13

 

Champions

 

 

 

 

 

‘Het album A Day at the Races eindigt met een Japans nummer van Brian getiteld “Teo Torriate”, wat zoveel betekent als “laten we bij elkaar blijven”. Het is een erg emotioneel nummer, een van zijn betere. Brian speelt prachtig gitaar en ook harmonium. Het is een mooi nummer om het album mee af te sluiten.’

FREDDIE MERCURY

 

‘De kracht en de energie die er van de muziek van Queen uitgingen, waren adembenemend. Door de ontwikkeling van de technologie zijn mensen lui geworden. Bloed, zweet en lef – dat is wat er nodig is voor goede muziek. Freddie gaf zichzelf met hart en ziel wanneer hij de nummers zong. Tegenwoordig zie je één artiest met achttien dansers achter zich, je weet niet eens of het live is, of een opname of playback. Met Freddie kreeg je een totaalpakket, en het was allemaal echt.’

LEE JOHN, LEADZANGER VAN IMAGINATION

 

 

In februari 1976, met alle vier de albums in de Britse top 20, werd Queen klaargestoomd voor meer live optredens in Japan en Australië, waar hun platen en concerten razend populair waren. Bij hun terugkeer naar Engeland doken ze weer de studio in om aan hun vijfde album te werken, dat ze zelf produceerden. Ze hadden intussen vriendschappelijk afscheid genomen van Roy Thomas Baker. Dit album ging A Day at the Races heten – naar een andere favoriete Marx Brothers-film. In maart van dat jaar kwam hun speelfilm Live at the Rainbow uit. In mei nam Brian vrij om met zijn vriendin Chrissy Mullen te trouwen.

Op 18 juni kwam John Deacons eerste Queen-single uit. ‘You’re My Best Friend’, een gevoelig nummer dat hij voor zijn vrouw Veronica schreef, met wie hij nog steeds is getrouwd, waardoor hij het enige Queen-lid is dat nog bij zijn oorspronkelijke partner is. Deacon speelt basgitaar en bespeelt een Wurlitzer elektrische piano op deze single. Hoewel het nogal verschilde van vorige Queen-nummers, haalde ‘You’re My Best Friend’ al snel de top 10. De videoclip werd tijdens een hittegolf opgenomen in een grote balzaal die verlicht werd door duizend kaarsen.

Op het door John Reid gesponsorde Scottish Festival of Popular Music die zomer gaf Queen twee concerten in het Edinburgh Playhouse. Daarna volgde een openluchtconcert in Cardiff. Op 18 september 1976, de zesde sterfdag van Jimi Hendrix, gaven ze een gigantisch en gratis concert in het Londense Hyde Park. Een ontroerend gebaar, typerend voor Queen, als dankbetuiging voor de steun van hun fans. Er kwamen bijna 200.000 mensen op af. De dag werd mede georganiseerd door Richard Branson, de toenmalige ambitieuze baas van Virgin Records. Toen Branson zijn persoonlijk assistente Dominique Beyrand aan de band voorstelde, wist hij nog niet dat hij zojuist Roger Taylor aan een nieuwe vriendin had geholpen. Het stel settelde zich kort daarop in een luxe landhuis in Fulham in het graafschap Surrey, omringd door enkele beboste hectaren en met een eigen opnamestudio.

Het was prachtig weer op de dag van het openluchtconcert, wat herinneringen opriep aan concerten in het park in de late jaren zestig door Jethro Tull, Pink Floyd en The Stones. Kiki Dee, die in het voorprogramma stond en ook John Reid als manager had, zou haar nieuwe nummer 1-hit zingen: een duet met Elton John. Ondanks veel succesvolle, eerder uitgebrachte singles werd dit lied, ‘Don’t Go Breaking My Heart’, Eltons eerste nummer 1-hit. Maar hij haalde het concert niet en Kiki moest het duet in haar eentje zingen met een kartonnen surrogaat van Elton naast zich op het podium.

