22

 

Garden Lodge

 

 

 

 

 

‘Als ik naar Hollywoodfilms keek die speelden in chique, rijk ingerichte villa’s wilde ik dat altijd zelf ook, en nu héb ik het. Maar voor mij was het veel belangrijker om al die onzin te bezitten dan om er echt in te wonen. Zo zit ik in elkaar – als ik iets eenmaal bezit, boeit het me niet meer zo. Ik vind dit huis nog steeds heerlijk, maar waar ik het meest van geniet is het besef dat het me is gelukt. Soms, als ik ’s avonds alleen ben, stel ik me voor dat ik me op mijn vijftigste in Garden Lodge verschans, dat het mijn schuilplaats wordt, en dat het dan echt mijn thuis wordt. Als ik oud en grijs ben, als alles voorbij is en ik die kostuums niet meer kan dragen en niet meer over het podium heen en weer kan huppelen – nee, zover is het nog niet –, heb ik iets om op terug te vallen, en dat is dit fantastische huis.’

FREDDIE MERCURY

 

 

Van hit naar onderscheiding, naar videoclip, naar single – de Queen-motor draaide maar door. Er kwam geen einde aan de magie. De bandleden zouden de rest van hun leven meer geld verdienen dan ze ooit zouden kunnen uitgeven. Meer geld dan hij nu bezat, had Freddie niet nodig. Hij kon kopen wat hij wilde en gaan waar hij wilde. Maar in plaats daarvan trok hij zich terug in zijn besloten wereldje en het relatief bescheiden comfort van zijn huis. Hij had een kok, een bediende, een chauffeur, een schoonmaker en een handjevol trouwe vrienden. Mary Austin was verantwoordelijk voor het huishouden en de financiële administratie, die onder meer de personeelssalarissen en het kasgeld omvatte, en ze kwam iedere dag langs. Ook Jim Hutton stond Freddie terzijde. Voor iedereen die ernaar vroeg – zoals Freddies ouders als ze op zondag kwamen lunchen – was Jim simpelweg de tuinman, en ze deden alsof hij in een andere kamer sliep. Vond Jim dat kwetsend?

‘Helemaal niet,’ stelt hij. ‘Het waren heel lieve mensen. Ik begreep waarom die geheimzinnigheid nodig was. Ze waren gelovig en het zoroastrisme tolereerde homoseksualiteit niet. Hij had zijn familie niet verteld dat hij homo was.’

Kwamen zijn ouders nog tijdens Freddies leven achter de waarheid? ‘Nee,’ zei zijn moeder Jer in 2006 tegen The Times, vijftien jaar na zijn dood. ‘Dat is een te gevoelig onderwerp,’ voegde haar schoonzoon, Roger Cooke, eraan toe, waarmee hij bevestigde dat Freddie nooit open kaart heeft gespeeld met zijn familie.

Was hij bang om de wereld de waarheid te vertellen? ‘In die tijd wel,’ zei Jer. ‘De maatschappij was toen anders. Nu is het allemaal veel opener.’ Ze zei ervan overtuigd te zijn dat als Freddie langer had geleefd, hij uiteindelijk wel eerlijk had durven zijn. ‘Hij wilde ons geen verdriet doen,’ voegde ze eraan toe. ‘Als hij thuiskwam, was hij gewoon “Freddie”.’

Jer onthulde dat van de door haar zoon geschreven nummers ‘Somebody to Love’ haar favoriet is. Het was ook Freddies lievelingsnummer. Peter Freestone herinnerde zich een feest dat Freddie gaf voor de trouwdag van zijn ouders, vlak voordat hij officieel in zijn nieuwe huis trok. Geen van de personen die later deel zouden uitmaken van de entourage in Garden Lodge, was uitgenodigd. ‘Alleen zijn familie en Mary natuurlijk. Ze zag er prachtig uit in haar scharlakenrode jurk van ontwerper Bruce Oldfield, die ze met mijn hulp had gekozen uit een brede collectie en die Freddie voor haar had gekocht.’

