36.

'Moet ik nog iets doen?' vroeg Ayla.

'Dat weet ik nog niet,' zei Losaduna. 'Ik vind dat er nu een vrouw bij ons moet zijn. Madenia weet dat ik de Ene Die de Moeder Dient ben, maar ik ben een man, en ze is op het ogenblik bang voor mannen. Ik geloof dat het goed voor haar is als ze erover kon praten en soms is het makkelijker met een welwillende vreemde te spreken. De mensen zijn bang dat een bekend iemand hun diepe, uitgesproken geheimen zal onthouden. En telkens als ze die persoon zien, kunnen zij aan hun pijn en woede worden herinnerd.'

'Is er iets dat ik niet moet zeggen of niet moet doen?'

'Je bent van nature fijngevoelig en zult het zelf wel weten. Je hebt ook een zeldzame, natuurlijke aanleg voor nieuwe talen. Ik ben werkelijk verbaasd over de snelheid waarmee jij het Lo- sadunisch hebt leren spreken en daarvoor ben ik ook dankbaar, ter wille van Madenia,' zei Losaduna.

Ayla werd verlegen van zijn loftuitingen en keek een andere kant op. Ze vond het niet zo bijzonder. 'Het lijkt heel veel op het Zelandonisch,' zei ze.

Hij zag dat ze zich niet op haar gemak voelde en ging er niet verder op in. Ze keken beiden op toen Solandia binnenkwam.

'Alles is klaar,' zei ze. 'Ik zal de kinderen meenemen, het staat voor jullie klaar als jullie zover zijn. O, ja, Ayla, vind je het goed als ik Wolf meeneem? Het kleintje is zo aan hem verknocht en hij houdt ze allemaal bezig.' De vrouw grinnikte. 'Wie had gedacht dat ik ooit zou vragen of er een wolf op mijn kinderen kon komen passen?'

'Ik geloof dat het beter is als hij met jou meegaat,' zei Ayla. 'Madenia kent Wolf niet.'

'Zullen we haar gaan halen?' zei Losaduna.

Toen ze samen naar de woning van Madenia en haar moeder liepen, viel het Ayla op dat zij groter was dan de man en herinnerde zich haar eerste indruk van hem, klein en verlegen. Het verbaasde haar dat haar beeld van hem was veranderd. Al was hij klein van stuk en afstandelijk in zijn manier van doen, zijn onbetwistbare intellect gaf hem een zekere status en zijn rustige waardigheid verhulde een grote gevoeligheid en een sterke persoonlijkheid.

Losaduna krabbelde op de stijve lap ongelooid leer die tussen vier stokken was gespannen. De toegangsflap werd naar buiten opengeduwd en ze werden door een oudere vrouw binnengelaten. Ze fronste toen ze Ayla zag en wierp haar een zure blik toe, niet erg blij dat de vreemde vrouw er ook was.

De vrouw, vol bitterheid en woede, barstte meteen los. 'Is die man al gevonden? De kerel die mijn kleinkinderen heeft afgenomen voor ze de kans hadden te worden geboren?'

'Charoli vinden zal je kleinkinderen niet teruggeven, Verde- gia, en hij heeft niets met mijn komst te maken. Het gaat om Madenia. Hoe is het met haar?' vroeg Losaduna.

'Ze wil niet uit haar bed komen en eet haast niets. Ze wil niet eens met me praten. Ze was zo'n knap meisje en op weg een mooie vrouw te worden. Ze zou geen moeite hebben gehad een metgezel te vinden. Tot Charoli en zijn mannen haar in het verderf stortten.'

'Waarom denk je dat?' vroeg Ayla.

De oudere vrouw keek Ayla aan alsof ze gek was. 'Weet deze vrouw niets?' vroeg Verdegia aan Losaduna en wendde zich tot Ayla. 'Madenia had niet eens haar Eerste Riten gehad. Ze is besmeurd, in het verderf gestort. De Moeder zal haar nooit zegenen.'

'Wees daar niet te zeker van, De Moeder vergeeft veel,' zei de man. 'Zij kent de gebruiken van Haar kinderen en heeft middelen gegeven, andere manieren om hen te helpen. Madenia kan worden gereinigd en gezuiverd, herboren, zodat ze toch haar Riten van het Eerste Genot kan meemaken.'

'Dat helpt niet. Ze weigert elk contact met mannen, zelfs voor haar Eerste Riten,' zei Verdegia. 'Al mijn zoons zijn bij hun gezellinnen gaan wonen. Iedereen zei dat we in onze grot niet genoeg ruimte hadden voor veel nieuwe gezinnen. Madenia is mijn laatste kind, mijn enige dochter. Sinds mijn man gestorven is, heb ik me verheugd op haar metgezel, dat we een man over de vloer zouden hebben die hielp met de zorg voor de door haar te baren kinderen. Er zullen hier geen kleinkinderen wonen. Allemaal door die... man,' sputterde ze, 'en niemand doet er iets aan.'

'Je weet dat Laduni op bericht van Tomasi wacht,' zei Losaduna.

'Tomasi!' Verdegia gooide het er schamper uit. 'Wat hebben we aan hem? Het was zijn grot die... die man heeft voortgebracht.'

'Je moet hun een kans geven. We hoeven niet op hen te wachten om Madenia te helpen. Als ze is gereinigd en herboren, verandert ze misschien van gedachten over haar Eerste Riten. We moeten het in ieder geval proberen.'

'Je kan het proberen, maar ze komt toch haar bed niet uit,' zei de vrouw.

'Misschien kunnen we haar aanmoedigen,' zei Losaduna. 'Waar is ze?'

'Daar, achter dat gordijn,' zei Verdegia en wees op een afgescheiden ruimte bij de stenen muur.

Losaduna ging erheen en duwde het gordijn weg, waardoor plotseling licht in de donkere alkoof viel. Het meisje op het bed deed haar hand omhoog om het licht af te weren.

'Madenia, je moet opstaan,' zei hij. Zijn stem klonk vastberaden maar vriendelijk. Ze keerde zich af. 'Help je me even, Ayla?'

