14

 

München

 

 

 

 

 

‘Ik hou van München. Ik heb daar zo lang gewoond dat het op een gegeven moment niemand meer opviel dat ik er was. Ik heb daar veel vrienden die weten wie ik ben, maar me behandelen als een van hen en me ook als zodanig hebben geaccepteerd. Dat is voor mij een uitstekende manier om me te ontspannen. Ik wil me niet hoeven op te sluiten en te verstoppen. Dat wil ik gewoon niet. Ik zou flippen. Ik zou gek worden… nog sneller dan nu.’

FREDDIE MERCURY

 

‘Hij was schaamteloos seksueel, wat heel verfrissend was. Dat zag je zelden in die tijd.’

CAROLYN COWAN, FREDDIES VISAGISTE

 

 

Roger, Brian en John hadden inmiddels een vaste relatie en gedroegen zich als keurige huisvaders – tenminste, als ze niet op tournee waren. In New Orleans slaagde Brian er al snel in verliefd te worden op een meisje dat Peaches heette. John, die zich thuis een uiterst toegewijde familieman toonde, dronk veel. Roger was altijd de gangmaker op feestjes en als het even kon zorgde hij ervoor dat hij nooit alleen was tussen middernacht en het ontbijt. Maar dat viel allemaal in het niet bij Freddie, die als nooit tevoren alle voorzichtigheid overboord zette. De andere bandleden waren al geen engeltjes op tournee, maar Freddie was de duivel zelf. Terwijl het hele Queen-circus begin 1979 dwars door Europa denderde op een mammoettournee van 28 concerten – waaronder voor het eerst twee optredens in wat toen nog Joegoslavië was –, leefde de leadzanger zich uit alsof het zijn laatste kans was.

Queens twaalfde single, ‘Don’t Stop Me Now’, verscheen in januari, en kreeg bijval van een enthousiaste pers. Daarna gingen ze terug naar Montreux om te werken aan de tapes die tijdens de tournee waren opgenomen voor het dubbelalbum Live Killers. Aangezien de jongens zich thuis voelden aan de oevers van het Meer van Genève en graag in Mountain Studios werkten, ging de band gretig in op het voorstel van hun accountants om de studio gewoon maar te kopen, wat hun complexe belastingsituatie flink zou vereenvoudigen. David Richards, de opnametechnicus van Mountain Studios, werd vast lid van het team – later zou hij de producer van de band worden. Met de uitnodiging van filmproducent Dino De Laurentiis (van onder andere Barbarella, Death Wish, King Kong, Hannibal en Red Dragon) om een soundtrack te maken voor de sciencefictionfilm Flash Gordon, gebaseerd op de gelijknamige stripheld, ging een andere oude wens van de voltallige band in vervulling.

Een nieuwe reeks concerten in Japan bracht meer uitspattingen en meer loftuitingen, waarna de band de zomermaanden van 1979 doorbracht in de Musicland Studios in München, die bekendstonden als de wieg van het succes van discoproducer Giorgio Moroder. Om belastingtechnische redenen ging Queen voor de studio-opnames nog steeds naar het buitenland, waar de band werkte met een nieuwe producer, de veelgeprezen Duitse maestro Reinhold Mack, die samen met Moroder de Music-land Studios had opgekocht. Marc Bolan, Deep Purple en de Rolling Stones hebben allemaal daar gewerkt.

Voor Reinhold Mack was Queen niet de gemakkelijkste groep die hij ooit had meegemaakt. ‘Ze waren nogal rigide; het leek soms wel een stel bejaarden,’ herinnerde hij zich. ‘Hun credo was: we doen het zoals wij gewend zijn… Mijn geluk was dat ik veel sneller was bij het nemen van beslissingen dan de jongens. Dat gaf me de kans om van alles te proberen terwijl zij nog aan het piekeren waren over allerlei details.’

Macks relatie met Queen was volgens hem over het algemeen ‘heel ontspannen’. ‘De band kwam terug van een tournee in Japan en de jongens hadden tijd over voordat ze terug zouden gaan naar Engeland… Het juiste moment, de juiste plaats voor nieuwe opnames. Het was oorspronkelijk niet de bedoeling een lp te maken [hoewel het project uiteindelijk The Game zou opleveren]. Het was een reeks sessies van één of twee weken. Het nummer waarmee we begonnen was ‘Crazy Little Thing Called Love’. Freddie pakte een akoestische gitaar en zei: ‘Snel! Voordat Brian komt.’ Ongeveer zes uur later was het nummer klaar. De gitaarsolo werd naderhand toegevoegd. Brian neemt het me nog steeds kwalijk dat ik hem dwong een Telecaster-gitaar te gebruiken. Het nummer kwam uit als voorproefje op het album en werd een nummer 1-hit. Dat gaf natuurlijk enorm veel zelfvertrouwen en inspiratie voor de voortzetting van het project.’

