11

 

Rhapsody

 

 

 

 

 

‘Bohemian Rhapsody was iets dat ik altijd al wilde maken. Ik had er bij vorige albums niet veel over nagedacht, maar toen het op het vierde album aankwam, wist ik dat ik het zou doen.’

FREDDIE MERCURY

 

‘Bohemian Rhapsody was op zo veel niveaus baanbrekend, en het raakt nooit gedateerd – wat geldt voor elk nummer dat een mijlpaal in de muziekgeschiedenis is gebleken. Zoals “I’m Not in Love” van 10cc: nog een plaat die alle geluidsbarrières in de muziekindustrie doorbrak en nog altijd fris en eigentijds klinkt. “Good Vibrations” van The Beach Boys: je kunt deze plaat nu opzetten en hij klinkt nog net zo goed als toen je hem voor het eerst hoorde. Phil Spectors “Be My Baby”: zodra je die openingsbeat hoort, wil je dansen. Een kenmerk van een fantastische plaat is dat het nummer tijdloos is. Elke goede lp moet met een goed nummer beginnen. Maar je kunt het nummer niet scheiden van de productie als geheel. In zekere zin horen we bij ieder nummer dat we afzonderlijk beluisteren, de echo’s van die hele, gigantische productie.

STEVE LEVINE, PLATENPRODUCER

 

 

De leden van Queen waren niet voorbereid op de ‘Beatlegekte’ die hen in april 1975 in Tokyo te wachten stond. Meer dan 3.000 hysterische fans stonden op elkaar gepakt in de aankomsthal van Haneda, het internationale vliegveld van Tokyo. Velen van hen zwaaiden met zelfgemaakte banners en Queen-platenhoezen. Met Sheer Heart Attack en ‘Killer Queen’ gezamenlijk op nummer 1, en uitverkochte concerten had dit heroïsche welkom hen niet hoeven verwonderen. Misschien verbaasde het Freddie ook niet. Hij maakte dankbaar van de gelegenheid gebruik en zwaaide majestueus en blij lachend terug.

Een journalist grapte dat hij zich waarschijnlijk zo thuis voelde in Japan omdat hij zijn vooruitstekende tanden niet hoefde te verbergen – veel van zijn Japanse fans leken ze ook te hebben. Hij stond niet alleen meteen open voor die grote schare fans, maar hij raakte ook in extase van het land zelf.

Wat was er beter dan een verafgelegen land met zijn eeuwenoude geschiedenis en tradities om Freddies sluimerende interesse in het exotische te wekken – vooral omdat hij zelf verwijderd en vervreemd was van zijn eigen land. Alles aan Japan interesseerde hem, van de geschiedenis, tradities en cultuur tot de geavanceerde technologie. Hij zou al snel een verwoed verzamelaar van Japans porselein, schilderijen en andere kunstwerken worden.

Het land en de man hadden veel gemeenschappelijk. Net als Freddie was Japan een vat vol tegenstrijdigheden: een oude rariteit met een ingewikkelde, veelzijdige persoonlijkheid. De namen van de vele duizenden eilanden klonken Freddie als muziek in de oren: Hokkaido, Honshu, Kyushu, Shikoku. Hij voelde zich aangetrokken tot de zachtaardige en stoïcijnse Japanners, die eeuwen van feodale onderdrukking hadden overleefd en zich met zo veel waardigheid hadden hersteld van de Tweede Wereldoorlog. Freddie rende enthousiast rond en absorbeerde alles. Hij deed zich tegoed aan sushi en sake, pingelde af bij de aankoop van poppen, zijden kimono’s en lakwerk. Hij bezocht de beruchte badhuizen en de kage-me-jaya (‘theehuizen in de schaduw’, in trek geraakt door verhalen van Amerikaanse soldaten), en ging op stap met de geisha’s – van beide seksen. Hij raakte bevriend met Akihiro Miwa (die op zijn vijfenzeventigste nog knalgeel haar op schouderlengte had), een mooie travestiet die zijn eigen cabaret leidde en produceerde op de Ginza, Tokyo’s equivalent voor het Parijse Pigalle of het Londense Soho. Na Freddies eerste bezoek begon Akihiro Miwa nummers van Queen op te nemen in zijn repertoire als eerbetoon aan zijn nieuwe vriend.

‘De enige plek waar Freddie een klassieke toerist was, was Japan,’ zou zijn persoonlijke assistent Peter Freestone zich later herinneren. ‘Hij had een passie voor alles wat Japans was. Dit nam hem helemaal in beslag. Elke andere plek ter wereld was slechts een slaapplaats voor hem.’

Queens eerste en laatste shows op die tournee in de Nippon Budokan Hall in Tokyo waren onvergetelijk. Zelfs een legertje van Sumo-worstelaars als beveiligers was niet in staat om een menigte van 10.000 hysterische tienermeisjes tegen te houden. Op een gegeven moment tijdens de eerste show moest Freddie het optreden onderbreken en smeekte hij de meisjes voor hun eigen veiligheid rustig diep in en uit te ademen. Dit herhaalde zich in elke stad waar ze optraden.