Samen trokken ze haar op en ondersteunden haar bij het staan. Madenia bood geen weerstand, maar werkte ook niet mee. Beiden liepen aan een kant van haar en brachten het meisje buiten de afgescheiden ruimte en de grot. Ze leek zelfs met haar blote voeten niets van de ijskoude, met sneeuw bedekte grond te voelen. Ze brachten haar naar een grote, kegelvormige tent die Ayla nog niet had gezien, doordat deze verscholen stond tussen rotsen en struikgewas. Er kwam stoom uit het rookgat en erom heen hing een sterke zwavellucht.

Toen ze binnen waren, trok Losaduna een leren lap voor de opening en maakte deze vast. Ze stonden in een klein voorportaal dat van de overige ruimte was afgescheiden door zware, leren gordijnen - mammoethuiden dacht Ayla. Hoewel het buiten vroor, was het hier warm. Een dubbelwandige tent was boven een hete bron gebouwd, die voor warmte zorgde. Ondanks alle stoom waren de wanden vrij droog. Er droop wat vocht omlaag van de schuine zijkanten tot de rand van de gronddoek, maar het meeste was te zien op de binnenkant van de buitenste wand waar de kou van buiten met de vochtige warmte van binnen in aanraking kwam. De isolerende luchtlaag ertussen was warmer en maakte de binnenste wand bijna droog.

Losaduna gaf hun opdracht zich uit te kleden en toen Madenia niets deed, vroeg hij Ayla dit bij haar te doen. De jonge vrouw klampte zich aan haar kleren vast toen Ayla trachtte deze uit te trekken en keek de Ene Die de Moeder Dient met grote ogen aan.

'Probeer haar kleren uit te trekken, maar als ze niet wil, moet ze maar gekleed worden binnengebracht,' zei Losaduna die achter het zware gordijn glipte waardoor een wolkje stoom ontsnapte. Zodra de man weg was, lukte het Ayla de kleren van het meisje uit te trekken. Ze trok snel haar eigen kleren uit en leidde Madenia naar de ruimte achter het gordijn.

Dichte wolken stoom verduisterden de ruimte met een warme mist, die omtrekken vervaagde en alle details verborg, maar Ayla kon een met stenen beklede poel naast een dampende, natuurlijke, hete bron onderscheiden. Een opening ertussen was met een gebeeldhouwde, houten stop afgesloten. Aan de andere zijde van de poel was een uitgeholde boomstam, die koud water uit een nabijgelegen beek bracht, opgetild, zodat deze naar de andere kant helde en het water niet in de poel kon stromen. Toen de dichte stoom een ogenblik optrok, zag Ayla dat de tentwanden waren beschilderd met dieren, waaronder veel zwangere dieren, de meeste vervaagd door het vocht, en raadselachtige driehoeken, cirkels, vierkanten en andere geometrische tekens.

Rondom de poelen die zich bijna tot de achterzijde van de tent uitstrekten, lag een dikke rij kussens van moeflonwol op de gronddoek, wat heerlijk zacht en warm voor de blote voeten was. Er waren vormen en lijnen op getekend, die naar de ondiepe linkerkant van de poel leidden. In het water, aan de rechterkant, het diepste gedeelte, waren banken. Aan de achterkant was een verhoogd podium van aarde waarop drie flakkerende stenen lampen stonden - schotelvormige schalen gevuld met gesmolten vet waarin een pit van een bepaalde aromatische stof dreef - rondom een beeldje van een weelderige vrouw. Ayla herkende Haar als de Grote Aardmoeder.

Voor het altaar van aarde bevond zich een zorgvuldig opgebouwde haard, omgeven door een vrijwel volmaakte cirkel van ronde stenen, die bijna gelijk waren in vorm en grootte. Losaduna doemde uit de dampende mist op en pakte een kleine stok die naast een van de lampen lag. Er zat een zwarte klont aan het uiteinde dat hij bij de vlam hield. Het brandde al gauw en door de geur wist Ayla dat de stok in pek was gedoopt. Losaduna beschermde het vlammetje met zijn hand, droeg de fakkel naar de gereedgemaakte vuurplaats en stak door de vlam bij de tondel te houden het vuur aan. Dit verspreidde een sterk maar aangenaam aroma, dat de zwavelgeur maskeerde.

'Volg me,' zei hij. Hij zette zijn linkervoet op een van de wollen kussens, tussen twee parallel lopende lijnen, en begon op een nauwkeurig uitgezet pad om de poel heen te lopen. Madenia schuifelde achter hem aan zonder na te denken en erop te letten waar ze haar voeten zette, maar Ayla sloeg hem gade en volgde in zijn voetstappen. Ze maakten een volledige rondgang om de poel en de hete bron en stapten over de koud-watertoe- voer en de diepe afvoergeul. Toen hij aan een tweede rondgang begon, begon Losaduna op eentonige toon te zingen, waarbij hij de Moeder met al Haar namen en titels aanriep.

'O, Duna, Grote Aardmoeder, Grote en Milde Weldoenster, Grote Moeder van Allen, Oorspronkelijke, Eerste Moeder, Zij Die alle vrouwen zegent, Zeer Barmhartige Moeder, hoor onze smeekbede.' De man herhaalde de bezwering telkens weer terwijl ze rondom het water liepen.

Toen hij zijn linkervoet weer tussen de parallel lopende strepen van het eerste kussen zette om de derde rondgang te beginnen, was hij bij 'Zeer Barmhartige Moeder, hoor onze smeekbede,' maar in plaats van van voren af aan te beginnen, vervolgde hij met: 'O, Duna, Grote Aardmoeder, er is kwaad aan een van Uw eigen volk gedaan. Een van Uw volk is verkracht. Een van Uw volk moet worden gereinigd en gezuiverd om Uw zegen te ontvangen. Grote en Milde Weldoenster, een van Uw volk heeft Uw hulp nodig. Zij moet worden genezen. Zij moet herstellen. Vernieuw haar, Grote Moeder van Allen en help haar de vreugde van Uw Geschenken te kennen. Help haar, Oorspronkelijke Moeder, Uw Riten van het Eerste Genot te kennen. Help haar, Eerste Moeder, Uw zegen te ontvangen. Barmhartige Moeder, help Madenia, dochter van Verdegia, kind van de Losaduniërs, de Aardkinderen die bij de hoge bergen wonen.'