Jim Hutton heeft Freddies ouders ‘heel vaak’ ontmoet en kon goed met ze opschieten. ‘Ze kwamen zelden naar Garden Lodge – soms op zondag voor de lunch of om de verjaardag te vieren van een van de kinderen van Kashmira,’ zei Jim. ‘Maar als Freddie in Londen was, zag hij ze wekelijks. Ik bracht hem iedere donderdagmiddag naar hun rijtjeshuisje in Feltham, het huis waar ze altijd gewoond hebben, en dan dronken we een kopje thee in de keuken. Mevrouw Bulsara zette die thee in haar eigen tempo; ze liet zich niet opjagen. Ze was heel onafhankelijk. Ze reed nog steeds zelf rond in haar autootje. Het was heel gezellig bij hen thuis. Het enige wat ik vreemd vond, is dat ze helemaal geen foto’s van Freddie hadden. Ik vond het ook wel raar dat ze nog steeds in dat piepkleine huisje woonden, terwijl Freddie gemakkelijk iets groters voor ze had kunnen kopen. Hij heeft dat wel aangeboden, maar ze zeiden dat ze niet wilden verhuizen. Ze waren tevreden met het huis dat ze hadden. Het was eigenlijk heel schattig, want de ouders van de meeste rocksterren grijpen meteen de kans om zich te omringen met materiële rijkdom zodra hun kroost het heeft gemaakt.’

Jim had weinig gemeen met Freddies moeder, maar met zijn vader Bomi deelde hij de liefde voor de natuur en tuinieren. ‘Hij was trots op zijn tuin,’ zei Jim. ‘Ik liep er vaak met hem doorheen. Hij was dol op zijn oude rozenstruiken en de prachtige eucalyptus.’

Wat Jer betreft, was Jim geroerd door het feit dat ze altijd Freddies favoriete kaaskoekjes maakte en ze in een klein broodtrommeltje deed zodat hij ze mee naar huis kon nemen. ‘Ik zag Freddies zus Kashmira voor het eerst toen zij en haar gezin in een van de huisjes achter Garden Lodge logeerden. Je zag meteen dat zij en Freddie broer en zus waren – ze hadden dezelfde grote, donkerbruine ogen. Haar dochter Natalie was een lief, energiek kind, en ze had ook een baby, Sam.’

Volgens Jim was Freddies familie altijd heel belangrijk voor hem. ‘Als hij op reis was, waar dan ook, stuurde hij altijd kaartjes naar zijn ouders en zijn zus.’

Freddies vader Bomi stierf in 2003. Zijn moeder Jer woont nu in Nottingham, waar ze naartoe is verhuisd om dicht bij haar dochter, haar schoonzoon en haar kleinkinderen te kunnen zijn. Jers huis werd ‘Fredmira’ gedoopt – een samentrekking van de namen die ze aan haar kinderen had gegeven.

 

‘Ik kan niet meer rocken zoals vroeger,’ verkondigde Freddie in augustus 1986 na wat later het laatste optreden van Queen bleek te zijn. ‘Het wordt me allemaal te veel. Dat soort dingen doe je niet meer als volwassen man. Ik ben gestopt met die wilde nachten. Niet omdat ik ziek ben, maar omdat ik op leeftijd begin te komen. Ik ben geen jonge hond meer. Ik zit liever thuis. Dat hoort bij ouder worden.’

Hij bleef feestjes geven, maar meestal in zijn eigen huis. Het feestje voor zijn veertigste verjaardag, op zondag 7 september 1986, was heel bescheiden voor zijn doen: een ‘Gekke Hoeden’-feest in de tuin voor tweehonderd gasten. Ontwerpster Diana Moseley had een aantal excentrieke hoeden gemaakt waaruit Freddie kon kiezen. Hij koos voor een ontwerp van wit bont met een marsmannetjesachtige antenne. ‘Voor zijn doen was het een bedaagd feestje, maar toch was het heel gezellig,’ herinnert Tony Hadley zich, die een van de genodigden was, net als Tim Rice, Elaine Paige, Dave Clark, cabaretier Mel Smith, EastEnders-actrice Anita Dobson, Brian, Roger en John.

‘Freddie stond erop dat ik met hem mee naar boven ging, omdat hij me het vloerkleed wilde laten zien dat hij voor zijn slaapkamer had laten maken,’ zegt Tony. ‘Er zat niet één naad in; het weefgetouw moet gigantisch zijn geweest. Er stond een grote ster op afgebeeld, een davidsster. Hij was ongelooflijk trots op dat kleed.’