Toen ze terugkeerden naar Groot-Brittannië, wachtte hen goed en slecht nieuws. Ze waren nu weliswaar voorpaginanieuws voor de tergend wispelturige Britse media, met een Ivor Novello Award (voor songwriting en composities) en een Belgische Gouden Leeuw (voor grote betekenis voor de showbusiness) voor ‘Killer Queen’ op hun naam. Maar ze verkeerden nog altijd in woelige financiële wateren met Trident. De gebroeders Sheffield waren van mening dat zij meer dan £ 200.000 in een onbekende band hadden geïnvesteerd. Het album Sheer Heart Attack alleen had al £ 30.000 gekost om te maken – dat valt in het niet bij de opnamekosten van tegenwoordig, maar was toen een fors bedrag. Nu ze hits begonnen te scoren, dachten de bandleden dat ze eindelijk winst zouden maken, maar tot hun ongenoegen kwamen ze erachter dat ze nog grote schulden hadden bij Trident. Dat het voor de buitenwereld leek of ze succesvol waren, maar nog steeds financieel aan de grond zaten, vonden ze onverdraaglijk.

Hun enige optie was zich nog meer in te zetten en nummers voor weer een nieuw album te schrijven. Er waren de nodige spanningen tijdens het proces, die ze op elkaar afreageerden. Hierdoor voedde de band de speculaties dat ze hadden besloten om uit elkaar te gaan. Deze roddels waren precies wat Queen nodig had om tot inzicht te komen, de rust te bewaren en een wapenstilstand uit te roepen. Ze zaten immers allemaal in hetzelfde schuitje. Ze bereikten een overeenkomst met Trident, dat ze ontslagen zouden worden van hun contractuele verplichtingen tegen een compensatie van £ 100.000, in één keer te betalen, en een 1%-royaltyregeling voor de eerstvolgende zes albums. Niet dat ze het geld hiervoor hadden op dat moment. Maar nu konden ze tenminste nieuwe afspraken maken met EMI Records UK en Elektra USA. Met wat hulp van hun vrienden rooiden ze het uiteindelijk.

 

In augustus 1975 repeteerde Queen de nummers voor het vierde album, A Night at the Opera, in een huurhuis in Herefordshire. De titel was ‘geleend’ van een komedie van de Marx Brothers uit 1935, waar de bandleden gek op waren. Vervolgens gingen ze terug naar Rockfield, dat een legendarische status zou krijgen als de studio waar de achtergrondtrack voor ‘Bohemian Rhapsody’ was opgenomen. Toen Freddie de toon voor het nummer zette, herinnert Brian zich, ‘leek het of hij alles in zijn hoofd al had uitgewerkt.’ Het nummer, een heldenepos dat was opgebouwd uit een a capella-inleiding, een instrumentale partij met piano, gitaar, basgitaar en drums, een tussenspel met nep-opera en een zwaarbeladen rockafsluiting, leek in eerste instantie niet te verwezenlijken. ‘We tastten allemaal wat in het duister over hoe hij al die delen aan elkaar wilde verbinden,’ zei Brian. Het nummer bracht een aantal obscure klassieke karakters tot leven: Scaramouche, een clown uit de commedia dell’arte; Galileo, de astronoom; Figaro, de hoofdpersoon uit De kapper van Sevilla van Beaumarchais en uit Figaro’s bruiloft, waarnaar opera’s werden gecomponeerd door Paisiello, Rossini en Mozart; Beëlzebub, die in het Nieuwe Testament met Satan, prins der demonen, werd vereenzelvigd, maar in het Arabisch als ‘Heer van de vliegen’ of ‘Heer van de hemelse machten’ voorkwam. Ook uit het Arabisch komt het woord bismillah, dat een werkwoord is uit een zin uit de Koran: ‘bismi-llahi r-rahmani r-rahiim’, wat zoveel betekent als ‘in de naam van God, de meest genadige, de meest barmhartige’.

Ik heb Freddie op een feestje in zijn hotelsuite in Boedapest in 1986 een keer mijn eigen theorie over de figuren uit ‘Bohemian Rhapsody’ uit de doeken gedaan: Scaramouche moest Freddie zelf wel zijn, nietwaar? Zijn terugkeer naar het thema van de huilende clown in zijn songteksten (de clown Pagliaccio in ‘It’s a Hard Life’) verwees daar al naar. Galileo, de astronoom uit de zestiende eeuw, wiskundige, fysicus en vader van de moderne wetenschap, stond vast en zeker voor de wetenschappelijk geschoolde Brian. Beëlzebub was volgens mij onmiskenbaar Roger, het wildste feestbeest van Queen die een ‘duivel’ heeft gereserveerd voor zijn maatje Freddie. Om de verlegen John te vergelijken met Figaro – niet het operapersonage, maar de zwart-witte kitten uit de Disneyfilm Pinocchio uit 1940 – was op het randje. Freddie hield tenslotte van katten. Misschien klopte het niet… maar zoals Freddie zei, alle theorieën zijn toegestaan. Hij had nooit iets prijsgegeven over de betekenis van ‘Bo Rap’, en had zelfs de bevriende dj Kenny Everett verteld dat het willekeurige rijmelarij was. Dus waarom zou hij mij wel zijn geheim verklappen? Ik verwachtte niet dat hij dit zou doen. Hij staarde me een ogenblik aan voordat hij antwoordde met een Mona Lisa-achtige glimlach.

Het schier oneindige opnameproces eiste zijn tol van alle betrokkenen – niet in de laatste plaats door het laag over laag opnemen van de harmonieën op de oorspronkelijke tape.

‘Mensen denken dat het een legendarische gebeurtenis was,’ zei Brian, ‘maar je kon de tape tegen het licht houden en erdoorheen kijken… Elke “Galileo” die Freddie toevoegde, wiste iets anders.’ In Sarm East en de Scorpio Studios in Londen begon een feest van overdubben. Dat ging niet helemaal van een leien dakje, zoals vriend en voormalig artiest Robert Lee zich herinnert. ‘Ik was net begonnen met opnames als de helft van het duo Levinsky/Sinclair, bekend van The Kenny Everett Show. Wij waren onder contract bij Charisma van Tony Stratton-Smith,’ vertelt Lee, die nu de officiële website van The Who beheert.

