24.

De eerste keer dat ik Beelen hoorde, wist ik meteen dat hij de potentie had uit te groeien tot een geweldige dj. Dat lijkt nu een enorme open deur intrappen. Iedereen heeft nu Giel altijd al goed gevonden maar geloof me, er waren tijden dat helemaal niemand met hem in zee wilde. Hij deed ook wel eens dingetjes die dat proces ietwat beïnvloedden om het eufemistisch uit te drukken.
Dat vond ik alleen maar een pre. Hij deed me in werkelijk alle opzichten aan de jonge Rob Stenders denken. De passie, het prediken der revolutie, grenzen opzoeken en er bewust keihard overheen gaan, nonconformist in hart en nieren. Het is zijn show! In het echte leven was Gieltje natuurlijk weer een uiterst schuchtere, bescheiden jongen die oogde alsof hij het daglicht nog nooit had gezien. Primaire levensbehoefte: radio en muziek. Als brandstof had hij slechts een overdosis cola nodig. Hij heeft zoveel van dat goedje gezopen dat hij nooit meer slaap nodig heeft. Eten kostte eenvoudigweg te veel tijd, dus dat sloeg hij meestal over.
Ik hoorde hem zo’n beetje alles op de radio overdoen wat wij ook gedaan hadden, met name in de Shockradio-tijd. Niet dat hij ons imiteerde, volgens mij was hij helemaal niet zo’n luisteraar van dat programma geweest, nee, dit zat puur natuur ook in hem. Het had alleen weer een iets ruiger randje. Die beroemde nacht dat hij zich liet pijpen door een hoer terwijl hij mailtjes voorlas, bracht het experiment in de ether weer een dimensie verder.
Ondanks de bergen kritiek op die uitzending van de fatsoenrakkers (die meestal geen seconde gehoord hadden) was het werkelijk een ‘hoogtepunt’ in de radiogeschiedenis. Hij heeft tijdens dat programma alles geregeld. Giel wilde werkelijk weten hoe dat nou allemaal in zijn werk ging, zo’n mevrouw bellen, het sociale gesprek voeren, de wensen meedelen om uiteindelijk de handeling klinisch te laten verrichten. Het jochie Giel zou eenzaam op zijn studentenkamertje het nooit aangedurfd hebben, maar die jonge onderzoeker op de radio doet het allemaal zonder moeite. Pas iets van gestalte krijgen als je op een podium staat om je vervolgens als het concert voorbij is weer zo snel mogelijk uit de voeten te maken, dat herkende ik enorm in hem. Hij kwam onvermijdelijk allemaal dezelfde problemen tegen als ik. Een hoop gezeik, veel mensen die tegen je zeggen dat, als je nou een ‘koedie koedie’ braaf jongetje wordt, het allemaal wel goed met je komt terwijl jij weet dat het niet zo is. Juist het uniek zijn maakt je uiteindelijk een populaire dj, maar voordat je zover bent, moet je wel de guts hebben om door te knokken.
Hij liep tegen twee ontslagen aan. Bij de KRO en de Vara. Steeds als hij weer ergens op non-actief stond, nam ik hem aan als producer en had hij weer een baan. Hij heeft zowel in de middag als in de ochtend veel voor mijn programma’s gedaan. De mooiste herinnering hebben we allebei aan de Vierdaagse. Dat werd in die tijd helemaal niet verslagen door de landelijke media. Het was iets voor oude van dagen, militairen en gekken, leken radio, tv en kranten te denken. Wij stiekem ook trouwens.
Fred, Giel en ik zouden eens proberen om mee te doen samen met een team van luisteraars.
Siebelink hield het na één dag voor gezien vanwege zijn slagaderen en te weinig drankvoorraad langs de route, maar Beelen en ik hebben hem helemaal uitgelopen. We waren allebei ongetraind, maar trokken elkaar er op de moeilijke momenten doorheen. De derde dag bestonden mijn voeten niet meer, ze waren één grote blaar geworden. Fysiek eigenlijk onmogelijk om door te gaan, maar ik wilde niet afhaken. Het was op Radio 3 ook echt gaan leven. Aanvankelijk werden we nog lacherig bejegend, ook door de medewandelaars, maar al doende ontstond er een grote waardering voor het feit dat we ook echt probeerden de route uit te lopen.
Die dag heeft Giel me een geweldige peptalk gegeven en hij bleef zeer alert op mijn inzinkingen. We hadden de pech dat het maar bleef regenen, mijn poten deden pijn maar ik wilde niet stoppen. Dat rare punkjochie op die dr. Martin boots van hem was er voortdurend voor me. Hij stortte in op zo’n eindeloze lange dijk zonder publiek, die je voor straf moest lopen als je de langste afstanden nam. Daar trok ik hem dan weer doorheen. We werden ook enorm geholpen door de dj’s van 3 die ons de hele dag een onzichtbaar maar voelbaar duwtje in de rug gaven. Zij waren de wind mee.
De laatste dag is het publiek van ongekende waarde. Zij dragen de deelnemers bijna naar de finish. Door de grote aandacht op Radio 3 wisten veel mensen dat we meededen. Al aan het begin van het parcours stond een bord: ‘Giel en Rob nog maar 10 km!’ Dat bord bleek er elke vijf kilometer weer te staan. Er waren heel veel heuse spandoeken langs de kant van de weg te vinden met aanmoedigingen. De wandelaars vonden het echt klasse dat we het aan het flikken waren en dat vonden wij van hen ook. Mensen die op hun tandvlees liepen, werden door iedereen toegesproken en gemotiveerd. Een prachtig staaltje solidariteit.
Die laatste kilometers zijn een natural high. Je wordt overmand door gelukzaligheid bij het zicht op de finish. Giel en ik waren die laatste paar meters werkelijk trots op elkaar. We wisselden geëmotioneerde blikken uit en voelden onuitgesproken dat we daar vrienden waren geworden.
Alsof het een ware laatste etappe van de Tour de France was, hadden ze bij Radio 3 onze intocht verslagen. Wim Rigter presenteerde vanuit de studio deze ‘grande finale’ en Fred was de Theo Koomen ter plaatse. We voelden dat heel Radio 3 het ook geweldig vond dat we het gehaald hadden, dat werd nog eens geïllustreerd door het vliegtuig dat boven ons hoofd hing met zo’n wapperend doek erachter: Giel en Rob, we zijn waanzinnig trots op jullie!
De ontnuchtering die onze ‘top’prestatie weer wat in perspectief zette, kwam van een willekeurige deftige dame die ik bij de finish even een microfoon voor de neus hing om te informeren waar we onze kruisjes konden halen. Haar reactie smoorde de euforie die even de baas over ons was geworden: ‘Meneer, ik ken uw soort, u doet net of u meeloopt, maar we weten allemaal dat u slechts een paar meters per dag maakt en dan de auto of de fiets neemt en dan mooi weer komt spelen bij de finale, het is een schande!’ Ik deed nog een poging haar uit te leggen dat wij toch echt integer waren en de hele rit hadden afgelegd, maar ik had er al jaren voor Geer & Goor de kracht niet meer voor. Er klonk wanhoop door in mijn offensief, maar tegelijkertijd was het natuurlijk de perfecte relativering die onze ‘heldenverering’ nodig had.
Het was al met al een geweldige ervaring. Giel en ik hielden lange tijd een goede band, maar daar zou door al dat transfergeweld abrupt een brute krater in worden geslagen.