5.

Ik herinner me van de eerste Stenders en Van Inkel-uitzending nog hoe mijn gevoelens waren naar een flitsende start zijnerzijds om 19.00 uur.
Ik voelde me als een voetballer van een amateurclub die ineens door een samenloop van omstandigheden verzeild raakt bij een Champions League-wedstrijd in het eerste van Ajax tegen AC Milan.
De vrouwen die ik adoreerde in het Curry en Van Inkel-tijdperk zaten nog steeds even mooi te wezen op de bank, maar ik meende natuurlijk diepe teleurstelling in hun ogen te ontwaren dat de knappe prins Adam Curry vervangen was door een goedbedoelende kikker uit Tilburg.
Bij de Vara zaten ook wel eens vrouwelijke fans maar dat waren altijd van die uitgeschoten oogschaduwtypes die het midden hielden tussen Siouxsie van the Banshees en Robert Smith van the Cure. Ze mochten volgens de rituelen van de alternatieve stam natuurlijk nimmer glimlachen noch in hun uitingsvormen laten blijken überhaupt iets leuk te vinden.
Nee, dan was dit toch het betere werk. Tussen mijn zenuwen door vanwege de eerste uitzending en haar verpletterende lekkerheid stelde een van de dames aan mij de vraag waar ze zich kon omkleden. Ik vond het merkwaardig want we waren toch geen disco, maar ik wees haar de weg naar het toilet en ze kwam terug in een ultrakort rokje en hoge laarzen.
Wat was dit nou weer? Ze bleek bij stotterende navraag de baas of zo van een of andere videotheek te zijn en kwam net van haar werk, maar als ze uitging kleedde ze zich liever anders.
Zeg dat wel ja.
Jeroen zag aan mij dat ik het allemaal ontzettend wennen vond en hielp me zo goed en zo kwaad als hij kon met acclimatiseren.
Aan het eind van de eerste uitzending wist ik dat dit niet was wat het zou moeten zijn. Curry werd node gemist en ik wist me geen raad met deze flamboyante show.
Van Inkel was beleefd en lief maar ik zag hem balen. We zouden er nog hard aan moeten trekken. Gelukkig hadden we in die tijd nog geen mail of sms want dan was ik waarschijnlijk tijdens de uitzending zo depressief geworden van de reacties dat een zeer vroegtijdig einde van Stenders en Van Inkel nog diezelfde avond bezegeld had kunnen worden.
Per post werd mij een paar dagen later duidelijk dat we er nog heel hard aan moesten trekken. Met name een gezellige tekening waarop een man met een strop om zijn nek, hangend aan een galg, te zien was kwam behoorlijk binnen. Die man moest ik voorstellen. De afzender vond het ondanks de duidelijkheid van de illustratie toch nog nodig er een onderschrift bij te leveren: ‘Lul, je verpest mijn hele vrijdagavond, flikker met je lelijke harses op naar die chagrijnige kutvara van je.’
De volgende uitzending besloot ik er maar niet omheen te draaien en ook deze brief te behandelen, inclusief het onvermijdelijke woordgrapje: ‘Ik zal mezelf voortaan stRob Stenders noemen.’ Ik startte daar achteraan the Smiths met Panic waarin de veelgeprezen regel ‘hang the dj’ een keer of honderd langskomt. De kwetsbaarheid werd gewaardeerd door een deel van de luisteraars en die belde naar de studio met troostende woorden. Wel viel mij als beroepspessimist op dat geen van de steunbetuigingen ging over de kwaliteit van het programma, maar altijd over de ongehoordheid van de ongenuanceerde brief. Na afloop van het programma gingen de guys altijd nog even stappen in het Countdown Café van Alfred Lagarde en Kees Baars. Dat werd uitgezonden vanuit een heuse kroeg in de buurt. Jeroen vroeg of ik meeging.
Mijn hemel, ook dat nog.
Ik had niemand bij het in mijn ogen zeer extraverte Veronica verteld last te hebben van straatvrees en dat ik het meeste contact met grote groepen mensen doorgaans probeerde te mijden.
Maar ik wilde op mijn eerste werkdag niet meteen al de party pooper zijn.
Ik dus doodsbenauwd mee. Ook het gelaarsde videotheekmeisje en haar vriendin werden ingeladen.
Eenmaal binnen werd ik luidruchtig begroet door alweer zo’n icoon: Alfred Lagarde. Ook Lex zat er. Ik was als de dood dat hij zijn mening zou geven over de eerste Stenders en Van Inkel. Dat deed hij subtiel.
‘He joh, je mos nog ff wennen zeker?’
Daarmee kon ik leven. Snel het hoekje van de kroeg in gevlogen om de massa te ontlopen. Zelfs het goddelijke meisje liet ik onaangeroerd achter en ik heb uit pure verlegenheid niet eens afscheid van haar genomen. Hierbij dan alsnog. Bedankt voor de bijzondere avond en ik had je graag beter leren kennen.
