7

 

Mary

 

 

 

 

 

‘Al mijn geliefden vroegen me waarom ze niet de plaats van Mary konden innemen, maar dat was onmogelijk. Ze was mijn officieuze echtgenote. Voor mij was het een huwelijk. We geloofden in elkaar en dat is genoeg voor mij. Ik had niet zo verliefd kunnen worden op een man als ik op Mary was.’

FREDDIE MERCURY

 

‘Het proces van zelfontplooiing moet heel belangrijk voor hem zijn geweest. Freddie kwam uit een cultuur waarin je wordt geacht niet van mannen te houden. Dus probeer je je aan te passen, ook al verscheurt het je vanbinnen. Dat is niet ongewoon. Elton deed twee keer een poging zich aan te passen. Op de weg naar zelfontdekking hebben homoseksuele mannen die in hun jeugd zijn onderdrukt, vaak een overgangsperiode met een vriendin. Soms uit werkelijke behoefte, soms om te proberen om aan de verwachtingen te voldoen.’

PAUL GAMBACCINI

 

 

Met haar abrikooskleurige haar, haar groene ogen en lange Bambi-achtige wimpers was Mary Austin de verpersoonlijking van een Hulanicki Biba-poster. Toen de modeontwerpster Barbara Hulanicki in het Londense Kensington haar mode-imperium Biba opzette, van waaruit een bloeiende modebeweging ontstond, had Mary haar muze kunnen zijn. Mary was klein en tenger gebouwd en wat ze miste aan formaat en zelfvertrouwen, maakte ze ruimschoots goed met haar typische jarenzeventig-stijl.

Mick Rock, geboren in Londen en afgestudeerd in moderne talen aan Cambridge University, werd professioneel fotograaf toen wijlen Syd Barrett (voormalig leadzanger van Pink Floyd) hem vroeg of hij niet een paar plaatjes van hem kon schieten voor de platenhoes van zijn soloalbum The Madcap Laughs. Rock – zijn echte naam – rolde in de drugscultuur van de jaren zeventig en raakte bevriend met David Bowie. Hij werd diens officiële fotograaf. Tegenwoordig wordt hij gezien als ‘The Man Who Shot the Seventies’, een man die de muziekscene niet alleen heeft vastgelegd maar ook mede heeft vormgegeven. Hij maakte enkele van de eerste publiciteitsfoto’s van Freddie en Queen en ontwierp de kunstzinnige albumhoezen voor Queen II en Sheer Heart Attack. Rock woont sinds 1977 in New York, vanaf het moment dat hij ondergedompeld raakte in de undergroundscene die door The Ramones, Talking Heads en David Bowie werd gecreëerd.

‘Freddie woonde al met Mary samen toen ik ze ontmoette, dus ik heb ze beiden even goed leren kennen,’ vertelt Rock. ‘Ik liep rond theetijd altijd even bij ze binnen in hun kleine appartement. Freddie hield erg van theedrinken. Op het hoogtepunt van de Glam Rock Scene was Mary een knappe vrouw die iedereen had kunnen krijgen en alles wat ze wilde had kunnen bereiken. Maar ze vond zichzelf niets bijzonders. Ze drong zich nooit op de voorgrond. Ze cijferde zichzelf weg en was lief en charmant. Je had de neiging om haar te knuffelen.’

Mary had veel weg van haar naamgenote Mary Hopkin – de blozende beschermelinge van Paul McCartney die een hit had gehad met ‘Those Were the Days’. Bleek, bedeesd en met een glanzende pony voor haar gezicht. De beide Mary’s deelden een kuise, ongrijpbare, etherische kwaliteit die perfect aansloot op de zigeunermode van die tijd. Wat later de ‘Stevie Nicks Look’ werd genoemd, naar de zangeres van Fleetwood Mac, was toen al normaal in Kensington High Street: midi-jurken, maxi-jassen, suède laarzen met plateauzolen, sjaals van chiffon, fluwelen halsbanden, paarse lippen en een mysterieuze oogopslag.

