17

 

Barbara

 

 

 

 

 

‘Barbara Valentin fascineerde me omdat ze zulke geweldige tieten heeft! We hebben een band die sterker is dan alles wat ik de afgelopen zes jaar met minnaars heb gehad. Ik kan echt op een unieke manier met haar praten en mezelf zijn bij haar.’

FREDDIE MERCURY

 

‘Het was een krankzinnige tijd, veel beter én slechter dan iemand zich ooit kan voorstellen.’

BARBARA VALENTIN

 

 

De opnames voor het Greatest Hits-album van Queen werden uitgesteld en zo werd april 1980 de maand van Roger. Het jaar daarvoor had hij in Montreux zijn eerste soloalbum Fun in Space opgenomen, en dat was nu klaar om uit te brengen. Hij gaf toe dat hij het proces uitputtend had gevonden, zonder de aanwezigheid en steun van de drie muzikanten met wie hij tien jaar lang non-stop had gewerkt. Maar hij moest zich gewoon even losrukken van de band na zo’n intense en allesoverheersende tien jaar samen.

‘Ik wilde bepaalde dingen doen, die niet binnen het Queen-sjabloon pasten,’ zei hij. ‘Het is als je systeem doorspoelen. Je voelt je nooit helemaal bevredigd tot je het hebt gedaan.’ De andere bandleden zouden te zijner tijd zijn voorbeeld volgen.

Nadat in mei Brians dochter Louisa was geboren, voegde hij zich weer bij Freddie, John, Roger en de technicus Mack in Montreux om aan Hot Space te werken. In juli bereidde het rustige Montreux zich voor op de drommen mensen die het jaarlijkse jazzfestival van Claude Nobs bezochten. ‘Ik woonde boven Montreux in de tijd dat Queen de Mountain Studios kocht,’ zegt Rick Wakeman. Hij ging er in 1976 heen, na zijn terugkeer bij Yes, om het album Going for the One op te nemen. In Mountain Studios ontmoette hij studioassistente Danielle Corminboeuf, voor wie hij zijn vrouw Ros verliet.

‘Zwitserland is een erg bezadigd land,’ vertelt Rick, ‘maar je werd er wel geaccepteerd zoals je was. De lokale bevolking vond het geweldig dat Queen eigenaar van de studio was. Het maakte niemand een reet uit wat je achter gesloten deuren deed. De pers ook niet. Dus was het een fantastische plek voor rockmuzikanten om te wonen en te werken. Er was een café in de hoofdstraat dat The White Horse heette en dat wij omdoopten tot Blanc Gigi (bestaat nog steeds in Grand Rue 28). Daar kwam iedereen die in Mountain Studios werkte bij elkaar. Als er een paar bands gelijktijdig aanwezig waren, of als Queen er werkte, eindigden ze altijd in de Blanc Gigi. Ik kwam er regelmatig, meestal met Brian en Roger, maar Freddie kwam ook vaak langs, onveranderlijk met een jonge Fransoos, maar wat maakte dat uit. Hij was nog niet openlijk homoseksueel natuurlijk, maar niemand zei er wat van. Het waren andere tijden. Queen hield van Montreux. Om een eigen studio te bezitten getuigde van goed zakelijk instinct. En de band kon erheen gaan en er blijven wanneer ze maar wilden.

Toen waren bands in wezen aartslui. Ze kwamen op hun dooie gemak aankakken terwijl de studio duizenden Zwitserse franken per dag kostte. De een was aan het skiën, de ander lag nog dronken van de vorige nacht in bed. Jon (Anderson) en ik gingen er even heen, schreven een stukje songtekst, kuierden naar de kroeg en gingen tegen zeven uur ’s avonds eens serieus aan het werk. Wat vijf of zes weken had moeten kosten, kostte vijf of zes maanden. De studio werd stinkend rijk van ons. Zo zou je tegenwoordig niet meer kunnen opnemen. Maar met de hedendaagse techniek kun je gewoon een album in je slaapkamer maken. David Bowie was jarenlang mijn buurman in Montreux. Op een avond kwam David het café binnen en at hij mee met de jongens van Queen. Daarna ging hij met ze mee naar de studio en daar gebeurde iets historisch.’

Technicus David Richards van Mountain Studios die bezig was met het Yes-album, had in 1977 in Berlijn producer Tony Visconti al eens geassisteerd bij David Bowies album Heroes. Bowie stond bij Richards ingeboekt bij Mountain Studios om het nummer ‘Cat People (Putting Out the Fire)’ op te nemen. Hij kwam midden in een sessie van Queen binnenlopen.

