerste Queen-album sinds The Works uit 1984 dat meteen na verschijning een gouden plaat werd in Amerika. In de clip bij de single ‘I’m Going Slightly Mad’ speelde een pijnlijk magere, zwaar opgemaakte Freddie een gestoorde Lord Byron. ‘Headlong’, hun 39ste single, verscheen in mei. De bandleden beten zich nu vast in hun missie en trokken een lange neus naar de tijd door terug te keren naar Mountain Studios om aan Made in Heaven te werken. Het album zou pas vier jaar na Freddies dood worden uitgebracht. Hoewel zijn kracht afnam, werkte Freddie harder dan ooit en ploegde hij zich met behulp van een heleboel wodka door de lange, zware studiosessies.

‘Ik denk dat er een deel van hem was dat verwachtte dat er een wonder zou gebeuren,’ zei Brian. ‘Ik denk dat we dat allemaal verwachtten.’

‘Dat was een heel verdrietige tijd, maar Freddie was niet somber,’ zei Peter Freestone. Hij had zich erbij neergelegd dat hij doodging. Hij accepteerde het… Trouwens, kun jij je een bejaarde Freddie Mercury voorstellen?’

Eenmaal terug in Garden Lodge kreeg Freddie behoefte om weer te gaan tekenen en schilderen. Hij had nauwelijks aandacht besteed aan zijn artistieke talent sinds hij was afgestudeerd aan Ealing College of Art. ‘Jim kocht een doos waterverf en een paar penselen voor hem,’ herinnerde Peter Freestone zich. ‘Hij zat uren te werken aan een portret van Delilah, zijn lievelingskat. Dat bleek een te zware opgave, maar hij maakte wel een paar abstracte schilderijen. Dat was te danken aan Matisse. Op een dag bladerden we door een veilingcatalogus waarin een Matisse stond die werd verkocht voor £ 10.000. “Tienduizend?!” riep Freddie. “Dit kan ík zelfs!” Hij zette een paar streken met zijn penseel en zei tegen Joe en mij: “Alsjeblieft, voor jullie allebei een! Eens zien hoeveel díé waard zijn!” Misschien zou er inmiddels wel net zo veel voor worden betaald.’

Het leven schakelde in een hogere versnelling. Het ging te snel. In -augustus kwam het nieuws dat Paul Prenter aan aids was overleden. Diezelfde maand biechtte Freddie zijn geheim op aan zijn zus Kashmira en haar echtgenoot Roger. ‘We zaten in de slaapkamer koffie te drinken toen hij plotseling zei: “Kash, lieverd, je moet weten dat mijn ziekte terminaal is,”’ herinnerde Roger Cooke zich. ‘“Ik ga dood,” zei hij. We zagen de plekken op zijn enkels en wisten dat hij ziek was. Daarna hebben we het er nooit meer over gehad.’

‘We gingen zo normaal mogelijk door met ons leven,’ zei Jim. ‘Nog geen drie weken voor zijn dood zaten we in Zwitserland. Natuurlijk was hij niet gezond, maar hij voelde zich goed genoeg om daarnaartoe te gaan. Hij was nota bene gewoon aan het werk in een studio! We spraken nooit over hoe lang hij nog te leven had. Maar ik denk dat als je een terminale ziekte hebt, er een moment komt dat je het wel ongeveer weet. We gingen met een groepje naar Duck House om even te pauzeren. Mary was daar ook met haar zoontje Richard, en Terry met zijn gezin. Op een dag moesten we allemaal mee om naar een huis te kijken, een heel knus jarenvijftigchalet aan het meer, met een tuin en een eigen aanlegsteiger. Het was prachtig, maar niet geschikt voor Freddie. Wat hij eigenlijk nodig had, was een flat. Jim Beach was degene die het penthouse in het La Tourelle-gebouw vond. Het had drie slaapkamers – voor Freddie, voor Joe en voor mij –, een enorme zitkamer met grote ramen en een balkon met uitzicht op het meer.’