Ayla was geboeid en ontroerd door de woorden en de ceremonie en dacht blij enige belangstelling bij Madenia te zien. Toen ze de derde rondgang hadden voltooid bracht Losaduna hen, zorgvuldig zijn voeten neerzettend en zijn smeekbeden vervolgend, naar het altaar van aarde, waarop de drie lampen rond de kleine Moederfiguur, de dunai, brandden. Naast een lamp lag een benen voorwerp dat op een mes leek. Het was tamelijk breed, met twee scherpe kanten en een afgeronde punt. Hij pakte het voorwerp en leidde hen naar de vuurplaats.

Ze gingen om het vuur zitten, met hun gezichten naar de poel, dicht tegen elkaar, Madenia in het midden. De man pakte bruine brandstenen van een stapel en legde deze in het vuur. Toen nam Losaduna uit een nis naast het verhoogde podium een schaal. Deze was van steen gemaakt en had vermoedelijk oorspronkelijk al de juiste vorm, maar was met een harde klop- steen uitgehold. De bodem was zwart geworden. Hij vulde de schaal met water uit een kleine zak die ook in de nis lag, voegde uit een mandje gedroogde bladeren toe en zette de kom op de hete brandstenen.

Losaduna begon met het benen mes op een vlak stuk fijne, droge aarde, omgeven door wollen kussens, te tekenen. Ineens begreep Ayla de betekenis van het benen instrument. De Mamutiërs hadden zoiets gebruikt om strepen in de modder te zetten, om aantallen en spelberekeningen vast te leggen, plannen voor de jacht uiteen te zetten, maar ook als een vertellend mes voor het tekenen van afbeeldingen. Losaduna ging door met tekenen en Ayla werd zich ervan bewust dat hij het mes gebruikte om iets mee te delen, maar geen verhaal om hen bezig te houden. Hij deed dit op dezelfde eentonige toon van de smeekbeden en tekende vogels om bepaalde punten te benadrukken en te versterken. Al snel begreep Ayla dat het verhaal een allegorie was van de aanval op Madenia, waarbij hij vogels als hoofdrolspelers gebruikte.

De jonge vrouw reageerde nu: ze identificeerde zich met dejonge vrouwtjesvogel waarover hij vertelde en begon plotseling luid te huilen. De Ene Die de Moeder Dient gebruikte de platte kant van het mes om het hele tafereel weg te vegen.

'Het is weg! Het is nooit gebeurd,' zei hij. Hij maakte een tekening van de jonge vogel. 'Ze is weer gezond, zoals aan het begin. Met de hulp van de Moeder gaat dit ook met jou gebeuren, Madenia. Het zal weg zijn, alsof het nooit is gebeurd.'

Een bekende, doordringende, muntachtige geur, die Ayla niet goed kon thuisbrengen, vulde langzaam de dampige tent. Losaduna hield het dampende water op de kolen even tegen en schepte er een kop uit. 'Drink dit maar,' zei hij.

Voor ze kon nadenken of weigeren, dronk Madenia de vloeistof op. Hij schepte een tweede kop voor Ayla en nam er zelf ook een. Toen stond hij op en leidde hen naar de poel.

Losaduna liep langzaam maar zonder aarzeling het dampende water in. Madenia volgde en zonder nadenken liep Ayla haar na. Toen ze in het water stapte, trok ze haar voet snel terug. Het was heet! Het is bijna kokend water, dacht ze. Slechts door uiterste wilskracht dwong ze zich haar voet weer in het water te zetten maar stond een tijd stil voor ze zich ertoe kon brengen een tweede stap te doen. Ayla had vaak in koud water van rivieren, beken en poelen gebaad of gezwommen, zelfs water waarop een dun laagje ijs lag en zich daarna gewassen met water dat door een vuur was opgewarmd, maar ze was nog nooit in heet water gestapt.

Hoewel Losaduna hen heel langzaam de poel in leidde, zodat ze aan de hitte konden wennen, deed Ayla er veel langer over om bij de stenen zitplaatsen te komen. Naarmate ze dieper kwam, voelde ze een rustgevende warmte door haar lichaam gaan. Toen ze ging zitten en het water tot haar kin reikte, kon ze pas ontspannen. Het was niet zo erg als je eraan was gewend, dacht ze. Eigenlijk deed de hitte goed.

Toen ze zaten en een beetje aan het water waren gewend, gaf Losaduna Ayla opdracht haar adem in te houden en haar hoofd onder water te dompelen. Ze kwam glimlachend weer boven, en hij gaf Madenia dezelfde opdracht. Daarna dompelde hij het zijne onder en leidde hen de poel uit.

Hij liep naar de ingang met het gordijn en pakte een houten schaal die net om de hoek stond. Er zat een dikke, lichtgele substantie in die op schuim leek. Losaduna zette de schaal op een plek die was belegd met mooi in elkaar passende, platte stenen. Met zijn hand pakte hij een handvol schuim, smeerde het over zijn lichaam en zei Ayla dit bij Madenia ook te doen en daarna bij zichzelf en dat ze hun haar niet moesten vergeten.

De man zong zonder woorden terwijl hij zich met het glibberige spul inwreef. Ayla kreeg het gevoel dat dit gezang niet zozeer een ritueel was, maar uitdrukking gaf aan zijn plezier. Ze voelde zich een beetje licht in het hoofd en vroeg zich af of dat misschien kwam door het extract dat ze hadden gedronken.

Toen ze klaar waren en het soppige schuim op was, nam Losaduna de houten schaal, liep naar de poel en vulde haar met water. Daarna liep hij naar de met platte stenen belegde plek terug en goot het water over zich heen om het schuim af te spoelen. Hij gebruikte nog twee schalen met water, haalde meer en goot dat over Madenia en Ayla. Het water liep van de poel weg en verdween in de spleten tussen het plaveisel. Vervolgens leidde de Ene Die de Moeder Dient hen naar de hete bron terug, onder gezang zonder woorden.