‘Het werd een extreem lange nacht,’ zei Brian. ‘We speelden nummers van anderen en waren wat aan het jammen voor de lol,’ zei Roger. ‘Op het laatst zei David: “Dit is stom, waarom schrijven we niet samen een nummer?”’

Het resultaat van de gezamenlijke sessie was hun co-productie ‘Under Pressure’, dat oorspronkelijk de titel ‘People on Streets’ droeg. ‘Het ontstond puur toevallig, mijn schatten,’ verklaarde Freddie later. ‘We begonnen wat te improviseren en toen kreeg het nummer snel en spontaan vorm. Beide partijen waren heel erg blij met het resultaat. Het gebeurde misschien totaal onverwacht, maar als groep geloven wij in buitengewone, onverwachte en niet-alledaagse dingen. We willen niet in een sleur raken of afgezaagd worden als band, en dat risico loop je wel als je op je lauweren gaat rusten en laks wordt.’

Het was ‘heel plezierig’ om met David te werken, zei Freddie. ‘Hij is een opmerkelijk talent. Toen ik hem op Broadway zag spelen in de toneelversie van The Elephant Man, inspireerde zijn spel me zo dat ik overwoog om zelf acteur te worden. Iets wat ik misschien in de toekomst ooit nog ga doen, maar nu focus ik op andere mogelijke projecten van Queen. Wij willen nooit stilstaan. Er zijn nog zo veel nieuwe perspectieven te openen.’

Brian herinnert zich deze nachtelijke opname anders. ‘Het was erg zwaar,’ zei hij. ‘We waren al met vier eigengereide jongens en David was eigenwijs genoeg voor ons allemaal. De gemoederen raakten behoorlijk verhit… Mijn ideeën kwamen nauwelijks aan bod. Maar David had visie en hij trok de teksten naar zich toe.’

Twee weken later kwamen Freddie, Roger, Bowie en Mack weer bij elkaar in de beroemde Power Station Studios in New York om het nummer te remixen. Brian trok zich terug uit het project. Power Station stond bekend om een keur aan artiesten die er opnames hadden gemaakt, van Tony Bennett tot Aerosmith en later Duran Duran. De studio was een voormalige elektriciteitscentrale in West 53rd Street die door producer Tony Bongiovi was omgebouwd tot studio. De ruimte had een geweldige akoestiek. Toen Bongiovi zijn neef een opstapje in de muziekindustrie gaf door hem als loopjongen in de studio in te zetten en de kosten van zijn zanglessen en demo’s te betalen, bezorgde hij Freddie en David onbewust een hulpje dat op een dag net zo beroemd zou zijn als zij zelf. Bongiovi’s jonge neef, Jon, veranderde zijn achternaam later in Bon Jovi en richtte een band met die naam op. De neven kregen ruzie en Power Station werd omgedoopt tot Avatar, maar de legende leeft voort.

‘Under Pressure’ werd een van de lastigste opnames waar elk van hen ooit aan had gewerkt. De mengtafel begaf het, Bowie wilde het nummer van voren af aan overdoen, en de gemoederen liepen hoog op. Bowie weigerde op een gegeven moment zelfs om de plaat uit te brengen, maar kwam daar later op terug.

‘“Under Pressure” is een belangrijk nummer voor ons,’ zou Brian bijna dertig jaar later zeggen. ‘En dat is te danken aan David en de inhoud van de tekst. Dat zou ik vroeger nooit hebben toegegeven, maar nu zie ik dat in. Ik zou het ooit graag in mijn eentje rustig willen remixen.’

De in oktober 1981 verschenen single was Bowies eerste uitgebrachte opname met een andere artiest samen. Terwijl het in de Verenigde Staten op nummer 29 eindigde, werd het Queens tweede nummer 1-hit in Groot-Brittannië. Het zou nog bijna tien jaar duren voordat ze met ‘Innuendo’ weer een nummer 1-notering haalden, een paar maanden voor Freddies dood. ‘Under Pressure’ verscheen ook op Queens tiende studioalbum Hot Space dat in mei 1982 werd uitgebracht. In 1990 samplede de rapper Vanilla Ice het nummer op zijn single ‘Ice Ice Baby’ – zonder toestemming van Queen – en het zou de debuutsingle worden van Jedward, de eeneiige tweeling uit The X Factor van ITV. Hun versie werd nummer 2 in Groot-Brittannië en nummer 1 in Ierland.

