20.

Wij vonden unaniem dat Ruud de Wild met in zijn kielzog Jeroen Kijk in de Vegte de gedroomde opvolgers waren van Evers. Ze waren verantwoordelijk voor een fantastisch middagprogramma. Het was geestig, intelligent, tongue-in-cheek en creatief. Ron flon flon met Jacques Plafond van Wim T. Schippers in een populair jasje.
Met enkele aanpassingen was dit zo naar de ochtend te verplaatsen. Bovendien had Ruud al ervaring in de morgenstond, want hij had dit klusje bij 538 al eens geklaard. Als er iemand had kunnen concurreren met Edwin Evers dan was hij het wel. Helaas liet Ruud weten geen trek in dit baantje te hebben.
Wie dan?
Zenderbaas Van der Lugt belde met het verzoek een keer met hem te praten over de nieuwe invulling van het ochtendprogramma. Nog steeds had ik geen vermoeden dat ik ineens tot usual suspect gebombardeerd was. Ik was nogal een nachtmens en sinds ik met natte haren door mijn moeder na Starsky & Hutch naar bed gezonden werd ben ik, eenmaal op eigen benen, nooit meer gaan slapen vóór drie uur ’s nachts. In de ochtend ben ik niks waard en die paar keer dat ik wel eens een programmaatje op die tijd had overgenomen, moest ik er dubbel zo hard voor werken. Het lijf suggereert het te doen, maar de geest ontkent vervolgens weer alles op die tijd. Op mijn klok kwamen de uren 05-10 ook helemaal niet voor. Die had ik toch niet nodig.
Paul begroette mij heerlijk lomp bij het begin van onze meeting.
‘Hé Stenders, tot nu toe heb je het geld altijd makkelijk verdiend, zou je d’r niet eens een keer voor willen werken? Ik had bedacht dat wij maar eens moeten lullen over jou in de ochtend.’
Hij vertelde me dat van alle matige opties ik tot nu de beste was. Maar even belletje getrokken bij Fred Siebelink en mijn Vara-radiobaas Harm van Dijk. Wat vonden zij? Fred moest alleen maar kei- en keihard lachen. Dat was ook een antwoord. Harm van Dijk ging wat serieuzer op de zaak in.
Hij kende mij heel goed, we waren voorzichtig in het echte leven vrienden aan het worden. Altijd vrij lastig in deze gezagsverhouding een vriendschappelijke relatie te onderhouden, maar het lukte wonderwel. We konden werk van privé scheiden. Hij in elk geval, het weerhield hem er nooit van mij streng toe te spreken. Hij was ook een meester in de hand op de knip houden. Meestal tot mijn grote ongenoegen, want stunts buitenshuis kosten altijd geld en dat vond ik nou juist het aller leukste.
Vaak schold ik hem voor boekhouder uit en dacht hem daar veel pijn mee te doen, maar pas veel later kwam ik er achter dat hij glom van trots bij deze geuzennaam.
Dan deed hij zijn werk goed en kon hij die geldverslindende machine een beetje onder controle houden. De job paste uitstekend bij hem. Hij kon en kan zich goed in de creatieve explosies van programmamakers inleven en verliest het bedrijfsbelang daarbij niet uit het oog. Hij volgt kritisch zonder in de weg te staan en van een meedogenloze sturing waar ik altijd van op tilt sla, is bij hem geen sprake. Er zijn niet zoveel gezagsdragers die nou juist de essentie van mij als programmamaker in tact willen laten. Mijn ‘anders zijn’ moest volgens Harm de basis zijn, hij probeerde alleen de bijbehorende excessen van de prins op de erwt een beetje te kanaliseren. Als hij het ergens niet mee eens was, werd dat gewoon besproken. Het was zo’n verademing om niet als een kleuter op je lazer te krijgen voor iets stoms. Het ging voor de afwisseling meestal over relevante dingen. Niet altijd overigens, want bij Harm kan de stemming van de dag ook nog wel eens zijn beoordelingsmechanismen negatief beïnvloeden. Er zijn wel eens momenten dat er helemaal niks goed is. Zodra echter een bakje koffie en mijn verpletterende charmeoffensief het ergste gif uit zijn lichaam hebben verdreven, wordt dat ook ruiterlijk erkend. We hebben niet voor niks zo’n acht jaar zonder grote onoplosbare conflicten met elkaar doorgebracht. Hij heeft dan uiteindelijk toch de gebruiksaanwijzing bij dit aparte model kunnen vinden. Er bleken maar drie knoppen op te zitten, de rest is aangebracht om de eigenaar van het complexe apparaat op een dwaalspoor te zetten.