‘Freddie was bevriend met een huisgenoot van mij, en we gingen vaak op antiekjacht op vrijdagochtend in Portobello Road. Ik herinner me zijn onberispelijke smaak: ik heb nog altijd twee Chinese etsen die hij me aanraadde om te kopen, toen ik een cadeautje voor mijn moeder zocht. Ik heb ze na haar dood teruggestolen. John Sinclair – tegenwoordig rabbi in Jeruzalem – was de eigenaar van Sarm Studios aan het eind van Brick Lane. Zijn zuster Jill was er ook, God hebbe haar ziel.’ (Ze stierf aan de gevolgen van een tragisch ongeluk.) ‘Queen was in de studio bezig met het mixen van “Bohemian Rhapsody”. Roy Thomas Baker had de leiding. Freddie en consorten zaten aan het bureau. Het was een megamix met vierentwintig sporen. Er waren zo veel faders die heel nauwkeurig moesten worden afgesteld, het stak heel nauw. Ze waren uren bezig om het goed te krijgen, maar het lukte steeds net niet helemaal. En toen wonder boven wonder lukte het ineens. Ze waren bijna aan het eind gekomen. Iedereen was gespannen en vol adrenaline, maar ook heel blij. Plotseling ging het licht uit… en kwam Jill binnen. Vol trots droeg ze een enorme taart die verlicht werd door kaarsjes. Ze zong “Happy Birthday dear Freddie, Happy Birthday to you!” Ze konden helemaal overnieuw beginnen…’

‘Is this the real life… is this just Battersea,’ zingt Allan James lachend hierover. [Battersea is een verbastering van ‘fantasy’ in de oorspronkelijke tekst en verwijst naar de vlooienmarkt in de Londense wijk Battersea waar Freddie inkopen deed voor zijn eigen marktkraam in Kensington Street – vert.]

‘“Bohemian Rhapsody” werd vanaf dag 1 gekopieerd: dit was de meest zuivere vorm van erkenning. Queen veranderde de hele popmuziek met een zes minuten durende single,’ besluit Robert Lee.

‘De opname was een waar kunstwerk,’ zegt Frank Allen, de bassist van The Searchers, ‘het nummer stak ver uit boven wat andere groepen in die tijd deden. De manier waarop ze de losse stukken in lagen aanbrachten in een tijd waarin we alleen maar analoge bandrecorders hadden met vier-entwintig sporen, was indrukwekkend en resulteerde in hun krachttoer “Bohemian Rhapsody”. Een aantal van vierentwintig sporen was toen veel, maar zou tegenwoordig erg bescheiden en beperkt zijn. Ik verbaas me er nu nog over hoe ze het voor elkaar hebben gekregen. Elke nieuwe laag met harmonieën betekende vermindering van de geluidskwaliteit, en de afstand tussen genialiteit en mislukking was alarmerend klein. Maar het resultaat was briljant.’

 

In die tijd was het nog niet duidelijk hoeveel Freddie Mercury en Elton John gemeen hadden. Ze konden toen nog niet weten dat Elton zestien jaar later op Freddies sterfbed als een van de laatsten zijn hand zou vasthouden. De twee sterren hadden elkaar voor het eerst kort ontmoet aan het eind van de jaren zestig, toen Freddie de toen weinig bekende zanger/pianist zag optreden in de beroemde Crawdaddy Club in Richmond, Surrey. De club stond in de hele wereld bekend om de optredens van Amerikaanse blues-topartiesten, en om hun steun aan The Rolling Stones. De club werd in 1962 opgericht door filmmaker Giorgio Gomelsky, en zat oorspronkelijk in het Station Hotel tegenover het treinstation van Richmond. Later verhuisde de club naar de lokale sportvelden om meer fans te kunnen herbergen. The Crawdaddy programmeerde optredens van de toen nog beginnende Eric Clapton bij The Yardbirds, Led Zeppelin en Rod Stewart. Het was precies het soort podium waar Freddie naar streefde. Dit was iets waarover hij dagdroomde terwijl hij model stond op de avondschool van zijn kunstacademie, waar hij toen tien pond per week mee verdiende.

Voor hen die zowel Elton als Freddie persoonlijk kenden, waren er griezelig veel overeenkomsten tussen de twee. Beiden waren in hun jeugd zeer toegewijd geweest aan hun moeders. Beiden waren teruggetrokken, verlegen kinderen geweest die al jong pianoles kregen. Beiden hadden hun namen veranderd – Elton van Reginald Kenneth Dwight naar Elton Hercules John; net als Freddie had hij de naam van een mythologische Romeinse god aangenomen. Eltons weg naar succes was ook lang, kronkelig en vol met obstakels geweest. Elk van hen voelde zich ontevreden over zijn uiterlijk en ontwikkelde een excentrieke stijl – in Eltons geval excentrieke brillen, plateauzolen en outfits met veren en franje – om zijn ‘lelijkheid’ achter te verbergen. Ze waren beiden, zacht gezegd, verward over hun seksualiteit.