 

In september 1981 was Freddie toe aan een feest. Hij vierde zijn 35ste verjaardag in stijl – kosten £ 200.000 – door een groep vrienden onder wie Peter Straker en Peter Freestone per Concorde naar New York te laten vliegen. Hij had een royale suite in het Berkshire Place Hotel in East 52nd Street geboekt, op de hoek schuin tegenover de Cartierwinkel. In vijf dagen draaide de groep vrienden er een fortuin aan superieure champagne ter waarde van £ 30.000 doorheen.

‘Ik herinner me de complete chaos waarin de suite na het feest verkeerde,’ kreunde Peter. ‘En ook de berg gladiolen waarop Freddie lag uitgespreid. Dat kon je wel feesten noemen.’

Die verjaardag markeerde een omslagpunt voor Freddie. Hij gaf een zeldzaam interview aan de pers waarin hij uitlegde hoe hij was veranderd, en hoe anders hij nu tegen roem en rijkdom aankeek dan toen hij jonger was. ‘Ik verkeer niet graag in showbizzkringen,’ biechtte hij op. ‘Ik zou me net zo kunnen gedragen als Rod Stewart en me in die kringen storten, maar ik houd me daar liever verre van. Als ik niet met Queen ben, wil ik de gewone man in de straat kunnen zijn. Ik ben veranderd. In de beginjaren vond ik het leuk om herkend te worden. Nu niet meer. Daarom breng ik veel tijd door in New York, waar veel mensen me niet herkennen. Ik mag dan erg rijk zijn, maar de dagen van poseren en laten merken dat ik geld heb, zijn allang voorbij. Nu ben ik zowel thuis als overal elders meer een spijkerbroek- en T-shirttype. Achter de schermen hoef ik geen toneel meer te spelen, omdat ik me veilig en zelfverzekerd voel. De tijd is voorbij dat ik wilde dat elk gesprek stokte wanneer ik ergens binnenkwam. Ik kan niet voorspellen of wij door zullen gaan, maar zolang we baanbrekende dingen kunnen doen, zal de vlam van Queen blijven branden. Als ik morgen alles zou verliezen wat ik heb, zou ik een manier vinden om terug naar de top te klauteren.’

Zouden dit zijn meest oprechte publiekelijk uitgesproken woorden kunnen zijn? Was deze verklaring de bevestiging dat Freddie bezig was met een bewuste metamorfose, of probeerde hij vooral zichzelf hiervan te overtuigen? Sommigen zagen het als een slecht verkapte poging om aan de wereld te demonstreren dat hij nu eindelijk goed in zijn vel zat. Maar zat hij dat ook echt? Of hij zich nu wel of niet één voelde met zijn ware ik, of dat de wens de vader van de gedachte was, daar kunnen we alleen maar naar raden.

Freddie voegde zich na zijn verjaardagsfeest bij de rest van de band in New Orleans om te repeteren voor nog een uitstapje naar Latijns-Amerika. Deze tweede trip die The Gluttons for Punishment-tournee werd gedoopt (‘gretig voor masochisme’), om voor de hand liggende redenen, was het tegenovergestelde van de vorige. Eerst reisden ze naar Venezuela om er drie concerten te geven in de Poliedro de Caracas. Maar hun schema werd in de war gestuurd door de dood van voormalig president en nationale held Rómulo Betancourt, waardoor verschillende optredens in Venezuela werden afgezegd. Omdat ze tien dagen hadden tot de volgende serie optredens in Mexico, trok Queen zich terug in Miami.

De tegenvallers die volgden in Mexico, waren niet op een hand te tellen: ernstige ziekte onder de crew, schokkende corruptie, persoonlijke bedreigingen, de arrestatie van hun promotor, en niet in de laatste plaats de instorting van een brug buiten het enorme Estadio Olímpico Universitario (‘Vulkaan-stadion’) na een optreden, waarbij verschillende fans gewond raakten. Het tweede optreden daar werd afgelast en Queen trok verder naar Pueblo, waar de band twee avonden geboekt stond in het Estadio Ignacio Zaragoza. Het hele gebeuren werd een fiasco. ‘We dachten dat we Zuid-Amerika nog eens dunnetjes konden overdoen,’ zei Brian. ‘Maar we zijn door het oog van de naald gekropen.’

Eerder dat jaar had de New York Times melding gemaakt van een zeldzame vorm van huidkanker die bij 41 tot dan toe gezonde homoseksuelen voorkwam. Minstens negen van hen leden aan een onverklaarbare aandoening van het immuunsysteem. Het kaposisarcoom kwam tot dan toe alleen voor bij oudere mannen uit het Middellandse-Zeegebied. Andere gevallen werden gemeld in San Francisco en Los Angeles. Tegen eind augustus was het aantal gestegen tot 120, waarvan de meeste gevallen in New York voorkwamen.