Mack herinnerde zich dat het schrijven van de nummers zelf nogal moeizaam verliep. ‘ Freddie en Brian vormden twee kampen. Fred was gemakkelijk. We dachten langs dezelfde lijnen en het kostte hem vijftien tot twintig minuten om met iets briljants op de proppen te komen. Brian daarentegen had geweldige invallen, maar verloor zich na die eerste uitbarsting van creativiteit volledig in onbelangrijke details.’

In de tijd dat Queen in München verbleef, had de stad als motto: Weltstadt mit Herz. (Sinds 2006 is het motto München mag dich, maar dat is een ander verhaal.) Hun verblijf daar had een sterke en zelfs destructieve invloed op alle vier de bandleden, vooral op Freddie, die al snel verslaafd raakte aan de duistere verleidingen van de stad. Iedereen die een lange periode doorbracht in een groot Europees cultureel brandpunt, zou zich onderdompelen in de rijke historie en de gevarieerde architectuur, en genieten van de vele attracties die de stad te bieden heeft. Sinds de achttiende eeuw maakte München een culturele bloeitijd door en in de Duitse Weimarperiode, tussen de twee wereldoorlogen, was hier veel te beleven. Mozart, Wagner, Mahler en Strauss, schrijver Thomas Mann en de expressionistische schilder Kandinsky voelden zich allemaal aangetrokken tot deze hypnotiserende, regenachtige stad.

Maar voor Freddie was de bruisende homoscene de belangrijkste attractie. Het homonachtleven speelde zich af in een klein, centraal gelegen gebiedje dat de ‘Bermudadriehoek’ werd genoemd en een toevluchtsoord was voor homo’s uit heel Europa – zoals de Village in New York en het Castro-district in San Francisco dat waren voor homoseksuelen uit heel Amerika. In München was de homoscene losjes en ongedwongen. Freddie had het gevoel dat hij hier vrijelijk kon experimenteren zonder te worden belaagd door persmuskieten die iedere stap die hij zette op de voorpagina plaatsten. De hele band genoot van het feit dat het discotijdperk in München op zijn hoogtepunt was. Er waren homobars in overvloed, waar het iedere dag van de week stampvol was. Het uitgaansleven was voor wie dat wilde een duizelingwekkende, ranzige orgie in de donkere, lawaaiige ruimten van clubs als Ochsen Gardens, Sugar Shack, New York en Frisco. In de Bermudadriehoek trokken de extreme homoseksuele uitspattingen nauwelijks de aandacht, omdat iedereen te veel bezig was zich te vermaken – hetero’s net zo goed als homo’s.

Mack herinnerde zich later: ‘Freddie omringde zich graag met uiteenlopende types. Hij hield niet van het puur homoseksuele wereldje waar hetero’s niet welkom waren. Hij was nogal gereserveerd en liet zich alleen gaan als dat paste in de situatie. Hij was niet ostentatief nichterig. Hij provoceerde nooit en gedroeg zich altijd onberispelijk in gemengd gezelschap. Zijn instelling was: voor alles is een plaats en een moment.’

In de officiële Queen-biografie As It Began legde Brian uit: ‘München had een enorme impact op ons. Doordat we daar zo veel tijd doorbrachten, werd het bijna een tweede thuis, maar dan een thuis waar we een heel ander leven leidden. Het was anders dan wanneer we op tournee waren. Dan maakten we een paar dagen intensief contact met een stad waarna we weer vertrokken. In München werden we deel van het plaatselijke leven. Meestal zaten we het grootste deel van de nacht – iedere nacht – in dezelfde club. We waren vooral weg van de Sugar Shack. Dat was een rockdiscotheek met een geweldige geluidsinstallatie, en het feit dat sommige van onze platen daar niet zo best klonken, veranderde ons idee over onze mixen en onze muziek.

Achteraf zou je kunnen stellen dat we in München niet erg efficiënt hebben gewerkt. Door ons intensieve sociale leven begonnen we meestal pas laat op de dag te werken. We waren altijd moe en die wilde nachten eisten hun emotionele tol. Dat gold vooral voor mij en misschien ook voor Freddie.’