Ik begon me te realiseren dat ik nog een lange weg te gaan had om te integreren in dit extraverte bolwerk. Zou mijn veel te introverte en aan straatvrees grenzende karakter in staat zijn om in deze integratie te overleven?
Nog zo’n proeve van bekwaamheid moest ik afleggen in Montreux.
Daar was een groot Europees popspektakel gaande waar de hele crème de la crème van de toenmalige muziekscene bijeen was.
Duran Duran, Samantha Fox, Public Enemy, Crowded House, Madonna, London Beat, Johnny hates jazz, Frankie goes to Hollywood. Ze waren er allemaal, erger nog, ik moest ze ook allemaal interviewen. Uit pure verlegenheid maakte zich een soort verlamming van mij meester waardoor ik als enige van het hele radioteam nooit met een gesprek terugkwam.
Nadat ik door de productie dwingend was toegesproken om eindelijk eens een keer niet zo lui te zijn, wist ik wat me te doen stond: van die kleinzielige puber eens een man maken.
De toegewezen artiesten waren niet de makkelijkste voor een beginneling: Eric B & Rakim en page 3 girl-Sam Fox.
Eric B had net een hit gehad met Paid in full. Het hele nummer bestond uit samples van andere liedjes. Best revolutionair en een gesprek over het feit of we hier te maken hadden met creatieve bloedarmoede of een nieuwe kunstvorm in de popmuziek, leek me opportuun.
Met kloppend hart meldde ik me bij de platenmaatschappij en voor ik het wist werd ik naar binnen geduwd bij Eric B.
Daar stond ik toch maar. Puntje voor mij.
In het Engels dat me deed denken aan Paul de Leeuw op een slechte dag stamelde ik mij door het zorgvuldig voorbereide vragenlijstje heen.
De artiest gaf geen krimp. Een uiterst sober ‘yeah and no’ waren mijn deel en dan beschrijf ik nog de meest uitgebreide antwoorden. Wat onzeker geworden door deze reactie probeerde ik toch nog wat complimenten te uiten aan het adres van zijn artistieke prestaties op Paid in full in de hoop Eric wat milder te stemmen. Hij begon wat wanhopig om zich heen te kijken, iets in mij zei dat het geen verlegenheid was vanwege mijn achtergelaten slijmspoor van zojuist. Hij wenkte een extreem getoupeerde poedel van de platenmaatschappij en maakte met een internationaal vermaard gebaar duidelijk dat hij niet langer prijs stelde op mijn gezelschap.
Ik stond binnen drie seconden verbouwereerd buiten. Zo slecht waren mijn vragen toch ook weer niet? Bij navraag bleek dat deze debiel de vragen niet aan Eric B gesteld had maar aan een van de leden van de meest invloedrijke rapgroep aller tijden: Public Enemy.
Mijn tweede ervaring was iets vrolijker en redde mijn reputatie een beetje.
Sam Fox was natuurlijk een lekkere verschijning als je, zoals ik, maar een beetje smaak hebt. Dat hielp mij niet om zelfverzekerd een gesprekje te doen.
In elk geval zou ik mij dit keer, niet zoals met Eric B, vergissen in de identiteit van de gesprekspartner.
Het was een soort persconferentie en er waren wel honderd journalisten op de been.
Een mazzeltje voor mij want dan kon ik de recorder laten snorren en dan later net doen alsof ik de vragen gesteld had.
Het noodlot hielp dat veilige plan om zeep.
De vragenstellers werden aangewezen door een persvoorlichter.
Ik stak nooit mijn vinger op, dus dacht dat het schoolse systeem ook daar opging dat je dan ook geen beurt kreeg, maar helaas.
The blonde one over there (dat was ik dus) mocht zijn vraag stellen.
In pure paniek stootte ik iets uit in de richting van: ‘Je bent een van de lekkerste vrouwen die ik ken maar wanneer ga je nou eens een goeie plaat maken, want dan kan ik tenminste met goed fatsoen je platen kopen zonder te hoeven uitleggen dat ik het niet voor de hoes doe?’
Het viel even stil, de persvoorlichter stond op om me te verwijderen maar Sam begon te lachen en de zaal ging daarin mee.
Ze zei dat ze haar best zou doen om het me op de volgende plaat naar de zin te maken en in elk geval bedankt voor het compliment.
Next!
Ik voelde zowaar wat bewondering om me heen en ging trots naar de hotelkamer van Alfred Lagarde die veel interviews voor de radio daar monteerde.
‘He kid, er staat niks op die tape van je,’ was de mokerslag die aan mijn heldenstatus voor even een einde maakte.
Vanzelfsprekend geloofde niemand bij Veronica mijn verhaal maar ik werd gered door de plaatselijke tv die mijn vraag de hele avond herhaalde in het Montreux Journaal.
De volgende beproeving was de dj die na mij in dienst was gekomen en net als ik de Vara als leerschool had gehad: Wessel van Diepen.