Knop 1: nooit zeggen ‘je moet’
Knop 2: juist het ‘anders zijn’ niet willen veranderen
Knop 3: ach, aai het ventje af en toe ook eens over zijn bolleke, hij doet wel grom maar bijt nooit als je hem aait. Dan kan de onberekenbare zwerfhond ook verrassend loyaal zijn.
Deze middag kwam ik bij hem op kantoor om eens uitgebreid onze tanden te zetten in het ochtendvraagstuk. Zijn rijzige gestalte en priemende ogen maakten nog meer indruk dan normaal toen hij met een half spottende, half serieuze blik de meest essentiële vraag stelde:
‘Robbie, jongen, je mailt me altijd midden in de nacht, je kijkt altijd ranzige tv-programma’s die om drie uur beginnen, je schijnt je vriendin regelmatig rechtop in bed te zetten omdat je haar weer eens zonodig een plaatje wilt laten horen… Moet jij wel een ochtendprogramma maken? Je weet niet eens van het bestaan van dat tijdstip.’
Ai, dat was een confronterende, prikkelende stelling. Er rolde een goudeerlijk antwoord uit:
‘Neuh, eigenlijk niet nee Harmke, maar wat vind jij?’
Het werd even heel stil, de speld lag net niet op het bureau dus die kon je ook niet horen vallen. Harm wendde zijn hoofd twijfelend richting het plafond en zijn grimas verried het antwoord dat hij aanstonds zou geven.
‘Nee Robbie, je moet het denk ik echt niet doen. Ik vermoed dat je het wel kunt, maar je ochtendshow zal teveel een nachtprogramma voor jou zijn.’
‘Logisch’ dat de uitkomst van deze bijeenkomst was:
‘Harm, ik heb nog nooit een ochtendshow gedaan, de middag kan ik inmiddels met mijn ogen dicht invullen. Ik ga het gewoon proberen.’ Hij was niet eens verbaasd, ik was immers een vat vol tegenstellingen. Hij kon het niet laten om toch nog even, net voor verlaten van zijn kamer, weer die hamvraag te stellen:
‘Robbie, weet je het écht zeker?’
Dit zou de centrale vraag worden waar ik in elk gesprek mee geconfronteerd zou worden.
Zendercoördinator Paul van der Lugt wilde het weten en ook mijn zaakwaarnemer Willem Debois maakte er een running gag van, maar wel met een ernstige ondertoon.
Tot één dag voor de uitzending bleef die rechtmatige vraag alle gesprekken beheersen.
Ik wist het echt (uh, bijna) zeker en zou de nieuwe ochtend-jock van 3FM worden, geflankeerd door de vaste radioverkering Fred Siebelink. Er vond een uitgebreide verkenning mijnerzijds plaats naar de ochtendrituelen van de mensheid. In die periode ben ik Edwin Evers’ programma wat vaker integraal gaan beluisteren. Onverstandig en slecht voor mijn zelfvertrouwen, want ik vond dat hij en zijn sidekicks Rick en Cobus zich voortreffelijk van hun taak kweten. Ik wist dat ik als dj niet aan Edwin Evers kon tippen. Ik miste eenvoudigweg vooral de discipline en de consistentie die je voor zo’n klus nodig hebt. Evers was ook echt eager om ochtendjock te zijn, voor mij was het vooral werk op een wat onchristelijk tijdstip. Bovendien heb ik van nature een wat cynische klankkleur en ben ik er, overigens willens en wetens, nooit in geslaagd een allemansvriend te worden. In de breedte zouden we dus behoorlijk moeten inleveren. Ik maakte het rapport van al mijn mankementen op en probeerde in de samenstelling van het team alles te compenseren. Bij nabeschouwing mag je rustig ‘overcompenseren’ gebruiken.