‘Ze had een moeilijke jeugd gehad,’ herinnert journalist en vertrouweling David Wigg zich. ‘Haar ouders waren doofstom en communiceerden door gebarentaal en liplezen. Het gezin was arm. Haar vader werkte als behangsnijder voor een behangspecialist, en haar moeder was schoonmaakster bij een klein bedrijf. Maar dat maakte Freddie niet uit. Hij was niet geïnteresseerd in status. Op de een of andere manier vond hij het juist prettig om zich met mensen te omringen die een beetje beneden zijn stand waren. Ik heb altijd gedacht dat dit te maken had met zijn onzekerheid. Hij had graag mensen om zich heen die artistiek waren, of die arm waren opgegroeid en zich hadden opgewerkt. Artistiek en humoristisch waren belangrijke kenmerken voor hem: hij hield enorm van lachen. Mary was verlegen, maar ze kreeg hem wel aan het gniffelen.’

Ze was negentien toen ze bij Biba begon als stagiaire op het secretariaat. Later is ze wel beschreven als pr-medewerkster, secretaresse, verkoopster, hoofdverkoopster en manager. Wat haar functie of rollen ook mogen zijn geweest in het beroemde mode-imperium, commercie lijkt een vreemde tak van sport voor een verlegen jonge vrouw voor wie het al een uitdaging is om een gesprek aan te gaan en die in een grotendeels stille omgeving is opgegroeid. Het warenhuis met zijn wierookgeur en oerwoud aan decoratieve varens, was als een drukke grot uit een sprookje van Duizend-en-een-nacht, volgepropt met kleren, schoenen, make-up, sieraden, tassen en prachtige verkoopsters.

De vele pop- en filmsterren die de plek bezochten, mengden zich vrijelijk met de modebewuste fans die hoopten op een toevallige ontmoeting met een Jagger of een McCartney.

Ondanks haar verlegen houding raakte Mary verstrikt in de rockscene van Londen. Ze viel Brian May het eerst op tijdens een optreden in het Imperial College in 1970 en hij raakte met haar in gesprek. In veel opzichten was ze helemaal zijn type. De lange, donkere, sexy Brian vroeg haar meteen mee uit. Ze konden goed met elkaar overweg, maar de vonken vlogen er niet bepaald vanaf tijdens hun ontmoetingen. Brian zag al snel in dat het zich niet verder zou ontwikkelen dan vriendschap, waardoor Freddie zijn kans schoon zag. Nadat hij er bij Brian herhaaldelijk op had aangedrongen om haar aan hem voor te stellen, kreeg hij het meisje van – sommige van – zijn dromen.

Ze voelden zich meteen tot elkaar aangetrokken en bleven dat hun hele leven. Het is daarom verwonderlijk dat Mary hem de zes maanden daarop probeerde te vermijden. Ze ging zelfs met andere mannen uit – hoewel niet serieus. Jaren later legde ze uit dat ze dit deed omdat ze dacht dat Freddie niet in haar, maar in haar vriendin was geïnteresseerd. Op een avond liet ze hem achter bij de bar met haar vriendin en verontschuldigde zich om naar het toilet te gaan. Ze verdween in de nacht. Freddie was met stomheid geslagen, maar liet zich niet ontmoedigen.

Toen hij haar mee uit vroeg voor zijn vierentwintigste verjaardag op 5 september 1970, deed Mary net of ze die avond bezet was. ‘Ik probeerde interessant te zijn,’ vertelde ze David Wigg. ‘Ik had niet echt een afspraak die avond. Maar Freddie gaf niet op. De volgende dag gingen we uit. Hij wilde naar Mott the Hoople in de Marquee Club in Soho. Freddie had toen weinig geld, dus deden we dingen die alle jongeren deden. Geen dure diners – die kwamen pas later toen hij eenmaal binnenliep.’

Het stel werd onafscheidelijk en begon bijna onmiddellijk een seksuele relatie. Hun relatie zou voorrang krijgen boven elke affaire, of het nou om een man of een vrouw ging, waar Freddie zich later in zou storten. Freddie en Mary hadden in allerlei opzichten veel gemeen. Ze voelden zich allebei vervreemd van hun ouders en reageerden hierop met een onstuitbare drang naar onafhankelijkheid. Ze hadden beiden een ‘topje van de ijsberg’-persoonlijkheid en lieten weinig van hun ware ik zien. Allebei konden ze je de indruk geven dat ze weinig diepgang hadden, luchthartig en frivool waren en geneigd tot materialisme. Ze leefden bij de dag, vooral in hun jonge jaren.

Maar hun gedrag kwam voornamelijk neer op het hooghouden van een imago en het verhullen van hun aangeboren verlegenheid. Beiden waren ze hoogsensitief, gereserveerd en met meer diepgang dan ze op het eerste gezicht deden vermoeden. Ze herkenden zich in elkaar en dit werd de grondslag voor een intrigerende en levenslange band. Toen ze volwassener werden, waren het juist de verschillen en tegenstellingen in hun persoonlijkheden die hen dichter bij elkaar brachten.