Toen ze daar zo zaten, bijna drijvend in het mineraalwater, voelde Ayla zich volkomen ontspannen. De hete bron deed haar denken aan de zoete baden van de Mamutiërs, maar dit was eigenlijk nog prettiger. Toen Losaduna besloot dat het genoeg was geweest, greep hij in het diepste deel van de poel en trok er een houten stop uit. Terwijl het water door de diepe af- voergeul begon weg te lopen, begon de man te schreeuwen, wat haar even deed schrikken.

'Kwade geesten gaat heen! Reinigende wateren van de Moeder, verwijder alle sporen van de aanraking door Charoli en al zijn mannen. Onreinheden loopt met het water weg, verlaat deze plek. Als dit water weg is, is Madenia rein, gezuiverd. De krachten van de Moeder hebben haar gemaakt zoals ze vroeger was!' Daarna liepen ze het water uit.

Losaduna bracht hen meteen buiten, zonder hun kleren. Ze waren zo warm van het hete water, dat de koude wind en de bevroren grond op hun blote huid verfrissend aanvoelde. De paar mensen die buiten waren, negeerden hen en wendden hun hoofden af toen ze langskwamen. Met een onaangenaam gevoel werd Ayla plotseling herinnerd aan een andere keer, toen de mensen naar haar keken, maar weigerden haar te zien. Wat hier gebeurde, leek niet op de vervloeking door de Stam. Ze voelde dat de mensen keken, maar uit een vorm van beleefdheid deden alsof zij hen niet zagen, niet door een vloek. Door de wandeling koelden ze snel af en toen ze bij de ceremonieruimte kwamen, waren ze blij met de droge huiden om zich in te wikkelen en de hete muntthee.

Ayla bekeek haar handen waarmee ze de beker vasthield. Ze waren helemaal gerimpeld, maar absoluut schoon! Toen ze haar haar met een benen voorwerp met enkele tanden kamde, ontdekte ze dat het kraakte als ze met haar vingers erdoor ging.

'Wat was dat zachte, glibberige schuim?' vroeg ze. 'Het reinigt als zeepkruid, maar veel beter.'

'Solandia maakt het,' zei Losaduna. 'Het is iets met as vaneen houtvuur en vet, maar je moet het haar maar vragen.'

Toen ze met haar eigen haar klaar was, begon Ayla dat van Madenia te kammen. 'Hoe krijg je het water zo heet?'

De man glimlachte. 'Dat is een Geschenk van de Moeder aan de Losaduniërs. Er zijn verscheidene hete bronnen in deze streek. Sommige worden elk ogenblik door iedereen gebruikt, maar andere zijn heiliger. We beschouwen deze als de oerbron waarvan alle andere afstammen en is daarom de heiligste van alle. Daardoor wordt onze Grot speciaal geëerd. Daarom is het voor de mensen zo moeilijk om weg te gaan, maar het wordt te vol in onze grot en een groep jonge mensen denkt erover een nieuwe Grot te stichten. Er is een plek, stroomafwaarts aan de overkant van de rivier, die ze op het oog hebben, maar die ligt op platkopterrein of daar dicht in de buurt. Daarom hebben ze nog niet besloten wat ze gaan doen.'

Ayla knikte, ze voelde zich zo warm en ontspannen dat ze liefst zou blijven zitten. Ze zag dat Madenia ook ontspannener was, niet meer zo stijf en teruggetrokken. 'Wat is dat hete water een fantastisch Geschenk!' zei Ayla.

'Het is heel belangrijk dat we alle Geschenken van de Moeder leren waarderen,' zei de man, 'maar vooral Haar Geschenk van het Genot.'

Madenia verstrakte. 'Haar Geschenk is een leugen! Het is geen Genot, het is alleen maar pijn!' Het was de eerste keer dat ze iets zei. 'Hoe ik ook smeekte, ze wilden niet ophouden. Ze lachten maar en als de ene klaar was, begon de ander! Ik wilde alleen maar sterven,' zei ze met een snik.

Ayla stond op, ging naar het meisje toe en legde haar armen om haar heen. 'Het was de eerste keer en ze wilden niet ophouden! Ze wilden niet ophouden!' huilde Madenia telkens. 'Geen man zal mij ooit weer aanraken!'

'Je hebt het recht om kwaad te zijn. Je hebt het recht om te huilen. Het was vreselijk wat ze je hebben aangedaan. Ik weet hoe je je voelt,' zei Ayla.

De jonge vrouw duwde Ayla van zich af. 'Hoe kun jij weten wat ik voel?' zei ze boos en vervuld met bitterheid.

'Ooit was het voor mij ook pijn en vernedering,' zei Ayla.

De jonge vrouw keek verbaasd, maar Losaduna knikte, alsof hij plotseling iets had begrepen.

'Madenia,' zei Ayla zacht, 'toen ik vrijwel zo oud was als jij, iets jonger denk ik, maar kort na mijn eerste maandstonde, ben ik ook gedwongen. Het was mijn eerste keer. Ik wist niet dat het als Genot was bedoeld. Mij deed het ook alleen maar pijn.'

'Door één man?' zei Madenia.

'Eén man, maar hij eiste het daarna nog vele keren van meen ik vond het vreselijk!' zei Ayla en was verbaasd nog zoveel woede te voelen.

'Vele keren? Nadat je de eerste keer was gedwongen? Waarom heeft niemand hem tegengehouden?' vroeg Madenia.

'Ze dachten dat hij er recht op had. Ze dachten dat het fout van mij was zo veel boosheid en haat te voelen en begrepen niet waarom ik pijn had. Ik begon me zelfs af te vragen of er iets met mij aan de hand was. Na enige tijd voelde ik geen pijn meer, maar ook geen Genot. Hij deed het niet voor het Genot, maar alleen om mij te vernederen en ik heb het steeds afschuwelijk gevonden. Maar... uiteindelijk kon het me niets meer schelen. Wat hij ook met me deed, ik dacht aan andere dingen, iets prettigs, en ik negeerde hem. Toen hij me niets meer kon laten voelen, zelfs geen boosheid, voelde hij zich vernederd denk ik, en eindelijk hield hij op. Ik wilde echter door geen man meer worden aangeraakt.'