Bart Spring in ’t Veld trok ik aan als sidekick. Hij had net de eerste editie van Big Brother gewonnen en was daar het huis uitgewandeld terwijl hij het Ronnie Tober-lied Ik vind je geweldig, in één woord geweldig aanhief. Wij gebruikten in de middag die klassieker altijd als iemand weer een van onze stomme quizzen had gewonnen. Hij bleek dat inderdaad uit ons programma geciteerd te hebben.
Bart was fan van de middagshow en dat liet hij ook merken toen hij te gast was. Het klikte tussen ons drieën.
Big Brother Bart, zoals hij tot zijn ongenoegen in de volksmond was gaan heten, had de Bekende Nederlander-status van de koningin, dus dat leek mij een geweldige investering voor ons te starten programma. In elk geval zat het met de publiciteit wel goed. Ik hield niet zo van babbeltjes maken met de pers, maar wist dat zoiets onlosmakelijk hoorde bij de strategie om je programma snel beroemd te maken. Hij kon dan ook namens ons woordvoerder zijn en hij was intelligent en scherp genoeg om de rol van sidekick waar te maken. Margreet van Gils was secretaresse van Paul van der Lugt, maar verveelde zich in die hoedanigheid kapot. Ze was ook veel te creatief om te functioneren in het idioom ‘Hé schatje, doe maar ff twee koffie en een banaantje.’ Ik had haar al regelmatig ‘misbruikt’ in de middag en dat was mij goed bevallen.
Fred en ik zijn op zijn zachtst gezegd niet de beste regelaars. In de middag kwamen we met al die gebroken beloften naar onze luisteraars toe nog wel weg, maar in een ochtendprogramma is het toch echt onontbeerlijk om een goede producer te hebben, en dat is Margreet. Ze bleek trouwens ook over geweldige verbale capaciteiten te beschikken. Ze was bovendien een vrouw en die waren er erg weinig in het macho dominante mannencultuurtje, dus die kreeg ook een microfoon voor haar neus.
Dan was daar nog de vreemde eend in de bijt: Eric Dikeb. Een volkszanger met een ‘omvangrijk’ oeuvre. Hij zou met zijn ‘gezelligheid’ ons cynisme moeten compenseren.
In mijn ‘marketing’ denken had ik hem de underdog gemaakt die de sympathie moest opwekken van de luisteraars met een ‘gezellige’ smaak. Voor de wat progressievere aanhang moest hij overduidelijk camp zijn.
Dikeb had indruk op mij gemaakt door zijn vasthoudendheid. Hij moest en zou beroemd worden en schuwde geen enkele methode. Hij was daarin heel creatief en veel slimmer dan iedereen dacht. ‘Dikkie’ was al eens een paar keer te gast geweest en we hadden ons altijd erg met hem vermaakt. Intern legendarisch is zijn poging tot omkoping. Hij benaderde mij serieus om voor 50.000 gulden zijn plaat zeer regelmatig te laten horen op de radio. Ik stelde voor zijn suggestie maar wereldkundig te maken. Na bekomen te zijn van de verbazing stemde hij daarmee in.