Mary mocht er dan uitzien als een teer zieltje dat geen vlieg kwaad kon doen, haar kwetsbare imago verbloemde een innerlijke sterkte en sereniteit waar Freddie diepe bewondering voor had. Misschien wel omdat hij bang was dat ‘The Great Pretender’ in hem niet echt over die kwaliteiten beschikte.

Hoewel Mary wist dat Freddies familie in Feltham woonde, duurde het toch even voordat hij zijn vriendin mee naar huis nam om haar aan zijn ouders voor te stellen. Het is niet moeilijk in te denken waarom: Mary had alles wat de familie Bulsara zich bij een schoondochter kon wensen. Er bestond een grote kans dat ze druk op hun zoon zouden uitoefenen om met haar te trouwen en hen de kleinkinderen te schenken naar wie ze zo verlangden. Maar Freddie was nog niet toe aan een huwelijk. Zijn familie kon toen nog niet weten dat hij dat nooit zou zijn.

Door de jaren heen werd Mary Freddies rots in de branding. Hij rekende erop dat zij hem overeind hield. Wanneer Freddies levensstijl van seks, drugs en rock-’n-roll uit de hand liep en hij niet meer kon omgaan met de druk van plaatopnames en tournees, wendde hij zich tot Mary. Aards en betrouwbaar, vergevingsgezind, tolerant, was zij de moederfiguur aan wie hij zich altijd vastklampte.

‘Mary Austin was in zekere zin Freddies moeder,’ redeneert muziekuitgever Bernard Doherty. ‘Ze stond altijd voor hem klaar en offerde haar eigen leven voor hem op. Ze volgde hem overal naartoe en week bijna nooit van zijn zijde. Geen wonder dat hij toegewijd was aan haar. Ze vulde duidelijk de grote leegte op die zijn ouders hadden moeten opvullen toen hij jong was. In plaats daarvan zetten ze hem op een boot en stuurden ze hem naar een internaat duizenden kilometers verderop, een reis die in die tijd zestig dagen duurde. Hij was nog maar acht. Kun je je dat voorstellen? In het diepst van zijn ziel heeft hij dat nooit verwerkt. En toen was er Mary. “Mother Mary comes to me,” zong Paul McCartney op Let It Be in 1970: toevallig hetzelfde jaar dat Mary en Freddie elkaar ontmoetten. Het had hun muziekthema kunnen zijn, in de betekenis van de matriarchale heilige maagd Maria. Mary was de hoofdpersoon in dat nummer. Ze was puur. Zelfs Freddie had op het laatst geen fysieke relatie meer met haar.’

Omdat Freddie er toen voor koos om homo te zijn, waardoor Mary een wedergeboren maagd werd? ‘De mythe bleef bewaard,’ knikt Bernard. ‘In zijn fantasie was ze perfect en helemaal van hem. Zij bestond alleen voor hem.’

‘Mary was ongetwijfeld een moederfiguur,’ beaamt psychiater dr. Cosmo Hallstrom. ‘Specifieker, de geïdealiseerde moederfiguur: representatief voor hoe hij dacht over vrouwen in het algemeen. Freddie was erg seksueel ingesteld, en het maakte hem niet zo veel uit met wie hij seks had. Hij kon teder de liefde bedrijven met Mary, maar ging er ook vaak vandoor voor clandestiene en ruige seksuele uitspattingen elders. Deze affaires waren berucht om hun broosheid en kortstondigheid. En zij zat natuurlijk altijd op hem te wachten – ze bewaarde zichzelf voor haar man.

Ze zorgde voor hem, bemoederde hem en hield zich bezig met zijn goede kanten. Zij was zijn basis en zijn kracht. Door de aard van hun relatie kon hij affaires hebben. Zo werd ze zowel de lijdende huisvrouw als de matriarch, en nam ze allerlei onzin voor lief. Maar ze diende een fundamenteel doel: de ellende die zijn schuldgevoel hem bezorgde over de manier waarop hij zich buitenshuis gedroeg, was de sleutel tot zijn creativiteit. Een gelukkig mens voelt geen aandrang om iets te presteren, iets te creëren. Een gelukkig mens is tevreden met zijn lot, met de gang van zaken. Freddie voelde zich voortdurend gekweld. Zijn gevoel voor Mary was de oorzaak hiervan, maar was ook een inspiratiebron voor zijn werk.’