James Saez, een muzikant, producer en technicus in Los Angeles, die met Madonna, Led Zeppelin, Radiohead en The Red Hot Chili Peppers werkte, gelooft dat seksualiteit de sleutel tot hun artisticiteit was. ‘Was er in de jaren zeventig een grotere strijd denkbaar dan homoseksueel te zijn en in de schijnwerpers te staan zonder jezelf te laten zien?’ vraagt James zich af. ‘Het lijkt aardig aannemelijk dat Elton voor zichzelf een personage schiep, dat vooral werd vormgegeven door kostuums en dramaturgie, om zo dit dilemma aan te pakken en toch zichzelf bloot te geven. Ik neem aan dat “Farrokh” met dezelfde problemen worstelde. Het heeft me altijd verbaasd dat hoe sterk en charismatisch flamboyant Freddie er ook uitzag, hij ondanks dat kwetsbaar en bijna onschuldig leek.’

Zowel Elton als Freddie had relaties met vrouwen gehad in wat voor de buitenwereld traditionele romances leken. Over de Duitse opnametechnicus Renate Blauel German wordt verteld dat ze nog altijd kapot is van het mislukken van haar korte huwelijk met Elton in 1984. Elton is openlijk homoseksueel vanaf 1988 en woont sinds 2005 officieel samen met filmmaker David Furnish. Ze hebben samen een zoon via een draagmoeder, Zachary Jackson Levon Furnish-John, geboren op eerste kerstdag 2010.

De persoonlijkheden van Freddie en Elton ontwikkelden zich parallel en ze gingen steeds meer op elkaars vriendschap rekenen. ‘Elton is een goeie kerel, vind je niet?’ merkte Freddie op. ‘Ik ben stapelgek op hem en vind hem fantastisch. Voor mij is hij net als een van die laatste Hollywood-actrices die nog wat voorstellen. Hij was een pionier in de rock-’n-roll. De eerste keer dat ik hem ontmoette was hij geweldig, hij is een van die mensen bij wie je je onmiddellijk op je gemak voelt. Hij zei dat hij “Killer Queen” goed vond, en iedereen die dat zegt, komt in mijn witboek. Mijn zwartboek puilt bijna uit!’

Maar al snel zou een tragische dimensie van hun overeenkomsten duidelijk worden. Zoals een psychoanalyticus in de tv-documentaire Tantrums & Tiaras (Driftbuien & Diademen) van David Furnish over Elton zei: ‘Hij is een geboren gebruiker. Hij heeft een totaal obsessief-compulsieve persoonlijkheid. Als het geen alcohol was, waren het wel drugs. Als het geen drugs waren, dan was het wel eten. Als het geen eten was, dan waren het wel relaties. En als het geen relaties waren, was het wel winkelen. En, weet je? Hij deed het allemaal.’ Elton ontkende dit niet en zijn moed om dit publiekelijk toe te geven, bezorgde de zanger een enorme opleving in zijn populariteit. Zijn fans stonden achter hem. Hij was eigenlijk een spiegelbeeld van de persoon die Freddie in het midden van de jaren tachtig werd, toen beroemdheid en alle daaraan verwante uitspattingen hun tol begonnen te eisen.

In 1975 was John Reid, een stevige Schot, het belangrijkste dat beiden gemeen hadden. De zesentwintig jaar oude, in Paisley geboren impresario, een machtswellustige, invloedrijke man die een bedrijf runde dat veertig miljoen pond waard was, was via een omweg het popcircuit binnengerold. Nadat hij in een mannenkledingzaak had gewerkt, was zijn eerste baantje in de muziekindustrie dat van platenplugger. De in termen van sociale netwerken ambitieuze Reid was de sociale ladder opgeklommen en onderhield vriendschappen met sterren. Hij woonde vijf jaar lang als geliefde bij Elton en werd op zijn eenentwintigste al Eltons manager. Reid was ook een man die altijd aarzelde over zijn seksualiteit: rond 1976 was hij van seksuele voorkeur veranderd, zij het van korte duur, en verloofde hij zich met de teenager Sarah Forbes, pr-medewerker van zijn eigen platenlabel Rocket Records. Sarah was de dochter van regisseur Bryan Forbes en actrice Nanette Newman. Ze overleefde de breuk en trouwde met iemand anders. Reids zakelijke relatie met Elton duurde achtentwintig jaar, maar eindigde in een bittere strijd. In 2000 begon Elton een extreem dure rechtszaak tegen Reid. Elton claimde dat Reid zijn zaken slecht voor hem had geregeld.

In 1975 werkte Elton ook al eens samen met een Schot die bezig was naam te maken voor zichzelf: Rod Stewart. Ze hadden allebei met Long John Baldry gewerkt en kwamen overeen om samen een album uit te brengen om Baldry’s tanende carrière te redden. Tijdens de sessies voor dit album besloten ze de oude gewoonte in de theaterwereld om jezelf een vrouwennaam te geven te doen herleven. Elton werd Sharon Cavendish, een naam die hij op tournees ging gebruiken. Rod werd Phyllis, naar de actrice Phyllis Diller. Baldry werd Ada, en John Reid werd Beryl, als eerbetoon aan de Britse actrice Beryl Reid.

Toen Freddie hiervan hoorde, wilde hij meteen meedoen en werd hij Melina, naar de Griekse actrice Melina Mercouri. Cliff Richard werd, omdat hij zo veel zilveren en gouden platen had gekregen, Silvia Disc. Neil Sedaka werd om diezelfde reden Golda Disc. Freddie zou op een gegeven moment zijn hele entourage aan werknemers alleen nog maar bij hun vrouwennamen kennen. Zijn persoonlijke assistent was Phoebe (Peter Freestone), zijn ex-geliefde en nu kok werd Liza (Joe Fanelli), en zijn persoonlijke manager Paul Prenter was Trixie. Vrienden en bandleden werden niet gespaard: Brian werd Maggie, als in de hit ‘Maggie May’ van Rod Stewart. Roger werd Liz, naar Elizabeth Taylor. David Nutter, broer van de bekende kleermaker Tommy Nutter, werd Dawn, en Mick Jaggers assistent en Freddies oude vriend Tony King werd Joy. Mary Austin kreeg omgekeerd een mannennaam. Ze werd Steve, naar Steve Austin, de Man van Zes Miljoen uit de gelijknamige Amerikaanse tv-serie. Vond ze dat vervelend?