In de uitzending kwam hij ook werkelijk met een lullig plastic zakje binnenwandelen met daarin… inderdaad 50.000 gulden contant. Ik kwam niet meer bij. Iedereen in het audiocentrum kwam even checken of het echt was. Ik liet mijn luisteraars deelgenoot worden door ze te vragen wat ze ervan zouden vinden als deze ‘onkreukbare’ dj vijf weken lang dat kutnummer van die Dikeb zou draaien voor geld. De meesten vonden het oké als het geld maar overgemaakt werd op de rekening van het goede doel. Ik was zeer dicht bij de acceptatie van de poen, maar kon zijn bijkomende eis om er de Megahit van te maken – dat is de alarmschijf van Radio 3 – niet verzilveren. Ik koos die schijf met vier andere mensen, dus ik kon alleen mijn stem geven aan zijn nummer. Mijn compromisvoorstel om de plaat nog een week extra te promoten vond hij onvoldoende en 3FM wilde niet aan mijn suggestie om de eerste gekochte Megahit toe te staan voor het goede doel. Dat leek mij wel een stunt, maar Paul en consorten gruwelden al bij het idee dit te moeten uitleggen aan het Commissariaat voor de Media die er als een strenge waakhond op toeziet dat de publieke omroep zich keurig gedraagt.
Het ging dus niet door, maar Dikeb maakte zich wel onsterfelijk door dit voorval. Hij leek me dus zeer geschikt voor een rol in de ochtend. Weer een microfoon erbij. En nog was ik er niet gerust op. Ik moest ook nog zo nodig iemand hebben die voor de continuïteit zou zorgen. Onontbeerlijke bestanddelen van de ochtend zoals het weer, man bijt hond-berichtjes en de files konden niet helemaal op mijn warme belangstelling rekenen, dus ook daarvoor moest iemand komen.
Dat werd voormalig TROS-dj Patrick Kicken. Ik was een van de weinigen op de zender die iets in hem zag. Ik bewonderde zijn futuristische voelsprieten enorm. Hij wist altijd feilloos waarmee Nederland bezig was en waarmee ze over drie maanden druk zouden zijn. Bij hem heb ik menig cabaretier voor het eerst gehoord (Hans Teeuwen). De technische toepassingen msn, sms zijn bij ons voor het eerst gebruikt omdat hij ze introduceerde. Hij had een ongelofelijk oor voor hits en was een kenner van ochtendradio. Kicken had daarvan een studie gemaakt en het kon geen kwaad daarnaar als leek op dit gebied te luisteren. Daarnaast was hij creatief en zou in dat proces een grote pijler van het programma moeten worden. Ik vond hem een totaal onderschatte dj. Ik bood hem dus ook een microfoon aan.
Daarnaast wilde ik ook emplooi verschaffen aan de Shockradio typetjesman Hilbert Elskamp, want humor in de morgen mocht natuurlijk niet ontbreken. Nog een microfoon!
Het totaal belachelijke van deze onderneming werd mij duidelijk bij de eerste uitzending. Ondanks een brainstorm op de traditionele hei hadden we nauwelijks een idee, behalve dat het niet op Evers moest lijken. We stonden aan de startstreep met Patrick, Fred, Margreet, Bart, Erik en ikzelf. Zes man en geen idee waar we naartoe gingen. Fred en ik hadden nog de hoop wat krediet van luisteraars te hebben vanwege onze lange diensttijd bij 3. We vergisten ons. Het waren namelijk totaal andere luisteraars. De eerste confrontatie met het feit dat we echt een ander type programma moesten maken. In de middag maakten we vlechtwerkjes van twee uur. Hier moesten we er in elk geval van uitgaan dat je niet zomaar om half negen kon doorpraten over een onderwerp waaraan je om tien over acht was begonnen. Dan moest je er om half negen de voorgeschiedenis bij vertellen. Een ochtendprogramma kent zo zijn eigen statuten.
Het was natuurlijk een puinhoop, die eerste uitzending met zoveel mensen als kapitein op het snel zinkende schip. Rond kwart over acht stortte ik in en keek lange tijd naar buiten alsof daar de antwoorden lagen. De collega’s bleken later dat moment te hebben ervaren als het punt waarop ik mijn toch al zo betwijfelde verstandelijke vermogens definitief aan het kwijtraken was. Een dwangbuismomentje.
