19.
Hockeyinternational Margje Teeuwen kwam via een
kennis van me de studio binnengeslopen en zou mijn leven nimmer
meer verlaten. Frits heet deze jongen en ik zal hem eeuwig dankbaar
blijven voor zijn idee om haar even te laten kijken naar de
inrichting van de Radio 3 studio. Hij organiseerde feestjes en
wilde een leuk retro fuifje opzetten in Den Bosch. Het moest er een
beetje zo uitzien als ons hokje, ooit bedacht als heel hip maar
zoals dat gaat met laatste trends, zien ze er een paar jaar later
heel potsierlijk uit.
Margje was aangezocht vanwege haar achtergrond als
binnenhuisarchitect. Om kwart over twee die middag hield voor mij
de uitzending al op. Deze vrouw maakte met haar entree direct een
einde aan mijn ambitie om dit programma tot een goed einde te
brengen. Ik vond haar by far een van de mooiste vrouwen die
ik ooit van dichtbij heb mogen bekijken en haar uitstraling was
verpletterend. Ineens kwam al dat testosteronoverschot los en moest
ik zo nodig direct het verleidingsalfamannetje uithangen. Zoals
bijna altijd na overmatig uitsloven krijg je de klappen waar je om
vraagt.
Ik wist niets van hockey behalve wat halve vooroordelen: balletjes
en blondjes met staartjes.
Frits had me nog ingefluisterd dat ze Olympisch was en ooit in
badpak had gestaan in een modemagazine. Met die
achtergrondinformatie moest ik het doen terwijl ik haar ongevraagd
de interviewmicrofoon onder haar neus duwde. Ik maakte alle
klassieke fouten, het begon al met haar Bregtje te noemen omdat ik
onthouden dacht te hebben dat ze zo heette. De fout trachtte ik te
herstellen met ‘uh alle hockeymeisjes heten toch Bregtje?’ Of dat
nog niet voldoende was, kraamde ik daarna iets seksistisch uit over
haar ‘vleesetende bikini’ in dat blaadje. Ik stond direct met 10-0
achter en ik zag haar denken: ‘Wat een eikel, verder geen aandacht
aan besteden.’
Normaal zou ik mijn verlies direct nemen. Ik was doorgaans niet zo
uitsloverig als ik zag dat ik geen schijn van kans had, maar deze
dame bleef mijn gemoederen bezighouden. Er werd een ongekend,
schandelijk, stalk mediaoffensief ingezet om haar alsnog van
gedachten te laten veranderen.
We gaven regelmatig een ‘lang leve jij’-tegeltje weg aan mensen die
iets bijzonders gedaan hadden. Het hockeyteam van Margje had net
het wereldkampioenschap op zak en zij waren dat gezamenlijk aan het
vieren bij de Efteling. Dat was mij door
diezelfde Frits ter ore gekomen en ik stuurde onze producer en
reporter Giel Beelen naar Kaatsheuvel om alle dames zo’n tegeltje
te geven. Allemaal behalve Margje Teeuwen dan, die moest eerst een
tegenprestatie leveren, namelijk haar 06-nummer. Beelen speelde
zijn rol weer voortreffelijk, al wist hij haar niet te vermurwen om
ten overstaan van al onze luisteraars mij aan haar telefoonnummer
te helpen. Het was wel spannende radio.
Een paar weken later hadden wij presentator Rob Kamphues in de
studio. Hij presenteerde het programma De 8 plagen waarin
hij een moeilijke opdracht moest vervullen van een bekende
Nederlander. Als we een gast hadden van dat kaliber probeerden we
meestal de zaak om te draaien. Robert ten Brink kwam in een caravan
terecht met een oude schoolvriendin aan wie hij ooit een
liefdesbrief had geschreven. De quizmaster moest vragen
beantwoorden uit zijn eigen, ’s avonds nog op te nemen, programma.
Caroline Tensen moest haar spijt betuigen aan iemand, vrij naar
haar Het spijt me.
Kamphues verzon voor mij de volgende opdracht: haal een mooie dame
naar de studio, regel een pizza en een bos bloemen voor haar en eet
de pizza aan een gedekte tafel inclusief kaarslicht in de studio
met haar op. Ik had nog steeds haar nummer niet, maar wel schoot
Margje natuurlijk direct voorbij als slachtoffer.
