Leidraden
‘Wil je de ware geschiedenis van een Liguriër of een Siciliaan uit het Neolithicum begrijpen? Probeer dan zo’n Liguriër of Siciliaan te worden. Wil je de ware geschiedenis van een grassprietje begrijpen? Probeer dan zo’n grassprietje te worden.’
Benedetto Croce (1917)1
‘We kunnen het ons niet langer permitteren om alleen het goede uit het verleden tot onze erfenis te rekenen, het slechte opzij te schuiven en net te doen alsof dat slechte dood gewicht is dat met de tijd vanzelf wel in de vergetelheid zal raken.’
Hannah Arendt (1958)2
‘Niettemin leven we ons gewone uiterlijke leven door. Geen maatregel, geen dwang kan ons afhouden van dien levensgang. Voor een luttel oogenblik worden we telkens gestoord, dan door dezen, dan door dien maatregel van geweld … Maar het was altijd slechts even. Ons bestaan gaat toch weer door, als een even afgedamde stroom die zijn loop hernam. De trein, het kantoor, de beurs…’
J.H. Penning (1945)3
‘Die rare cijfers, zoveel beschamender voor Nederland dan voor welk land in West-Europa ook. Zelfs in Duitsland had je nog iets meer kans de vernietiging te overleven dan in Nederland. We waren niet antisemitisch, we waren alleen maar laf.’
Renate Rubinstein (1990)4
‘Ik moest erg aan de vrede wennen. Al dat geklets over goed en slecht, over zwart en wit. De ervaring had me geleerd dat er mensen bestonden die zeer goed en mensen die zeer slecht waren, maar de ervaring had me ook geleerd dat het merendeel zich in het rijk der tussentinten ophield.’
Armando (1988)5
‘De onmacht van het grootste deel van het Nederlandse volk om daadwerkelijk verzet te bieden aan de Duitse bezetter heeft geleid tot schuldgevoelens, ter bestrijding waarvan de collaborateurs een dankbaar doelwit van projectie boden. Deze omstandigheid is de oorzaak van een overaccentuering van de tegenstelling “goed” en “fout” en heeft nader onderzoek naar de achtergrond van de collaboratie in de weg gestaan.’
Jaap Hofman (1981)6
‘Wat liggen ze alweer ver achter ons, nietwaar, al die figuren uit de nationaal-socialistische tijd! Niet zo ver, niet zo ver. Ge kunt ze met de vinger aanwijzen, in besturen, verenigingen en regeringslichamen, op kantoren en fabrieken, onder ambtenaren, militairen, sociale werkers en organisatoren…’
Abel Herzberg (1946)7
‘Na twee jaar in Bosnië te zijn geweest ben ik ervan overtuigd dat, zelfs als er camera’s in Auschwitz hadden gestaan, men nog niet meer had gedaan.’
David Rieff (1995)8