Ik zou mijn reputatie als slow starter weer eer aandoen. Het programma liep totaal niet. Wij waren gewend aan enorme publieksreacties ’s middags, in de ochtend moesten we het doen met een paar povere mails en de meeste daarvan waren vrij negatief. De meest positieve was: ‘Ik kan 538 niet ontvangen en Evers ook niet dus nu moet ik godverdomme wel naar jullie luisteren.’ Een goede tweede was: ‘Ik blijf principieel naar 3FM luisteren, hoop dat jullie er ooit wat van gaan maken.’
De eerste weken waren echt een belediging voor onze zender. Er ratelden mensen door elkaar heen, het had geen enkele samenhang, geen leuke onderdelen, er viel niks te lachen en we wisten overduidelijk niks van de ochtend. En we bleven maar hardop klagen over de verwoestende werking van dit tijdstip.
Vier critici hebben uiteindelijk een grote rol gespeeld bij het verbeteren van het programma.
De eerste was een vrachtwagenchauffeur die ik regelmatig tegenkwam in het eetcafé de Gooische herberg. ‘Hé Stenders, je moet je bek eens houden over dat vroege opstaan, wat dacht je van alle mensen die ook zo vroeg opstaan en echt moeten werken voor hun geld in plaats van een paar plaatjes opzetten en slap ouwehoeren en daarvoor ook nog riant beloond worden.’ Die was helemaal raak.
De tweede kwam van een mevrouw die een echte recensie aan ons programma had gewijd in Het Parool. Alles wat ze schreef, was waar. Ze schreef het met veel spijt in haar pen, want ze had overduidelijk met veel plezier naar het middagprogramma geluisterd. Te veel mensen, te weinig sfeer, geen spontaniteit, weinig relevantie. Haar enige positieve voetnoot ging over de muziek. Onze opener Wake up van The Boo Radleys maakte haar dag al goed en die zou op een andere zender niet te horen zijn.
De derde was collega-dj Wim Rigter. Hij zat na ons met de onvermijdelijke Arbeidsvitaminen.
Die luisterde onderweg in zijn auto meestal naar ons en nam me een keer apart. ‘Ik heb jullie gisteren bij de zenderredactie totaal afgebrand, net als al je andere collega’s, maar ik vind het hypocriet als ik het jullie zelf ook niet vertel. Ik hoor een programma dat best potentie heeft, maar zo weinig met vandaag te maken heeft. Jullie show kan net zo goed gisteren, morgen of vanmiddag worden uitgezonden. Een ochtendprogramma dient echt van het moment te zijn en er hoort dus veel meer actualiteit in. Jullie moeten praten over de zaken waarmee Nederland bezig is.’
Dat was een eyeopener voor me. Ik wilde elke schijn van het imiteren van Edwin Evers vermijden. Luisteraars vielen me al lastig met het gezeur dat ik ook typetjes deed. Het kostte mij moeite ze duidelijk te maken dat ik dat al jaren deed, zelfs voordat Evers überhaupt op de radio was. Om dan nu ook met mensen uit het nieuws te bellen en berichtjes voor te lezen ging me eigenlijk te ver. Maar Wim had natuurlijk gelijk. Je kunt moeilijk een krant beginnen en geen nieuws publiceren omdat de krant die al jaren bestaat dat ook doet. De mores van een ochtendprogramma is het hier en nu. De vierde was Vara 3FM eindredacteur Harm van Dijk. Hij deed er werkelijk alles aan om het project te laten slagen. Hij bejegende ons kritisch maar opbouwend. Hij hielp waar hij helpen kon. Ging soms in de gekte mee om uiteindelijk in moeilijke perioden het hoofd koel te houden en zeer oplossingsgericht te zijn. Zo heeft hij mij ervan weerhouden om al na een week Stenders Vroeg mijn live op 3FM aangekondigde ontslag te laten doorgaan.