Al snel werd bevestigd dat kaposisarcoom en een zeldzame vorm van longontsteking die pneumocystis carinii pneumonia (PCP) werd genoemd, onverklaarbaar in opkomst waren in heel Amerika. Bij alle geregistreerde diagnoses bestond meer dan negentig procent van de slachtoffers uit homoseksuele mannen. Dus werd er gespeculeerd dat de nieuwe ‘homoseksuele pest’ veroorzaakt kon worden door een promiscue homoseksuele levensstijl en/of drugsgebruik. Overtuigend bewijs toonde aan dat de ziekte waar oorspronkelijk naar werd verwezen als GRID (Gay-Related Immune Deficiency) ook miljoenen heteroseksuele mannen, vrouwen en kinderen trof en dat hij in het bijzonder voorkwam bij hemofiliepatiënten en spuitende drugsverslaafden. Uiteindelijk werd vastgesteld dat de ziekte die inmiddels aids (Acquired Immune Deficiency Syndrome) was genoemd, verspreid werd door bloed, bloedproducten, het delen van injectienaalden en onbeschermde seks.

Freddie besteedde er niet al te veel aandacht aan. De band was druk met andere dingen. Zoals de promotieproducten voor het tienjarig bestaan van Queen waaronder hun Greatest Hits-album, de Greatest Flix-collectie en al hun videoclips, alsmede een serie portretten gemaakt door de ex-man van prinses Margaret, Lord Snowdon. Ze speelden ook in hun eerste speelfilm over een liveconcert, opgenomen in Montreal.

In de laatste weken van 1981 vluchtten ze weer naar München. Officieel nog altijd belastingemigranten, moesten ze daar weer een album opnemen. Het Arabella Haus-appartementenhotel heette Freddie opnieuw welkom. ‘Alleen maar voor een nacht of twee, want hij haatte het daar,’ herinnerde Peter Freestone zich. ‘Het hotel lag boven de Musicland Studios en was een vreselijke betonnen blokkendoos. In de gangen hing de indringende geur van Arabisch eten. Eerst woonde Freddie bij Winnie Kirchberger (een lokaal vriendje) in. Later verhuisde hij naar het Stollbergplaza-appartementenhotel in een eleganter deel van München, waar hij Barbara Valentin ontmoette, een bekende actrice die ertegenover woonde.’

Doordat Peter in München voor Freddie zorgde en hem vergezelde op zijn nachtelijke kroegentochten, leek Freddies levensstijl veilig. Maar voor de rest van de band was het onrustbarend dat Freddie zijn zin in werken kwijt leek te zijn. ‘Hij was op een punt aangeland dat het hem bijna tegenstond om in een studio te zijn. Hij wilde zijn bijdrage leveren en daarna zo snel mogelijk wegwezen,’ herinnerde Brian zich.

De terugkeer van Queen naar de Beierse hoofdstad markeerde het begin van een hectische en verwarrende periode in Freddies leven. Hij raakte verwikkeld in een uitputtende wirwar van liefdesgeschiedenissen. De eerste was met Winfried Kirchberger, omgedoopt tot ‘Winnie’ uiteraard: een agressieve, ongeschoolde restauranthouder uit Tirol met dik zwart haar en een borstelige snor. Hij was zo lomp en bot dat niemand uit Freddies entourage de aantrekkingskracht begreep. Ze hadden nog niet door dat het type ongeschoren vrachtwagenchauffeur nu Freddies voorkeur was voor wat betreft mannelijke geliefden.

De tweede was een Ierse kapper genaamd Jim Hutton, die Freddie in een pub in Londen had opgepikt. Hij liet Jim naar München overvliegen en pronkte met hem om Winnie jaloers te maken. Ironisch genoeg ontstond er tussen Freddie en Jim een hechtere band en zou Jim de rest van Freddies leven aan zijn zijde blijven.

Om de formule in stand te houden was er nog een derde geliefde, misschien wel de meest opzienbarende: Freddies nieuwe drinkmaatje Barbara Valentin. De Australische Barbara was een voormalige softpornoactrice en model, ook wel ‘de Duitse Jayne Mansfield’ of ‘Brigitte Bardot’ genoemd. Ze had naam gemaakt in scherp gestileerde films over liefde, haat en vooroordelen met cultregisseur Werner Fassbinder van de nieuwe Duitse filmbeweging. Fassbinder die het jaar erop, 37 jaar oud, zou sterven aan een overdosis slaappillen en cocaïne, was een gecompliceerde man met een aanstootgevende levensstijl. Door een van zijn vrouwen werd hij beschreven als ‘een homoseksueel die ook een vrouw nodig had’. Er waren dus voldoende overeenkomsten met Freddie. Maar het was Barbara, en niet Fassbinder, die Freddies inwonende geliefde zou worden – en een bijna constant aanwezige metgezel. Ze deelde hem op bizarre wijze met Winnie Kirchberger en Jim Hutton, die ook zijn minnaars waren. Zoals Barbara zelf zei, het was een ‘krankzinnige tijd’.