Freddie had Kerstmis willen doorbrengen in zijn nieuwe appartement in Montreux. Iedereen in Garden Lodge wist nu dat dat niet meer zou lukken, maar voor Freddie hielden ze de schijn op. ‘Misschien lijkt het nu een beetje onzinnig dat hij zo vlak voor het einde een flat in Montreux kocht,’ erkent Peter Freestone. ‘Maar Freddie vond het heerlijk om huizen in te richten. Het appartement was gewoon iets om hem aan de gang te houden. Freddie had allerlei plannen voor de kamers en hij kocht een heleboel meubels bij Sotheby’s.’

‘Freddie wist precies hoe het er allemaal uit moest komen te zien en hij koos al het meubilair en alle decoratieve elementen zelf uit,’ zei Jim. ‘Joe en ik mochten zelf de kleuren voor onze eigen kamers uitkiezen – hij koos voor lichtgroen en ik voor lichtblauw. Ik kreeg de opdracht om een minituin aan te leggen op de balkons. Hij wilde dat ik er zo veel mogelijk groen in zou proppen. Het is heel tragisch dat hij die laatste Kerstmis niet daar heeft kunnen doorbrengen, of tot het einde daar heeft kunnen wonen.’

Op Freddies 45ste verjaardag gaf Jim Freddie zijn laatste cadeau: een set Ierse champagneglazen van kristal, bedoeld voor de flat in Montreux. Ze wisten allebei dat die glazen daar nooit zouden aankomen. ‘Die verjaardag was zijn rustigste partijtje ooit,’ herinnerde Jim zich. ‘Het was heel treurig. Hij begon in te zien dat zijn einde snel naderde en natuurlijk maakte dat hem verdrietig. Inmiddels wilde hij bijna niemand meer zien. Hij wilde niet dat ze hem in deze toestand zagen. Wat vond hij het moeilijk. Hij wilde ze niet van streek maken en bovendien wilde hij dat ze zich de oude Freddie zouden herinneren.’

Freddies laatste verjaardagstaart, gemaakt door Jane Asher op basis van foto’s die Jim Hutton en Joe Fanelli hadden genomen, was een replica van zijn geliefde appartementengebouw in Montreux, La Tourelle. Freddie bracht zijn huisgenoten op de hoogte van zijn beslissing om te stoppen met zijn medicijnen.

‘Hij nam alleen nog maar pijnstillers,’ herinnert Peter zich. ‘Hij had het nooit over angst voor de dood. Het had geen zin om bang te zijn. Hij liet niet toe dat de ziekte zijn leven beheerste. Zodra dat leek te gebeuren, nam hij de teugels weer in handen. Hij besliste zelf wanneer hij zou gaan,’ legde Peter uit. ‘Weken achtereen, vierentwintig uur per dag, had de pers voor zijn deur gebivakkeerd. Hij was een gevangene in zijn eigen huis. Daar kon hij niets aan doen, behalve misschien wat hij uiteindelijk deed: loslaten.’

Hij had er genoeg van. Freddie verloor niet alleen zijn gezichtsvermogen, maar ook de wil om te leven ebde weg. ‘Ik denk dat hij aan het einde alleen betreurde dat er nog zo veel muziek in hem zat,’ zei Peter.

‘The Show Must Go On’, Queens oprechte, hartverscheurende single met op de B-kant ‘Keep Yourself Alive’, verscheen in oktober. De band, het management, de publiciteitsmedewerkers en alle intimi, die geheimhouding hadden gezworen, bleven de geruchten tegenspreken. Ondertussen bleef EMI nieuwe albums spuien – Greatest Hits II, Greatest Flix II. Freddies leven hing aan een zijden draadje, maar de band was productiever dan ooit.

‘Freddie vond de gedachte aan het verdriet van zijn familie en aan de media die zijn huis zouden bestormen als zijn ziekte bekend zou worden, onverdraaglijk,’ zei David Wigg. ‘Daarom bleef iedereen in zijn naaste omgeving alles ontkennen. De show ging inderdaad verder.’