‘Freddie was heel netjes en heel “Brits” als het om huishoudelijke dingen ging,’ onthulde Jim. ‘Ik herinner me nog dat zijn ouders een keer langskwamen voor de zondagslunch en Freddie op was van de zenuwen. Over moederkloeken gesproken. Hij liep de hele ochtend de keuken in en uit om zich met het eten te bemoeien. Hij controleerde alles. De eettafel dekte hij zelf; dat vond hij heel belangrijk. De vorken en messen moesten precies naar het tegenoverliggende bestek wijzen en de placemats moesten in een volmaakte rij liggen. Hij was de ultieme perfectionist.’

Hoewel de inwoners er vooral waren om de baas des huizes te dienen, was er in Garden Lodge geen sprake van gekonkel of een pikorde. Iedereen werd als gelijke behandeld en hoefde zich slechts aan één regel te houden. ‘Je mocht niemand mee naar huis nemen,’ zei Jim. ‘Geen vrienden, geen minnaars. Het was Freddies domein. Veiligheid stond voorop. Maar verder waren we één grote familie, niet alleen maar personeel. Over het algemeen was iedereen gelijkwaardig. Joe de kok ging helemaal zijn eigen gang. Hij kon heel vriendelijk zijn, maar had ook zo zijn buien. Hij was vaak chagrijnig, maar niet bazig, niet dominant. En hij gebruikte zijn positie niet om ons te commanderen. Het ging er heel losjes aan toe. We aten regelmatig met z’n allen, en famille, maar meestal at ik met Freddie alleen. Ik geloof niet dat ik de anderen reden gaf om jaloers te zijn. Iedereen had een eigen kamer, ook Barbara. Haar kamer was trouwens mijn slaapkamer geweest. Later, toen Freddie en ik niet meer bij elkaar sliepen, trok ik daar weer in. Niemand werd voorgetrokken. Als Freddie vrienden meenam om wat te drinken, nam iedereen in het huis deel aan het feest. Garden Lodge was voor iedereen een thuis.’

Hoewel Freddie en Jim veel plezierige en wilde momenten hebben beleefd – zoals een tripje naar Japan van een miljoen pond, de gekte van Live Aid, de rust van Zwitserland – en hun liefdevolle relatie een grote steun voor Freddie was toen het einde naderde, zei Jim dat het vooral de creativiteit van zijn geliefde was waarvan hij genoot.

‘Hij hield nooit op,’ zei Jim. ‘Altijd bezig. Altijd plannen aan het maken. Zijn brein maakte overuren. Eerst was het Garden Lodge dat af moest. Toen kocht hij de huisjes in Logan Mews, pal achter Garden Lodge. Toen vertrok hij naar Zwitserland om daar een huis te kopen. Hij zat nooit stil, nooit was er iets klaar. Hij moest altijd iets dóén.’

Freddie praatte zelden met Jim over zijn muziek. ‘Maar over de songteksten praatte hij met iedereen die maar in de buurt was. Dan zei hij: “Ik heb een idee,” of: “Ik heb een tekst verzonnen,” of: “Help me eens even met deze regel.” Hij was altijd aantekeningen aan het krabbelen op alles wat maar binnen handbereik lag. Hij zong nooit in huis. Alleen af en toe in bad, maar geen nummers van Queen. Ik heb een video van hem in het bubbelbad [die na Jims eigen dood op internet verscheen] waarop je hem uit volle borst ziet zingen.’

Freddie had zijn geliefde de vakantie van zijn leven beloofd: een reis naar Japan in september 1986. En hij hield zich altijd aan zijn beloften. Hij vond het heerlijk dat hij het land waar hij altijd dol op was geweest, voor het eerst als toerist kon bezoeken. Freddie en Jim bezochten de attracties, gingen uitgebreid uit eten, winkelden tot ze erbij neervielen – ze kochten zelfs een enorme kimonostandaard, iets wat Freddie altijd al had willen hebben. Voor beiden was het een onvergetelijke ervaring. Na hun terugkeer in Londen trokken ze zich terug in Garden Lodge om te genieten van een regelmatig, knus leventje met hun katten, hun koikarpers en hun beste vrienden.