In 1996 bezocht ik Barbara Valentin in München, in het goedkope appartement op de derde verdieping dat zij en Freddie samen kochten in de Hans Sachs Strasse in het toen nog vervallen Bermudadriehoek-district. Het appartement was gezellig: allemaal kleden, draperieën en fluwelen sofa’s, kostbaar ogende schilderijen, rustiek Beiers meubilair en een verfijnde antieke kroonluchter.

Haar buffet stond vol met ingelijste foto’s van haar kinderen, kleinkinderen en van Freddie, en kreunde onder het gewicht van video’s en cd’s van Queen en Freddie Mercury. Ze vertelde dat ze zichzelf er nooit toe kon zetten om ernaar te kijken of te luisteren. Tarzan, het zestien jaar oude ‘kind’ (de kat) dat ze met Freddie deelde, lag te spinnen op een brede armleuning. Barbara had een langdurige en bittere juridische strijd moeten voeren met het management van Queen na Freddies dood, om het appartement te kunnen behouden. Ze was altijd bang dat ze te veel zou openbaren en het kostte een paar maanden om haar over te halen met me te praten.

‘Andere mensen moeten verder met hun leven,’ zei de driemaal getrouwde Barbara, die in 2002 aan een hersenbloeding zou overlijden, 62 jaar oud. ‘Ik wil niemand kwetsen door over Freddie te praten. Laat Mary Austin maar de weduwe zijn, heb ik altijd gezegd. Ik heb tot nu toe geweigerd om over hem te praten.’

Toen wij elkaar ontmoetten was ze dik in de vijftig, maar ze had nog altijd de charme waar Freddie voor gevallen moest zijn. Deze zwaargebouwde, rondborstige voormalige barones (ze was getrouwd geweest met een baron) vulde de kamer met haar aanwezigheid. De diamanten oorknop van één karaat die ze in haar rechteroor had, was het eerste cadeau dat ze van Freddie had gekregen, vertelde ze. Op straat keken mensen de beroemde actrice nog altijd na.

Wat Freddie in Barbara zag, was een vrouw die niet méér van Mary Austin kon verschillen, al zou ze nog zo haar best doen: een sterke, vastberaden vrouw die de touwtjes in handen heeft en beslist over haar eigen toekomst. Net als Freddie was Barbara een vat vol tegenstrijdigheden. Haar indrukwekkende voorkomen verborg een intense gevoeligheid en kwetsbaarheid. Misschien wel voor het eerst in zijn leven maakte Freddie contact met een ander menselijk wezen, bij wie hij met al zijn tekortkomingen volkomen zichzelf kon zijn. Ze hadden geen geheimen voor elkaar. Hij voelde zich niet geroepen om haar te beschermen tegen bepaalde aspecten van zijn persoonlijkheid en gedrag, zoals hij dat bij Mary wel voelde.

Barbara begreep hem. Ze was net zo, het maakte haar niet uit hoe anderen over haar dachten. Haar houding tegenover mensen, het leven en de wereld in het algemeen was als een frisse wind voor Freddie. Met haar grote borsten zag ze er supervrouwelijk uit, maar ze gedroeg zich als een man, die er geen moeite mee had om mensen uit de weg te meppen en zelfs bodyguards deed huiveren. Freddie werd geprikkeld door Barbara’s stevige persoonlijkheid en haar allure. Ze beantwoordden aan de hunkering van elkaars zielen.

Dat Barbara bereid was om een in potentie lucratieve theatercarrière op te geven om bij Freddie te kunnen zijn, en dat hij dat toestond, schatte zij in als een bewijs van onvoorwaardelijke liefde. In de periode hierna vergezelde ze Freddie – zowel met Queen als privé – naar Rio, Montreux, Ibiza en Spanje. Ze verbleef zo’n veertig of vijftig keer met hem in Londen en kreeg haar eigen slaapkamer in Garden Lodge.