Sommige mensen beschrijven Mary’s gevoel voor Freddie als moederliefde. Het is dan ook geen verrassing dat ‘Mother Love’ uiteindelijk de titel van een weemoedig nummer op Queens album Made in Heaven werd. Het nummer werd gezongen door Freddie en Brian en werd uitgegeven in 1991, vier jaar na Freddies dood.

‘Ik ben een man van extremen,’ beschreef Freddie zichzelf eens. ‘Ik heb een zachte en een harde kant, met weinig ertussenin. Als de juiste persoon me treft, kan ik erg kwetsbaar zijn, een echte baby, wat ook altijd het moment is waarop ik op mijn ziel word getrapt. Maar soms ben ik hard, en als ik sterk ben kan ik de hele wereld aan.’

Mary wist ook dat Freddie sinds zijn jeugd leed aan iets wat hij zelden toegaf: een lichte aanleg tot paranoia. Hij maakte zich altijd zorgen of mensen hem achter zijn rug belachelijk maakten en of hij dat ook echt was. Die aanleg zou een van zijn ergste kwelgeesten blijven tot zijn dood. Die angst was misschien niet eens zo irrationeel. Peter ‘Ratty’ Hince, een roadie die lang bij Queen werkte en die tegenwoordig fotograaf is, merkte dat iedereen dacht dat Freddie wel een beetje een sukkel was.

‘Om eerlijk te zijn, Freddie was overdreven, zelfs voor glamrock. Al die kostuums en zo. Ik had niet het idee dat hij toen de sterkste was. Ze waren echt een eenheid.’

Misschien was het de frustratie over zijn paranoia waardoor hij af en toe zomaar razend werd. Freddie kon onverklaarbare woedeuitbarstingen hebben, waardoor hij onvriendelijk en wreed kon zijn. Dan maakte hij vernietigende opmerkingen en gaf hij ongegronde hatelijke commentaren.

Naar verluidt ontwikkelde Mary een defensief trekje om eerst Freddie en dan zichzelf te beschermen tegen de media en de parasieten. Ook wordt er beweerd dat ze slecht van vertrouwen was en achterdochtig kon zijn. Is het mogelijk dat ze hen eigenlijk tegen Freddie zelf beschermde?

Hoezeer hun verbintenis ook een samensmelting van hart, geest en ziel was, om het evenwicht te bewaren was ook het lichamelijke aspect belangrijk. Freddies seksuele relatie met Mary duurde zes jaar. Dat is relatief lang wanneer je begin twintig bent, en is een bewijs van oprechte betrokkenheid. Ze gingen al snel samenwonen in een benauwde, krakkemikkige studio in Victoria Road, een zijstraat van Kensington High Street, voor £10 per week. Freddie zou altijd terugkeren naar deze Londense wijk. Vandaag de dag is de straat officieel een van de duurste straten in Engeland en Wales. De gemiddelde woning is er £ 6,4 miljoen waard.

Twee jaar later verhuisde het stel naar een groter en zelfstandig, maar vreselijk vochtig appartement op Holland Road, dat £9 per week meer kostte.

‘We werden samen volwassen. Ik mocht hem en van daaruit werd het vanzelf meer,’ herinnerde Mary zich later. ‘Het duurde drie jaar voordat ik echt verliefd was. Ik had me nog nooit zo gevoeld en voelde me sindsdien ook niet meer zo, met niemand. Ik hield vreselijk veel van Freddie en dat gevoel zat erg diep. Ik voelde me veilig bij hem,’ vertelde ze later aan David Wigg. ‘Hoe beter ik hem leerde kennen, hoe meer ik van hem hield om wie hij was. Hij had kwaliteit als persoon, iets wat ik tegenwoordig bijna niet meer tegenkom. We wisten dat we elkaar konden vertrouwen en dat we elkaar nooit opzettelijk pijn zouden doen.

Hij kocht een keer een ring voor me met Kerstmis en verstopte die in een enorm grote doos. Ik maakte die doos open en er zat nog een doos in, en nog één en nog één, totdat ik bij een piepklein doosje kwam. Toen ik dat openmaakte, zat er een prachtige ring in met een Egyptische scarabee. Die brengt geluk. Freddie was erg lief en verlegen toen hij me die gaf.’