‘Welkom op onze kleine picknick aan het Serpentinemeer in Hyde Park,’ kondigde Freddie aan in zijn witte, met glitters afgezette bodysuit. ‘“Tie Your Mother Down” is een van Brians zwaargewichten,’ merkte hij later op. ‘We speelden het in Hyde Park voordat we het nummer hadden opgenomen. Ik kon het uitproberen voor een live publiek, voordat ik de zangpartij moest opnemen in de studio. Het was een nogal ongepolijst nummer en dit pakte goed uit voor mij.’

Aanstormend fotograaf Denis O’Regan blufte zich naar een plek backstage en wurmde zichzelf onder het podium tijdens de set van Queen. Hij had er alles aan gedaan om vrienden te worden met werknemers van Rocket Records in een poging om dicht bij Queen te geraken, zodat hij hun officiële fotograaf kon worden. Paul Prenter, een van de vrienden en trawanten van John Reid, had een zwak voor Denis ontwikkeld en verleende hem toestemming om bij de concerten van Queen te zijn.

‘Een van de eerste optredens waarbij hij me binnenliet, was in Parijs,’ herinnert Denis zich. ‘Ik was backstage en het viel me op dat er achter het hoofdpodium een kleiner podium was gebouwd. Ik dacht meteen dat Queen daar later een verrassingsconcert ten beste zou geven. Er stonden allemaal stoelen voor. Voordat ik er erg in had, verscheen er een meisje op het podium dat een striptease-act deed. En toen nog een, en nog een, totdat er een dozijn vrouwen op het toneel stond. Ze deden een uitgesproken lesbische act voor ons. Gewoon als amusement voor degenen die backstage werkten en rondhingen. Een beetje slonzig voor die tijd, maar dit soort act zou het feestthema van Queen worden. Ze gingen altijd voor borsten, billen en decadente seks. Daar was niks ranzigs aan, het was gewoon voor de lol. Ze cultiveerden opzettelijk hun voorkeur voor sexy kleding en attributen en leken daarmee een andere kant van Queen te laten zien. Ik vermoed dat het alle geruchten dat Freddie homoseksueel zou zijn, moest logenstraffen.’

Roger en Freddie waren ongetwijfeld het brein achter de losbandige feesten, hoewel ze dat toen nooit zouden hebben toegegeven. ‘Ik hou van stripteaseclubs en wilde feesten met naakte vrouwen,’ zei Roger opgewekt, alsof hij wilde toevoegen: ‘Waarom ook niet?’

Wat Denis als hoogst ongewoon opviel aan de band, was dat ze als een van de weinigen na hun optredens bleven hangen. ‘Dat vond ik vreselijk, want ik wilde op stap en lol maken na het werk. Maar zij aten altijd gezamenlijk na een optreden. Andere bands deden dat niet. Die gingen er na een optreden snel vandoor, de limousines stonden al klaar bij de artiesteningang wanneer ze van het podium kwamen. Klaar om weg te scheuren naar het vliegveld of terug naar het hotel. Veel later bedacht ik dat er een element van heuse kameraadschap achter die gezamenlijke etentjes zat. Ik denk dat ze elkaars gezelschap echt waardeerden. Later hoorde je verhalen dat ze niet met elkaar konden opschieten en dat ze in aparte limousines reisden en zo. Maar dat doet iedereen die net een ster is en het zich kan permitteren. Zie je Freddie al in een tourbus? Laat me niet lachen.’

Bovendien was dat de meest praktische manier om te reizen, zoals Roger in 2011 opmerkte in Q over het gebruik van de ‘afzonderlijke limousines’. ‘Limousines zijn hoogst onpraktisch. Er is eigenlijk maar ruimte voor twee passagiers en je hebt meestal je vrouw, vriendin of wat voor partner dan ook bij je, en anders wel je kameraad of assistent. We konden ons vier limousines permitteren, weet je. Het had niets te maken met elkaar niet kunnen uitstaan.’

Op 10 december 1976 werd het vijfde album A Day at the Races uitgebracht, met al een half miljoen bestellingen op voorhand. Om het in stijl te promoten zette EMI een feesttent op in Kempton Park, de renbaan, en sponsorde een speciale ‘Day at the Races’-steeplechase. Overvloedige catering, drank en live entertainment door The Tremeloes en Marmalade, plus een telegram van Groucho Marx, maakten het tot een gedenkwaardige dag.