Die was een stuk vlotter, knapper, eenvoudiger in de omgang, sprak goed Engels en kwam met het ene na het andere leuke interview terug. In de middag vormde hij eenmalig een koppeltje met mijn radiopartner Jeroen van Inkel. Eerlijk is eerlijk; het was echt vele malen beter dan het duo Stenders en Van Inkel.
Wij zochten heel erg naar de juiste vorm en met Wessel klonk het direct volstrekt organisch.
Vanzelfsprekend was dat niet alleen mij opgevallen maar ook de bazen en Van Inkel zelf. De verleiding was groot om de wisseltruc snel toe te passen. Ik zou dat, ondanks de bijbehorende puberpijntjes, ook heel goed begrepen hebben.
Het pikante was dat ik Van Diepen had geholpen met zijn entree in Hilversum. Ik kreeg een demo van hem via een collega en was direct fan. Ik heb zwaar voor hem gelobbyd bij de Vara en daar waren ze ook onder de indruk van zijn kwaliteiten. Hij begon in de nacht maar was in no time de ochtendjock. Hij verving de met pensioen gaande Felix Meurders. Die beweerde altijd al dat hij op zijn veertigste zou stoppen met dj-werk. Iedereen nam dat met een korreltje zout maar net voor hij veertig werd voegde hij de daad bij het woord. Wessel maakte snel furore en je zag direct dat hij voor het grote werk gemaakt was. De transfer naar Veronica en zijn snel volgende tv-stap verbaasden dan ook niemand. Hij was in karakter totaal het tegenovergestelde van mij. Dat vertaalde ik aanvankelijk in slecht en goed. Ik deugde, hield van muziek, waar Wessel al helemaal geen last van had; hij was een snelle jongen die nietsontziend en over lijken carrière maakte. Later plaatste ik deze veroordelingen in een veel eerlijkere context: pure jaloezie. Om met die vreselijke Acda en de Munnik-pastiche te spreken: ‘Ik wou dat ik jou was.’
Ik had gewoon veel te veel last van pleinvrees, minderwaardigheidscomplexen, verlegenheid en al die andere moeilijke karaktertrekken om tot volle wasdom te komen. Die complicaties had Van Diepen nou eenmaal niet. Die wandelde fluitend door het leven en haalde er alles uit wat erin zat.
Later toen het gif van de afgunst uit mijn lijf was zou ik daarvoor zonder reserve nog veel bewondering hebben. Hoe hij financieel onafhankelijk werd door met de Vengaboys de wereld te veroveren vond ik meesterlijk. Ik verafschuwde de muziek maar soms kan ik nou eenmaal veel waardering opbrengen voor gezonde koopmansgeest.
Zover was ik toen nog niet. De realiteit viel concreet net iets te vaak in mijn nadeel uit.
Hij begeerde vaak dezelfde vrouwen als ik en één keer raden wie het meisje altijd kreeg? Dat overkwam me zeker twee keer.
Het ergste vond ik Jeanette. Daar was ik helemaal blind van. Ik had nachtenlang telefonische gesprekken met haar. Ze was slim, bloedmooi, sexy en hield als bonus ook nog van muziek.
We zouden samen naar een concert van John Cougar Mellencamp gaan. Ze vroeg of ik het erg vond dat er een vriendje van haar zou meegaan, ene Jan?
‘Nee, tuurlijk niet,’ totdat Jan bij aankomst Wessel van Diepen bleek te zijn. Dat was een ‘verrassing’, een grapje van haar. Die zag ik echt niet aankomen, dus toen zij daar voor mijn neus stonden te tortelduiven kon ik van ellende wel door de grond zakken.
Ze had kennelijk totaal niet door hoe verliefd ik op haar was. De Rob uit die tijd kennende ben ik in al die nachtelijke gesprekken maar blijven doorlullen over Neil Young in plaats van wat duidelijkheid te verschaffen over de amoureuze gevoelens die ik voor haar koesterde. Ik kon ze dus eigenlijk mijn gekwetstheid omtrent hun geëtaleerde liefde niet kwalijk nemen, maar die ratio was toen ver te zoeken.
Hij kreeg nu ook nog de gelegenheid ‘mijn’ programma over te nemen.
Uiteindelijk begreep ik van Jeroen dat zijn vrouw mij gered had. Lex Harding had hem gevraagd na te denken over Van Diepen als nieuwe partner. Hij beloofde wel een ander ‘plekkie’ voor mij te bedenken, dus het was nu Van Inkels choice.
Sandra van Inkel had haar man in de overweging meegegeven dat ik zonder enige moeite mijn ego ondergeschikt maakte aan dat van Jeroen, maar dat Wessel ongetwijfeld net als Adam de dominante factor en de ster van het programma zou willen zijn.
Zeer eerlijk van hem om die overweging met mij te delen en misschien was dat ook wel de schop onder mijn hol die ik nodig had om te presteren.