‘Wat er daarnaast ook allemaal gebeurde,’ zegt Mick Rock, ‘thuis leidden Freddie en Mary een warm, huiselijk en gezellig bestaan. Freddie liep altijd rond in zijn ochtendjas en op pantoffels, als ik daar op bezoek kwam. Dan zaten we urenlang te kletsen.’

In interviews weigerde Mary altijd beleefd om hun privéleven te bespreken, zelfs de alledaagse kanten ervan. In een enkel interview zijn er toch wat intieme details doorgesijpeld. Bijvoorbeeld dat wanneer Freddie midden in de nacht de aandrang voelde om een nummer te schrijven, hij de piano naast het bed zette en doorging met componeren. De gemiddelde vrouw zou dat niet lang pikken.

Als Mary al twijfelde aan Freddies seksualiteit, probeerde ze dat in het begin van zich af te zetten. ‘Ik zei een keer tegen haar: “Je moet je toch hebben afgevraagd of Freddie niet homoseksueel was”,’ zei David Wigg. ‘“Maar overal waar we kwamen, waren de meisjes dol op hem,” antwoordde ze. “Als hij van het podium afkwam zaten ze allemaal aan hem.” Na een bepaald concert toen er drommen vrouwen op hem afkwamen, wilde ze zelfs weglopen omdat ze dacht dat Freddie haar niet meer nodig had. Maar hij zag haar vertrekken en rende haar achterna, al roepend: “Waar ga je heen?” “Je hebt me niet nodig,” zei Mary tegen hem, “je hebt dít allemaal,” doelend op al die vrouwelijke fans. “Ik heb je wel nodig,” vertelde Freddie haar. “Ik wil dat je erbij bent.”

Toen Freddy steeds later thuis begon te komen, kwam wel de gedachte in Mary op: “Dit was het dan,” vertelde ze tegen David Wigg. ‘In het begin dacht ze dat hij met een andere vrouw was. Ze zei tegen me: “Ik dacht dat hij me niet meer wilde. Hij had altijd smoezen: we hebben tot laat opnames gemaakt, of: we lieten ons meeslepen, sorry dat ik zo laat ben.” Verder leek alles goed te zijn tussen hen, zei ze, behalve dat hij zo laat bleef thuiskomen. Uiteindelijk kwam hij op een avond thuis en zei hij: “Mary, ik moet je iets vertellen.” Ze was er nog altijd van overtuigd dat het om een andere vrouw ging, en zette zich schrap. Maar tot haar grote opluchting zei hij eenvoudigweg: “Ik denk dat ik biseksueel ben.” “Nee, Freddie, ik denk niet dat je biseksueel bent, volgens mij ben je homoseksueel.” Freddie voelde zich gekwetst, maar hij accepteerde het bijna meteen van haar. “Ik wil dat je altijd een deel van mijn leven blijft,” zei hij. Toen hij ten slotte verhuisde naar het semilandhuis Garden Lodge in Kensington, kocht hij voor haar een klein appartement om de hoek. Vanuit het badkamerraam kon ze zijn enorme huis zien,’ aldus David Wigg.

Ze werd de matriarch van Freddies ‘familie’, een grotendeels homoseksuele entourage van bevriende medewerkers. ‘Freddie had de open en eerlijke relatie met Mary, die hij vanwege de religie en cultuur van zijn familie nooit met zijn biologische moeder had kunnen hebben,’ bevestigt Wigg.

Mick Rogers herinnert zich dat Freddie radeloos was over zijn problemen met seksualiteit. ‘Dit was voordat hij eindelijk uit de kast kwam. Hij was absoluut homoseksueel, maar niet exclusief, en dat werd hem te veel. Hij werd erdoor verscheurd. Het leek wel of hij zeker moest weten wat hij was, het een of het ander, maar hij zweefde ergens in het midden, in een soort niemandsland. Hij was gek op vrouwen en hield enorm van hun gezelschap. Later in zijn leven had hij misschien vooral seks met mannen en was hij meer promiscue met mannen, maar hij vond het heerlijk om met de meiden samen te zijn. Mary was natuurlijk de liefde van zijn leven, het was de intiemste band die hij ooit had gekend. Het was ontzettend ironisch dat Freddie in wezen homo was, maar dat zijn meest betekenisvolle relatie met een vrouw was. Misschien had dat meer met de persoon van Mary te maken dan met seksuele voorkeur. Er was echte liefde tussen hem en haar. De seks was niet half zo belangrijk als hun emotionele en spirituele band.’