Het album was tot op zekere hoogte een teleurstelling, door de albums die eraan vooraf waren gegaan. Maar de eerste single, ‘Somebody to Love’, geschreven door Freddie die zich hiermee weer eens blootgaf, schoot meteen door naar de nummer 4-notering in de Britse hitlijst en helemaal naar nummer 1 bij Radio Luxembourg.

‘Op dat nummer draaide ik een beetje door,’ zei Freddie. ‘Ik wilde iets schrijven in de stijl van Aretha Franklin. Ik werd geïnspireerd door haar benadering van gospelmuziek. Hoewel het misschien lijkt alsof de harmonieën hetzelfde zijn, klinkt het in de studio heel anders omdat het een andere toonsoort is.’

Dat jaar had de band met kerst een nummer 1-album, waardoor ze oneindig veel uitnodigingen kregen om deze op radio en tv te presenteren. De BBC herhaalde het Hammersmith Odeon Whistle Test-concert van het jaar daarvoor. Freddies kerstcadeau aan zichzelf week af van de standaardcadeaus: hij raapte eindelijk de moed bij elkaar om eerlijk te zijn tegenover zichzelf en Mary, de liefde van zijn leven, en beëindigde hun lange liefdesrelatie.

‘We waren intiemer dan wie dan ook, ondanks dat we na zeven jaar niet meer bij elkaar woonden,’ gaf Freddie toe. ‘Onze liefdesrelatie eindigde in tranen, maar er ontstond een nieuwe diepe band, en die kan niemand ons afnemen. Die is onaantastbaar.’ Het moet moeilijk zijn geweest voor hem. Hij gaf de voorkeur aan seksuele ontmoetingen zonder emotionele binding, maar hij hield ook van het gemak en de zekerheid van een vaste relatie. Het gegoochel met zijn conflicterende behoeftes had zijn tol geëist. Toen Freddie uit het gezellige nest verhuisde dat hij met Mary had gedeeld, trok hij in een appartement in Stafford Terrace 12 in Kensington in Londen. Voor Mary kocht hij een eigen huis. Tot zijn dood vijftien jaar later, zou ze bijna dagelijks aan zijn zijde vertoeven als toegewijde assistente en coördinator.

In 1977 kwamen er onverwachte uitdagingen in de vorm van punkrock. Punkers waren lelijke en boze types die zich keerden tegen decadente bands als Queen, die volgens hen alles vertegenwoordigden wat The Sex Pistols en hun gelijken fout vonden aan de muziekscene. Het was een geschil dat geen van beide ruziënde partijen kon beslechten. Er zat maar één ding op. Een nieuw jaar en een nieuwe, drie maanden durende tournee in Noord-Amerika, deze keer met Thin Lizzy van Phil Lynott in het voorprogramma. Deze shows werden net zo goed ontvangen als de voorgaande, afgezien van een paar annuleringen aan de westkust ten gevolge van Freddies stemproblemen.

‘Ik heb mijn knobbeltjes nog steeds,’ zei hij. ‘Er groeien van die onhandige verharde knobbeltjes in mijn keel, die van tijd tot tijd mijn vocale prestaties beïnvloeden. Maar op het moment ben ik ze aan het overwinnen. Ik doe het rustig aan met de rode wijn en de tournee zal rond mijn knobbeltjes worden gepland.’

Tijdens deze tournee kreeg Freddie een relatie met de 27-jarige kok Joe Fanelli. Toen hun relatie officieel voorbij was, werd het een knipperlichtrelatie. Voordat hij fulltime lid van Freddies huishoudelijke staf in Garden Lodge zou worden, werkte Joe in een reeks restaurants waaronder het populaire September’s in Fulham Road in Londen. Net als zijn ‘baas’ zelf zou hij uiteindelijk aan de gevolgen van aids bezwijken.