‘Ik zag hem altijd met zijn maatjes in het uitgaansleven van München. Meestal in de “New York”-disco, avond aan avond,’ herinnerde Barbara zich. ‘Ik wist vaag wie Freddie Mercury was, maar als grote rockster maakte je in München niet veel indruk. Ik was waarschijnlijk beroemder dan hij. Hij had altijd een gevolg bij zich, hij was een industrie op zich. Freddie had zelfs zijn eigen hoekje in de club: de “Family Corner”. Hij was toen met Winnie. Ze woonden samen in Winnies huis. Ze hadden best een lange relatie, met de nodige tussenpozen. Het paar kon niet zonder elkaar, maar vormde een niet alledaags stel en kon vreselijk ruziemaken. Elk van hen pikte ongure kerels op om de ander jaloers mee te maken.’

Winnie had in die tijd een eenvoudig rustiek restaurant, Sebastian Stub’n, waar de klanten altijd over het eten klaagden. Toen de zaak afbrandde, betaalde Freddie een deel van de renovatie. Hij leek altijd te investeren in de dromen van zijn vrienden.

‘Winnie was een ramp voor Freddie,’ zei Barbara. ‘Ze waren ongetwijfeld verliefd op elkaar, maar ze hadden altijd ruzie en kwetsten elkaar vaak. Dat stemde me tot nadenken, waarom moeten geliefden elkaar toch kwetsen? Dat is voor mij een van de grootste tragedies in het leven. Winnie was een simpele ziel, weet je. Weinig opleiding, geen behoorlijke school, wat dan ook. En ik denk dat hij zich daarvoor wilde wreken. Soms was het duidelijk dat hij Freddie wilde laten zien dat hij maar een stomme rock-’n-roll-ster was en dat niemand daarop zat te wachten. “Maar ik ben Winnie Kirchberger, de populaire macho.” Hij zette Freddie en plein public voor schut, hij behandelde hem als stront, deed idiote dingen, vreselijke dingen, alleen maar om Freddie pijn te doen en hem te kleineren. Het trof me dat Freddie Winnie juist daarom aanbad. Hij werd niet door Winnie bewonderd en kreeg van hem niet de bevestiging die hij zo makkelijk van de rest van de wereld leek te krijgen. Hierdoor ging Freddie beter zijn best doen om hem te veroveren. Misschien begreep Winnie met zijn beperkte verstand dat de enige manier waarop hij Freddie kon vasthouden, was door hem als stront te behandelen en net te doen alsof hij hem koud liet. Wat het ook was, het werkte. Freddie ging keer op keer naar hem terug.’

De relatie had ook zo zijn pluspunten. ‘Het was de enige periode in zijn volwassen leven dat Freddie begreep hoe het was om een relatief normaal leven te leiden met een andere man,’ zei Peter Freestone hierover. Veel later, toen de relatie voorbij was en Freddie voorgoed wegbleef, werd Winnie krankzinnig. Het hiv-virus tastte zijn lichaam en zijn geest aan. ‘Op het laatst vond ik hem uitgehongerd in zijn appartement,’ verzuchtte Barbara. ‘De kat at zijn eigen vacht op om te overleven. Ik heb Winnie naar het ziekenhuis gebracht en zijn medische kosten betaald, maar de hulp kwam te laat.’

In hun hoogtijdagen vormden Winnie, Freddie en zij zelf in de stad een trio waar je niet omheen kon, vertelt Barbara. ‘Op een avond dronken Freddie en ik een borrel in een ruige club, naast het damestoilet waar het rustig genoeg was om elkaar te verstaan, en toen stak hij van wal. Hij vertelde me alles over Zanzibar, de kostschool, zijn vader, zijn moeder, hoe hij geloofde dat ze hem nooit als homo zouden accepteren – hoewel ik later de indruk kreeg dat ze er wel vrede mee hadden. Aan het eind van zijn leven waren ze zeker hecht. Maar zij hielden van Mary. Freddie zei dat ze altijd hadden verwacht dat zij een kind met hem zou krijgen. Hij vertelde me over zijn zus Kashmira en de kinderen Natalie en Sam, die zij en haar man Roger hadden geadopteerd. Hij zei dat hij gewoonlijk niet over dit soort dingen sprak, zelfs niet met vrienden, maar dat hij het met mij makkelijk vond om erover te praten.’

Freddie had in feite altijd een ‘afstandelijk-hechte’ relatie met zijn zuster en haar man en kinderen gehad. Net als met zijn ouders. Hij ontkende hun bestaan niet en keerde ze nooit de rug toe. Ze zagen elkaar onregelmatig, maar het was altijd liefdevol. Hij zag het domweg als zijn plicht hen te beschermen tegen zijn eigen losbandige levensstijl en ook tegen de starende blikken van voorbijgangers.