'Mij raakt geen man meer aan!' zei Madenia.

'Niet alle mannen zijn als Charoli en zijn bende, Madenia. Sommigen zijn als Jondalar. Hij heeft me de vreugde en het Genot van het Geschenk van de Moeder geleerd en ik beloof je, het is een heerlijk Geschenk. Geef jezelf de kans een man als Jondalar te ontmoeten en leer de vreugde ook kennen.'

Madenia schudde haar hoofd. 'Nee! Nee! Het is afschuwelijk!'

'Ik weet dat het afschuwelijk was. Zelfs de mooiste Geschenken kunnen worden misbruikt en het goede in kwaad veranderen. Maar op een dag wil je moeder worden en je wordt nooit moeder, Madenia, als je het Geschenk van de Moeder niet met een man deelt,' zei Ayla.

Madenia huilde, haar gezicht was nat van de tranen. 'Zeg dat niet. Dat wil ik niet horen.'

'Dat weet ik, maar het is zo. Laat Charoli niet al het moois voor jou bederven. Laat hem jou niet de kans ontnemen een moeder te worden. Beleef je Eerste Riten en merk dan dat het niet afschuwelijk hoeft te zijn. Ik ben er tenslotte ook achtergekomen, al was er geen bijeenkomst en ceremonie om het te vieren. De Moeder heeft een manier gevonden mij toch die vreugde te geven. Ze heeft me Jondalar gezonden. Het Geschenk is veel meer dan Genot, Madenia, veel meer, als het wordt gedeeld met hartelijkheid en liefde. Als de pijn van de eerste keer de prijs was die ik moest betalen, zou ik deze met genoegen vele malen betalen, door de liefde die ik daarna heb gekend. Jij hebt zo veel geleden, misschien zal de Moeder jou ook een bijzonder iemand sturen als je Haar de kans geeft. Denk er eens over, Madenia. Zeg geen nee voor je erover hebt nagedacht.'

Ayla werd wakker en voelde zich uitgeruster en frisser dan ooit. Ze glimlachte lui en reikte naar Jondalar, maar die was al op en vertrokken. Ze was even teleurgesteld maar herinnerde zich toen dat hij haar had wakker gemaakt om te zeggen dat hij ging jagen met Laduni en enkele anderen en om haar nog eens te vragen of ze mee wilde. Ze had ditzelfde aanbod de avond ervoor al afgeslagen, omdat ze voor die dag andere plannen had en was in bed gebleven om te genieten van de zeldzame luxe zich nog eens in het warme bont te kunnen nestelen.

Ze besloot toch op te staan. Ze rekte zich uit en ging met haar vingers door haar haren en genoot van hun zijdeachtige zachtheid. Solandia had beloofd haar te vertellen hoe dat schuimige sop werd gemaakt, dat zo'n schoon gevoel gaf en haar haren zo zacht maakte.

Het ontbijt bestond uit hetzelfde eten dat ze sinds hun aankomst hadden gehad: een soep met geweekte stukken gedroogde zoetwatervis, die ze eerder in het jaar met een net uit de Grote Moederrivier hadden opgehaald.

Jondalar had haar verteld dat de Grot te weinig voorraden had en daarom waren ze op jacht, al vormden vlees en vis niet de levensmiddelen waaraan ze de meeste behoefte hadden. Ze leden geen honger, er was genoeg te eten, maar het liep tegen het eind van de winter, zodat de variatie beperkt was. Iedereen had genoeg van gedroogd vlees en gedroogde vis. Vers vlees zou verandering geven, maar niet geheel bevredigen. Ze verlangden naar de groene bladeren, scheuten van groenten en vers fruit, de eerste produkten van het voorjaar. Ayla was in de buurt van de grot op onderzoek uitgegaan, maar de Losaduniërs hadden de hele winter al geplukt en er was niets meer te vinden. Ze hadden nog een aardige hoeveelheid vet, waardoor ze geen gebrek aan proteinen hadden en voldoende calorieën kregen om gezond te blijven. Dit vet werd meestal aan soepen toegevoegd die ze later op de dag aten.

Het feestmaal dat de volgende dag deel zou uitmaken van de Moederceremonie, zou een bescheiden aangelegenheid worden. Ayla had besloten haar laatste zout en kruiden af te staan, die niet alleen smaak en geur zouden geven, maar ook waardevolle voedingsstoffen, vitaminen en mineralen die hun lichamen nodig hadden, de uiteindelijke oorzaak van hun hongergevoel. Solandia had haar de kleine voorraad gegiste dranken laten zien, hoofdzakelijk berkebier, waarmee het, volgens haar, echt feestelijk zou worden.

De vrouw zou ook een deel van haar vetvoorraad gebruiken om een nieuwe portie zeep te maken. Toen Ayla bezorgd opmerkte dat ze dan de noodzakelijke voorraad op zouden maken, zei Solandia dat Losaduna de zeep graag voor plechtigheden gebruikte en dat hun voorraad bijna op was. Terwijl de oudere vrouw zich met haar kinderen bezighield en alles gereedmaakte, ging Ayla met Wolf naar buiten om naar Whinney en Renner te kijken en zich enige tijd met ze te bemoeien.

Solandia kwam naar de grote opening in de grot om Ayla te zeggen dat ze klaar was, maar bleef in de ingang staan om naar haar bezoekster te kijken. Ayla kwam juist terug van een galop over het veld en lachte en speelde met de dieren. Door de manier waarop ze met de dieren omging, bedacht de vrouw ineens dat zij eigenlijk als kinderen voor haar waren.

Kinderen van de Grot, onder wie enkelen van haar, keken ook. Ze schreeuwden en riepen naar Wolf die naar Ayla keek, omdat hij graag naar de kinderen wilde en haar toestemming afwachtte. Ayla zag de vrouw bij de ingang van de grot en haastte zich naar haar toe.