De daaropvolgende Europese tour begon in Stockholm en ging verder naar Engeland, waar hij in mei werd afgetrapt in het Hippodrome in Bristol. In juni kwamen de opbrengsten van het tweede optreden in Earl’s Court in Londen ten goede aan het Koningin Elizabeth II’s Jubilee Fund. Op diezelfde avond introduceerde de band zijn speciale ‘Kroon’, een lichtstellage die oprees vanaf het podium in een draaikolk van rook en droogijs. De tournee was nog niet afgelopen of de band ging weer de studio in om een nieuw album op te nemen. Op dat moment avonturierden Freddie, Roger, John en Brian ook met solocarrières en speelden en zongen ze als gast mee op opnames van andere artiesten.

Hoezeer de roem en de voorspoed hen ook uitputten, de muziek hield hen op de been. Er was in de studio altijd genoeg gezonde spanning, rivaliteit en competitiedrang om ze te stimuleren. Bij live optredens leek het beter te gaan wanneer ze net een fikse ruzie hadden gehad.

‘Hoewel hij emotioneel stabiel moest zijn om te kunnen opnemen, leek het of Freddie conflict en confrontatie nodig had als een onmisbare katalysator om live te kunnen presteren,’ zou Peter Freestone, zijn toekomstige persoonlijke assistent, later opmerken. Dit werd ongetwijfeld veroorzaakt door Freddies perfectionisme. ‘Freddie had precies in zijn hoofd hoe hij het wilde en was bereid om in woede uit te barsten om zich ervan te verzekeren dat alles naar wens verliep,’ aldus Freestone. ‘Hij kende de waarde van de woede-uitbarsting. Om het gewenste effect te sorteren moest hij er een richten op de band of op de zakenpartners. Hij realiseerde zich maar al te goed dat de andere betrokkenen wisten dat hij wist dat hij onmisbaar was.’

Hun volgende single, ‘We Are the Champions’, zou een van hun populairste en bestendigste klassiekers worden. Hoewel het nummer slecht werd ontvangen door de Britse pers, die op dat moment werd meegesleurd in de maalstroom van de punkrock, kwam het op nummer 2 in zowel de Engelse als de Amerikaanse hitlijsten. En het stond zelfs nummer 1 op de hitlijst van het vakblad Record World. Het nummer werd in Amerika uitgebracht als een single met twee A-kanten, met ‘We Will Rock You’ op de andere kant. De ‘Rock You’-dreun werd overgenomen door legioenen Amerikaanse footballsupporters en ‘Champions’ werd geleend door zowel The New York Yankees als The Philadelphia 76-ers. Queens wraak op de punkbeweging was zoet. Het nummer blijft zelfs vijfendertig jaar na dato enorm populair in ontelbare landen en wordt regelmatig gedraaid bij belangrijke sportevenementen over de hele wereld.

De maanden juli tot september 1977 besteedde Queen aan het opnemen van een deel van hun zesde album News of the World in Basing Street Studios in Notting Hill. De studio was opgericht door Chris Blackwell van Island Records. De studio werd later Sarm West, de wereldberoemde locatie waar ‘Do They Know It’s Christmas?’ van Band Aid werd geproduceerd. Het andere deel van het album werd opgenomen in het in onbruik geraakte Wessex in Highbury New Park, waar Johnny Rotten ooit in de piano overgaf. Een bizar toeval wilde dat Queen daar aanwezig was op het moment dat de Sex Pistols Never Mind the Bollocks opnamen in een aangrenzende studio. Op een gegeven moment viel Sid Vicious bij Queen binnen en beledigde Freddie met een opmerking over diens ‘missie’ om ballet bereikbaar te maken voor het grote publiek, refererend aan een interview dat Freddie had gegeven aan Tony Stewart van de NME, met als kop: ‘Is This Man a Prat?’ Freddie antwoordde meesterlijk ad rem: ‘Ach, Mr Ferocious! (meneer de Barbaar). We doen ons best, schat!’