Maar op zondag 13 oktober 1986 werd de rust ruw verstoord door News of the World. Na die dag hing er een donkere wolk boven Garden Lodge die nooit meer zou verdwijnen. De krant kwam met misselijkmakende onthullingen: volgens de berichten had Freddie het jaar daarvoor – het jaar van het glorieuze Live Aid-optreden – in het geheim een aidstest laten doen. Ook werd bekendgemaakt dat twee van zijn ex-geliefden waren overleden: steward John Murphy, een van de dierbare ‘New York Daughters’, en de jonge Tony Bastin, de goedlachse, blonde koerier die Freddie jaren terug in Brighton had opgepikt. Jim Hutton werd genoemd als de geliefde met wie Freddie samenwoonde. Er werd tot in detail verslag gedaan van wilde nachten met David Bowie, Rod Stewart en een heleboel cocaïne.

Ook de oorzaak van de ruzie tussen Michael Jackson en Freddie werd uitgebreid uit de doeken gedaan. Volgens de bron van de krant was Michael boos over Freddies overvloedige cocaïnegebruik en had hij hem in zijn woonkamer betrapt terwijl hij aan het snuiven was. Er was zelfs een dubbele pagina vol persoonlijke foto’s, van Winnie Kirchberger en andere minnaars, onder de kop ‘All the Queen’s Men’.

Het ranzige artikel schetste ook een heel nieuw beeld van de vriendschap tussen Freddie en Kenny Everett, en ging in op hun onherstelbare breuk na een ruzie over cocaïne. ‘Everett vond dat Freddie misbruik maakte van zijn gulheid, terwijl het in werkelijkheid eerder andersom was – niet dat Freddie hem dat ooit voor de voeten zou werpen,’ legde Jim uit. ‘Het is nooit meer goed gekomen en in de tijd dat ik daar woonde is Kenny er nooit over de vloer geweest. Als we hem in de homobars tegenkwamen, spraken ze niet met elkaar. Er klopte niets van al die verhalen in de media dat Kenny aan Freddies ziekbed zat.’

Freddie was sprakeloos toen hij ontdekte wie er achter deze explosieve, ‘exclusieve’ artikelen zat: zijn goede vriend en voormalige persoonlijke manager Paul Prenter, een man die hij altijd volledig had vertrouwd. Prenter had Freddie jarenlang bijgestaan op tournees, maar nu had hij wat er nog over was van Freddies waardigheid en privacy verkocht voor een schamele £ 32.000.

‘Freddie was er kapot van,’ zei Jim. ‘Hij kon het niet geloven dat iemand die hem zo na had gestaan zo harteloos kon zijn. De berichten hielden dagenlang aan en kregen een vervolg in The Sun, de zusterkrant van News of the World: Freddie en drugs, Freddie en mannen; het werd steeds erger. En Freddie werd steeds bozer. Hij heeft Prenter nooit meer gesproken.’ Ook Elton John, John Reid en anderen in hun kring wilden niets meer met Prenter te maken hebben. Ze sloten de gelederen om Freddie te beschermen.

Waarom heeft Prenter het gedaan? Volgens sommige getuigen was hij jaloers op de relatie van Freddie en Jim, en voelde hij zich afgedankt toen Freddie ging samenwonen met een vaste geliefde. Hij begreep dat hij geen macht meer had over Freddie en wilde wraak nemen. Prenter probeerde Freddie te bellen om het uit te leggen, maar Freddie wilde hem niet te woord staan.

‘Paul wilde als excuus aanvoeren dat hij zo lang door de pers was achtervolgd, dat hij uiteindelijk door de knieën was gegaan,’ zei Jim. ‘Hij wilde vertellen dat hij zich al die informatie per ongeluk had laten ontvallen. Hij zei dat ze hem verkeerd hadden geciteerd. Ja, ja. Er stonden dingen in die artikelen die alleen Prenter kon weten. Het gevolg was dat Freddie niemand meer vertrouwde, behalve een heel select groepje,’ klaagde Jim. ‘Hij heeft daarna geen nieuwe vriendschappen meer gesloten.’