‘Niemand mocht het vervelend vinden!’ zei Phoebe lachend. ‘Je telde pas echt mee wanneer je een “naam” had. John Deacon kreeg er vreemd genoeg nooit een. Misschien omdat hij zo verlegen was.’

Toen Elton na zes jaar hard werken en over de wereld toeren met zelfgekozen ‘pensioen’ ging, wilde John Reid, die nu Eltons eigen label Rocket Records leidde en een opkomende ster onder zijn hoede had, graag zijn imperium uitbreiden. De kans om manager van Queen te worden greep hij met beide handen aan. Hoewel de band zijn oog op andere managers had laten vallen – onder meer Peter Grant van Led Zeppelin, tourmanager Peter Rudge van The Who en Harvey Lisberg van 10cc – leidde een eliminatieronde ertoe dat Reid de schnabbel kreeg. Hoewel Reid als eerste indrukwekkende actie de benodigde £ 100.000 bij elkaar kreeg voor het afbetalen van Trident, werd hij niet bepaald gezien als de ideale persoon voor het werk. Hij had het geld eenvoudigweg los weten te krijgen door bij EMI een voorschot te vragen op de toekomstige royalty’s.

 

Elton hekelde ‘Bohemian Rhapsody’ tegenover hun gemeenschappelijke manager als een gegarandeerde flop. EMI en de muziekindustrie in het algemeen spraken hun twijfels uit. Radiostations snapten niet wat ze met een zes minuten durende single aan moesten. Zelfs bassist John Deacon uitte zijn angst, hoewel privé, dat het uitbrengen van ‘Bohemian Rhapsody’ wel eens de grootste beoordelingsfout kon zijn in de carrière van Queen. Voor een nummer dat in de annalen van de muziekgeschiedenis werd bijgeschreven als beste rockklassieker aller tijden, had het een zeer wankele start. Zelfs degenen die meteen de grootsheid herkenden aarzelden om het op plaat uit te brengen, omdat het qua stijl zo dramatisch afweek van alles wat tot dan toe geaccepteerd en gebruikelijk was in de rockmuziek.

Het was onduidelijk wat Freddies fantasie echt had geprikkeld en hem had geïnspireerd tot het schrijven van dit nummer. Hoog gegrepen en decadent, boordevol nauwelijks verhulde persoonlijke kwelling en extase, is het een onmogelijk mengsel van barok en ballade, van Music Hall en monsterrock. De incongruente elementen worden bij elkaar gehouden door een aaneenschakeling van ongepolijst, kakofonisch gitaarspel, klassieke pianopartijen, meeslepende orkestrale arrangementen en rijk geschakeerde achtergrondkoren, allemaal gedubd, overgedubd en nog eens overgedubd. Het nummer is zo duizelingwekkend dat, afhankelijk van je gemoedstoestand, het ondraaglijk kan zijn om naar te luisteren. Maar er zullen weinig rockfans op aarde zijn die ‘Bohemian Rhapsody’ niet uit hun hoofd kennen.

‘Hoewel het nummer verbazingwekkend goed, revolutionair en ongelooflijk was, verveelt het me tegenwoordig,’ geeft Radio 2-producer en platenverzamelaar Phil Swern toe. ‘Het komt met alarmerende regelmaat tevoorschijn in platenlijsten en het is grijsgedraaid. Toch kan niemand ontkennen wat een opzienbarend knap stukje werk het is. Bijna zes minuten lang, en het doorbrak elke gevestigde rockorde. Wat er in de buurt komt? Altijd weer The Beatles: “A Day in the Life” (het laatste nummer op het album Sgt Pepper’s Lonely Hearts Club Band uit 1967, 5,03 minuten). Led Zeppelins “Stairway to Heaven” (8,02 minuten en het meest aangevraagde nummer in Amerikaanse FM-radioprogramma’s, hoewel het daar nooit op single is verschenen). En “McArthur Park” (7,21 minuten) van Jimmy Webb, opgenomen door Richard Harris.’

‘Als je er maar genoeg afstand van neemt, dan verandert het perspectief alles,’ legt Paul Gambaccini uit. ‘Het is tegenwoordig moeilijk om opgewonden te raken over de standaard rock- of popnummers van drieënhalve minuut, als er al lange meesterwerken als “Bohemian Rhapsody”, “McArthur Park”, “Hey Jude”, “Light My Fire” en “American Pie” zijn gemaakt.

Niemand streeft nog naar dat niveau van muzikale prestatie. We kunnen nu terugkijken op deze werken als artistieke prestaties van het hoogste niveau. Don McLean maakte “American Pie” niet als een single, omdat hij dacht dat dit onmogelijk zou zijn. Het was achtenhalve minuut lang. De platenmaatschappij deelde het nummer in tweeën. Don was een artiest pur sang en hij kon zich niet voorstellen dat “American Pie” een hit kon worden. Het was duidelijk een meesterwerk, maar hij had het opgenomen als één lang nummer voor op een album. Hetzelfde geldt voor “Bohemian Rhapsody”, dat het laatste nummer op het Queen-album A Night at the Opera uit 1975 was.