'Ik hoopte dat Wolf de baby zou bezighouden,' zei Solandia. 'Verdegia en Madenia komen ook helpen, maar het werk vereist concentratie.'

'Oh, Moeder!' zei Dosalia, het oudste meisje. Zij had geprobeerd de wolf naar zich toe te lokken. 'De baby mag altijd al met hem spelen.'

'Nou, als jij op de baby wilt passen...'

Het meisje fronste en glimlachte toen. 'Mogen we hem mee naar buiten nemen? Het waait niet en ik zal hem warm aankleden.'

'Dat mag,' zei Solandia.

Ayla keek op de wolf neer die haar vol verwachting aankeek. 'Pas op de baby, Wolf,' zei ze. Hij liet een kefje als antwoord horen.

'Ik heb nog goed mammoetvet dat ik in de herfst heb uitgesmolten,' zei Solandia, terwijl ze naar de afgesloten plek in haar woonruimte liepen. 'We hebben verleden jaar bij de mammoet- jacht geluk gehad. Daardoor hebben we nog veel vet over en dat is maar goed ook. Het zou anders een zware winter zijn geweest. Ik ben al begonnen het te smelten.' Ze bereikten de ingang toen de kinderen naar buiten renden, met de jongste op de arm. 'Laat Micheri zijn wantjes niet verliezen,' riep Solandia hen na.

Verdegia en Madenia waren al binnen. 'Ik heb as meegebracht,' zei Verdegia. Madenia glimlachte een beetje aarzelend.

Solandia was blij dat ze uit bed was en onder de mensen kwam. Wat ze bij die hete bron ook hadden gedaan, het leek te hebben geholpen. 'Ik heb kookstenen in het vuur gelegd om thee te maken. Madenia, wil jij daarvoor zorgen?' vroeg ze. 'Dan gebruik ik de andere om het water opnieuw te warmen voor het smelten van het vet.'

'Waar moet ik die as laten?' vroeg Verdegia.

'Vermeng die maar met de mijne. Ik ben al begonnen met uitlogen.'

'Losaduna heeft me verteld dat je vet en as gebruikt,' zei Ayla.

'En water,' voegde Solandia eraan toe.

'Dat lijkt me een vreemde combinatie.'

'Ja, dat is het ook.'

'Hoe ben je op het idee gekomen die dingen bij elkaar te doen?'

Solandia glimlachte. 'Dat ging eigenlijk toevallig. We waren op jacht geweest. Ik had een vuur aangestoken in een vuurplaats met een diepe kuil, waarboven mammoetvlees lag te roosteren. Het begon te regenen, heel hard. Ik pakte het vlees met spit en al en holde naar een schuilplaats. Toen de regen ophield, gingen we naar de grot terug, maar ik was een goede kookschaal vergeten, die ik de volgende dag ging halen. De vuurplaats stond vol water, met iets als een dikke laag schuim erop drijvend. Ik zou er nooit naar hebben omgekeken als ik geen soeplepel erin had laten vallen en ik moest mijn hand erin doen om hem eruit te vissen. Ik ging naar de beek om hem af te spoelen. Dat voelde glad en glibberig aan, als zeepkruid, en mijn handen werden zo schoon! De soeplepel trouwens ook. Al het vet was eraf. Ik ben teruggegaan om het schuim in de schaal te doen en heb het mee naar huis genomen.'

'Is het zo gemakkelijk te maken?' vroeg Ayla.

'Nee, dat nou ook weer niet. Het is niet moeilijk, maar je moet ervaring hebben,' zei Solandia. 'De eerste keer had ik geluk. Alles klopte precies. Ik heb het sindsdien aldoor gemaakt en toch mislukt het soms.'

'Hoe maak je het dan? Je moet een methode hebben gevonden waarmee het meestal lukt.'

'Dat is niet moeilijk uit te leggen. Ik smelt schoon uitgebakken vet - je kunt elk vet nemen, maar elke soort wordt anders. Ik houd het meest van mammoetvet. Dan neem ik as van een houtvuur, vermeng dat met warm water en laat dat een tijdje intrekken. Daarna zeef ik het door een net of een mand met gaten in de bodem. Het uitgelekte mengsel is sterk. Het kan je huid aantasten of verbranden, heb ik gemerkt. Je moet het onmiddellijk afspoelen. Hoe dan ook, je roert die sterke oplossing door het vet. Als je geluk hebt, krijg je zacht schuim, waarmee alles is schoon te maken, zelfs leer.'

'Maar het lukt niet altijd,' zei Verdegia.

'Nee. Er kan van alles fout gaan. Soms kun je eindeloos roeren en wil het zich niet vermengen. Als dat gebeurt, helpt het wel eens als je het opwarmt. Soms deelt de oplossing zich in eenlaag die te sterk is en een die te vet is. Ook kan het tot klonten stollen die niet goed zijn gemengd. Of het wordt harder dan vorige keren, maar dat is niet erg. Het wordt ook harder als je het langer bewaart.'

'En soms wordt het goed, zoals de eerste keer,' zei Ayla.

'Eén ding heb ik in ieder geval geleerd, zowel het vet als de vloeistof die van de as is getrokken moet ongeveer even warm zijn als de huid van je pols,' zei Solandia. 'Als je een paar druppeltjes ervan op je pols doet, moet het niet koud en niet warm aanvoelen. De asvloeistof is moeilijker te beoordelen, want die is sterk en kan een beetje branden. Die moet je dan onmiddellijk met koud water afspoelen. Als het te veel brandt, weet je dat je meer water moet toevoegen. Meestal brandt het niet erg, maar ik zou dat nat niet graag in mijn ogen krijgen. Het steekt als je te dicht bij de damp komt.'

'En het kan ook stinken!' zei Madenia.

'Dat is zo,' zei Solandia. 'Het kan ontzettend stinken. Daarom meng ik het meestal in het midden van de grot, al maak ik hier alles klaar.'

'Moeder! Moeder! Kom gauw!' Solandia's oudste dochter kwam binnenstuiven en rende meteen weer weg.

'Wat is er gebeurd? Is er iets met de baby?' vroeg de vrouw, die prompt achter haar aan holde. Iedereen volgde en rende naar de ingang van de grot.