In oktober ontving Queen een Britannia Award van de British Phonographic Industry voor ‘Bohemian Rhapsody’, dat tot beste Engelse single van de laatste vijfentwintig jaar werd uitgeroepen. Die maand kwam ook News of the World uit, een uitbundig album dat niet bij elke fan (noch criticus) in de smaak viel. Op de hoes was een gigantische robot afgebeeld, die door Frank Kelly Freas was ontworpen.

Het was intussen duidelijk geworden dat John Reid niet genoeg tijd had om hen naar behoren te managen. Queen had nu dezelfde sterrenstatus als Elton en had een manager nodig die zich exclusief aan hen kon wijden. De hulp van advocaat Jim Beach werd weer ingeroepen, deze keer om te onderhandelen over de beëindiging van het contract met John Reid Enterprises – een relatief pijnloze, maar kostbare procedure. Omdat de overeenkomst voortijdig werd verbroken, nam Reid afscheid met een aardige bom duiten en vijftien procent royalty’s op de verkoop van alle vorige albums van Queen, voor altijd. Pete Brown, die verantwoordelijk was geweest voor de dagelijkse gang van zaken, bleef bij de band en werd personeelsmanager. Een andere partner van Reid, Paul Prenter, kwam ook het team versterken. Beach handelde vanaf toen fulltime alle contractuele en wettelijke zaken af, en Gerry Stickells werd Queens tourmanager.

Queen Productions Ltd werd opgericht en vervolgens Queen Music Ltd en Queen Films Ltd. Eindelijk waren de bandleden eigenaar van alle rechten op hun eigen werk en op henzelf als artiest die contractueel vast te leggen waren. Dit was een omslagpunt in vele opzichten. Hoewel ze hun zaken nu goed voor elkaar hadden, stonden ze creatief gezien voor een dilemma. Ze wisten dat ze nieuwe uitdagingen moesten vinden als ze hun inspiratie en enthousiasme wilden behouden. Daarom trakteerden ze zichzelf op hun eerste privévliegtuig en spraken ze twee ambitieuze Amerikaanse tournees af voor dat jaar. Op de eerste, die op 11 november in Portland in Oregon begon, zong Freddie ‘Love of My Life’ voor het eerst live en nodigde hij het publiek uit om mee te doen, iets wat een belangrijk vast onderdeel van hun live shows zou worden. In december waren ze terug in New York waar Freddie Liza Minnelli’s Broadway-musical The Act bijwoonde. Nadat hij Minnelli en Hendrix veelvuldig als zijn favoriete artiesten en inspiratiebronnen had genoemd, was de bewondering tussen Liza en Freddie eindelijk wederzijds. Jaren later, in 1992, zou de ster uit Cabaret een van de eersten zijn die ermee instemden om op te treden op het Freddie Mercury Tribute als eerbetoon aan de overleden artiest.

Freddie overweldigde het publiek door voor de toegift op te komen in een New York Yankees-pet en dito jack. De Yankees hadden net de World Series in honkbal gewonnen en de fans waren uitzinnig over zijn erkenning van hun heilige sport.

Die persoonlijke touch zou hij tijdens tournees steeds weer inbrengen: een zin in een andere taal, een volksliedje, de nationale vlag van het land waar ze optraden als voering van een cape… Freddie piekerde soms uren over welk gebaar hij precies kon maken. Het was zijn manier om de fans te bedanken en de fans vereerden hem hierom.

In januari 1978 kreeg Queen op de MIDEM-muziekbeurs in Cannes een radio-onderscheiding voor de band met het meeste potentieel. Ze ontvingen de prijs dankzij de nummer 1-notering van ‘We Will Rock You’ in Frankrijk op dat moment. Zelfs Frankrijk – ‘vous appelez cela de la musique rock!’ – stond eindelijk open voor Queen.

Maar niet alleen Frankrijk stond voor hen open, ook de belastingdienst… In 1978 verbleef Queen veel in het buitenland om te voorkomen dat ze beboet zouden worden vanwege hun te hoge inkomsten. Ze gingen weer op tournee door Europa en gaven in mei nog vijf optredens in Engeland, waarna ze in de Mountain Studios in het Zwitserse Montreux aan het volgende album gingen werken. Queen koos voor deze faciliteit omdat het technisch gezien de beste studio van Europa was in die tijd, en de band nam geen genoegen met minder. Dat de studio in een van de meest adembenemende oorden op aarde stond, was mooi meegenomen. De bandleden waren diep onder de indruk van de schoonheid van het prachtige Meer van Genève en de majestueuze besneeuwde toppen van de Alpen.