Ondanks Freddies ongebreidelde promiscuïteit in de Beierse hoofdstad geloofde Mack dat die levensstijl hem na een tijdje begon te vervelen. ‘Fred zei een paar keer: “Misschien stop ik een dezer dagen wel helemaal met dat homogedoe.” Hij had op zijn vier- of vijfentwintigste min of meer besloten dat hij homoseksueel was; tot die tijd werd hij beschouwd als hetero. Van hem kon je alles verwachten. Ik ben ervan overtuigd dat hij inderdaad had kunnen stoppen met homo zijn, want hij hield van vrouwen. Ik zag hoe hij zich in hun aanwezigheid gedroeg en hij was niet het soort homo dat geen vrouwen in zijn leven duldde. Integendeel.’

Freddie kwam vaak bij Mack op bezoek en raakte goed bevriend met zijn vrouw Ingrid. Het stel koos hem als peetvader van een van hun kinderen. Mack vertelde dat Freddie niet immuun was voor de plezierige kanten van het gezinsleven en beweerde zelfs dat Freddie impliciet had laten blijken zijn leven helemaal om te willen gooien. Volgens Mack had de ster dolgraag willen trouwen en kinderen krijgen, ook al was er op dat moment niemand in zijn leven die daarvoor in aanmerking kwam.

‘Wat Freddie het liefst wilde, was een gezin en een normaal leven,’ stelt Mack. ‘Ik was in het verleden een keer verschrikkelijk bedonderd en moest een heleboel achterstallige belasting betalen. Dat zat me enorm dwars en ik had het erover met Freddie. Hij zei: “Nou en, het is maar geld! Waarom zou je je druk maken om dat soort dingen? Je hebt het gemaakt, je hebt alles wat je nodig hebt – een prachtig gezin met kinderen. Jij hebt al die dingen die ik nooit zal hebben.” Daarna viel me op dat hij als hij bij ons kwam, alles gadesloeg en in zich opnam. Hij zag hoe het eraan toeging in een gezin en begreep dat dat hem gelukkig had kunnen maken.’

Maar het jaar daarop zou Freddie tegen Rick Sky zeggen: ‘Ik ben van nature rusteloos en overgevoelig, dus ik zou geen goede huisvader zijn. Ik ben heel emotioneel, iemand van extremen. En dat kan destructief zijn, zowel voor mezelf als voor anderen.’

Zijn zus Kashmira bevestigde dat Freddie geen goede vader zou zijn: ‘Waarschijnlijk niet. Hij kon je heel erg verwennen, maar was niet goed in het stellen van regels.’

In de periode dat Mack met Freddie optrok in München, kwam hij er ook achter dat Freddie als kind heel eenzaam was geweest. ‘Op een dag ving ik een gesprek op tussen Freddie en mijn tweede zoon, Felix. Freddie zei: “Ik heb dit nooit gekend. Als kind was ik het grootste deel van het jaar weg van huis omdat ik op een kostschool zat. Er waren perioden dat ik mijn ouders nauwelijks zag.” Hij praatte veel over zijn jeugd met mijn kinderen. Freddie was gek op kinderen. Zo gauw ze konden lopen en praten en reageren, kon hij goed met ze overweg.’

Wat de muziek betreft sloeg Queen in München een andere weg in. Brian is de eerste om toe te geven dat dat door Freddie kwam. ‘We kozen een andere benadering,’ zei hij. ‘We besloten de muziek eindeloos bij te schaven tot er een samenhangend album was, in plaats van ons door onze creatieve impulsen allerlei kanten op te laten leiden. De belangrijkste drijvende kracht daarachter was Freddie, die vond dat onze muziek een allegaartje was waardoor niemand meer wist waar we eigenlijk voor stonden. Als ik zou moeten zeggen welk thema het album heeft, dan zou ik zeggen: ritme en soberheid. Nooit twee noten als eentje genoeg is, wat voor ons niet gemakkelijk was, omdat we de neiging hadden altijd alles uit de kast te halen. Voor het eerst gingen we een opnamestudio in zonder deadline, alleen maar met de intentie om een paar nummers zo op te nemen als ze eruit kwamen. Het was een manier om even los te breken uit de routine van album opnemen, tournee door Groot-Brittannië, tournee door Amerika enzovoort. We wilden wel eens iets nieuws proberen en kijken wat dat zou opleveren. Na een tijdje moet je zelf de spanning erin brengen.’

Mack bleef hoog opgeven van Freddies studiotechniek, zijn spontane inventiviteit, zijn toewijding, zijn geestdrift, de snelheid en behendigheid waarmee hij werkte. Alleen Freddies beperkte concentratiespanne speelde hem wel eens parten, zowel bij het werk als in zijn privéleven. Als iets te veel moeite kostte en daardoor te lang duurde, verloor Freddie plotseling de belangstelling. Mack herinnerde zich dat hij zich nooit langer dan anderhalf uur achter elkaar op één ding kon concentreren.