‘We gingen nooit naar “die feesten”!’ vertelde Freddies zwager aan de Mail on Sunday in november 2000, negen jaar na de dood van Freddie. ‘Alleen naar familiebijeenkomsten. Freddie scheidde de verschillende gebieden in zijn leven strikt van elkaar, ze overlapten elkaar zelden. We vierden de verjaardag van de kinderen bij hem thuis. Hij had dan altijd een enorme taart of een gigantisch paasei voor ze. Hij had zelf geen kinderen, dus ik denk dat hij de nieuwigheid ervan leuk vond. Maar ik denk ook dat hij onze kinderen graag had zien opgroeien.’

Op die bewuste avond in München konden Freddie en Barbara zich niet van elkaar losweken. ‘Hij lachte de hele tijd naar me, meestal met zijn hand voor zijn mond om zijn gebit te verbergen. Maar toen hij dronken was, lachte hij openlijk en hardop.’

Hoewel ze dapper genoeg waren om te onderkennen dat ze zich in een gevaarlijke tredmolen bevonden, beweert Barbara stellig dat ze de vruchten plukten van alles wat de wilde grote stad te bieden had en waar ze zich schaamteloos en doelbewust aan te buiten gingen. ‘Het was de beste verdediging. Waartegen? Dat kan ik niet verwoorden. Een aantal dingen. Elke dag iets nieuws. Freddie en ik raakten altijd in lastige situaties verzeild om de een of andere reden, maar we wisten tenminste dat we elkaar hadden. We lieten anderen nooit merken wanneer we gekwetst waren, maar elkaar wel. We hadden beiden dingen te verbergen, voor onze families bijvoorbeeld. Freddie beschermde zijn ouders en zijn zuster, en ik wilde nou niet bepaald dat mijn kinderen alles over mijn levensstijl wisten. Af en toe kwam ik mijn zoon tegen in een disco en dan zei ik: “O, mijn god, verkeerde disco!” Freddie en ik werden elkaars tweede familie. We hielden onze echte familie privé.’

Op 26 november, Winnies verjaardag, lagen Barbara, Freddie en Winnie met elkaar in bed. ‘We waren alle drie poedelnaakt en toen ging de bel, om zeven uur ’s ochtends: politie! “Kom straks maar terug!” schreeuwde Freddie. “Als u ons niet binnenlaat, dan forceren we nú de deur!” schreeuwden ze terug. Freddie was in paniek. Hij rende de slaapkamer weer in, “sta op, sta op!” schreeuwend. Het volgende moment was de politie binnen en doorzocht alle kamers van het huis. Daar stond Freddie, naakt op een klein handdoekje om zijn middel na. We mochten ons niet verroeren. Alles haalden ze overhoop. Na een tijdje zei Freddie: “Ik moet echt heel nodig pissen, jongens.” Dus lieten ze hem gaan. En plotseling herkende de agent naast de badkamer hem: “Het is Freddie Mercury!” Freddie werd brutaal en kon de verleiding niet weerstaan. “Als je aardig bent voor mijn vriendin, dan zing ik een nummertje voor je,” zei hij tegen de agent. “Kom op, man, laten we samen een glaasje champagne drinken.” Het was nog geen acht uur ’s ochtends, maar de agent antwoordde schaapachtig: “Sorry, we hebben dienst.” “Oké, flikker dan maar op!” kaatste Freddie terug. “Jullie zijn toch allemaal te lelijk om voor te zingen!”’

Volgens Barbara was er geen twijfel over mogelijk dat zij en Freddie hevig verliefd waren op elkaar. ‘Dat is heel goed mogelijk, ja,’ beaamt Peter Freestone. ‘Ze waren erg hecht. Ik mocht haar enorm graag. Ze hadden veel gemeen: status, roem. Barbara maakte het allemaal niet uit. Ze had die heerlijke “graag of niet”-houding die Freddie zo verfrissend vond. Ze hadden dezelfde smaak en hadden allebei stijl. Barbara was heel erg belangrijk voor Freddie.’

Freddie sprak constant met haar over Mary Austin, vertelt Barbara. ‘Hij had haar blijkbaar ooit beloofd om met haar te trouwen. Daar voelde hij zich erg schuldig over. Hij was plichtsgetrouw en had een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het werd van hem verwacht en hij had zich niet aan zijn woord gehouden. Het schuldgevoel bleef altijd aan hem knagen, hoewel ik me wel afvroeg in hoeverre zij dat voedde. Het was niet Freddies schuld dat hij voornamelijk homoseksueel was. Zo is het leven. Toch kon hij het zichzelf niet vergeven dat hij Mary had teleurgesteld. Hij zei dat hij niet homoseksueel was geweest, in het begin niet, maar dat hij een ommekeer had doorgemaakt, helemaal door het lint was gegaan en vervolgens het leven van een homoseksueel was gaan leiden. Het was een keuze en geen biologisch gegeven bij hem.’