In eerste instantie bleven Brian en Freddie thuis: Brian om bij de geboorte van zijn eerste kind te zijn en Freddie om aan een album te werken voor zijn net opgerichte Goose Productions. Het album zou door zijn goede vriend Peter Straker worden opgenomen. Freddie had deze acteur van Jamaicaanse origine in 1975 in het Londense restaurant Provan’s ontmoet, waar Peter met zijn manager David Evans zat te dineren. Freddie at er met John Reid. Toevallig werkte Evans ook voor Reid.

‘Ik herinner me het haveloze bont en de zwartgelakte nagels, de witte klompen en het haar,’ vertelde Straker aan hun gemeenschappelijke vriend Evans. ‘Hij had ook een karakteristieke houding, zijn schouders altijd een beetje kromgebogen. Maar de belangrijkste indruk die hij achterliet, was dat hij buitengewoon verlegen was. Hij sloeg zijn ogen neer, iets wat hij zijn hele leven bleef doen wanneer hij aan vreemden werd voorgesteld.’

Nadat ze elkaar regelmatig in de stad waren tegengekomen, nodigde Straker Freddie in november 1975 uit voor zijn verjaardagsfeest in zijn kleine appartement op Hurlingham Road. Het thema van het feest was ‘je favoriete persoon’. Freddie, die toen een geheime affaire had met de jonge toneelknecht David Minns, vertelde zijn gastheer dat hij áls hij zou komen (wat hij deed), zich niet zou verkleden, omdat hij zelf zijn favoriete persoon was.

‘Freddie en David Minns verschenen aan de vroege kant met een 4,5-literfles champagne: Moët et Chandon, natuurlijk! Ik geloof dat ik hem die nacht in een waas van alcohol heb gevraagd om een album voor mij uit te brengen.’ De twee maakten een lunchafspraak. ‘Daarna werden we makkers, geloof ik. Ik vind het lastig om me exacte data en gebeurtenissen te herinneren, omdat onze levens vanaf toen onlosmakelijk met elkaar verstrengeld raakten. Met andere woorden, we konden het goed met elkaar vinden.’

Freddie en Straker, wiens moeder operazangeres was geweest, gingen kort daarop samen naar balletvoorstellingen en naar de opera. Ook frequenteerden ze dubieuze pubs en clubs. Ze gingen zelfs samen tennissen bij de exclusieve Hurlingham Club. De welgemanierde Straker, die een fantastische zangstem had en een verbazend groot stembereik, waarmee hij veel succesvoller had kunnen worden dan hij werd, vroeg Freddie een album voor hem uit te brengen geïnspireerd op post-glamrock en vaudeville. Freddie stemde hier niet alleen mee in, hij investeerde ook nog eens £ 20.000 van zijn eigen geld in dit album getiteld This One’s on Me. Deze plaat bracht twee singles voort: ‘Jackie’ en ‘Ragtime Piano Joe’. Gemeenschappelijke vrienden herinneren zich het stel als ‘twee ondeugende schoolmeisjes’ of als broers, nooit als geliefden, en broederlijke twist was de basis van hun vriendschap.

‘Straker hielp Freddie de druk te verlichten waaronder hij gebukt ging,’ zei Peter Freestone hierover. ‘Hij stond altijd klaar met een grap en een grol.’