‘Het is allemaal leuk en aardig Robbie dat ontslag nemen, maar ik hoop dat je inmiddels volwassen genoeg bent om even een momentje te denken aan alle moeite die we ons allemaal getroost hebben teneinde dit project te laten slagen. Je hebt een heel team om je heen verzameld, moeten we dat maar meteen op straat gooien omdat meneer de artiest een dagje ongesteld is? Wat een slappe hap jongen, kom op, verman je! Vecht eens voor dat programma. Dat ben je verplicht aan de Vara en Radio 3, maar ook aan jezelf. Als ik je verder ergens mee kan helpen, hoor ik het graag van je. Dááág kereltje.’
Het was de enorme schop onder mijn verwende reet waar ik nadrukkelijk naar had gesolliciteerd. Ter verlichting verzon ik een list waar iedereen zich in kon vinden. Paul de Leeuw zou de maandag voor zijn rekening nemen en Stenders Vroeg de dinsdag tot en met de vrijdag.
De Leeuw had ooit al voor Radio 3 gewerkt in het datingprogramma Lieve Paul samen met onze zendercoördinator Paul van der Lugt. Bovendien had hij op de toenmalige Vara-dinsdag ook al met veel succes een ochtendprogramma gepresenteerd.
Dat waren allemaal stappen in de goede richting. Er moest veel veranderen en dat kon helaas niet zonder pijn.
Big Brother Barts bijdrage stelde zeer teleur. Hij bleek werkelijk niks leuk te vinden en was een meester in het tegenspreken om het tegenspreken. Hij putte een groot genoegen uit het frustreren van alle gesprekken. In zijn gedachte zat hij nog steeds in het Big Brother-huis en het leek alsof hij ook hier na honderd dagen wederom als enige de eindstreep wilde halen. Zo kon er nooit vaart in het programma komen. Ik mocht het hem eigenlijk ook niet kwalijk nemen. Hij had nog nooit radio gemaakt. Toch werd ik stapelgek van die geacteerde opstandigheid van hem. Hij waakte over dat zorgvuldig gecreëerde imago. Ik kende namelijk privé een heel leuke gevoelige, lieve Bart maar die werd tijdens de uitzending altijd zorgvuldig verborgen in die ruwe bolster. Het ging zo knagen dat we er allemaal niet aan moesten denken dat hij nog een dag langer op de werkvloer zou verschijnen. Er lag nog wel een contract voor een jaar. We hebben hem als noodoplossing maar reportages buiten de deur laten maken. Met zijn naam en faam kwam hij overal zonder moeite binnen, tot de premier aan toe. Helaas wenste hij nou juist niet zijn Bekende Nederlanderschap te exploiteren, daarmee was meneer wel klaar. Dat leidde onvermijdelijk tot een vervroegd afscheid. Zijn lezing op de zaak is een andere. Hij verweet mij jaloersheid op zijn succes bij de vrouwen. Ook goed. Als dit drama maar eindigde.
Patrick had ik een veel te prominente rol beloofd. Hij zou anderhalf uur achter de knoppen zitten, ik de andere anderhalf uur. Het programma heette Stenders Vroeg dus ik moest in principe de dominante rol vervullen. Maar als hij achter de mengtafel stond, kreeg het geheel een totaal andere klankkleur. Ik ging met Kicken praten en die was het totaal met mij eens.
‘Bob, het werkt niet. Ik wil te veel dj zijn en ben veel te weinig bezig met de creatieve dingen die ik eigenlijk voor je zou moeten doen. Dank voor de kans, sorry dat ik er zo weinig van heb gemaakt, maar ik ben gewoon meer van een eigen programma.’
Zo zelfreinigend kom je ze maar zelden tegen in Hilversum. We namen met groot wederzijds respect afscheid van elkaar. Patrick is nu zelf ochtend-dj bij radio Veronica.
Toen waren er nog ‘maar’ vier presentatoren.