Oké, ja, Freddie heeft het nummer geschreven,’ vervolgt Paul, ‘maar Brian speelde die ongelooflijke gitaarsolo in het midden, Roger deed de hoge noten en John droeg natuurlijk ook zijn steentje bij. Om de bijdragen zo te verdelen was fantastisch, ze werkten later met hun eigen individuele composities ook op die manier, en ik ben ervan overtuigd dat dit heeft geholpen om als groep bij elkaar te blijven. Er was iemand met het vernuft van Kenny Everett voor nodig om te horen en te zien dat “Bohemian Rhapsody” een klassieker zou worden.’

Everett, beter bekend als ‘Ev’, was een goede vriend van Freddie. Hij werd geboren in het graafschap Merseyside en was voormalig presentator van Radio Luxembourg en vriend van The Beatles. Hij kreeg bekendheid als dj van Radio 1 en als presentator en komediant in zijn eigen Kenny Everett Video en Kenny Everett Television Shows. In 1989 werd er hiv bij hem geconstateerd. Hij stierf in 1995 op vijftigjarige leeftijd aan aidscomplicaties. Ev trouwde met voormalig popzangeres ‘Lady Lee’ Middleton, de ex van zanger Billy Fury. Zij zou uiteindelijk paragnost en spiritueel genezer worden en noemde zich vanaf toen Lee Everett Alkin. Toen Everett in 1979 uit de kast kwam, ging het stel uit elkaar. Het werd algemeen aangenomen dat hij besmet was door zijn promiscue Russische minnaar Nikolai Grisjanovitsj, die berucht was in homoseksuele kringen (‘die roekeloze trut Nikolai’) omdat hij in Londen en omstreken in de vroege jaren tachtig meer voor de verspreiding van hiv zorgde dan wie dan ook. De voormalige soldaat van het Rode Leger bezweek in 1990 zelf aan de gevolgen van de ziekte. Grisjanovitsj wordt wel genoemd als degene die Freddie heeft besmet – hoewel verschillende mensen die ik heb gesproken denken dat het wijlen Ronnie Fisher was, een voormalige publiciteitsagent bij CBS/Sony.

‘Ik geloof dat de data niet stroken met de theorie dat Nikolai Freddie heeft besmet,’ redeneert Paul Gambaccini. ‘Ik kan me niet herinneren dat ik Nikolai voor 1987 heb ontmoet, het jaar waarin de eerste bewustzijnscampagne over aids van regeringswege werd gehouden. Ik ontmoette hem en Freddie samen vlak voor de start van die campagne. Freddies eerste symptomen openbaarden zich al binnen één of twee jaar hierna. Als je bedenkt dat de gemiddelde tijd tussen besmetting en de eerste openbaring van symptomen tien jaar was, is dit een te korte periode. Bovendien wist ik dat Freddie sinds de late jaren zeventig wat onze ouders ‘losbandig’ noemden was geweest, dat paste precies bij dat gemiddelde van tien jaar. Het is niet onmogelijk dat het Nikolai was, maar erg onwaarschijnlijk.

Ik weet niet waar Freddie Nikolai heeft ontmoet,’ vervolgt Paul, ‘maar het zou me niet verbazen als dit in de Coleherne in Earl’s Court was. Dit was een van Freddies favoriete pubs (de andere was de London Apprentice in Shoreditch), en onderscheidde zich doordat hij op loopafstand van Freddies huis stond. Het wordt algemeen aangenomen dat hiv in deze pub door een Amerikaanse bezoeker in Londen werd geïntroduceerd. Zijn hele vriendenkring raakte besmet.’

Omdat Ev en Freddie zich bewogen in dezelfde homoseksuele en muzikale kringen, was het onvermijdelijk dat de twee elkaar zouden ontmoeten. ‘Het kwam nooit bij me op om Kenny en Freddie als minnaars te zien,’ zegt Paul. ‘Als dat zo was, had iedereen in onze kring dat geweten. Waarom het nooit in me is opgekomen is omdat ze te veel hetzelfde seksueel ingestelde karakter hadden. Natuurlijk zegt dat niets over een one-night-stand tussen twee nieuwsgierige personen, maar ik krijg dat beeld maar niet tussen mijn oren. Grof gezegd waren ze als stel een beetje raar.’

Everett had een spilfunctie bij het uitbrengen van ‘Bohemian Rhapsody’ en werd bekend als eerste persoon die het nummer liet horen op de radio. Freddie had hem een demo gestuurd met de heldere instructie dat hij het nummer niet mocht uitzenden, maar dat hij Kenny’s mening erover wilde horen. Everett vond het nummer fantastisch en draaide het veertien keer in één weekend op de radio. Hij beweerde tegen zijn baas dat het nummer hem steeds ‘ontglipte’. Hoewel zijn lef heeft geholpen om het populairste nummer ooit onder de aandacht van de metropool te brengen, wordt betwist of hij er een landelijke hit van maakte.