Een buitenkansje. Ik deed een oproep en een van haar beste
vrienden, de inmiddels helaas overleden Has, mailde mij haar 06. Ik
belde haar en vroeg in de uitzending of zij naar de studio wilde
komen om dat pizzaatje met me te eten. Ze was not amused
maar wilde best komen onder de voorwaarde dat ik haar daarna met
rust zou laten.
Daar was ze dan weer, nog steeds oogverblindend mooi en deze keer
pakte ik de zaken iets beter aan. De pizza was er al een uur en
niet zo heel peuzelbaar meer. Ik nodigde haar uit voor een warmer
en verser exemplaar na de uitzending. Ze ging tot mijn verbazing op
de invitatie in. Dat werd een langdurige sessie waarin we elkaar
veel beter leerden kennen. Ik kreeg een bescheiden kijkje in haar
karakter en wat ik zag beviel mij zeer. Dit was een unieke vrouw,
daar had je er geen twee van. Zij beoordeelde mij ook iets
gunstiger. Ik was toch niet zo’n enorme dombo als ze lange tijd
dacht. Als topsporter had ze alleen nog haar twijfels over mijn
totaal onsportieve voorkomen. Kon ze met goed fatsoen wel
‘verkering’ nemen met zo’n bolle, vroeger ongetwijfeld bij de
gymles gepeste jongen?
Dat bood een aanknopingspunt voor een vervolgafspraak. We gingen
squashen. Ze biechtte op dat ze niet kon tegen mannen zonder
balgevoel en dat verhoogde de druk wel ‘enigszins’.
Geheel in Stenders’ stijl verloor ik het eerste partijtje expres
met 21-2 en zag haar al scenario’s schrijven
voor het volgende potje. Met linkerhand slaan of met blinddoek om
vernederen die hap en dan snel naar huis. Het tweede partijtje deed
ik wel mijn best en bleek ik zowaar balgevoel te hebben. Sterker
nog, bij nadere inspectie bleek ik zelfs in heel veel sporten
aardig mee te kunnen.
Opgelucht dat ik ondanks mijn misleidende voorkomen toch nog over
sportieve genen bleek te beschikken, zag ik tot mijn grote vreugde
dat ze langzaam maar zeker toch begon te smelten voor deze rare,
autistische snuiter.
Mijn luisteraars werden op de hoogte gehouden van al deze
perikelen.
Het unieke van ons programma was dat het ook een
beetje de spiegel durfde te zijn van het daadwerkelijke leven van
Fred en mij. Ook de kwetsbaarheid en het falen werden niet
geschuwd. Als mijn verkering me buiten gezet had, riep ik gewoon op
de radio: ‘Ik ben vandaag gedumpt door mijn vriendin, dus verwacht
niet te veel vrolijkheid van me, ik ben bloedchagrijnig en al die
kutplaten gaan over liefde, daar heb ik geen zin in, dus vandaag
alleen nummers die daar niet over gaan.’
Ruzies met artiesten werden uitgevochten on the air, als een
vliegtuigmaatschappij zo lomp was geweest ons zonder aanleiding op
de zwarte lijst te zetten was dat meteen bij terugkomst een
relletje. Fred werd keer op keer in de etalage van vrijgezellen
gezet (meestal zonder resultaat overigens). Bijna elke gebeurtenis
in het privéleven werd omgezet in radio. Dat was soms moeilijk uit
te leggen aan je omgeving.
Iedereen liep het risico ongevraagd onderdeel te worden van het
grote mediacircus. Het zal soms best een pathetische vertoning zijn
geweest, maar ook ongekend eerlijke radio waar veel mensen zich mee
konden identificeren.
Ondanks het zeer geprofileerde karakter van de show had ik nooit
gezeik. Niet met de Vara en niet met Paul van der Lugt. Ik beschouw
dit dan ook als mijn meest vrije radioperiode. Eindelijk helemaal
ontketend en ook nog succesvol. In de nacht had ik ook nog mijn
hobbyhoekje op 3, de Freakolympics, waar ik bewust voor
liefhebbers programmeerde en waarin de hele breedte van mijn
muziekbeleving langskwam in al haar pracht en praal. Later kreeg ik
op mijn verzoek op Radio 2 ook een nachthoekje waarin ik de
geschiedenis van de hitparadeplaatjes mocht belichten.
Ik had lang gevochten voor dit ideaal en ik had het eindelijk
bereikt. Het had zo nog jaren kunnen voortduren, maar helaas
verkaste Edwin Evers voor heel veel pegels richting Radio 538. Mijn
prettig kabbelende radioleven kreeg een dramatische wending.