‘Freddie had Paul onder zijn hoede genomen nadat de band hem eruit had gewerkt,’ zei Peter Freestone. ‘Terwijl Freddie wist dat Paul hem had gebruikt, financieel en zo. Dat maakt het allemaal nog erger.’

‘Prenter heeft altijd misbruik gemaakt van Freds vergevensgezindheid,’ voegde Spike Edney eraan toe. ‘Iedereen zei altijd: “Waarom pikt Freddie dat toch allemaal?” Maar Fred maakte geen einde aan de vriendschap. Hij is in de loop van de jaren door meer mensen belazerd dan wie dan ook. Als je weet hoeveel mensenkennis hij had, is het verbazingwekkend dat er zo veel parasieten door het filter zijn geglipt. Eigenlijk had Fred nooit échte privacy. Daar zorgden types als Prenter wel voor.’

 

In de Verenigde Staten nam de vervalsing van overlijdensaktes explosief toe. Talloze prominente figuren die het niet lang meer zouden maken vanwege een aidsgerelateerde aandoening, hadden hun arts overgehaald hun imago in stand te houden door onjuiste gegevens te registreren. Toen de grote variétéartiest Liberace op zijn sterfbed lag, hield zijn woordvoerder vol dat de ster leed aan de ‘bijwerkingen van een watermeloendieet’. Macho en hartenbreker Rock Hudson, de laatste vertegenwoordiger van het type ‘romantische held met wilskrachtige kin’ en tegenspeler van publiekslieveling Doris Day, was de eerste grote filmster die ervoor uitkwam dat hij aids had. Hij stierf in 1985 en inmiddels waren in Groot-Brittannië 264 gevallen bekend. De ziekte gold als de ernstigste bedreiging van de volksgezondheid sinds de Tweede Wereldoorlog. Er werden nieuwe wetten aangenomen die rechters de mogelijkheid gaven om aidspatiënten verplicht in het ziekenhuis te laten opnemen om te voorkomen dat ze nog onveilig vreeën. Homo’s werden steeds vaker in elkaar geslagen en er werd veel onjuiste informatie verspreid. Burke’s Peerage, ironisch genoeg de voormalige werkgever van Jeremy Norman, oprichter van de Embassy Club en Heaven, deed een schokkende aankondiging: om de ‘zuiverheid van het menselijke ras’ te bewaken zou de geneologische gids van de adel geen families opnemen waarvan bekend was dat een of meer leden besmet waren met aids.

Freddie had goede redenen om er het zwijgen toe te doen – hij durfde niet te denken aan de pijn en schaamte die een bekentenis zijn zoroastrische ouders zou bezorgen. Voor Queen en Jim Beach was er een andere, niet onbelangrijke kwestie: hun platencontract. Er stond nog een aantal albums op stapel en het laatste wat ze konden gebruiken waren geruchten dat Freddie niet lang genoeg meer zou leven om hun verplichtingen aan EMI na te komen.

Rond Kerstmis 1986 ging het album Live Magic in de verkoop, met live-opnamen van favoriete hits. De jongens zouden het volgende jaar vrij nemen om uit te rusten, de balans op te maken en zich te richten op solowerk. Ondanks de storm die vanbinnen moet hebben gewoed, maakte Freddie een kalme indruk. Eindelijk had hij het volmaakte evenwicht tussen privéleven en werk gevonden. Hoewel hij wist dat de klok tikte, besloot hij zijn leven in stijl af te maken. Hij stond laat op, nodigde een paar vrienden uit voor de brunch of ging in de buurt wat eten, zat uren te kletsen, rustte wat uit en gaf dan thuis een dinertje of nam zijn gevolg mee naar een restaurant. Als hij terugkwam ging hij naar zijn studio om tot in de kleine uurtjes te werken. Af en toe legde hij de korte afstand af naar het productiekantoor van Queen in Pembridge Road, Notting Hill, woonde een paar zakenbesprekingen bij of wipte even binnen bij Christie’s of Sotheby’s om te kijken wat er aan antiek of oosterse kunst geveild zou worden.

Hij was ‘altijd druk, zelden opgejaagd. Het was een aangename, huiselijke levensstijl’. Maar er was een uiterste houdbaarheidsdatum, en die naderde snel.