'Kijk!' zei Dosalia. Ze keken allen naar buiten. 'Het kleintje loopt!'

Micheri stond op zijn voetjes naast de wolf en hield zich aan zijn vacht vast. Met een tevreden glimlach deed hij een paar wankele stapjes, terwijl Wolf voorzichtig en langzaam doorliep. Ze lachten allen van opluchting en verrukking.

'Glimlacht die wolf eigenlijk?' vroeg Solandia. 'In mijn ogen lijkt het erop. Hij is zo tevreden over zichzelf dat hij loopt te glimlachen.'

'Dat geloof ik inderdaad,' zei Ayla. 'Ik heb vaker gedacht dat hij kan glimlachen.'

'Het hete water wordt niet alleen voor ceremoniën gebruikt, Ayla,' zei Losaduna. 'Ook dikwijls om lekker lang in te weken. Als je Jondalar een bad wilt laten nemen, om te ontspannen, hebben wij daar geen bezwaar tegen, hoor. De Heilige Wateren van de Moeder zijn als Haar andere Geschenken aan Haar kinderen. Het is de bedoeling dat ze worden gebruikt en genoten. Zoals deze thee die jij hebt gemaakt, die moet ook worden genoten,' voegde hij eraan toe, terwijl hij zijn beker ophield.

Bijna alle leden van de Grot, degenen die niet waren gaan jagen, zaten rondom een vuurplaats in het open midden ervan.

Meestal waren de maaltijden heel informeel, behalve bij bepaalde gelegenheden. Soms aten de mensen apart in gezinsverband, en soms met anderen. Ditmaal aten de achterblijvers in de grot samen, vooral omdat ze veel belangstelling voor de bezoekers hadden. De maaltijd bestond uit een stevige soep van mager, gedroogd hertevlees, aangevuld met mammoetvet, waardoor zij voldoende voedzaam was, en de thee die Ayla had gemaakt, waarvan iedereen zei dat hij erg lekker was.

'Als de jagers terug zijn, kunnen we misschien de poel gebruiken. Ik denk dat Jondalar van een warm bad zal genieten en dat wil ik graag met hem ervaren,' zei Ayla.

'Je mag haar wel waarschuwen, Losaduna,' zei een vrouw met een veelbetekenend lachje. Ze was aan hen voorgesteld als de gezellin van Laduni.

'Waarvoor, Laronia?' vroeg Ayla.

'Soms moet je een keuze maken uit de Geschenken van de Moeder.'

'Hoe bedoel je?'

'Ze bedoelt dat de Heilige Wateren ook te ontspannend kunnen zijn,' zei Solandia.

'Ik begrijp het nog steeds niet,' zei Ayla fronsend. Ze wist dat iedereen om het onderwerp heen draaide.

'Als je Jondalar in een heet bad meeneemt, kan de kracht van zijn mannelijkheid ontspannen raken,' zei Verdegia, iets vrijmoediger dan de anderen, 'en kan het een paar uur duren voor hij weer overeind staat. Je moet dus na een heet bad niet te veel van hem verwachten. Niet onmiddellijk. Er zijn mannen die daarom niet in de Heilige Wateren van de Moeder willen baden. Ze zijn bang dat hun mannelijkheid in de Heilige Wateren wordt afgevoerd en nooit meer terugkeert.'

'Kan dat?' vroeg Ayla en keek Losaduna aan.

'Dat heb ik nooit gezien of gehoord,' zei de man. 'Als er al iets gebeurt, is dat het tegenovergestelde. Een man wordt juist gretiger na enige tijd, ik denk omdat hij zich ontspannen en lekker voelt.'

'Ik voelde me heerlijk na dat hete bad en heb ontzettend goed geslapen, maar niet alleen door het water denk ik,' zei Ayla. 'Kwam het misschien door de thee?'

De man glimlachte. 'Dat was een belangrijk ritueel. Een ceremonie omvat altijd meer.'

'Nou, ik wil graag terug naar de Heilige Wateren, maar ik wacht toch maar op Jondalar. Denk je dat de jagers spoedig terugkomen?'

'Dat weet ik zeker,' zei Laronia. 'Laduni weet dat er nog dingen voor het Moederfeest van morgen moeten worden gedaan. Ik denk dat ze niet weggegaan zouden zijn, als het nietwas om te zien hoe Jondalars lange-afstandjachtwapen werkt. Hoe noemt hij dat?'

'Een speerwerper en die werkt fantastisch,' zei Ayla, 'maar zoals bij alles, je moet ermee oefenen. We hebben deze reis ontzettend veel geoefend.'

'Gebruik jij zijn speerwerper?' vroeg Madenia.

'Ik heb de mijne,' antwoordde Ayla. 'Ik heb jagen altijd fijn gevonden.'

'Waarom ben je vandaag niet meegegaan?' vroeg het meisje.

'Omdat ik dat schoonmaakspul wilde leren maken. En ik moet kleren schoonmaken en repareren,' zei Ayla, terwijl ze opstond en naar de ceremoniële tent liep. Toen bleef ze staan. 'Ik heb ook iets om iedereen te laten zien,' zei ze. 'Heeft een van jullie ooit een draadtrekker gezien?' Ze zag vragende blikken en schuddende hoofden. 'Als jullie even wachten zal ik hem halen en aan jullie laten zien.'

Ayla kwam uit de woonruimte met haar naaigerei en wat kleren die ze wilde repareren. Iedereen kwam om haar heen staan om weer een verbazingwekkend ding van de reizigers te zien. Uit haar naaibuidel haalde ze een pijpje - gemaakt van heel licht, hol bot van een vogelpoot - en schudde daaruit twee ivoren naalden. Een gaf ze aan Solandia.

De vrouw bekeek de gepolijste miniatuurpen nauwkeurig. Aan de ene kant was een scherpe punt gemaakt, als bij een priem. De andere was dikker en, heel verbazingwekkend, had een klein gat er helemaal doorheen. Ze dacht hierover na en kreeg ineens een idee. 'Zei je dat dit een draadtrekker is?' vroeg ze en gaf het voorwerp aan Laronia.