‘De hechte vriendschap tussen Freddie en Peter was gebaseerd op hun liefde voor opera en de klassieken,’ herinnert Leee John zich, het stralende middelpunt van het soul- en dance-trio Imagination en trouwe vriend van beiden. ‘Ik kwam uit de hoek van de soul, R&B en jazz, en deed mijn best om blues en muziek uit Afrika te begrijpen. Maar Freddie zei dat ik de tijd moest nemen om opera te leren kennen, dat het mijn carrière goed zou doen. Shéhérazade (door Rimsky-Korsakov en gebaseerd op het boek Duizend-en-een-nacht) was de enige opera die ik kende. “Schat,” zei hij, “dat is een goed begin.” Dus een hele zomer lang ging ik op Freddies advies iedere week naar de opera. Alles van Don Giovanni tot Der Ring des Nibelungen. Ik viel in slaap! Ik werd emotioneel, ik lachte, ik leerde zo veel. Ik bedoel, ik hield van de Motown-muziek, maar moet je dit eens horen! Een heleboel klassieke muziek heeft Afrikaanse wortels, en Freddie wist dat. De muziek heeft een uniek gevoel voor ritme. Hij vertelde me ook veel over vocale technieken. En het klopte allemaal, als ik erop terugkijk. Maar ik had de indruk dat Straker en hij evenveel van elkaar leerden. Als vrienden hadden ze hun gelijke gevonden.’

Brian en Freddie voegden zich bij Roger en John in Montreux, waar het werk gestaag vorderde. Die zomer ontving EMI Records de Queen’s Award to Industry voor succesvol exporteren van de muziek, een van de meest begeerde onderscheidingen voor producers. Ter gelegenheid hiervan drukte EMI een herdenkingseditie van ‘Bohemian Rhapsody’: een beperkte oplage van tweehonderd met de hand genummerde exemplaren, gedrukt op 7-inch blauw vinyl. Deze editie zou eigenlijk in paars en goud uitgevoerd worden, de originele kleuren van de band zoals ze op Queen 1 waren gebruikt. Maar volgens Paul Watts, toenmalig algemeen directeur van de internationale afdeling van EMI, verliep een en ander niet helemaal volgens plan.

‘We kozen voor een hoes in kastanjebruin met goud en voor een paarse single,’ verhaalde Watts. ‘Maar toen de plaat terugkwam uit de fabriek, was hij helemaal niet paars, maar blauw! Het was een complete mislukking. Omdat we er maar tweehonderd van hadden (1000 of 1500 was normaal gesproken het minimumaantal) was het niet de moeite waard om het te veranderen.’

De onderscheiding werd in juli 1978 uitgereikt aan directie en management van EMI, in de Cotswold Suite van het Londense Selfridge Hotel. Queen noch de koningin was bij de uitreiking aanwezig. De bandleden die ironisch genoeg belastingemigranten waren geworden, hadden op dat moment in Montreux een van hun losbandige feesten voor Roger, die negenentwintig werd die dag.

De eerste vier van deze ingelijste, zeldzame blauwe singles werden naar de bandleden in Zwitserland gestuurd. Een select gezelschap van EMI-hooggeplaatsten kreeg de volgende lading. Voor de pers waren er exemplaren met twee uitnodigingen voor de lunch. De rest werd als geschenk meegegeven aan sommige lunchgasten, terwijl andere gasten genoegen moesten nemen met een champagneglas met een speciale gravure, of een voor de gelegenheid gemaakte zijden EMI-sjaal. Slechts een paar gelukkigen gingen ervandoor met alle drie de geschenken op zak. Deze plaat blijft een van Queens populairste verzamelobjecten, zo niet een van de meest gevraagde rocksouvenirs ter wereld.

De opnames werden voortgezet in een andere studio, SuperBear in Nice. Dit gebeurde ook om belastingtechnische redenen; het Queen-circus was nu gedwongen om rond te trekken. Ze konden het risico niet lopen om een heel album in één land op te nemen en om zich, behalve in Groot-Brittannië, ook nog in andere landen in de belastingschulden te steken.

Freddies 32ste verjaardag werd gevierd in het exquise St Paul de Vence in Zuid-Frankrijk, waar Rolling Stone Bill Wyman een huis bezat. De liederlijke fuif mondde uit in een dronken samenzang van Freddie en Straker, die Gilbert & Sullivan-aria’s ten gehore brachten.