Peter Freestone en Joe Fanelli verpleegden Freddie in die laatste dagen. ‘Ik leerde wat ik moest doen. Ik moest wel. Er was niemand anders in de buurt die het kon,’ zegt Peter schouderophalend. ‘Freddie was begonnen mensen uit zijn leven te bannen. Bepaalde mensen wilde hij gewoon niet zien. Zijn ouders, bijvoorbeeld. Ze zijn die laatste weken een paar keer langsgekomen en op de zaterdag voor zijn dood wilden ze ook komen. Maar hij zei: “Nee, ik heb ze al gezien.” Dat had er deels mee te maken dat hij niet wilde dat ze hem zo zagen. Hij wilde liever worden herinnerd zoals hij was geweest. Dat was de reden dat hij in het laatste jaar zo veel mensen de rug toekeerde. Soms gaf hij een of ander onzinnig argument, maar hij wist wat de echte reden was, en ik ook.’

Er waren een paar naaste vrienden die in die laatste paar dagen heel goed voor Freddie hebben gezorgd, vertelt Peter. ‘Dave Clark, Elton, Tony King. En Joe en ik, die hem verpleegden met hulp van artsen van het Westminster Hospital waar Freddie was behandeld: een oncoloog die had geprobeerd zijn kaposisarcoom te behandelen en een dermatoloog. Het is verbazend hoe snel je dingen leert waarvan je nooit had gedacht dat je ze zou moeten kunnen. Freddie had bijvoorbeeld een Hickman-katheter in zijn borst, waarmee we hem medicijnen konden toedienen. Eén troost is dat er in die laatste weken altijd iemand van ons bij hem was – Jim, Joe, ikzelf –, zelfs ’s nachts. Freddie is geen moment alleen geweest.’

Gordon Atkinson, Freddies arts en vriend, kwam regelmatig langs. Chauffeur Terry Giddings kwam nog iedere dag, ook al wist iedereen dat Freddie nooit meer ergens heen zou gaan. ‘Hoewel ze zeven maanden zwanger was, probeerde Mary nog steeds iedere dag even langs te komen om haar werk te blijven doen. Freddie had besloten dat het werk gewoon door moest gaan.’

Later schreef Peter dat Bomi en Jer Freddie in die week voordat hij stierf nog een keer hadden bezocht, samen met Kashmira, Roger en hun twee kinderen. Ze dronken samen thee in Freddies slaapkamer. ‘Met bovenmenselijke inspanning slaagde hij erin om ze twee of drie uur te onderhouden,’ schreef Peter in zijn memoires. ‘Hij wilde ze nog steeds in de waan laten dat ze zich geen zorgen hoefden te maken, om ze te beschermen. Wij brachten de thee naar boven, met wat zelfgemaakte sandwiches en taartjes uit de winkel. We konden toen niet weten dat dit de laatste keer was dat ze Freddie levend zouden zien.’

Vlak voor het einde kwamen Brian en Anita op bezoek, en ook Roger met zijn partner, fotomodel Debbie Leng. Geen van hen wist dat Freddie zo dicht bij de dood was en dat ze hem nooit meer zouden zien. ‘In beide gevallen duurde het bezoek tamelijk kort,’ zei Peter. ‘Zonder dat ze het wisten, nam Freddie afscheid van ze.’

Op 23 november zat Jim Beach lang aan Freddies bed om zijn allerlaatste verklaring op te stellen, waarin hij aan zijn fans en de wereld bekende dat hij aids had. PR-medewerker Roxy Meade zou deze verklaring onmiddellijk laten uitgaan en dat was een grote schok voor zijn vrienden.

‘Na al die jaren waarin we dit enorme geheim bij ons hadden gedragen, werd het nu wereldwijd bekendgemaakt,’ zei Peter. ‘Na enige discussie accepteerden we de redenen hiervoor. Freddie kon iets voor de wereld betekenen door nog tijdens zijn leven toe te geven dat hij aan deze ziekte leed.’

Vierentwintig uur later belde Peter Freestone Jer en Bomi Bulsara met het bericht waar ze zo bang voor waren. Hun geliefde zoon, The Great Pretender, was dood.