Freddie had al snel mannelijke geliefden, maar hij nam ze nooit mee naar de studio die hij met Mary deelde. In het begin gedroeg hij zich discreet en hield hij de schijn van een heteroseksuele huiselijke relatie op. Omdat ze hoopte dat het slechts een ‘fase’ zou zijn, liet Mary hem zijn gang gaan en stak ze haar kop in het zand. Maar het werd hoe langer hoe duidelijker dat hij de voorkeur gaf aan zijn eigen sekse. Ten slotte kon hij de waarheid niet langer verbergen en bekende hij.

‘Ik merkte wel dat hij zich ergens ongemakkelijk onder voelde,’ vertelde Mary aan David Wigg. ‘Dus was ik opgelucht om het te horen. Ik was blij dat hij eerlijk tegen me was. Ik vermoed dat hij dacht dat ik hem niet zou steunen, maar ik kon hem het recht niet ontzeggen om in harmonie met zichzelf te leven.’

Dit maakt veel duidelijk over de vrouw die haar eigen verdriet en niet-uitgekomen dromen opzijzette om van hun liefdesrelatie een diepe, platonische vriendschap te kunnen maken. Vanaf toen was ze Freddies rechterhand en bleven ze elkaar dagelijks zien. Ze beschreef zichzelf als ‘manusje-van-alles’. Freddie noemde haar ‘Old Faithful’, wat zoveel wil zeggen als ‘ouwe getrouwe’.

Het stond Mary nu vrij om een andere partner te zoeken, maar het zou een hele tijd duren voordat ze dit deed. Ze kon Freddie niet loslaten en er wordt beweerd dat ze hem voorstelde om samen een kind te maken – waarop hij naar verluidt antwoordde dat hij ‘liever een kat’ nam. Mary kreeg uiteindelijk twee zoons: Richard, van wie Freddie peetvader was, en Jamie, die net na het overlijden van Freddie werd geboren. Maar haar relaties met mannen leken gedoemd te mislukken. Misschien omdat Freddie lange schaduwen vooruitwierp en voor altijd onder haar huid zat. Zelfs met de vader van de jongens, interieurontwerper Piers Cameron, had ze een knipperlichtrelatie. ‘Hij had altijd het gevoel dat hij in de schaduw van Freddie stond,’ verklaarde Mary de problemen in hun relatie.

Freddie zou affaires met vrouwen blijven houden, ondanks de eindeloze stroom homovriendjes. Omdat ze besloten had deel van zijn leven te blijven uitmaken, moest Mary dit wel accepteren. De meeste mensen die hen beiden kenden, geloven dat geen enkele vrouw ooit meer voor hem heeft betekend dan Mary. Het feit dat hij haar zijn huis naliet en het grootste deel van zijn fortuin bewijst dit.

‘Mary is bijna een heilige,’ verklaart Mick Rock. ‘Ze is fantastisch. Geweldig. Erg trouw. Niet pretentieus. Bescheiden. Een goed mens. Een van de beste mensen die ik heb gekend in mijn leven. Toen Queen was doorgebroken en ik naar Manhattan was verhuisd, zag ik Freddie vaak in New York. We trokken met elkaar op en praatten over van alles. Jaren later toen ik een keer in Londen was, dronk ik thee met Mary. Ze vertelde me toen iets vreemds dat ik op dat moment niet kon duiden, maar ik denk dat ik het nu wel begrijp. Ze zei: “Eerst mijn vader, toen Freddie en nu mijn zoons. Het lijkt erop dat ik op de wereld ben gezet om mannen te verzorgen.” Het leek alsof ze wilde zeggen dat dit haar lotsbestemming was. Een vreemd leven, als je erover nadenkt. Maar het klinkt wel logisch.’

Rock was opgelucht dat Freddie Mary fatsoenlijk behandelde. ‘Hij was uniek, exclusief, en iedereen zou daar moeite mee hebben gehad. Ook was hij bezeten van zijn werk. En tot overmaat van ramp had hij van die onverklaarbare, idiote woedeaanvallen. Het moet een nachtmerrie zijn geweest om met hem samen te werken of te wonen. Daar was hij zich van bewust. Hij was niet achterlijk. Wat Mary allemaal moest slikken, was voor de meeste mensen te veel geweest, maar ze bleef altijd van hem houden. Tot vandaag de dag aan toe. Je zou kunnen zeggen dat ze haar leven voor hem heeft opgeofferd. En wat ze ervoor terugkreeg, was niets in vergelijking met wat ze heeft gegeven, geloof me.’