'Ja. Ik zal je laten zien hoe je hem gebruikt,' zei Ayla. Ze trok een dun stuk pees van een vezelige, dikkere streng, maakte het eind nat en vormde dit tot een gladde punt. Ze wachtte tot dit droog was. De peesdraad werd harder en behield zijn vorm. Ze stak hem door het gat achter in de kleine, ivoren pen en legde hem even weg. Toen pakte ze een vuurstenen instrumentje met een scherpe punt om gaten langs de rand van een kledingstuk te prikken, waarvan de steken bij een zijnaad in het leer waren gescheurd. De nieuwe gaten kwamen naast de vorige.

Zodra ze de gaten voor een nieuwe naad had gemaakt, ging Ayla makkelijker zitten om het nieuwe gereedschap te demonstreren. Ze stak de punt van de ivoren naald door de gaten in het leer, greep de kleine pen en trok de draad met een zwierig gebaar door het leer.

'O!' De mensen die het dichtst bij haar stonden, vooral de vrouwen, slaakten een gezamenlijke zucht. 'Moet je zien!' 'Ze hoefde de draad niet uit de gaatjes te pulken, ze trok hem er dwars door.' 'Mag ik dat ook proberen?'

Ayla gaf het kledingstuk door en liet de vrouwen het uitproberen. Ze gaf uitleg, deed het voor en vertelde hoe dit idee bij haar was opgekomen en hoe iedereen van het Leeuwekamp had geholpen het te ontwikkelen.

'Dit is een hele mooie priem,' zei Solandia, die hem nauwkeurig bekeek.

'Wymez van het Leeuwekamp, heeft hem gemaakt, ook de boor voor het gaatje waar de draad doorheen gaat,' zei Ayla.

'Dat is een moeilijk instrument om te maken,' zei Losaduna.

'Jondalar zegt dat Wymez de enige vuursteenklopper is die hij heeft ontmoet die even goed is als Dalanar, misschien zelfs iets beter.'

'Dat is veel lof,' zei Losaduna. 'Iedereen erkent Dalanar als meestersteenklopper. Zelfs aan deze kant van de gletsjer, bij de Losaduniërs, is hij bekend om zijn vakkundigheid.'

'Maar Wymez is ook een meester.'

Allen draaiden zich verbaasd om bij het horen van die stem en zagen Jondalar, Laduni en anderen de grot binnenkomen met een steenbok die zij hadden gedood.

'Jullie hebben geluk gehad!' zei Verdegia. 'Als jullie het goed vinden, wil ik graag de huid. Voor de steenbokwol om een bed voor Madenia's Verbintenis te maken.' Ze wilde de eerste zijn.

'Moeder!' zei Madenia in verwarring. 'Hoe kun je het over een Verbintenis hebben?'

'Madenia moet de Eerste Riten hebben meegemaakt alvorens aan een Verbintenis te denken,' zei Losaduna.

'Van mij mag ze de huid hebben,' zei Laronia, 'waarvoor ze hem ook wil gebruiken.' Ze voelde een beetje hebzucht in Ver- degia's verzoek. Ze jaagden niet vaak op de wilde bok die moeilijk was te vangen was. Zijn wol was zeldzaam en daardoor kostbaar, vooral aan het eind van de winter, na een heel seizoen dik en dicht te zijn geworden terwijl bij de voorjaarsrui de vacht nog een voddige aanblik had gegeven.

'Van mij ook. Verdegia mag hem hebben,' zei Solandia. 'Vers steenbokkevlees is een welkome afwisseling en het doet er niet toe wie de huid krijgt, speciaal bij het Moederfeest.'

Anderen waren het hiermee eens en niemand maakte bezwaren. Verdegia glimlachte en probeerde niet te zelfvoldaan te kijken. Door als eerste te spreken, had ze beslag gelegd op de waardevolle huid, zoals ze had gehoopt.

'Verse steenbok zal lekker zijn met de gedroogde uien die ik heb meegebracht, en ik heb ook nog bosbessen.'

Weer keek iedereen naar de ingang van de grot. Ayla zag een jonge vrouw die ze nog niet had ontmoet. Ze had een baby op de arm, een meisje aan de hand en ze werd gevolgd door een jongeman.

'Filonia!' riepen verscheidene mensen tegelijk.

Laronia en Laduni holden naar haar toe, gevolgd door de anderen. De jonge vrouw was duidelijk geen vreemde. Na veel hartelijke omhelzingen nam Laronia de baby over en tilde Laduni het meisje, dat op hem toe was gerend, op zijn schouders. Vanaf die hoge plek keek ze met een tevreden glimlach naar alle mensen.

Jondalar stond naast Ayla en glimlachte bij het gelukkige tafereeltje. 'Dat meisje zou mijn zusje kunnen zijn!' zei hij.

'Filonia, kijk eens wie hier is,' zei Laduni en bracht de jonge vrouw naar hen toe.

'Jondalar, ben jij het?' zei ze, terwijl ze hem geschokt en verbaasd aankeek. 'Ik had niet gedacht dat je ooit zou terugkomen. Waar is Thonolan? Ik wil iemand aan hem voorstellen!'

'Het spijt me, Filonia. Hij zwerft in de volgende wereld,' zei Jondalar.

'Oh. Wat naar om te horen. Ik wilde zo graag dat hij Thono- lia zou zien. Ik weet zeker dat zij een kind van zijn geest is.'

'Dat denk ik ook. Ze lijkt precies op mijn zusje en beiden zijn bij dezelfde haardstede geboren. Mijn moeder zou haar moeten zien, ik denk dat ze blij is te horen dat er nog iets van hem in deze wereld is, een kind van zijn geest,' zei Jondalar.

De jonge vrouw zag nu Ayla. 'Jij bent niet alleen teruggekeerd,' zei ze.

'Nee, zeker niet,' zei Laduni, 'en wacht maar tot je zijn andere reisgezellen hebt gezien. Je gelooft je ogen niet.'

'Je bent op het juiste moment gekomen. We hebben morgen een Moederfeest,' zei Laronia.