‘In 1975 had ik mijn eigen dagelijkse Radio 1-show,’ zegt ‘Diddy’ David Hamilton over zijn razend populaire programma dat dagelijks zestien miljoen luisteraars trok. ‘De volgorde was Noel Edmonds met The Breakfast Show, Tony Blackburn op het midden van de ochtend, Johnnie Walker tijdens de lunch en ik na de lunch. We hadden allemaal onze Plaat van de Week. Het lag voor de hand om Abba of de Bee Gees te nemen, want dat werden toen automatisch hits. Die oktobermaand kwam de bekende platenplugger Eric Hall bij me langs. Ik woonde in een appartement in Hallam Street achter het BBC Broadcasting House en kreeg vaak platen bij me thuis bezorgd,’ herinnert Diddy zich. ‘Eric verscheen die dag met “Bohemian Rhapsody”, uitroepend: “Monster! Monster! Dit kan een grote hit worden!” Toen ik ernaar luisterde, dacht ik: dit is totaal anders dan elke popplaat die ik ooit heb gehoord. Het was innovatief. Opera-achtig. Het zweefde en dook plotseling naar beneden, en het kroop onder je huid. Je kon niet ophouden met bepaalde stukken te neuriën. Het kreeg zeer uiteenlopende kritieken op kantoor. Tony Blackburn zei dat hij er niets van begreep. Niemand anders leek het erg goed te vinden. Vergeleken bij de discosound die toen in was – “That’s the Way I Like It” van K.C. and the Sunshine Band en zo – was het uniek. Queen was zo anders. The Stones waren een traditionele rockband. Queen kon rocken, maar was in wezen geen rockband. Dat was het verschil. Ik vertelde mijn producer Paul Williams dat ik het als mijn “Hamilton Hotshot” wilde uitproberen. Hij stemde in. De plaat werd natuurlijk nummer 1 voor een record van negen weken achter elkaar. In januari 1976 waren er meer dan een miljoen van verkocht in Engeland alleen al en een veelvoud daarvan over de hele wereld. Het is aantoonbaar de beste popsong aller tijden. Ik mag graag denken dat ik daar een bijdrage aan heb geleverd. Ik was altijd trots op mijn keuzes voor de Hotshots, maar deze heeft me zeker niet teleurgesteld. Er is in de loop der jaren veel aandacht besteed aan het feit dat Kenny Everett een kopie had gestolen en de single voordat hij uitkwam eindeloos heeft gedraaid op Capital Radio, en daarna claimde dat hij de plaat aan de wereld had gepresenteerd. Hij gaf de plaat een enorme duw in de rug en ging met de eer strijken voor de nummer 1-positie. Maar Capital was een radiostation dat exclusief in Londen uitzond. Niemand in de rest van Engeland luisterde ernaar. Radio 1 heeft nooit de eer gehad die het toekomt voor de landelijke promotie van de plaat!’

De single stond nog eens vijf aaneengesloten weken op nummer 1 na Freddies dood in 1991, toen hij opnieuw werd uitgegeven. Het werd de best verkopende single ooit en stond wereldwijd boven aan de hitlijsten. In de Verenigde Staten haalde het nummer de negende plaats in de hitlijst en kwam het in 1992 weer binnen dankzij de enorme populariteit van de film Wayne’s World, die een geweldig eerbetoon aan ‘Bohemian Rhapsody’ was.

Wijlen Tommy Vance, een van de grootste namen in rock-radiouitzendingen, met shows op Capital in Londen, Radio 1, Virgin Radio en VH-1 rock-tv voor MTV, beschreef het nummer als ‘het rockequivalent van de moord op JFK’. ‘We herinneren ons allemaal wat we deden op het moment dat we het voor het eerst hoorden,’ vertelde hij me. ‘Ik presenteerde de weekendrockshow bij Capital in die tijd. Ik hoorde het nummer en vond het een gekkenhuis. Het was zo geweldig obscuur, het moest wel een hit worden. Technisch gezien was het nummer een zootje. Het volgt geen enkele bekende traditionele of commerciële formule. Het is een opeenvolging van droombeelden, flashbacks, flashforwards, vage portretteringen, compleet onsamenhangende ideeën. Het veranderde zomaar van partij, kleur, toon, tempo – dat is precies hetzelfde als wat er in opera gebeurt. Maar de intentie was opmerkelijk. Het was de belichaming van het ultieme optimisme. Het had een ondefinieerbare kwaliteit en was buitengewoon magisch. Het nummer is domweg briljant. En het wordt vandaag de dag nog steeds vereerd als een icoon. Welk ander nummer kan ertegenop? Niet één! Maar wanneer je probeert de tekst van “Bohemian Rhapsody” te ontleden, dan blijkt deze nietszeggend.’

Oscar-winnaar en liedjesschrijver Sir Tim Rice, medebedenker van enkele van de grootste shows in de musicalgeschiedenis, waaronder Joseph and the Amazing Technicolour Dreamcoat, Jesus Christ Superstar en Evita, en in 1988 co-auteur van Freddie voor het extravagante nummer ‘Barcelona’ met Montserrat Caballé, is het hier niet mee eens.

‘Ik vind het nogal duidelijk dat dit Freddies nummer was waarmee hij uit de kast kwam. Ik heb er zelfs met Roger over gesproken. Ik hoorde het nummer in een vroeg stadium en het viel me op dat het een duidelijke boodschap bevatte. Dit is Freddie die zegt: ik ben homoseksueel. Oké, in eerste instantie gaf hij zijn homoseksualiteit aan zichzelf toe… maar daarna, zonder tegenindicatie, aan de rest van de wereld, omdat het overal zo’n enorme hit werd. “Mama, I just killed a man…” Hij heeft de oude Freddie vermoord die hij probeerde te zijn: zijn voormalige imago. “Put a gun against his head, pulled my trigger, now he’s dead” – hij is dood, de heteroseksuele persoon die hij oorspronkelijk was. “Mama, life had just begun, but now I’ve gone and thrown it all away…” – ik bedoel, dit is natuurlijk maar mijn theorie, maar het snijdt wel hout. Hij heeft de man die hij probeerde te zijn neergeschoten en vernietigd en nu probeert hij met de nieuwe Freddie te leven. Het is natuurlijk erg obscuur. Maar denk eens aan het middenstuk: “I see a little silhouetto of a man… ”, dat is Freddie die nog steeds wordt achtervolgd door wat hij heeft gedaan en wat hij is. Voor mij klopt deze theorie. Elke keer als ik het op de radio hoor, denk ik aan hem terwijl hij probeert de ene Freddie van zich af te schudden en de andere te omarmen – zelfs al die jaren na zijn dood nog. Of ik denk dat het hem is gelukt? Ik denk dat hij het proces van aanvaarding aardig goed doorliep. Freddie was een bijzondere tekstschrijver en “Bohemian Rhapsody” is zonder enige twijfel een van de belangrijkste muziekstukken van de twintigste eeuw.’