Twee dagen later hieven de bandleden het glas ter herdenking van Keith Moon, de drummer van The Who, die aan een overdosis clomethiazole overleed in het appartement van Harry Nilsson in Curzon Place in Mayfair – hetzelfde appartement waar vier jaar eerder Cass Elliot van The Mamas and The Papas was overleden aan een hartaanval.

De volgende single van Queen was ‘Fat-Bottomed Girls’, een plaatje met dubbele A-kant met ‘Bicycle Race’ op de andere kant, geïnspireerd op de Tour de France die door Nice kwam toen zij er opnames maakten. Om de single te promoten huurden ze het Wimbledon Stadion in Londen en betaalden ze vijfenzestig meisjes om naakt een wielerwedstrijd te rijden. Dit leverde hilarisch beeldmateriaal op. De fietsen werden geleend van winkelketen Halfords, die erop stond dat Queen de vervanging van de vijfenzestig gebruikte leren zadels zou bekostigen. De single kwam niet verder dan een nummer 11-notering, maar deed veel stof opwaaien. Sommige mensen vonden de winnende blote billen op de hoes aanstootgevend. Op latere releases van de single werd een piepklein zwart broekje op de billen getekend.

In oktober maakte Queen weer een tournee door Amerika. In New Orleans gaf de band op Halloween een feest ter gelegenheid van het uitbrengen van hun nieuwe album Jazz. Dit feest laat zich alleen maar als een orgie beschrijven. Op de gastenlijst stonden vierhonderd persvertegenwoordigers uit Amerika, Zuid-Amerika, Engeland en Japan. De danszaal van een hotel was omgetoverd in een dampend, overwoekerd moeras, vol met dwergen en travestieten, vuurspuwers en vrouwelijke modderworstelaars, strippers en slangen, steelbands, voodoodansers, Zoeloe-dansers, hoeren, groupies en groteske figuren, die onvoorstelbare en soms mogelijk illegale handelingen uitvoerden bij zichzelf en anderen onder het toeziend oog van de feestgangers.

Een model werd binnengedragen op een dienblad met rauwe lever. Anderen kronkelden in kooien die aan het plafond hingen. De waanzin haalde de voorpagina’s van kranten over de hele wereld en onderstreepte Queens status als organisator van de meest losbandige feesten in de rockscene.

Bovendien was Tony Brainsby terug bij Queen. Hun oude pr-manager verzorgde hun publiciteit weer en was daarbij in zijn element. Zonder omhaal stelde hij een groep samen van bloeddorstige broodschrijvers, die hij in die nacht van Londen naar Louisiana begeleidde. ‘Wild’ was in een notendop hoe Brainsby de bewuste nacht omschreef. ‘We gingen van het vliegveld naar het feest en van het feest naar het vliegveld, zonder in de buurt van een bed te zijn geweest, bij wijze van spreken. Ik was al op veel feesten geweest, maar had nog nooit zoiets meegemaakt. De ogen van sommige journalisten puilden uit hun kassen tegen de tijd dat we vertrokken. Freddie zette zijn handtekening op de billen van een stripper – en dat was het braafste waar we getuige van waren geweest. Het kostte me bijna een maand om bij te komen.’

Maar het Amerikaanse verzet was op gang gekomen. De poster van de naakte wielerwedstrijd die bij de hoes van het album Jazz was ingesloten, werd algemeen afgekeurd. De poster werd in sommige staten zelfs in de ban gedaan. Queen werd beticht van pornografie. Vanaf dat moment werden de albums uitgebracht met een aanvraagformulier voor de gewraakte poster.

Queen had het voor de lol gedaan en als onschuldig beschouwd, en de bandleden waren oprecht met stomheid geslagen door al die bezwaren. Het weerhield hen er niet van een groep meisjes al bellend op het podium te laten rondfietsen tijdens de uitvoering van ‘ Bicycle Race’.

In Engeland kwam het album Jazz binnen op nummer 2, waarna het 27 weken in de hitlijsten stond. Nu moesten ze dat overtreffen. Wat konden ze nog bedenken voor het volgende album? En het album daarna? En daarna? De bandleden leken te zijn vergeten hoe ze zich moesten ontspannen.