‘Aan “Killer Queen” kun je horen dat hij gewoon aan de piano ging zitten en begon te spelen. Het einde is een beetje onbevredigend. Volgens mij was dat typisch Freddie. Hij vond het heerlijk om iets nieuws aan te pakken, iets wat anders was dan anders. Ik kon het heel goed met hem vinden. Dat geniale in hem vond ik prachtig. Hij was écht een genie, wat muzikale visie en inzicht in de essentie van elk afzonderlijk nummer betreft.’ Samen voegden ze een nieuwe dimensie toe aan de sound van Queen, die paste bij de sfeer van die tijd en die de band tot nieuwe creatieve hoogten opstuwde.

Nadat ze in augustus 1979 hadden opgetreden op openluchtfestivals in Duitsland, keerde Freddie terug naar Londen om te repeteren voor een benefietvoorstelling van het Royal Ballet ten behoeve van de Westminster Society for Mentally Handicapped Children. Freddie was door zijn goede vriend Wayne Eagling, in die tijd eerste solist bij het balletgezelschap, overgehaald om aan die voorstelling deel te nemen. Er werd een choreografie gemaakt op ‘Bohemian Rhapsody’ en ‘Crazy Little Thing Called Love’, en Freddie zou zijn partij live zingen. In die voorstelling in het London Coliseum danste hij zo goed dat hij een staande ovatie kreeg.

‘Het enige dat ik van ballet wist, was wat ik ervan op televisie had gezien,’ bekende Freddie aan John Blake, die toen popjournalist was voor de London Evening News. ‘Maar ik genoot er altijd van. En toen raakte ik bevriend met Sir Joseph Lockwood van EMI, die ook voorzitter was van de raad van bestuur van het Royal Ballet, en ik ontmoette steeds vaker mensen uit de balletwereld. Ik raakte steeds meer van hen in de ban. Uiteindelijk zag ik Barisjnikov dansen en hij was adembenemend. Indrukwekkender dan Noerejev, dan wie ook. Ik bedoel, hij had écht vleugels. Als ik hem op het podium zag raakte ik zo in vervoering dat ik wel een groupie leek.’

Refererend aan zijn eigen optreden met het Royal Ballet, zei hij: ‘Ze lieten me oefeningen doen aan de barre en zo, ik moest mijn benen stretchen. In een week moest ik dingen leren die zij al jaren deden. Het was een marteling. Na twee dagen was ik de wanhoop nabij. Ik had pijn in spieren waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden. Op de avond van het gala stond ik versteld van wat zich allemaal in de coulissen afspeelde. Toen ik aan de beurt was, moest ik me een weg banen langs Merle Park en Anthony Dowell en dat soort mensen, al roepend: “Pardon, pardon, ik moet op!” Het was krankzinnig.’

Terwijl Freddie zijn dans uitvoerde zong hij ‘Bohemian Rhapsody’. ‘Ja, schat, ik maakte een sprong. Een geweldige sprong! De zaal ging uit zijn dak. En toen vingen ze me op en zong ik verder.’

Op de vraag of hij danser had willen worden, antwoordde Freddie: ‘Ja, maar ik ben heel blij met wat ik nu doe. Je kunt niet zomaar op je tweeëndertigste zeggen: ik wil balletdanser worden.’

Zijn balletoptreden leidde tot geruchten dat hij misschien wel op mannen viel. Freddie moest daar smakelijk om lachen. ‘O, mijn god, schat! Laat ze maar denken wat ze willen. Weet je, het zou maar saai worden als ik ja of nee zou zeggen. Dan zou niemand me er meer naar vragen. Ik heb liever dat ze vragen blijven stellen. Ach, het is allemaal zo slaapverwekkend. Lieverd, iedereen moet zelf weten wat hij in zijn privéleven doet. Ik bedoel, als er dan zo iemand komt als Elton John, denk ik: tja, wat moet ik zeggen? Hij is meer op de pers gericht. Ik ben daar niet zo dol op.’

Later grapte Freddie over zijn optreden met het Royal Ballet tegen zijn vriend, journalist David Wigg: ‘Ondersteboven zingen is geweldig. Achter de coulissen stond ik te trillen als een rietje. Het is altijd veel moeilijker om iets te doen wat je niet gewend bent, maar ik hou wel van uitdagingen. Ik zou het Mick Jagger of Rod Stewart wel eens willen zien doen.’

Op zijn gebruikelijke schalkse manier zei hij tussen neus en lippen door ook nog even dat het belangrijkste wat hem van die avond nog voor de geest stond, was dat de beroemde Rhodesische ballerina Merle Park hem in zijn billen kneep. ‘Dat mens is compleet geschift!’

Freddies uitstapje naar de wereld van spitzen en pliés zou hem een vriend voor het leven opleveren.