Mary zou later verklaren dat Freddie haar leven had verrijkt. ‘Hij verruimde mijn blikveld door me kennis te laten maken met ballet, opera en kunst. Ik heb zo veel van hem geleerd en hij heeft me persoonlijk zo veel gegeven, dat ik hem nooit in de steek heb willen laten.’

Maar dat maakte hem niet makkelijker om mee te leven. Hij maakte niet alleen een drama van elke crisis, maar alles moest precies zo zijn als hij dat wilde. Als de schikking van bloemen in een vaas hem niet aanstond, gooide hij ze vol afschuw met vaas en al naar buiten. ‘Dit had alles te maken met zijn stijl,’ zei Mary vergoelijkend. ‘Alles moest gaan zoals hij het wilde, en hij kon daar erg moeilijk over doen. We hadden vaak onenigheid. Maar hij maakte nu eenmaal graag ruzie.’

Pas jaren na zijn dood kreeg Mary vrede met het feit dat hij haar zijn fortuin had nagelaten. Ze werd weer gelukkig in zijn schitterende huis, nu met Nick, de Londense zakenman met wie ze in 1998 in het geheim trouwde op Long Island, met haar zoons als getuigen. ‘Ik vind het erg dapper van Nick om zijn leven met mij te willen delen,’ vertelde ze aan David Wigg. ‘Ik had veel ballast. Maar nu ik ouder word, kan ik waarderen wat ik had en heb en verdergaan met mijn leven.’

Waar haar vriend Mick Rock aan toevoegt: ‘Sommige mensen bekritiseerden haar om haar vasthoudendheid in de relatie met Freddie en trokken haar motieven in twijfel. Maar ik kan je verzekeren dat ze het niet deed voor de poen. Daar steek ik mijn hand voor in het vuur.’

Iedereen kon zeggen wat hij wilde, maar alleen degenen die telden wisten hoe het zat (er zijn altijd minstens drie kanten aan elk verhaal). Eenentwintig jaar lang gaf Mary zich niet bloot. Wat Freddie betrof, was haar trouw vanzelfsprekend. Waarom ze nooit de waarheid onder ogen zag, hem verliet en een nieuw leven begon? Was haar diepste angst misschien dat ze zonder hem niets voorstelde?

‘Dat ze volhield in een situatie waarin de meeste vrouwen eieren voor hun geld zouden kiezen en een heteroseksueel milieu zouden zoeken, is een prestatie in doorzettingsvermogen en, het moet gezegd worden, in acteren,’ was het commentaar van Freddies beste vriend en vertrouweling David Evans. ‘Ik geloof oprecht dat ze zich nooit op haar gemak heeft gevoeld in het homoseksuele gezelschap waar Freddie zich mee omringde,’ openbaarde hij in 1995 in zijn memoires More of the Real Life. ‘Ik voelde haar ongemak aan en bood haar compensatie, voor zover ik dat kon, door me in te houden en me aan te passen aan haar heteroseksuele vrouwelijkheid. Mary was nooit ‘een van de jongens’ zoals zo veel van de vrouwen in Freddies leven. Ze leek niet dat luisterrijke, uitbundige zelfvertrouwen te hebben van een Barbara Valentin, of Anita Dobson, of Diana Moseley – allemaal prachtige, getalenteerde en sterke vrouwen die zich totaal niet bedreigd voelden door Freddies extravaganza. In feite werden ze erdoor bevestigd. Mary was altijd terughoudend, zowel geestelijk als lichamelijk niet aanwezig in The Real Life [zoals betrokkenen Freddies ‘hofhouding’ noemden].’

Hoewel Freddie en zijn vrienden oprecht opgetogen waren toen zij iets met Piers Cameron begon en zwanger van hem werd, verbaasde het niemand dat de affaire uiteindelijk stukliep. ‘Ik kan niet ontkennen dat ze onderdeel bleef van The Real Life,’ aldus Evans. Hij had gehoopt dat Mary zich zou terugtrekken uit ‘wat ik altijd beschouwde als een ongezond vasthouden aan een situatie, die haar eerdere verdriet en diepe teleurstelling alleen maar konden verergeren. Het is duidelijk dat ze er nooit overheen is gekomen.’