Is het dan een echo van de tekstschrijver Freddie zelf? Freddie wees vastbesloten elke vorm van uitleg van de hand. Hij verzuchtte wel eens: ‘Betekent het dit? Betekent het dat? Dat is alles wat iedereen wil weten. Ze kunnen de pot op, schat. Ik zal niets méér zeggen dan elke respectabele dichter je zou vertellen wanneer je hem zou durven vragen om zijn werk te verklaren: als je het ziet, lieveling, dan is het er.’

Wat Brian betrof, was het belangrijk dat de betekenis van het nummer obscuur bleef. ‘Ik denk dat we het nooit zullen weten, en als ik het wel wist zou ik het je waarschijnlijk toch niet vertellen. Ik vertel mensen in geen geval waar mijn nummers over gaan. Dat vernielt ze op een bepaalde manier, want het mooie van een geweldig nummer is dat je het associeert met je eigen persoonlijke ervaringen in je leven. Ik denk dat Freddie zeker problemen had in zijn privéleven die hij bestreed en die hij misschien wel in het nummer heeft gestopt. Hij was er absoluut op uit om zichzelf een nieuw imago aan te meten. Maar ik geloof niet dat dat het juiste moment was, daarom besloot hij om het later te doen.’

Ik geloof dat Brian bedoelde dat Freddie zich verzette tegen het onvermijdelijke: het beëindigen van zijn relatie met Mary en een nieuw leven als homoseksueel beginnen. Maar die gedachte joeg hem angst aan en daarom bleef hij het uitstellen – niet in de laatste plaats omdat hij bang was voor het effect dat zijn coming-out op zijn ouders zou hebben. Ervoor uitkomen dat hij homoseksueel was, had zijn leven op de lange termijn zo veel makkelijker kunnen maken. Net als voor Kenny Everett, die noch zijn fans noch zijn vrouw van zich vervreemdde door zijn eerlijkheid, vertelde Lee Everett me. ‘Hij was wie hij was. Ik bleef van hem houden. We bleven tot het eind toegewijd aan elkaar.’

‘Als Freddie in het openbaar uit de kast was gekomen, was het anders geweest dan bij anderen die dat al hadden gedaan,’ vertelt Simon Napier-Bell. ‘Het zou niet zo zijn geweest als bij George Michael, die alleen maar naar buiten kwam met zijn homoseksualiteit omdat hij daartoe werd gedwongen. Hij was bovendien geen echte rockster, maar meer een eersteklas popster. Freddies coming-out had homofoben met de neus op hun eigen hypocrisie gedrukt. En het zou een kleinere stap zijn geweest dan hij dacht, omdat hij voor al zijn vrienden al uit de kast was – en niet zo’n klein beetje ook.

Toen hij vertelde dat hij privé anders was dan op het podium, bedoelde hij eigenlijk dat hij gedwongen was om in zijn schulp te kruipen, omdat zijn Perzische familie bang was dat hij zich openlijk als homoseksueel zou manifesteren. Dit druiste tegen hun religie en cultuur in. Als hij het meteen had toegegeven, had de homogemeenschap hem dankbaar kunnen zijn voor zijn langdurige stervensproces. De homoseksuelen hadden het in hun voordeel kunnen gebruiken door het tot prachtige, tragische showbusiness te verheffen en van hem de nieuwe Judy Garland te maken. En hijzelf had er misschien zelfs van kunnen genieten!’

‘Bohemian Rhapsody’ was misschien wel een allegorie van de nieuwe bevrijde Freddie die het oude personage vermoordde en zwolg in zijn nieuwe zelf, ooit verstopt maar eindelijk openbaar. Maar de bassist van The Searchers, Frank Allen, ziet nog een andere mogelijkheid: ‘Het is misschien wel iets heel anders. Ik ben niet op de hoogte van de informatie en ik heb hem er nooit naar gevraagd. Maar toen Don McLean werd gevraagd naar de betekenis van “American Pie” , antwoordde hij: “Het betekent dat ik nooit meer hoef te werken.” Misschien is de waarheid achter “Bohemian Rhapsody” in werkelijkheid wel even onschuldig en nuchter. Ik ben niet slim genoeg om dat te beoordelen. Ik ben al tevreden als ik ervan kan genieten als een belangrijk en prachtig samengesteld werk in de popmuziek. Het is zo magnifiek in elkaar gezet dat het resulteerde in een driedelige suite met verschillende maatsoorten en stemmingen, die in de buurt kwam van de grote klassieke muziekstukken. In de zin van popmuziek was dit nog nooit vertoond.’

Zoals Tommy Vance het uitlegde: wat de waarde van ‘Bohemian Rhapsody’ bepaalde, waren niet de grensverleggende teksten noch de duizelingwekkende melodieën. Het werd geen hit dankzij alle speculatie over de betekenis ervan, of dankzij de ongekende radioaandacht. Het werd een hit dankzij de televisie.