‘Dat is helemaal waar,’ beaamt Peter Freestone. ‘Freddie was erg emotioneel in die tijd.’

Hoewel Mary vaak naar München kwam, werden de twee vrouwen nooit vriendinnen. ‘Ze was afstandelijk en was op haar hoede voor mij,’ zei Barbara. ‘Niet dat ze niet aardig was. Ze was ontzettend aardig. Maar het contact bleef gereserveerd en beleefd, niet warm. We wisselden wel kerstcadeautjes uit. Ik moet toegeven dat ze altijd het beste met Freddie voorhad. Ze belde me een keer vanuit Londen om te vertellen dat een van Freddies katten dood was. “Vertel jij het hem, Barbara,” zei ze, “maar doe het voorzichtig, op het juiste moment.” Ik zat er vreselijk mee in mijn maag en vertelde het hem uiteindelijk. Hij begon onbedaarlijk te huilen en zei: “We vliegen nu meteen naar Londen.” “Maar Freddie,” zei ik, “de kat is toch al dood?” Maar hij duldde geen tegenspraak. Terug naar Londen ging het.’

Homoseksualiteit was een rol die hij verkoos te spelen, geloofde Barbara. ‘Hij was “The Great Pretender”. Het wond hem op, omdat het de verboden vrucht was. Terwijl dit alles speelde, waren wij minnaars in de meest ware zin van het woord. We hadden regelmatig seks, ja, zeker. Het heeft wel even geduurd. Maar toen het gebeurde, was het mooi en onschuldig. Ik was tot over mijn oren verliefd op hem tegen die tijd en hij had me verteld dat hij van me hield. We hebben het zelfs over trouwen gehad. Natuurlijk versierde hij nog tientallen jongens die hij avond na avond mee naar huis nam, maar dat kon me niet schelen. Het klinkt waanzinnig, vind je niet? Maar dat is het leven dat we leidden en ik had hem niet tegen kunnen houden, als ik dat al had gewild. Ik bleef ook minnaars houden. Tot op zekere hoogte had ik daar toestemming voor. Daarna begon Freddie haantjesgedrag te vertonen en schopte hij ze eruit.’

‘Op het laatst,’ zei Barbara, ‘gaf Freddie niet meer om seks. Hij kwam samen met mensen voor tederheid en genegenheid. Zijn verlangens waren niet langer fysiek. Hij was meer een klein kind. Hij huilde als een baby en zei tegen me: “Barbara, het enige wat ze me niet kunnen afnemen, ben jij.”’

Of Freddie met ‘ze’ het Queen-circus bedoelde of de muziekindustrie in ruimere zin, de fans of de controlfreak Jim Beach, heeft Barbara nooit geweten. ‘Het klinkt allemaal zo onvoorstelbaar als ik er nu over praat. Je had erbij moeten zijn om het te kunnen snappen. Soms zei ik tegen hem: “Schat, je bent meer dan je pik, weet je dat.” Hij vertelde me vaak dat hij er niet van genoot om met al die mannen te vrijen. Maar Freddie liet zich niet vertellen wat hij wel en niet moest doen.’

De meest fatale bedreiging voor zijn geestelijke gezondheid was zijn afhankelijkheid van andere mensen, viel Barbara op. ‘Hij wist niet het verschil tussen één Duitse mark en duizend dollar. Geld betekende niets voor hem. Hij was doodsbang om te vliegen of om vast te zitten in de lift, maar boven alles was hij bang om alleen te zijn. Hij kon nergens in zijn eentje heen – zelfs niet naar het toilet. Ik moest altijd met hem mee. Waar Freddie ook was, het werd altijd een puinhoop. Maar hij was er heel goed in om anderen te charteren om dat weer op te ruimen.’

‘We deden allebei te veel ons best om gelukkig te zijn,’ geeft Barbara toe. ‘Omdat we niet gelukkig waren. Je wordt dronken, je snuift wat, je rotzooit wat aan en probeert met zo veel mogelijk mensen seks te hebben, alsof je je lichaam uitdaagt om dit alles te overleven. Het is een soort doodswens. Maar uiteindelijk word je er eenzamer van, leger. Freddie en ik waren allebei even erg. We identificeerden ons met elkaar. Op het laatst waren wij de enigen bij wie we terecht konden. Als ik hem niet had gehad en hij mij niet, denk ik dat we allebei veel eerder dood waren gegaan.’